Nadere regels inzake uitstallingen gemeente Raalte

Geldend van 24-12-2009 t/m heden

Intitulé

Nadere regels inzake uitstallingen gemeente Raalte

Burgemeester en wethouders van de Gemeente Raalte,

Overwegende dat het, met inachtneming van artikel 2.10, lid 5, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Raalte, gewenst wordt geacht om overlast als gevolg van uitstallingen te beperken;

Besluiten vast te stellen:

Nadere regels inzakeuitstallingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Een uitstalling is een los element dat voor een pand in de openbare ruimte wordt geplaatst om de aandacht te vestigen op een winkel die in dat pand gevestigd is. Hieronder worden verstaan: kledingrekken, (elektrische) speeltoestellen, rekken voor het uitstallen van fruit en bloemen, vlaggen etc. Ook losse reclameborden voor een pand of in de directe omgeving ervan, die een functionele relatie hebben met de daar gevestigde onderneming, worden als uitstalling beschouwd. De uitstalling wordt uitsluitend geplaatst in de openbare ruimte tijdens de openingstijden van de winkel. Vanuit een uitstalling wordt, zoals blijkt uit de definitie, in de openbare ruimte niet verkocht.

Artikel 2 Nadere regels

  • 1. In straten met een rijbaan geldt dat tenminste 1,20 meter van het trottoir moet worden vrijgelaten gerekend vanaf de straatzijde, voor het voetgangersverkeer ter plaatse.

  • 2. Voor het winkelcentrum van Raalte-dorp geldt dat de rode bestrating vrij moet blijven.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op de dag nadat deze zijn bekend gemaakt.

  • 2. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als "Nadere regels inzake uitstallingen gemeente Raalte".

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2009
burgemeester en wethouders van Raalte,
de secretaris (wnd.), de burgemeester,
M.Rademaker, P.A. Zoon

Nota-toelichting

Toelichting

Algemeen

Er is overleg geweest tussen de gemeente en de winkeliersvereniging Heino, de Raalter Ondernemers Verbond (ROV) en de Gehandicaptenadviesraad (GAR). Hierin is het voornemen van de gemeente besproken om geen vergunningstelsel in te voeren, maar beleidsregels ten aanzien van uitstallingen.

De GAR had graag gezien dat de afwateringsgoot in het centrum van Raalte als blindengeleidelijn zou worden gebruikt en dat de uitstallingen tussen de afwateringsgoot en de gevels worden geplaatst. Dit schijnt ook te zijn afgesproken in het overleg van de herinrichting van het centrum van Raalte, maar deze afspraken zijn niet vastgelegd.

Bij de herinrichting van het dorp Raalte is de mondelinge afspraak gemaakt met de ROV om de rode bestrating vrij te houden van uitstallingen. In de praktijk wordt deze afspraak meestal nageleefd. Afgesproken is met de GAR dat bij een toekomstig groot onderhoud van het centrum van Raalte, opnieuw zal worden heroverwogen of er een blindengeleidelijn kan worden aangelegd. Op dit moment is de afwateringsgoot gebruiken als geleidelijn geen optie. Bij de herinrichting zijn vaste objecten, zoals fietsenrekken, geplaatst voor de afwateringsgoot en er zou te weinig ruimte overblijven voor uitstallingen van ondernemers.

1. Begripsomschrijving

De omschrijving van uitstallingen is ruim omdat hieronder alles valt dat buiten is geplaatst met het doel de aandacht te trekken van winkelend publiek en meer accent te leggen op de aanwezigheid van de winkel.

2. Nadere regels

Door de regels voor uitstallingen vast te leggen, wordt de mogelijkheid geboden om te handhaven als zich problemen voordoen, met name ten aanzien van vrije doorgang van gebruikers van het trottoir in de buurtdorpen en de voetgangersgebied in het dorp Raalte. Specifiek voor mensen met een handicap en gebruikers van kinderwagens is het belangrijk dat zij een vrije doorgang hebben. In de praktijk doen zich tot op heden, zover bekend, weinig problemen voor.

Artikel 2:10, lid 5, van de APV kan ook gebruikt worden om eisen te stellen in het kader van welstand (uiterlijk aanzien van de gemeente). Er is voor gekozen om alleen beleid op te stellen dat gericht is op (verkeers)veiligheid. In het kader van deregulering zijn geen eisen ten aanzien van welstand gesteld. Mocht in de toekomst blijken dat het aantal uitstallingen, de plaats van de uitstallingen of het soort uitstallingen tot een veel rommeliger aanzien van de openbare ruimte leidt, kan alsnog overwogen worden hierop beleid te maken.