Verordening klachtenregeling Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer

Geldend van 05-08-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening klachtenregeling Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer

Het algemeen bestuur van Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer;

gelet op het advies van de adviescommissie d.d. 2 oktober 2003;

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 30 oktober 2003;

gelet op Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

gegeven de aan de algemeen besturen toekomende bevoegdheden tot het vaststellen van verordeningen;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening voor de behandeling van klachten

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    klacht: een mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen over een gedraging;

  • b.

    gedraging: het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijke persoon of een rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door

    • -

      het algemeen of dagelijks bestuur van het schap;

    • -

      een lid van het algemeen of dagelijks of bestuur van het schap;

    • -

      een werknemer van de uitvoeringsorganisatie of een daarmee op grond van diens werkzaamheid gelijk te stellen persoon in de uitoefening van zijn functie;

  • c.

    bestuursorgaan: het algemeen bestuur, dagelijks bestuur, voorzitter van het schap;

  • d.

    klager: de natuurlijke persoon, niet zijnde een medewerker van de uitvoeringsorganisatie, of rechtspersoon die klaagt over een gedraging;

  • e.

    klachtcoördinator: de persoon, bedoeld in artikel 6 van deze verordening;

  • f.

    klachtbehandelaar: de persoon bedoeld in artikel 6, lid 4 van deze verordening;

  • g.

    het schap: Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer;

  • h.

    buitengewoon opsporingsambtenaar: een persoon, belast met de handhaving van de algemene verordening van het schap aan wie een akte van opsporingsbevoegdheid is verleend;

  • i.

    uitvoeringsorganisatie: de organisatie die in opdracht van het bestuur beheers- of ontwikkelingstaken voor het schap uitvoert;

  • j.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Indiening van klachten

  • 1. Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon kan zich beklagen over de wijze waarop medewerkers, werkzaam bij of werkzaam namens de uitvoeringsorganisatie, alsmede bestuursleden of bestuursorganen van het schap zich jegens hem hebben gedragen.

  • 2. Een klacht wordt mondeling of schriftelijk ingediend bij de klachtcoördinator of een door hem aan de wijzen persoon.

  • 3. Een schriftelijke klacht wordt door of namens de klager ondertekend en dient te bevatten:

    • a.

      naam en adres van de klager;

    • b.

      dagtekening;

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht alsmede, indien bekend, de naam van degene over wie wordt geklaagd en de locatie waar de gedraging heeft plaatsgevonden;

    • d.

      de reden waarom klager bezwaar heeft tegen de gedraging.

  • 4. Indien een schriftelijke klacht naar het oordeel van de klachtcoördinator voldoet aan de voorwaarden, genoemd in het derde lid, dan zijn de overige artikelen, met uitzondering van artikel 4, van deze verordening van toepassing

  • 5. Mondelinge klachten, waaronder begrepen schriftelijke klachten die niet voldoen aan de voorwaarden, zoals gesteld in het derde lid, worden, onverminderd het bepaalde in de artikelen 7 en 8, na registratie afgehandeld volgens de procedure vermeld in artikel 4.

Artikel 3 Registratie bij binnenkomst

Elke mondeling of schriftelijk ingediende klacht wordt geregistreerd en zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van de klachtcoördinator.

Artikel 4 Behandeling mondeling ingediende klachten

  • 1. Mondeling ingediende klachten worden, nadat degene op wie de klacht betrekking heeft is gehoord uiterlijk binnen 5 werkdagen door de klachtcoördinator of een door hem aan te wijzen persoon mondeling beantwoord.

  • 2. De klachtcoördinator kan besluiten schriftelijk te reageren op een mondeling ingediende klacht. Deze schriftelijke reactie vindt plaats uiterlijk binnen 15 werkdagen na ontvangst van de klacht.

  • 3. Van de afhandeling van mondeling ingediende klachten wordt een eenvoudige registratie bijgehouden.

Artikel 5 Ontvangstbevestiging

  • 1. De klachtcoördinator draagt er zorg voor dat de ontvangst van een schriftelijk ingediende klacht zo spoedig mogelijk namens het bestuur aan de klager wordt bevestigd.

  • 2. In de bevestiging wordt meegedeeld wie de klacht zal behandelen en hoe de verdere gang van zaken is.

  • 3. De klachtcoördinator draagt er zorg voor dat degene, op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, de klacht en de daarbij meegezonden stukken in afschrift toegezonden krijgt.

  • 4. De klager kan desgewenst worden gehoord.

Artikel 6 Klachtcoördinator en klachtbehandelaar

  • 1. De klachtcoördinator en zijn plaatsvervanger worden namens het algemeen bestuur door de directeur van de uitvoeringsorganisatie in die taak benoemd of van die taak ontheven. De klachtcoördinator is onafhankelijk in het kader van de uitoefening van zijn taak als klachtcoördinator; het bestuur en de leidinggevenden van de klachtcoördinator onthouden zich in dit verband van het geven van aanwijzingen of opdrachten.

  • 2. Het bestuur wordt jaarlijks schriftelijk door de klachtcoördinator geïnformeerd over het aantal klachten, de aard van de klachten, en de wijze van afdoening.

  • 3. De klachtcoördinator draagt er zorg voor dat klacht wordt behandeld door degene, zoals vermeld in lid 4.

  • 4. Een klacht wordt behandeld door

    • a.

      de direct leidinggevende van degene over wiens gedraging wordt geklaagd;

    • b.

      de directeur van de uitvoeringsorganisatie indien degene over wiens gedraging wordt geklaagd een leidinggevende is;

    • c.

      de voorzitter indien de klacht betrekking heeft op een gedraging van de directeur van de uitvoeringsorganisatie;

    • d.

      het algemeen bestuur indien de klacht betrekking heeft op een gedraging van de voorzitter, een lid van het dagelijks of algemeen bestuur dan wel het dagelijks of algemeen bestuur;

    • e.

      de directeur van de uitvoeringsorganisatie indien de klacht betrekking heeft op de klachtcoördinator.

Artikel 7 Afhandeling naar tevredenheid klager

Zodra naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot verdere toepassing van deze verordening.

Artikel 8 Uitzonderingen op behandelplicht

  • 1. De klachtcoördinator kan besluiten de klacht niet in behandeling te nemen

    • a.

      indien die klacht reeds is behandeld als een schriftelijk ingediende klacht;

    • b.

      indien er na het ontstaan van de klacht inmiddels meer dan een jaar is verstreken;

    • c.

      indien door de klager bezwaar of beroep op grond van de wet kan of kon worden aangetekend, dan wel dat door het instellen van een procedure de klacht aan een uitspraak van een andere rechter onderworpen is of kan worden;

    • d.

      zolang er terzake van de klacht een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een strafvervolging loopt dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of van een strafvervolging;

    • e.

      indien de gedraging een aangelegenheid van algemeen beleid van het recreatieschap betreft;

    • f.

      indien de klacht betrekking heeft op aangelegenheden die niet vallen onder verantwoordelijkheid van het recreatieschap.

    • g.

      indien het een klacht betreft over een aangelegenheid waarin het recreatieschap optreedt in het kader van een privaatrechtelijke overeenkomst

    • h.

      indien de klacht betrekking heeft op een gedraging van een buitengewoon opsporingsambtenaar in het kader van de uitoefening van die functie. (In de circulaire behandeling van klachten over buitengewoon opsporingsambtenaren, kenmerk 5237844/503CB, Staatscourant 30 juli 2003,’nr.144 is hiervoor een eigen regeling opgenomen.)

  • 2. De klachtcoördinator is niet verplicht de klacht in behandeling te nemen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.

  • 3. Indien de klachtcoördinator op grond van lid 1 of 2 de klacht niet in behandeling neemt doet deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 4 weken na ontvangst van de klacht schriftelijk mededeling aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

  • 4. Bij de in het vorige lid bedoelde mededeling wordt de klager -indien van toepassing- doorverwezen naar de bevoegde klaag-, bezwaar- of beroepsinstantie.

Artikel 9 Mededeling oordeel

  • 1. De in artikel 6, lid 4 genoemde klachtbehandelaar rapporteert tijdig zijn bevindingen in de vorm van een advies aan de klachtcoördinator.

  • 2. De klachtcoördinator stelt, na kennis te hebben genomen van het advies als bedoeld in het eerste lid, een brief op waarin hij zijn gemotiveerd oordeel geeft over de klacht.

  • 3. Voor zover van toepassing kan in die brief tevens worden vermeld welke maatregelen getroffen worden naar aanleiding van de klacht.

  • 4. De klachtcoördinator zendt de brief aan de klager, aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft en zonodig aan anderen.

  • 5. De klachtcoördinator zendt de in het eerste lid bedoelde brief zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 10 weken na ontvangst van de klacht. Hierbij kan de afhandeling voor ten hoogste 4 weken worden verdaagd. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

  • 6. Van de afhandeling wordt een eenvoudige registratie bijgehouden.

  • 7. De directeur van de uitvoeringsorganisatie beslist, namens het bestuur, in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 10 Inwerkingtreding, citeertitel

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar afkondiging en kan worden aangehaald als “klachtenregeling Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer op 13 november 2003,
de secretaris, Drs. ing. J.W. Nieuwenhuis
de voorzitter, J.J. Schipper

Inhoudsopgave

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 2 Indiening van klachten

Artikel 3 Registratie bij binnenkomst

Artikel 4 Behandeling mondeling ingediende klachten

Artikel 5 Ontvangstbevestiging

Artikel 6 Klachtcoördinator en klachtbehandelaar

Artikel 7 Afhandeling naar tevredenheid klager

Artikel 8 Uitzonderingen op behandelplicht

Artikel 9 Mededeling oordeel

Artikel 10 Inwerkingtreding, citeertitel