Besluit van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer houdende regels omtrent het inrichten en uitvoeren van de financieringsfunctie (Financieringsstatuut Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer)

Geldend van 03-12-2010 t/m heden

Intitulé

Besluit van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer houdende regels omtrent het inrichten en uitvoeren van de financieringsfunctie (Financieringsstatuut Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer)

INLEIDING

Op grond van de Wet financiering decentrale overheden (de wet Fido), van kracht sinds 1 januari 2001, en mede gelet op artikel 57 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 216, lid 3 van de Provinciewet is het Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer verplicht tot het vaststellen van een financieringsstatuut.

In de wet Fido worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de financieringsfunctie. Onder de financieringsfunctie wordt in dit statuut begrepen het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

Wij onderschrijven het belang van een verantwoord en adequaat beheer van onze financiële middelen. Wij streven er naar onze activiteiten op het gebied van financiering op een zo doeltreffend, beheersbaar en transparante wijze in te richten.

De rijksoverheid is van mening dat tijdens de kredietcrisis is gebleken dat de eisen rondom treasury, zoals door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onder meer vastgelegd in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden, niet voldoende waren voor de uitzonderlijke ontwikkelingen tijdens deze crisis. Daarop heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden aangepast.

Het oorspronkelijke financieringsstatuut is van 26 juni 2003. De aanpassing van het statuut zoals we die u nu voorleggen is momenteel de eerste en enige.

Bij het opstellen van dit financieringstatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders (o.a. de wet Fido, de Provinciewet, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden en de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden).

Verder is waar mogelijk en relevant gebruik gemaakt van door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgestelde “Handreiking Financiering” en “Handreiking Wijziging Ruddo”.

De integrale tekst van het statuut treft u hierbij aan. Wij stellen u voor het nieuwe Financieringstatuut Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer vast te stellen. Gelijktijdig met de vaststelling ervan stellen wij voor het oude statuut van 26 juni 2003 in te trekken. 

Het algemeen bestuur van Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer,

gezien de voordracht van het dagelijks bestuur,

gelet op artikel 57 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de artikelen 1 en 10 van de Wet financiering decentrale overheden en artikel 216, lid 3 van de Provinciewet,

besluit:

  • 1

    de tekst en de toelichting van het navolgende Financieringsstatuut Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer vast te stellen.

  • 2

    het Financieringsstatuut Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer van 26 juni 2003 in te trekken.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.1 De in dit statuut gebruikte begrippen worden hieronder nader verklaard. De begrippen zijn onderscheiden naar de verschillende deelgebieden van de financieringsfunctie, namelijk risicobeheer, financiering en kasbeheer.

  • risicobeheer

    • a.

      kredietrisico: het risico op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of faillissement (ook wel het debiteurenrisico genoemd).

    • b.

      koersrisico: het risico dat de financiële activa in waarde veranderen door (negatieve) koersontwikkelingen van beleggingen.

    • c.

      renterisico: het risico dat renteresultaten lager zijn dan geraamd door wijzigingen in rentepercentages.

    • d.

      liquiditeitsrisico: het risico van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjareninvesteringsplanning, waardoor niet tijdig aan betalingsverplichtingen kan worden voldaan.

  • financiering

    • e.

      financiering: het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van één jaar of langer. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.

    • f.

      uitzetting: het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

    • g.

      rating: de inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op verstrekte leningen (obligatieleningen, onderhandse leningen e.d.).

  • kasbeheer

    • h.

      geldstromenbeheer: betreft die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren (met name voor het doen van betalingen).

    • i.

      saldobeheer: het dagelijkse beheer van de saldi op de bank- en girorekeningen.

    • j.

      liquiditeitenbeheer: het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.

    • k.

      huisbankier: de bank die voor het schap de van dag tot dag bancaire diensten verleent (te noemen zijn: het verzorgen van de dagelijkse betalingen en ontvangsten, het registreren van mutaties in rekening-courant en beschikbaar stellen van elektronisch betalingsverkeer)

  • wet Fido

    • k.

      kasgeldlimiet: een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de recreatieschap bij aanvang van het jaar. Het percentage wordt door de minister van Financiën bepaald.

    • l.

      renterisiconorm: een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van het recreatieschap. Het percentage wordt door de minister van Financiën bepaald.

  • algemeen

    • m.

      recreatieschap: het openbaar lichaam Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer

    • n.

      algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het recreatieschap

    • o.

      dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het recreatieschap

    • p.

      uitvoeringsorganisatie: Recreatie Noord-Holland NV

  • 1.2 Waar in of krachtens deze verordening artikelen van de wet Fido, de Provinciewet of enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komt in die artikelen in de plaats van:

    • a

      ‘het openbaar lichaam’ of ‘de provincie’: het recreatieschap

    • b

      ‘provinciale staten’: het algemeen bestuur

    • c

      ‘gedeputeerde staten’: het dagelijks bestuur.

Artikel 2 Doelstelling van de financieringsfunctie

  • 2.1 De financieringsfunctie dient tot:

    • het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

    • het beschermen van het vermogen en de resultaten van het recreatieschap tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

    • het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële resultaten;

    • het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit financieringsstatuut.

Artikel 3 Het risicobeheer

  • 3.1 Uitgangspunten risicobeheer

  • Voor het risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

    • a

      het recreatieschap verstrekt uitsluitend leningen of garanties aan derden uit hoofde van haar publieke taak aan door het algemeen bestuur goedgekeurde derde partijen;

    • b

      het recreatieschap kan middelen uitzetten uit hoofde van de financieringsfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van een overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door middel van de richtlijnen en limieten van dit statuut;

    • c

      het gebruik van derivaten (afgeleide financiële instrumenten) is niet toegestaan.

  • 3.2 Ter beperking van het renterisico wordt het volgende in acht genomen:

    • a

      gelden worden uitsluitend uitgezet in de vorm van vastrentende waarden;

    • b

      de gemiddelde netto vlottende schuld per kwartaal overschrijdt de kasgeldlimiet niet;

    • c

      de vaste schuld overschrijdt de renterisiconorm niet;

    • d

      er wordt gestreefd naar een evenwichtige samenstelling van de beleggings- en leningenportefeuille met betrekking tot de looptijd en het renteniveau.

  • 3.3 Ter beperking van het koersrisico wordt het volgende in acht genomen:

    • a

      in het kader van de financieringsfunctie worden geldmiddelen uitsluitend uitgezet in de vorm van rekening-courant, spaarrekeningen, kasgeldleningen, deposito’s, obligaties, onderhandse en hypothecaire leningen;

    • b

      looptijd en omvang van uitzettingen worden zoveel mogelijk afgestemd op de looptijd en omvang van de benodigde c.q. te beschikken geldmiddelen.

  • 3.4 Ter beperking van het kredietrisico van uitgezette geldmiddelen worden geldmiddelen uitsluitend bij de volgende organisaties uitgezet:

    • a

      bij de Nederlandse overheid en andere Nederlandse publiekrechtelijke organisaties;

    • b

      financiële ondernemingen die voldoen aan de in hoofdstuk 6 gestelde voorwaarden ten aanzien van de kredietwaardigheid;

    • c

      aan andere partijen, maar dan uitsluitend uit hoofde van de publieke taak, waarbij in elk geval:

      • zoveel mogelijk zekerheden of garanties worden geëist

      • jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de geldnemer zijn jaarrekening overlegt

      • het dagelijks bestuur jaarlijks een getekende saldobevestiging toestuurt.

  • 3.5 Valutarisico’s worden uitgesloten door uitsluitend gelden te verstrekken of op te nemen of garanties af te geven in euro’s.

Artikel 4 Financiering

  • 4.1 Met financieringstransacties wordt beoogd het vermogen van het recreatieschap in stand te houden en er zo nodig in te voorzien tegen optimale marktprijzen.

  • 4.2 De financieringsbehoefte wordt mede bepaald op basis van een lange termijn vermogensplanning.

  • 4.3 Voor het aantrekken van geldmiddelen voor een periode van één jaar of langer gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

    • a

      externe financiering wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de eigen middelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken;

    • b

      financiering wordt uitsluitend aangetrokken voor de publieke taak;

    • c

      structurele financiële overschotten door het aantrekken van geldmiddelen dienen te worden voorkomen;

    • d

      voorafgaande aan het aantrekken van financiering worden minimaal twee offertes opgevraagd bij verschillende verstrekkers met het doel gunstige en marktconforme condities te bedingen.

  • 4.4 Voor het uitzetten van geldmiddelen in het kader van de financieringsfunctie voor een periode van één jaar of langer gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

    • a

      er moet zekerheid bestaan dat de volledige hoofdsom wordt terugbetaald aan het einde van de looptijd;

    • b

      voorafgaande aan het uitzetten van gelden worden minimaal bij twee instellingen offertes opgevraagd.

Artikel 5 Kasbeheer

  • 5.1 Voor het beheer van geldmiddelen in het kader van de financieringsfunctie voor een periode korter dan één jaar gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

    • a

      het betalingsverkeer wordt beperkt tot enkele bankinstellingen en wordt zoveel mogelijk elektronisch gevoerd

    • b

      het betalingsverkeer wordt zodanig ingericht dat transactiekosten worden geminimaliseerd (provisies, kosten datacommunicatie, valuteringscondities)

    • c

      het kasbeheer wordt, binnen de hier vermelde voorwaarden, zodanig uitgevoerd dat het rendement (renteopbrengsten minus kosten) maximaal is.

    • d

      het liquiditeitsgebruik kan worden beperkt door een liquiditeitsplanning op te stellen en de geldstromen hierop af te stemmen; met de liquiditeitsplanning kan worden gewaarborgd dat tijdig aan alle financiële verplichtingen kan worden voldaan

    • e

      indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan het recreatieschap kortlopende middelen aantrekken

    • f

      het bestuur kan nadere instructies geven hoe om te gaan met geldmiddelen.

  • 5.2 Voor het aantrekken en uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

    • a

      de toegestane instrumenten voor het aantrekken van kortlopende middelen zijn het gebruik van een kredietlimiet op rekening-courant, daggeldleningen en kasgeldleningen;

    • b

      de toegestane instrumenten bij het uitzetten van kortlopende middelen zijn het gebruik van de rekening-courant, spaarrekeningen, deposito’s, daggeldleningen en kasgeldleningen;

    • c

      het recreatieschap vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens een bedrag hoger dan € 100.000,- wordt aangetrokken of uitgezet.

Artikel 6 Relatiebeheer

  • 6.1 Het recreatieschap wenst in het kader van het financieel beheer alleen met solvabele wederpartijen zaken te doen. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen:

    • a

      De wederpartijen kunnen zijn:

      • 1

        Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen of

      • 2

        financiële ondernemingen zoals banken, kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen;

    • b

      De financiële ondernemingen dienen onder Nederlands of anderszins EU-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.

    • c

      Geldmiddelen worden opgenomen bij dan wel verstrekt (behoudens de verstrekkingen ingevolge de publieke taak) aan financiële ondernemingen die:

      • gevestigd zijn in de EER (Europese Economische Ruimte) die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee erkende ratingbureaus, zoals Standard & Poors en Moody’s

      • minimaal een kredietwaardigheid met AA-minusrating hebben gekregen van twee erkende ratingbureaus.

    • d

      De financiële onderneming dient zelf bij een transactie aan te tonen dat zij of haar waardepapier over de juiste rating beschikt.

    • e

      Zodra de rating van een instelling onder de AA-minus-status zakt, besluit het dagelijks bestuur, op voorstel van het hoofd van de uitvoeringsorganisatie hoe om te gaan met de ontstane situatie.

  • 6.2 Overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering worden alleen uitgezet bij de financiële onderneming waar deze lening is aangegaan.

  • 6.3 Uitsluitend in het kader van de publieke taak kunnen gelden worden uitgezet of garanties worden afgegeven aan andere wederpartijen dan genoemd onder artikel 6.1. Voor deze wederpartijen gelden dan de voorwaarden genoemd onder artikel 3.1 sub a en artikel 3.4 sub c.

  • 6.3 Het recreatieschap streeft naar gunstige c.q. marktconforme condities voor de af te nemen financiële diensten. Daarom wordt de huisbankier en zijn bancaire condities ten minste ééns in de twee jaar beoordeeld.

  • 6.4 Het recreatieschap sluit geen contracten met personeel of politieke ambtsdragers van openbare lichamen met betrekking tot hypothecaire leningen of garanties op de verstrekking ervan door andere financiële ondernemingen.

Artikel 7 Organisatie van de financieringsfunctie

  • 7.1 Voor de organisatie van de financieringsfunctie gelden de volgende uitgangspunten:

    • a

      de verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor financieringsactiviteiten worden op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd (zie art. 7.2 tot en met 7.4);

    • b

      overigens kunnen het algemeen en dagelijks bestuur en het hoofd van de uitvoeringsorganisatie, binnen de bevoegdheden die ze daarvoor hebben, (onder)mandaten verlenen voor de onder 7.2 tot en met 7.4 beschreven bevoegdheden;

    • c

      rekening houdende met de omvang van de organisatie wordt functiescheiding zoveel mogelijk gewaarborgd door scheiding tussen:

      • besluitvoorbereiding enerzijds en beslissen/autoriseren anderzijds,

      • voorbereiding en uitvoering enerzijds en registratie en controle anderzijds;

    • d

      wederpartijen wordt opdracht gegeven offertes ook schriftelijk te verstrekken en van iedere opdracht een schriftelijke bevestiging te versturen aan de medewerker financiële administratie;

    • e

      wederpartijen wordt opdracht gegeven jaarlijks een integraal overzicht van de actuele financiële verhoudingen te verstrekken;

    • f

      alle transacties worden onmiddellijk geregistreerd door de manager financieel-economische zaken en onmiddellijk na ontvangst van de relevante bescheiden gecontroleerd door de medewerker financiële administratie;

    • g

      er wordt een externe deskundige ingeschakeld ter advisering van het dagelijks bestuur of de uitvoeringsorganisatie zodra het dagelijks bestuur en/of het hoofd van de uitvoeringsorganisatie dit wenselijk of noodzakelijk acht;

    • h

      indien de uitvoering van de regeling wordt uitbesteed aan een externe organisatie wordt in een overeenkomst vastgelegd op welke wijze de organisatorische aspecten van de financieringsfunctie, zoals in deze verordening beschreven, dan worden ingevuld.

  • 7.2 De verantwoordelijkheden in het kader van de financieringsfunctie zijn als volgt:

    Functie

    Verantwoordelijkheden

    algemeen bestuur

    • -

      vaststellen van de financieringsdoelstellingen, het -beleid, de -richtlijnen en limieten

    • -

      vaststellen van de financieringsparagraaf in de begroting en jaarrekening

    • -

      houden van toezicht op het financieringsbeleid en de uitvoering daarvan

    dagelijks bestuur

    • -

      uitvoeren van het financieringsbeleid (bestuurlijke verantwoordelijkheid)

    • -

      rapporteren aan het algemeen bestuur over de uitvoering van het financieringsbeleid

    • -

      beslissen over financieringsvoorstellen voor gelden met een looptijd van korter dan één jaar met een omvang groter of gelijk aan € 500.000,-

    • -

      beslissen over financieringsvoorstellen voor gelden met een looptijd van één jaar of langer

    hoofd uitvoerings­organisatie

    • -

      uitvoeren van het financieringsbeleid (operationele verantwoordelijkheid)

    • -

      beslissen over financieringsvoorstellen van de manager financieel-economische zaken met een looptijd korter dan één jaar en een omvang kleiner dan € 500.000,-

    • -

      adviseren aan het dagelijks bestuur over financieringsvoorstellen van de manager financieel-economische zaken met een looptijd korter dan één jaar en een omvang van minimaal € 500.000,-

    • -

      adviseren aan het dagelijks bestuur over financieringsvoorstellen van de manager financieel-economische zaken met een looptijd van één jaar of langer

    • -

      uitvoeren van (preventieve) controle d.m.v. parafering met betrekking tot financieringsopdrachten

    • -

      afleggen van verantwoording aan het dagelijks bestuur

    budgethouders

    • -

      zorgdragen voor tijdige, relevante en betrouwbare aanlevering van gegevens van hun budgetten m.b.t. toekomstige te verwachten inkomsten en uitgaven.

    manager financieel-

    economische zaken

    • -

      uitvoeren van alle dagelijkse financieringsactiviteiten conform het Financierings­statuut en de financieringsparagraaf (risicobeheer, financiering, relatiebeheer)

    • -

      mede voorbereiden van beleidsvoorstellen inzake financiering

    • -

      mede voorbereiden van de verantwoording aan het dagelijks bestuur.

    medewerker financiële

    administratie

    • -

      ontvangen van bevestigingen van derden (bankafschriften, saldobevestigingen e.d.) en toetsen aan de onderliggende documenten en bescheiden

    • -

      juist en tijdig administreren van alle financiële transacties

    • -

      uitvoeren van alle dagelijkse activiteiten rondom het kasbeheer

    • -

      uitvoeren van controle op uitgevoerde transacties

    • -

      rapporteren van geconstateerde afwijkingen aan de ambtelijk secretaris

    Externe accountant

    • -

      in het kader van de reguliere controletaak adviseren over en controleren van de feitelijke naleving van dit statuut

  • 7.3 De bevoegdheden in het kader van de financieringsfunctie zijn als volgt:

    Activiteit

    voorbereiden en

    adviseren

    beslissen

    Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

    Het uitzetten en aantrekken van geld met een looptijd korter dan één jaar, met een omvang kleiner dan € 500.000,-

    manager FEZ

    hoofd

    uitvoeringsorganisatie

    Het uitzetten en aantrekken van geld met een looptijd korter dan één jaar, met een omvang gelijk of groter dan € 500.000,-

    hoofd

    uitvoeringsorganisatie

    dagelijks bestuur

    Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

    medewerker financiële administratie

    manager FEZ

    Bankrelatiebeheer

    Bankrekeningen openen, wijzigen of sluiten

    manager FEZ

    hoofd

    uitvoeringsorganisatie

    Bankcondities en tarieven afspreken

    manager FEZ

    hoofd

    uitvoeringsorganisatie

    Financiering en uitzetting

    Het afsluiten van kredietfaciliteiten

    manager FEZ

    hoofd

    uitvoeringsorganisatie

    Het uitzetten en aantrekken van gelden zoals vastgelegd in het financieringsstatuut met een looptijd van één jaar of langer

    hoofd

    uitvoeringsorganisatie

    dagelijks bestuur

    Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

    hoofd

    uitvoeringsorganisatie / dagelijks bestuur

    algemeen bestuur

    Het garanderen van gelden uit hoofd van de publieke taak

    hoofd

    uitvoeringsorganisatie

    / dagelijks bestuur

    algemeen bestuur

  • Ter toelichting: manager FEZ staat voor manager financieel-economischee zaken

  • 7.4 Informatievoorziening

  • Over de financieringsactiviteiten wordt op de volgende wijze verslag gedaan:

    welke informatie

    frequentie

    informatieverstrekker

    informatie- ontvanger

    interne rapportages

     
     
     

    Bijzonderheden over verwachte inkomsten en uitgaven

    zo spoedig

    mogelijk

    budgethouders

    manager FEZ

    Beleidsvoornemens in financieringsparagraaf begroting

    jaarlijks

    hoofd uitvoeringsorganisatie /

    dagelijks bestuur

    algemeen bestuur

    Evaluatie in financieringsparagraaf jaarrekening

    jaarlijks

    hoofd uitvoeringsorganisatie /

    dagelijks bestuur

    algemeen bestuur

    externe rapportages volgens

    de wet Fido

     
     
     

    Besluiten inzake leningen en garantstellingen

    2 weken na

    vaststelling

    hoofd uitvoeringsorganisatie

    ministerie van BZK

    Opgave van het EMU-saldo

    per kwartaal

    hoofd uitvoeringsorganisatie

    Centraal bureau voor de statistiek

    Overzichten van schulden, kasgeld en langlopende leningen (volgens modelstaten A en B uit de uitvoeringsregeling Fido). Op te nemen als onderdeel financieringsparagraaf in begroting en jaarrekening.

    jaarlijks

    hoofd uitvoeringsorganisatie

    Ministerie van BZK

  • Ter toelichting: manager FEZ staat voor manager financieel-economische zaken

  • ministerie van BZK staat voor ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 8.1 Dit statuut treedt in werking de dag nadat dit statuut door het algemeen bestuur is vastgesteld.

  • 8.2 Dit statuut wordt aangehaald als “Financieringsstatuut Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer”.

Ondertekening

Castricum, 2 december 2010

Algemeen bestuur voornoemd

R. Meerhof

(voorzitter)