Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling Opleiding & Ontwikkeling Regio Rivierenland

Geldend van 25-11-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling Opleiding & Ontwikkeling Regio Rivierenland

Het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland

gelet op artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

gelet op hoofdstuk 17 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de uitvoeringsovereenkomst voor de sector gemeenten (CAR-UWO);

na verkregen instemming van de Ondernemingsraad d.d. 25 oktober 2016;

besluit

vast te stellen de navolgende Regeling Opleiding & Ontwikkeling Regio Rivierenland

uitgangspunt

De medewerker is op de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor zijn duurzame inzetbaarheid en loopbaanperspectief, waardoor diens positie op de interne en externe arbeidsmarkt verbetert (artikel 17:1 CAR-UWO)

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een fulltime en parttime medewerker die gebruik maakt van deze regeling .

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

loopbaanadvies Een advies door een intern of extern deskundige met betrekking tot de huidige loopbaan en toekomstige loopbaanwensen en – mogelijkheden conform artikel 17:5 CAR-UWO.

medewerker De medewerker bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR-UWO

opleidingsbehoefte Opleidingen die voortkomen uit de behoefte die medewerkers hebben om hun kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen, dan wel een nieuw loopbaanpad in te slaan.

opleidingsbudget Het bedrag dat jaarlijks door de werkgever beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de opleidingsplannen.

opleidingsfaciliteiten Het geheel van de door de werkgever vergoede kosten alsmede extra toegekende (studie)verlofuren ten behoeve van een opleiding.

opleidingsnoodzaak Opleidingen die nodig zijn om medewerkers aan de (veranderende) eisen vanuit de omgeving, en daarmee aan de (veranderde) behoeften van de organisatie, te laten voldoen.

re-integratieactiviteiten Activiteiten ten behoeve van medewerkers voor wie de werkgever op grond van artikel 10d:5 van de CAR-UWO binnen de re-integratiefase verplichtingen heeft om inspanningen te verrichten met als doel een andere functie binnen of buiten de organisatie te vinden.

studiekosten Cursus– en lesgelden, evenals examen- en diplomagelden.

studiemateriaal Verplicht en niet verplicht voorgeschreven boeken, syllabi, schrijfbenodigdheden en duurzame gebruiksartikelen, benodigd voor de gevolgde studie.

werkgever Het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland.

Artikel 2 Termijn opleidingsfaciliteiten

  • 1. De in deze regeling vernoemde opleidingsfaciliteiten worden verleend voor een termijn die wordt afgeleid van de door het betrokken opleidingsinstituut voorgeschreven studieduur.

  • 2. Wanneer de medewerker niet binnen de vooraf gestelde termijn de opleiding afrondt, wordt de termijn, na overleg met de leidinggevende, verlengd tot het eerstvolgende (her)examen, mits het niet slagen van de afronding niet het gevolg is van aantoonbare nalatigheid van de medewerker.

Artikel 3 Categorieën opleidingen die toegekend kunnen worden

In deze regeling wordt verstaan onder de verschillende opleidingen:

  • a.

    opleidingen die door werkgever verplicht zijn opgedragen conform artikel 15:1:26 van de CAR-UWO;

  • b.

    opleidingen die direct betrekking hebben op de huidige functie van de medewerker;

  • c.

    opleidingen die niet direct betrekking hebben op de huidige functie van de medewerker, maar in het kader van zijn loopbaan(ontwikkeling) gericht zijn op de huidige functie (bij uitbreiding) of een toekomstige functie binnen de organisatie;

  • d.

    opleidingen in het kader van re-integratieactiviteiten conform hoofdstuk 10d van de CAR-UWO.

Artikel 4 Opleidingsbudget

Het opleidingsbudget bedraagt c.a.1% van de totale salarislasten van de organisatie. Bij de jaarlijkse vaststelling van het budget wordt onder andere de budgetuitputting in voorgaande jaren betrokken.

Artikel 5 Opleidingsverlof

  • 1. Een medewerker die een opleiding volgt als bedoeld in artikel 3 sub a,b of d, wordt verlof met behoud van bezoldiging verleend benodigd voor daadwerkelijke deelname aan de opleiding (volgen van de lessen).

  • 2. Heeft de medewerker zelf schuld aan de vertraging (aantoonbare nalatigheid), dan vervalt zijn recht op opleidingsverlof.

  • 3. Een medewerker die een opleiding volgt als bedoeld in artikel 3 sub a van deze regeling (verplicht opgedragen opleidingen), waarvan de lessen niet of niet geheel in de werktijd van de medewerker plaatsvinden, kan ter compensatie verlof worden verleend voor maximaal/gemiddeld 4 uren per week.

  • 4. Aan een medewerker die een opleiding volgt als bedoeld in artikel 3, sub c, van deze regeling kan in overleg met de leidinggevende opleidingsverlof worden verleend. De hoogte van het verlof is gerelateerd aan de hoogte van het vergoedingspercentage van deze opleiding volgens artikel 7, lid 5.

Artikel 6 Verlof voor tentamen- of examen(voorbereiding)

  • 1. Ter voorbereiding van een tentamen of examen, kan buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging worden verleend tot een maximum van 4 uren per studiejaar.

  • 2. Voor het deelnemen aan examens of tentamens wordt opleidingsverlof met behoud van bezoldiging verleend voor zover deze niet plaatsvinden tijdens de normale lestijden en binnen het reguliere werkrooster.

Artikel 7 Vergoeding opleidingskosten

  • 1. Als opleidingskosten worden aangemerkt:

    • a.

      reis- en verblijfskosten;

    • b.

      studiekosten;

    • c.

      studiemateriaal.

  • 2. Reis- en verblijfkosten worden vergoed op basis van de vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten van de werkgever.

  • 3. Verplicht voorgeschreven boeken en syllabi worden volledig vergoed. Niet vergoed worden schrijfbenodigdheden, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven boeken en syllabi.

  • 4. De opleiding wordt volledig vergoed door de werkgever wanneer deze past binnen de categorieën van artikel 3 sub a, b en d.

  • 5. Voor de opleiding die valt onder artikel 3 sub c kan het vergoedingspercentage variëren van 0% tot 100%. In dit geval zal de hoogte van de vergoeding afhangen van de mate waarin het volgen van de opleiding niet alleen in het belang is van de medewerker, maar ook in het belang van de organisatie en of de medewerker in aanmerking komt voor opleidingsverlof volgens artikel 5 lid 4.

Artikel 8 Terugbetaling opleidingskosten

  • 1. Er rust een terugbetalingsverplichting op de medewerker indien:

    • a.

      de medewerker de studie niet met goed gevolg afrondt of de studiebelasting niet aankan op grond van omstandigheden die naar het oordeel van de werkgever aan de medewerker zijn te wijten;

    • b.

      de medewerker op eigen verzoek of ten gevolge van aan zichzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de opleiding waarvoor vergoeding is toegekend of binnen twee jaren na de reguliere afronding van de opleiding;

  • 2. De terugbetalingsverplichting vervalt, indien voortzetting van de opleiding redelijkerwijs niet van de medewerker kan worden verlangd.

  • 3. Indien het ontslag als bedoeld in het eerste lid, onder b, plaatsvindt binnen twee jaar na het afronden van de opleiding, wordt de verplichting tot terugbetaling beperkt naar rato van de resterende termijn.

  • 4. De werkgever kan de medewerker op zijn verzoek, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, ontheffen van de op hem rustende verplichting tot terugbetaling.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Indien toepassing van deze regeling leidt tot een onbillijke situatie voor de betrokken medewerker, dan kan de werkgever in overleg met de medewerker ten gunste van de medewerker van deze regeling afwijken.

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 11 Intrekken oude regeling

De Regeling Studiefaciliteiten 2011 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling Opleiding & Ontwikkeling Regio Rivierenland”.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum waarop deze regeling bekend wordt gemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 november 2016
Het Dagelijks Bestuur,
de secretaris a.i, de voorzitter,
W.J. Stegeman J. Beenakker

Bijlage 1

Aanvraagformulier studiefaciliteiten

Bijlage 2

Verklaring terugbetaling studiekosten

Bijlage 3

Declaratieformulier studiekosten