Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland houdende regels omtrent reiskosten Regeling Reiskosten Regio Rivierenland

Geldend van 18-01-2018 t/m 25-04-2019

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland houdende regels omtrent reiskosten Regeling Reiskosten Regio Rivierenland

Het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland,

gelet op artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet

gelet op artikel 3:21, artikel 3:22 en artikel 18:1:10 CAR-UWO;

gelet op de belastingwetgeving ter zake;

met overeenstemming in het Georganiseerd Overleg d.d. 18 december 2017;

besluit

Vast te stellen de navolgende Regeling Reiskosten Regio Rivierenland

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Dienstreis:

Een naar het oordeel van de manager noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van dienst of het volgen van een opleiding/cursus buiten de vaste werkplaats, evenals het hiermede verband houdende verblijf buiten deze werkplaats.

Medewerker:

De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de CAR-UWO.

(Motor)voertuig:

(Gemotoriseerd) vervoersmiddel waarover de medewerker kan beschikken.

Regeling binnenland:

de gelijknamige ministeriele regeling op basis van het Reisbesluit binnenland.

Reisbesluit binnenland:

de gelijknamige Algemene maatregel van Bestuur.

Vaste werkplaats:

Het adres van de locatie waar de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

Werkgever:

Het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland.

woon-werkverkeer:

Reisverkeer van woonplaats naar vaste werkplaats

Artikel 2 Algemene bepalingen woon- werkverkeer

  • 1. De medewerker is vrij in de keuze van de wijze van vervoer van de woonplaats naar de vaste werkplaats.

  • 2. De medewerker geeft de keuze in de wijze van vervoer woon-werkverkeer, door aan P&O bij indiensttreding.

  • 3. Elke medewerker die reist tussen de woonplaats en de vaste werkplaats komt in aanmerking voor een tegemoetkoming in de reiskosten woon- werkverkeer.

Artikel 3 Woon-werkverkeer openbaar vervoer (OV)

  • 1. De tegemoetkoming voor het reizen met het OV tussen woonplaats en de werkplaats wordt toegekend op grond van de werkelijk gemaakte kosten van het openbaar vervoer, tarief 2e klasse. Om voor deze tegemoetkoming in aanmerking te komen dienen (afschriften van) de vervoersbewijzen te worden ingeleverd bij de werkgever.

  • 2. De vergoeding per maand is afhankelijk van het aantal dagen dat gereisd wordt per week .

Artikel 4 Woon-werkverkeer met eigen vervoer

  • 1. De hoogte van de reisafstand woon- werkverkeer wordt gemeten volgens de ANWB routeplanner (snelste route) en wordt naar boven afgerond op hele kilometers.

  • 2. De hoogte van de vaste vergoeding is gebaseerd op het vaste aantal werkdagen dat een medewerker naar de werkplaats reist.

  • 3. Bij wijziging van het vaste aantal werkdagen per week, die langer duurt dan één maand, wordt de vergoeding hierop aangepast met ingang van de eerste dag van de daaropvolgende maand.

  • 4. De vergoeding bedraagt € 0,19 onbelast per kilometer met een maximum van €170,- per maand (bij een 5 daagse werkweek). Bij minder dan 5 werkdagen per week wordt de vergoeding naar rato aangepast.

  • 5. Bij het berekenen van de vergoeding per maand wordt uitgegaan van gemiddeld 214 reisdagen per jaar, volgens de belastingdienst.

Artikel 5 Woon- werkverkeer deels eigen vervoer en deels OV

  • 1. Een medewerker kan een woon- werkvergoeding ontvangen op declaratiebasis wanneer hij deels met eigen vervoer en deels met OV reist.

  • 2. De medewerker geeft achteraf per maand op hoeveel dagen hij met eigen vervoer naar de werkplaats is gereisd. Hiervoor bedraagt de vergoeding € 0,19 onbelast per kilometer met een maximum van € 9,53 per dag (bij een 5 daagse werkweek). Bij minder dan 5 werkdagen per week wordt de vergoeding naar rato aangepast.

    Daarnaast declareert de medewerker de kosten van de vervoersbewijzen voor die dagen waarop gebruik is gemaakt van het OV (onder overlegging van de vervoersbewijzen)

Artikel 6 Fiscalisering reiskosten

De reiskosten woon-werkverkeer die niet op grond van deze regeling voor vergoeding in aanmerking komen kunnen uitgeruild worden binnen de lokale IKB-regeling. Zie voor de toepassing hiervan de Regeling Individueel Keuzebudget (IKB) Regio Rivierenland.

Artikel 7 Afwezigheidsituaties

Indien, in geval van vakantie, verlof en ziekte, gedurende een aaneengesloten periode van ten minste één maand niet is gereisd, wordt na deze maand geen vaste vergoeding meer uitbetaald. Indien de medewerker de werkzaamheden weer (gedeeltelijk) hervat, wordt de vaste reiskosten vergoeding (naar rato) uitbetaald.

Artikel 8 Algemene bepalingen dienstreizen

  • 1. Voor het maken van dienstreizen stelt de werkgever en een fiets ter beschikking aan haar medewerkers

  • 2. Reiskosten voor woon-/werkverkeer worden niet aangemerkt als dienstreis.

  • 3. Boetes vanwege verkeersovertredingen tijdens dienstreizen of woon-werkverkeer worden niet aangemerkt als reiskosten en komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 9 Vergoeding reiskosten bij dienstreizen

  • 1. De vergoeding van de reiskosten met het openbaar vervoer vindt plaats op grond van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor een plaats in de 2de klasse.

  • 2. Indien gebruik wordt gemaakt van een eigen voertuig krijgt de medewerker een kilometervergoeding overeenkomstig de Reisregeling binnenland (€ 0,37 per kilometer).

  • 3. Daarnaast worden parkeer- en veerkosten belastbaar vergoed.

Artikel 10 Vergoeding verblijfskosten

  • 1. Verblijfskosten worden vergoed tot de naar het oordeel van het afdelingshoofd in redelijkheid gemaakte werkelijke kosten, met inachtneming van het tweede lid van dit artikel.

  • 2. De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies worden vergoed op basis van de Reisregeling binnenland.

Artikel 11 Declaratie

Uitbetaling van reis- en verblijfskosten geschiedt achteraf, op declaratiebasis. De vergoeding van de verblijfskosten wordt gedeeltelijk belast aan u uitbetaald. Declaraties dienen voorzien te zijn van originele, deugdelijke bewijsstukken.

Artikel 12 Termijn

Geen aanspraak op tegemoetkoming in reis- en/of verblijfskosten bestaat indien de declaratie van de in een kalendermaand gemaakte kosten niet binnen drie maanden na die kalendermaand bij het afdelingshoofd is ingediend.

Artikel 13 Aansprakelijkheid bij schade

Bij schade aan het eigen voertuig tijdens dienstreizen, als gevolg van eigen schuld of ander gedrag dat valt binnen de risicosfeer van de medewerker, is de werkgever niet aansprakelijk te stellen voor die schade.

Artikel 14 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het Dagelijks Bestuur een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 15 Citeertitel, inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze regeling wordt aangehaald als ‘Regeling Reiskosten Regio Rivierenland’.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018

  • 3. De Reiskostenregeling 2007 wordt ingetrokken.

  • 4. De Reiskostenregeling 2007 als bedoeld in het derde lid blijft van toepassing op reiskosten gemaakt voor 1 januari 2018, ook wanneer de declaratie hiervoor na 31 december 2017 wordt ingediend.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 januari 2018

Het Dagelijks Bestuur,

de secretaris,

drs. L.H. Derksen

de voorzitter,

ir. J. Beenakker

Bijlage 1 TABEL BEREKENING WOON-WERKVERGOEDING

Uitgangspunten bij de berekening van de vergoeding woon-werkverkeer:

  • De vaste vergoeding woon-werkverkeer is gebaseerd op 214 werkdagen per jaar, uitgaande van een 5-daagse werkweek, waarbij rekening is gehouden met feestdagen, vakantie, kortdurende ziekte en dergelijke. Dit komt neer op 17,83 werkbare dagen per maand.

    Dit betekent dat gedurende vakanties de vaste vergoeding woon-werkverkeer wordt doorbetaald.

  • De gehanteerde routeplanner is de ANWB-routeplanner. De kilometers worden op hele kilometers naar boven afgerond.

  • De maximale vergoedingen zijn:

Werkpatroon:

Aantal dagen per week op kantoor

Maximale vergoeding

per maand

5 dagen per week

€ 170,-

4 dagen per week

€ 136,-

3 dagen per week

€ 102,-

2 dagen per week

€  68,-

1 dag per week

€ 34

Tabel 1

Formule bij 5 dagen reizen naar arbeidsplaats per week:

 

  • a:

    afstand enkele reis woonadres en werkadres

  • b:

    aantal dagen aanwezig op werkadres:

  • c:

    declarabele kilometers per dag

  • d:

    vaste vergoeding woon-werkverkeer per dag

 

Km naar boven afronden.

a x 2 = c

c x € 0,19 = d

d x 17,83 = vaste vergoeding woon-werkverkeer per maand met een maximum van € 170,- per maand. Daarna x aantal % als dat van toepassing is

 

Bij 4 dagen per week is dit bedrag x 80% met een maximum van € 136,- per maand.

Bij 3 dagen per week is dit bedrag x 60% met een maximum van € 102,- per maand.

Bij 2 dagen per week is dit bedrag x 40% met een maximum van € 68,- per maand.

Bij 1 dag per week is dit bedrag x 20% met een maximum van € 34,- per maand.

 

Dagvergoeding incidentele woon-werk verkeer met auto = 12x170/214= 9,53 maximaal bij 5 dagen per week. Bij minder dagen naar rato.