Organisatieverordening Regio Twente

Geldend van 01-07-2009 t/m heden

Intitulé

Organisatieverordening Regio Twente

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN, HOOFDKENMERKEN EN STRUCTUUR AMBTELIJKE ORGANISATIE

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Regio Twente Het regionaal openbaar lichaam Regio Twente.

Regioraad Algemeen bestuur van Regio Twente.

Dagelijks bestuur Dagelijks bestuur van Regio Twente

Bestuurscommissie Door de regioraad ingestelde commissie als bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan met betrekking tot een domein bevoegdheden van het dagelijks bestuur zijn toegekend.

Bestuur Daartoe bevoegde bestuursorgaan: dagelijks bestuur of bestuurscommissie.

Secretaris/Algemeen directeur Ambtenaar, als bedoeld in artikel 30 van de Regeling Regio Twente.

Domeindirecteur Directeur van een domein van Regio Twente.

Controller Ambtenaar, verantwoordelijk voor specifieke taken met betrekking tot de opzet en werking van de administratieve organisatie alsmede de bedrijfseconomische en financiële adviesfunctie voor Regio Twente als geheel.

Domein Organisatorische eenheid van Regio Twente, belast met de voorbereiding en uitvoering van beleid op de toegewezen terreinen en specifieke taken.

Concern Samengestelde geheel van domeinen.

Ondernemingsraad Ondernemingsraad van Regio Twente.

Georganiseerd overleg Georganiseerd overleg van Regio Twente.

Integraal management Vorm van leiding geven waarbij de leidinggevende verantwoordelijk is voor het gehele (bedrijfs)proces, continu zoekt naar dwarsverbanden en zorgt voor een integrale benadering, rekening houdend met door het Concern Managementteam afgesproken en vastgestelde kaders.

Mandaat Bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

Volmacht Bevoegdheid tot het verrichten van rechtshandelingen in naam van Regio Twente.

Controlling Geheel van instrumenten en maatregelen waarmee de organisatie wordt beheerd (bestuurd), met als doel een rechtmatige, efficiënte en effectieve bedrijfsvoering die is gericht op de realisering van vastgestelde beleidsdoelen.

Programmabegroting De begroting als bedoeld in artikel 2 van de Financiële verordening Regio Twente.

Productenraming De raming als bedoeld in artikel 3 van de Financiële verordening Regio Twente.

Management-/bestuursrapportage De rapportage als bedoeld in artikel 7 van de Financiële verordening Regio Twente.

Jaarstukken De stukken als bedoeld in artikel 8 van de Financiële verordening Regio Twente.

Treasury Geheel van activiteiten in verband met het aantrekken en uitzetten van financierings- endekkingsmiddelen op korte en lange termijn, teneinde op optimale wijze in de financieringsbehoefte te

voorzien.

Administratieve organisatie Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de bestuursorganen en de verantwoordelijke ambtelijke leiding.

Interne controle Geheel van maatregelen en handelingen als bedoeld in artikel 6 van de Financiële verordening Regio Twente, gericht op beheersing van het (financiële) proces en het voorkomen van onrechtmatigheden c.q. frauduleuze handelingen.

Artikel 1.2 Hoofdkenmerken

De bedrijfsvoering stoelt op integraal management met als randvoorwaarden:

  • 1.

    het samenwerken met de klant is het vertrekpunt;

  • 2.

    op prestaties meetbare werkwijze, waarin effectiviteit, kwaliteit en efficiency van de productenen diensten staan voorop;

  • 3.

    zoeken naar samenhang tussen verschillende velden en werken vanuit een integralebenadering;

  • 4.

    passend binnen de missie van Regio Twente, zoals vastgesteld door ConcernManagementteam;

Artikel 1.3 Hoofdindeling

  • 1. Het ambtelijk apparaat van Regio Twente is ingedeeld in organisatorische eenheden, welke zijnaangeduid met de benaming ‘domein’.

  • 2. Als domeinen worden ingesteld:

    • a.

      Gezondheid (GGD);

    • b.

      Veiligheid (HVD);

    • c.

      Leefomgeving (LO);

    • d.

      Bestuurs- & Bedrijfsbureau (B&B);

  • 4. De in lid 2 onder a t/m d genoemde domeinen zijn belast met de voorbereiding en uitvoering vande in de Regeling Regio Twente vermelde taken en bevoegdheden.

  • 5. Het Bestuurs- & Bedrijfsbureau heeft een ondersteunende, adviserende, innovatieve en openkele onderdelen kaderstellende en controlerende functie. De inzet is gericht op secundaire processen als bestuursondersteuning, personeels- en kwaliteitsbeleid, planning en control,communicatie, juridische advisering en facilitaire ondersteuning.

Artikel 1.4 Structuur domeinen

  • 1. Het bestuur stelt een uitvoeringsreglement vast, waarin is opgenomen de indeling met dedaarbij behorende formatie van de in artikel 1.3 genoemde domeinen.

  • 2. Voordat tot vaststelling van het uitvoeringsreglement wordt overgegaan wordt hierover overleggevoerd met de ondernemingsraad.

HOOFDSTUK 2 INSTRUCTIE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR

Paragraaf 1 Hoofdtaken en bevoegdheden

Artikel 2.1.1 Hoofdtaken

Hoofdtaken van de secretaris/algemeen directeur zijn:

  • a.

    ten behoeve van het bestuur en de ambtelijke organisatie fungeren als eindverantwoordelijke;

  • b.

    zich op concernniveau richten op eenheid in beleidsvoorbereiding en –uitvoering;

  • c.

    bevorderen van afstemming en synergie tussen de domeinen;

  • d.

    leidinggeven aan permanente organisatieverbetering en bestuurlijke organisatie;

  • e.

    . zich bestuurlijk richten op de ontwikkeling en positionering van de organisatie in de regio endaarbuiten;

Artikel 2.1.2 Toetsing

Voor de uitvoering van artikel 2.1.1. toetst de secretaris/algemeen directeur ambtelijke adviezen ondermeer aan:

  • a.

    hoofdlijnen van beleid;

  • b.

    overige vastgestelde kaders en richtlijnen;

  • c.

    eenheid van beleid;

  • d.

    besluitrijpheid;

  • e.

    volledigheid;

  • f.

    evenwichtigheid;

Artikel 2.1.3 Bevoegdheden en verantwoordelijkheden

  • 1. De secretaris/algemeen directeur is verantwoordelijk voor de aansturing van dedomeindirecteuren en voor het scheppen van een klimaat waarin de domeinen vorm geven aanvisie en concernbelang.

  • 2. De secretaris/algemeen directeur kan richtlijnen en aanwijzingen geven aan eendomeindirecteur.

  • 3. De secretaris/algemeen directeur is verantwoordelijk voor het soepel verloop tussen debestuurlijke en managementprocessen binnen de organisatie.

Paragraaf 2 Algemene ondersteuning bestuursorganen

Artikel 2.2.1 Algemene ondersteuning regioraad

  • 1. De secretaris/algemeen directeur staat de regioraad bij de uitoefening van zijn taak terzijde.

  • 2. Hij verleent gevraagd of ongevraagd bijstand en advies aan de regioraad of aan eenregioraadslid. Hij kan met instemming van het dagelijks bestuur ambtenaren aanwijzen, dieleden van de regioraad voor een omschreven onderwerp, rechtstreeks bijstand verlenen. Vandeze aanwijzing en het onderwerp doet de secretaris mededeling aan de leden van deregioraad.

  • 3. Ambtelijke bijstand of adviezen worden verleend tenzij:

    • a.

      het lid van de regioraad niet aannemelijk heeft gemaakt, dat de bijstand of het adviesbetrekking heeft op de werkzaamheden van de regioraad;

    • b.

      de ambtelijke bijstand of het advies leidt tot een onevenredige belasting van deambtelijke organisatie en bijstand of advisering niet tot geringere, meer aanvaardbareproporties kan worden teruggebracht.

  • 4. Wanneer de secretaris/algemeen directeur van mening is, dat zich een geval voordoet, waaringéén ambtelijke bijstand of advies kan of behoort te worden verleend, met inachtneming van hetbepaalde in het vorige lid, legt hij het verzoek voor aan het dagelijks bestuur en doet hij daarvanmededeling aan de aanvrager. Het dagelijks bestuur beslist zo spoedig mogelijk of en zo ja, inwelke mate, er bijstand of advies zal worden verleend.

  • 5. Wanneer een lid van de regioraad niet (geheel) tevreden is over de verschafte informatie,advies of bijstand, kan hij, indien het betreft door of namens de secretaris/algemeen directeurverleende informatie, advies of bijstand, het onderwerp voorleggen aan het dagelijks bestuur.

  • 6. De secretaris/algemeen directeur of de aangewezen ambtenaren geven van de door henmondeling of schriftelijk verstrekte informatie, advies of bijstand kennis aan de desbetreffendeportefeuillehouder in het dagelijks bestuur, indien zij moeten of kunnen vermoeden dat zulks inhet belang is van een goede bestuursvoering.

  • 7. Bij het vragen van informatie, advies of bijstand mag degene die deze hulp verleent, niet totgeheimhouding verplicht worden.

Artikel 2.2.2 Informatie aan regioraad

  • 1. De secretaris/algemeen directeur zorgt gevraagd of ongevraagd voor informatie aanregioraadsleden over onder het bestuur rustende documenten waarvan het bestuur kennis heeftgenomen, voor zover regioraadsleden naar het oordeel van de secretaris/algemeen directeurdaarover moeten beschikken.

  • 2. Informatie wordt mondeling, per e-mail, door inzage, als uittreksel of in kopie verstrekt, zoveelmogelijk rekening houdend met de wens van de verzoeker(s).

  • 3. Indien het openbaar belang zich daartegen verzet wordt geen informatie verstrekt.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan nadere regels vaststellen over het bepaalde in dit artikel.

Artikel 2.2.3 Ondersteuning dagelijks bestuur

  • 1. De secretaris/algemeen directeur staat het dagelijks bestuur bij de uitoefening van zijn taakterzijde.

  • 2. De secretaris/algemeen directeur ziet toe op een goede voorbereiding van de vergaderingenvan het dagelijks bestuur, draagt zorg voor het opstellen van de agenda en ziet toe op eengedegen, tijdige en geïntegreerde advisering aan het dagelijks bestuur.

  • 3. Hij zorgt ervoor dat de besluiten van het dagelijks bestuur vastliggen in een besluitenlijst.

  • 4. Hij ziet erop toe dat de besluiten van het dagelijks bestuur voortvarend en correct wordenuitgevoerd.

  • 5. Gevraagd en ongevraagd zorgt hij voor informatie die voor de leden van het dagelijks bestuurnoodzakelijk is om hun functie goed te kunnen uitoefenen.

Paragraaf 3 Vervanging

Artikel 2.3.1 Vervanging

Het dagelijks bestuur wijst een loco-secretaris/algemeen directeur aan die de secretaris/algemeendirecteur bij afwezigheid vervangt. Het dagelijks bestuur kan meerdere personen in volgorde aanwijzen.

HOOFDSTUK 3 DOMEINDIRECTEUR

Paragraaf 1 Benoeming, vervanging en hoofdtaak

Artikel 3.1.1 Benoeming

  • 1. Elk domein staat onder leiding van een domeindirecteur.

  • 2. Benoeming van een domeindirecteur vindt plaats door het dagelijks bestuur.

  • 3. Ingeval er voor het domein een bestuurscommissie is ingesteld doet deze commissie eenvoordracht aan het dagelijks bestuur.

  • 4. Bij de benoeming van een domeindirecteur worden een delegatie van het bestuur, een delegatievan het Concern Managementteam en een delegatie van de medewerkers van het betrokkendomein in de selectie betrokken. Hiervoor kan het dagelijks bestuur richtlijnen vaststellen.

Artikel 3.1.2 Vervanging

  • 1. Bij afwezigheid van de domeindirecteur wordt hij vervangen door een door het dagelijks bestuuraan te wijzen ambtenaar van het desbetreffende domein, aan te duiden als plaatsvervangenddomeindirecteur.

  • 2. Ingeval er voor het domein een bestuurscommissie is ingesteld doet deze commissie eenvoordracht aan het dagelijks bestuur.

  • 3. Bij langdurige afwezigheid kan de functie van domeindirecteur waargenomen worden door eendoor een door het dagelijks bestuur aan te wijzen interim-directeur.

Artikel 3.1.3 Hoofdtaak

  • 1. De hoofdtaak van de domeindirecteur is (beleids-)ontwikkeling, sturing en beheersing vanactiviteiten die nodig zijn om het aan hem in de programmabegroting toegewezen programmaen de in de productenraming voor zijn domein opgenomen producten te realiseren. Hierbijwordt uitgegaan van het principe van integraal management.

  • 2. Onverminderd zijn verantwoordelijkheid voor het dagelijks management van het domein is dedomeindirecteur ter uitvoering van zijn hoofdtaak verantwoordelijk voor:

    • a.

      de oriëntatie op de 'markt' van zijn beleidsterrein en het volgen van en rekening houdenmet nieuwe ontwikkelingen;

    • b.

      het deelnemen aan netwerken, zowel regionaal, provinciaal, landelijk als internationaalwaar het relevant is voor zijn domein

    • c.

      een gedegen beleidsvoorbereiding en -uitvoering van zaken die binnen het werkgebiedvan zijn domein vallen;

    • c.

      de organisatorische indeling van het domein binnen de door het dagelijks bestuurvastgestelde hoofdstructuur;

    • d.

      de uitvoering van het middelenbeleid en management binnen zijn domein voor zover ditaan hem is opgedragen en hij budgetverantwoordelijkheid draagt;

    • e.

      overige door het bestuur aan hem opgedragen taken.

  • 3. De domeindirecteur treft maatregelen en voorzieningen voor een goede uitvoering van het hemtoegewezen programma.

  • 4. De domeindirecteur legt over de uitoefening van het aan hem toegewezen programmaverantwoording af via de management-/ bestuursrapportage en de jaarstukken.

Artikel 3.1.4 Ondersteuning portefeuillehoudersoverleggen

  • 1. De domeindirecteur staat een portefeuillehoudersoverleg dat ten behoeve van een taakveld vanzijn domein is ingesteld, bij de uitoefening van haar taak terzijde.

  • 2. Het secretariaat van het portefeuillehoudersoverleg wordt gevoerd door een door dedomeindirecteur aan te wijzen medewerker.

  • 3. De secretaris/algemeen directeur kan de in lid 2 bedoelde medewerker instructies ofaanwijzingen geven voor hun functioneren.

Artikel 3.1.5 Ondersteuning bestuurscommissie

  • 1. De domein directeur staat de bestuurscommissie bij de uitoefening van haar taak terzijde, indienvoor zijn domein een dergelijke commissie is ingesteld.

  • 2. De domeindirecteur ziet toe op een goede voorbereiding van de vergaderingen van debestuurscommissie, draagt zorg voor het opstellen van de agenda en op een gedegen, tijdigeen geïntegreerde advisering aan de bestuurscommissie.

  • 3. Hij zorgt ervoor dat de besluiten van de bestuurscommissie vastliggen in een besluitenlijst.

  • 4. Hij ziet erop toe dat de besluiten van de bestuurscommissie voortvarend en correct wordenuitgevoerd.

  • 5. Gevraagd en ongevraagd zorgt hij voor informatie die voor de leden van de bestuurscommissienoodzakelijk is om hun functie goed te kunnen uitoefenen.

Paragraaf 2 Managementteam domein

Artikel 3.2

  • 1. De domeindirecteur kan voor de ondersteuning van de uitvoering van zijn hoofdtaak en voor decoördinatie van de uitvoering van werkzaamheden binnen zijn domein een Managementteaminstellen, waarin zitting hebben de door hem aan te wijzen leidinggevenden.

  • 2. De domeindirecteur is voorzitter van het Managementteam en wordt bij afwezigheid vervangendoor zijn plaatsvervanger.

Paragraaf 3 Advisering meerdere domeinen en overige bepalingen

Artikel 3.3.1 Eerstverantwoordelijk domein

  • 1. Indien een zaak zich over het taakgebied van meer dan een domein uitstrekt, wijst desecretaris/algemeen directeur een domeindirecteur aan die als trekker eerstverantwoordelijk isvoor de voorbereiding en uitvoering alsmede voor de tijdsplanning en bewaking van devoortgang.

  • 2. Indien bij een zaak meer domeinen direct zijn betrokken is de domeindirecteur, onverlet deeigen verantwoordelijkheid van de andere betrokken domeinen, verantwoordelijk voor debewaking van de integraliteit van het project.

Artikel 3.3.2 Beheer locaties

  • 1. De domeindirecteur van het Bestuurs- & Bedrijfsbureau is, onverminderd de bevoegdheden enverantwoordelijkheden van het dagelijks bestuur, verantwoordelijk voor het beheer van hethoofdkantoor van Regio Twente

  • 2. De domeindirecteuren van GGD, HVD en LO zijn, onverminderd de bevoegdheden enverantwoordelijkheden van hun bestuurscommissie, verantwoordelijk voor het beheer van onderhun domein ressorterende nevenlocaties.

Artikel 3.3.3 Vertegenwoordiging bij bezwaarschriften

  • 1. Indien tegen een besluit van het bestuur van Regio Twente een bezwaarschrift bij het bestuur isingediend is de domeindirecteur, onder wiens verantwoordelijkheid het besluit is voorbereid,vertegenwoordiger van het bestuur bij een hoorzitting van de bezwarencommissie.

  • 2. Een domeindirecteur kan de vertegenwoordiging doen plaatsvinden door een door hem aan tewijzen medewerker.

  • 3. Wanneer meerdere domeinen bij het onderwerp van bezwaarschrift betrokken zijn kunnen zijconform lid 1 voorzien in de vertegenwoordiging van de betreffende besturen. Dedomeindirecteuren bepalen in onderling overleg door wie de vertegenwoordiging plaats zalvinden.

HOOFDSTUK 4 CONCERN MANAGEMENTTEAM

Artikel 4.1 Algemeen

  • 1. Er is een Concern Managementteam.

  • 2. Het Concern Managementteam kan domeinoverschrijdende overlegvormen instellen.

Artikel 4.2 Samenstelling

  • 1. De secretaris/algemeen directeur en de domeindirecteuren zijn lid van het ConcernManagementteam.

  • 2. Bij afwezigheid van een domeindirecteur wordt zijn plaats ingenomen door zijn plaatsvervanger.

  • 3. De secretaris/algemeen directeur is voorzitter van het Concern Managementteam.

  • 4. Bij afwezigheid van de secretaris/algemeen directeur fungeert een door het ConcernManagementteam aan te wijzen lid als voorzitter.

  • 5. De secretaris/algemeen directeur wijst een medewerker van het Bestuurs- & Bedrijfsbureau aanals secretaris van het Concern Managementteam.

  • 6. Indien een agendapunt daartoe aanleiding geeft, nodigt de voorzitter anderen uit om tervergadering daarover een toelichting te geven.

Artikel 4.3 Taken

De leden van het Concern Managementteam zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor:

  • a.

    de geïntegreerde voorbereiding van strategisch beleid;

  • b.

    het afstemmen van domeinoverstijgende beleids- en operationele zaken;

  • c.

    het uitbrengen van een advies aan het dagelijks bestuur over zaken die de gehele organisatieraken, of zaken waarover het Concern Managementteam om andere redenen zijn (aanvullende)mening aan het dagelijks bestuur kenbaar wil maken;

  • d.

    het vaststellen van de kaders waarbinnen het Bestuurs- & Bedrijfsbureau haar ondersteundewerkzaamheden vervult; de dagelijks aansturing van dit domein geschiedt door dedomeindirecteur van het Bestuurs- & Bedrijfsbureau.

Artikel 4.4 Werkwijze

  • 1. Het Concern Managementteam vergadert in beginsel eenmaal per 2 weken volgens een(half)jaarlijks vast te stellen vergaderschema.

  • 2. Elk lid van het Concern Managementteam kan bij dringende noodzaak een extra vergaderinguitschrijven.

  • 3. Als het Concern Managementteam over een agendapunt geen overeenstemming bereikt, danneemt de secretaris/algemeen directeur het definitieve besluit.

HOOFDSTUK 5 MANDAAT EN VOLMACHT

De vaststelling van dit besluit is voorbehouden aan het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies. Het maakt onderdeel uit van deze verordening om een integraal document te verkrijgen van bepalingen die op de ambtelijke organisatie van toepassing zijn.

Artikel 5.1 Bevoegdheden

  • 1. Op de bij dit besluit behorende lijst nader beschreven bevoegdheden worden toegekend aan dedaar genoemde functionarissen, onder de daarbij genoemde voorwaarden en/of beperkingen.

  • 2. Bij afwezigheid van de in de lijst genoemde functionaris is zijn plaatsvervanger bevoegd.

Artikel 5.2 Mandaat

  • 1. Een toegekend mandaat omvat zowel de beslissing als de ondertekening van het besluit. Hetondertekeningsmandaat geldt niet voor brieven gericht aan de Kroon, een minister ofstaatssecretaris, bestuursorganen van provincie of gemeenten en rechterlijke organen, tenzij hetroutinematige zaken betreft.

  • 2. In het krachtens mandaat genomen besluit wordt tot uitdrukking gebracht namens welkbestuursorgaan zij is genomen.

  • 3. De functionaris aan wie mandaat is toegekend kan schriftelijk ondermandaat verlenen aanfunctionarissen die binnen zijn organisatieonderdeel werkzaam zijn. Hij kan hierbij nadereinstructies vaststellen.

Artikel 5.3 Volmacht

  • 1. Gevolmachtigden zijn bevoegd Regio Twente buiten rechte te vertegenwoordigen bijrechtshandelingen.

  • 2. De gevolmachtigde kan zijn volmacht, voor zover het betreft de vertegenwoordiging bij notariëleakten, schriftelijk verlenen aan een andere functionaris.

Artikel 5.4 Machtiging

  • 1. Machtiging tot het verrichten van handelingen, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijkerechtshandeling inhouden, komt toe aan elke functionaris in dienst van de Regio Twente, voorzover die binnen de normale uitvoering van zijn functie passen.

  • 2. Correspondentie over handelingen als bedoeld in lid 1 mag door de behandelend functionarisworden ondertekend.

Artikel 5.5 Informatieverstrekking

  • 1. De functionarissen aan wie op grond van dit besluit een bevoegdheid is toegekend stellen hetbevoegde bestuursorgaan dan wel de betrokken portefeuillehouders, in kennis van krachtens(onder)mandaat genomen besluiten en/of (onder)volmacht of machtiging verrichte handelingenwaarvan zij moeten aannemen dat kennisneming door het bevoegde bestuursorgaan of debetrokken portefeuillehouders van belang is.

  • 2. De betrokken bestuursorganen en portefeuillehouders worden door de gemandateerden enge(vol)machtigden geïnformeerd over de door hun uitgeoefende bevoegdheden.

HOOFDSTUK 6 FINANCIEEL STATUUT

Paragraaf 1 Doelstelling

Artikel 6.1 Doel

Het financieel statuut heeft tot doel het aangeven van de structuur van de financiële informatievoorzieningten behoeve van bestuur en management en de daarbij behorende controle op de administratie

en het beheer van vermogenswaarden alsmede de kaders waarbinnen besluitvormingsprocessen metfinanciële aspecten plaatsvinden.

Paragraaf 2 Controlfunctie

Artikel 6.2.1 Hoofd Financiën en Control

  • 1. Het dagelijks bestuur benoemt een hoofd financiën en control, die tevens de functie van controlleruitoefent.

  • 2. Het hoofd financiën en control is hoofd van de afdeling Financiën en Control van het Bestuurs- enBedrijfsbureau.

  • 3. Het hoofd financiën en control ressorteert onder de domeindirecteur van het Bestuurs- enBedrijfsbureau en voorzover het zijn functie van controller betreft rechtstreeks onder het bestuur.

  • 4. Het hoofd financiën en control rapporteert gevraagd en ongevraagd, adviseert en ondersteunt proactief de programmamanagers, budgethouders en bestuur en verstrekt alle informatie die uit eenoogpunt van rechtmatig en doelmatig beheer van belang is.

  • 5. Het hoofd financiën en control is belast met:

    • a.

      het adviseren van de programmamanagers en budgethouders over onderwerpen inzake deinterne bedrijfsvoering en het bestuur over de resultaten en effecten van het gevoerde beleiden beheer;

    • b.

      het opstellen van kaders en richtlijnen voor de inrichting van de programmabegroting,productenraming, begrotingswijzigingen, management- en bestuursrapportage, jaarstukkenen administratieve organisatie alsmede richtlijnen voor de financiële onderbouwing vanbeleidsvoorstellen met financiële consequenties;

    • c.

      het toezicht op de naleving daarvan en de uitvoering van de programmabegroting enproductenraming, waaronder een rechtmatigheids- en doelmatigheidstoets op baten enlasten;

    • e.

      advies en toezicht, gericht op de totstandkoming en de werking van de administratieveorganisatie en interne controle;

    • f.

      het tijdig signaleren van dreigende verstoringen in het begrotingsevenwicht en het zo nodigin gang zetten van een heroverwegingsproces;

    • g.

      het beoordelen van het ontwerp van de programmabegroting en de productenramingcalsmede financiële gevolgen van regelgeving en beleidsnota's, voor zover betrekkinghebbend op het algehele financiële beleid;

  • 6. De secretaris/algemeen directeur legt de in lid 5, sub b vermelde kaders en richtlijnen, naafstemming hierover in het Concern Managementteam, ter vaststelling voor aan het dagelijksbestuur.

  • 7. Het hoofd financiën en control toetst ontwerpen van de programmabegroting en deproductenraming, beleidsnota's en overige voorstellen met financiële consequenties op grond vanhet algemeen financieel beleid en uit een oogpunt van doelmatigheid van beheer.

  • 8. Het hoofd financiën en control voert over zijn bevindingen overleg met de betrokkendomeindirecteur c.q. de secretaris/algemeen directeur. Als controller is hij tevens bevoegd om zijnbevindingen rechtstreeks voor te leggen aan het bestuur.

Paragraaf 3 Programmabegroting en productenraming

Artikel 6.3.1 Verantwoordelijkheid domeindirectie

  • 1. De domeindirecteur is er voor verantwoordelijk dat jaarlijks, vóór een door het dagelijks bestuurvoorgeschreven datum het ontwerp van de programmabegroting en de productenraming van zijn /haar domein alsmede de gegevens die in aanvulling hierop nodig zijn, worden aangeleverd.

  • 2. De secretaris/algemeen directeur, de domeindirecteur respectievelijk het hoofd financiën encontrol zijn ervoor verantwoordelijk dat, indien en voor zover het ontwerp als bedoeld in lid 1aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen, deze worden opgenomen in de stukken die aanhet bestuur worden voorgelegd..

Artikel 6.3.2 Vaststellingsprocedure

  • 1. De secretaris/algemeen directeur is er, onverlet de inhoudelijke verantwoordelijkheid van dedomeindirecteur voor de door hem/haar aan te leveren programma’s, voor verantwoordelijk dat hetvoor te leggen ontwerp van de integrale programmabegroting jaarlijks -vóór een door het dagelijksbestuur voorgeschreven datum- tot stand komt en tijdig ter vaststelling aan de regioraad wordtaangeboden.

  • 2. De domeindirecteur is er voor verantwoordelijk dat het ontwerp van de productenraming jaarlijks –vóór een door het dagelijks bestuur voorgeschreven datum- tot stand komt en tijdig ter vaststellingaan het bestuur wordt aangeboden.

  • 3. Alvorens de ontwerpen als bedoeld in de leden 1 en 2 aan het bestuur worden voorgelegd, vindtafstemming plaats in het concern managementteam.

  • 4. Indien als gevolg van amendering van het ontwerp van de programmabegroting in de regioraaddan wel van het ontwerp van de productenraming in het bestuur deze moeten worden aangepastis de domeindirecteur ervoor verantwoordelijk dat de betreffende wijziging(en) vóór 1 januari vanhet betreffende dienstjaar aan het bestuur worden voorgelegd.

Paragraaf 4 Rapportages

Artikel 6.4.1 Rapportages

  • 1. De domeindirecteur is verantwoordelijk voor het tijdig opstellen van de management-/bestuursrapportage voor zover dat op zijn/haar domein betrekking heeft.

  • 2. Het hoofd F&C is in de rol van controller bevoegd om opmerkingen te maken en deze voor teleggen aan het bestuur.

Paragraaf 5 Begrotingswijzigingen

Artikel 6.5.1 Egalisatiereserve domein

  • 1. Elk domein beschikt over een eigen egalisatiereserve, waarvan het cumulatieve saldo aan heteinde van enig dienstjaar niet meer bedraagt dan het door de regioraad vastgestelde maximalebedrag.

  • 2. De egalisatiereserve van het domein kan worden gevoed met meevallers in de sfeer van de eigenapparaatskosten en aantoonbare efficiencyvoordelen, tenzij nog sprake is van in deprogrammabegroting opgenomen efficiencytaakstellingen, die in het dienstjaar dienen te wordengerealiseerd. Meevallers als gevolg van algemene salarismaatregelen en meevallers opkapitaallasten zijn hiervan uitgezonderd.

  • 3. De egalisatiereserve van het domein kan worden gebruikt voor het opvangen van incidentelefinanciële tegenvallers binnen het domein. Tevens kan hij worden gebruikt voor het doen vanincidentele uitgaven ten behoeve van de interne bedrijfsvoering.

  • 5. De domeindirecteur informeert het hoofd financiën en control vooraf over het voornemen tot hetdoen van uitgaven ten laste van de egalisatiereserve van het domein. Uitgaven ten laste van deegalisatiereserve van het domein geschieden slechts met instemming van het bestuur.

Artikel 6.5.2 Begrotingswijzigingen

  • 1. Begrotingswijzigingen als gevolg van de in artikel 6.5.1 bedoelde maatregelen worden alsonderdeel van de management-/bestuursrapportage of als separaat voorstel aan de regioraad tervaststelling voorgelegd.

  • 2. Begrotingswijzigingen als gevolg van nieuw beleid of intensiveringen van bestaand beleid wordentijdig ter vaststelling aan de regioraad aangeboden, gehoord het portefeuillehoudersoverlegfinanciën. Vooruitlopend daarop kunnen ter zake geen uitgaven worden gedaan c.q. verplichtingenworden aangegaan.

  • 3. De domeindirecteur is ervoor verantwoordelijk dat ontwerp-begrotingswijzigingen tijdig aanhet bestuur worden voorgelegd. Daarbij wordt aangegeven op welke wijze in de dekking wordtvoorzien.

Artikel 6.5.3 Voorstellen met financiële consequenties

  • 1. Indien voorstellen aan het bestuur kunnen leiden tot hogere of lagere uitgaven of ontvangsten voorhet lopende begrotingsjaar of voor latere jaren, worden deze financiële gevolgen in eenafzonderlijke financiële paragraaf vermeld en toegelicht.Daarbij wordt tevens aangegeven of, onderscheidenlijk in hoeverre, de financiële gevolgenbegrepen zijn in de laatst vastgestelde begroting.

  • 2. De domeindirecteur is ervoor verantwoordelijk dat voorstellen waaraan financiële ofbeleidsinhoudelijke gevolgen zijn verbonden, voorzien van een integraal advies, wordenvoorgelegd aan het bestuur. De domeindirecteur draagt er zorg voor betreffende stukken tijdig aanhet hoofd financiën en control om advies worden voorgelegd..

Paragraaf 6 Financieel beheer

Artikel 6.6.1 Administratieve organisatie

  • 1. De administratieve organisatie alsmede de activiteiten die moeten leiden tot kosten- en/ofopbrengstverantwoordingen, en de daarbij behorende interne controlemaatregelen wordenbeschreven in een “handboek administratieve organisatie”.

  • 2. Het hoofd financiën en control is er voor verantwoordelijk dat het handboek administratieveorganisatie en het daarin opgenomen interne controlestatuut, alsmede wijzigingen daarop, totstand komt en periodiek wordt geactualiseerd.

  • 3. De afdelingshoofden en teamleiders zijn ervoor verantwoordelijk dat, onverlet de verantwoordelijkheidvan de domeindirecteur, de kaders van het handboek en het interne controlestatuutde administratieve organisatie binnen hun afdeling conform wordt toegepast.

  • 4. Het hoofd financiën en control gaat periodiek na of de administratieve organisatie voldoet aan deeisen van interne controle en doelmatigheid en is tevens belast met het toezicht op de nalevingdaarvan.

Artikel 6.6.2 Regeling budgethouders

  • 1. Budgethouder is de in de productenraming respectievelijk werkbegroting als zodanig vermeldefunctionaris.

  • 2. De budgethouder is binnen het hem verstrekte mandaat bevoegd tot het aangaan vanovereenkomsten tot levering van goederen, aanneming van werk en/of verlening van diensten;hierna aangeduid als verplichtingen.

  • 3. Onder budget wordt verstaan een taakstelling op basis van de programmabegroting dan welproductenraming, tot uitdrukking komend in het bedrag dat verbonden is aan een of meer (sub-)producten, middelenraming en een afzonderlijke kostencategorie welke door het bestuur wordentoegekend aan een budgethouder. Tot het budget worden tevens gerekend de in de begroting inde omschrijving en toelichting opgenomen prestatie-eenheden, kwaliteitskenmerken,kostendekkingspercentages, overige kencijfers en voorschriften.

  • 4. De budgethouder is verantwoordelijk voor het tijdig en volledig in rekening stellen van de tot zijnbudget behorende inkomsten.

  • 5. De budgethouder is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de (meerjaren-) ramingen van deonder zijn verantwoordelijkheid vallende posten van de programmabegroting dan welproductenraming en investeringen alsmede de tussentijdse wijzigingen van deze posten. Hijdraagt zorg voor de bijbehorende beleidsmatige toelichtingen, inclusief prestatie- enproductgegevens, kengetallen e.d.

  • 6. De budgethouder is verantwoordelijk voor het periodiek opstellen van een overzicht van dewerkelijke uitkomsten van het budget, de geregistreerde prestaties en de kencijfers en voorzieteen en ander zo nodig van nadere analyses en toelichtingen.

  • 7. Onverminderd zijn eigen verantwoordelijkheid kan de budgethouder de bevoegdheid metbetrekking tot de uitvoering van de aan zijn budget verbonden werkzaamheden geheel ofgedeeltelijk overdragen aan één of meerdere budgetbeheerders.

  • 8. Indien bij de uitvoering van aan een projectbudget verbonden werkzaamheden ook andereafdelingen zijn betrokken, is de projectleider budgetbeheerder voor alle onderdelen die binnen hetproject plaatsvinden.

  • 9. De domeindirecteur is voor de uitvoering van de aan het budget verbonden werkzaamhedenverantwoording verschuldigd aan het bestuur. Een medewerker legt hierover verantwoording afaan de domeindirecteur.

  • 10. De budgethouder verstrekt aan daartoe bevoegden alle inlichtingen welke redelijkerwijs van hemkunnen worden verlangd.

Artikel 6.6.3 Budgetbevoegdheden

  • 1. Verplichtingen mogen slechts worden aangegaan nadat de budgethouder middels een paraafheeft aangegeven dat ter zake een toereikend budget beschikbaar is en het aangaan van dieverplichtingen direct verband houdt met de aan het budget ten grondslag liggende taakstelling(en).

  • 2. De budgethouder is verantwoordelijk voor de controle en fiattering van boeking enbetaalbaarstelling van inkomende facturen, declaraties en dergelijke. Ten laste van de aan hemtoevertrouwde budgetten zullen direct noch indirect kosten worden geboekt zonder de instemmingvan de budgethouder.

  • 3. De budgethouder is verantwoordelijk voor de bewaking van de aan hem toevertrouwde budgetten.Hij dient ervoor te zorgen dat hij een juist inzicht heeft in de stand van de budgetten, deverplichtingen en vorderingen alsmede de geboekte uitgaven en inkomsten.

  • 4. De budgethouder informeert zijn hiërarchisch hogere leidinggevende en het hoofd financiën encontrol c.q. de financieel consulent tijdig omtrent de door hem gesignaleerde c.q. verwachteafwijkingen van het toegekende budget. Dit betreft zowel over- als onderschrijdingen van de in hetbudget opgenomen uitgaven en inkomsten, afwijkingen in prestatie-eenheden en kostendekkingspercentagesen overige kencijfers. In het budgethouders/beheerdersprotocol worden hiervoornadere regels opgenomen.

Artikel 6.6.4 Beleidsanalyse en doelmatigheidsonderzoek

  • 1. Periodiek worden door of onder verantwoordelijkheid van het hoofd F&C als controller voor allebeleidsterreinen en organisatieonderdelen beleidsanalyses en doelmatigheidsonderzoeken uitgevoerdmet als doel de effectiviteit van het gevoerde beleid en de doelmatigheid van het beheer tebeoordelen en te bevorderen.

  • 2. De resultaten van de onderzoeken worden, voorzien van aanbevelingen en eventueleverbetervoorstellen door het hoofd financiën en control, voorgelegd aan het bestuur. Voor zoveelnoodzakelijk wordt daaraan toegevoegd een programma tot aanpassing en verbetering.

Paragraaf 7 Beheer geldmiddelen

Artikel 6.7.1 Algemeen beheer geldmiddelen

  • 1. De geldmiddelen van de organisatie worden beheerd onder verantwoordelijkheid van het hoofdfinanciën en control.

  • 2. Het beheer van de geldmiddelen van Regio Twente omvat de bewaring van de kasgelden, deinning van inkomsten het doen van betalingen alsmede het bewaren van geldswaardige papieren.

  • 3. Het geldverkeer zal zoveel mogelijk geleid worden via één of meer door het dagelijks bestuur aante wijzen bank- en/of giro-instellingen. Daarbij mag geen gebruik worden gemaakt van chequesaan toonder.

  • 4. Contant geldverkeer vindt niet plaats dan met uitzondering van nader aan te wijzen te inneninkomsten en voor het bij uitzondering doen van geringe uitgaven overeenkomstig de door hetdagelijks bestuur vastgestelde (kas)instructie.

  • 5. Ten behoeve van een rechtmatig en doelmatig geldelijk beheer legt het hoofd financiën en controlde beschrijving van de administratieve organisatie met betrekking tot het geldelijk beheer vast endraagt hij zorg voor de toepassing van de in die beschrijving vastgelegde procedures.

  • 6. In de administratieve organisatie wordt rekening gehouden met het toepassen van voldoendefunctiescheiding.

Artikel 6.7.2 Kassier

  • 1. Het dagelijks bestuur wijst op voordracht van het hoofd financiën en control een kassier aan, die isbelast met het dagelijkse beheer van de geldmiddelen.

  • 2. De functie van kassier is onverenigbaar met de functie van hoofd financiën en control. Daarnaastkunnen op verzoek van een domeindirecteur kashouders worden aangewezen. Deze hebben eenbeperkte bevoegdheid inzake chartaal geldverkeer en staan onder toezicht van de kassier.Hiervoor wordt een afzonderlijke instructie opgesteld.

  • 3. De kassier/kashouder heeft de beschikkingsbevoegdheid over de hem door het hoofd financiën encontrol in beheer gegeven kassen en geldswaardige papieren. Uit dien hoofde verricht hij debetalingen en de ontvangsten, waartoe hem door de budgethouder opdracht wordt gegeven, is hijbelast met de ontvangst en de afgifte van geldswaardige papieren en bewaart hij op een zo veiligmogelijke plaats de contante gelden en de geldswaardige papieren.

  • 4. De kassier ziet toe op de rechtmatigheid van de te verrichten betalingen en ontvangsten. Indien hijvan oordeel is dat een betaling of ontvangst niet rechtmatig is, pleegt hij overleg met het hoofdfinanciën en control. Wanneer de situatie daartoe aanleiding geeft wordt terstond dedomeindirecteur en zo nodig het bestuur geïnformeerd.

  • 5. De kassier/kashouder mag zonder toestemming van het bestuur geen andere kassen onder zijnberusting hebben dan waarmee het bestuur heeft ingestemd. De toevertrouwde contanten enandere geldswaarden worden afgescheiden van de privémiddelen bewaard. De kassier/kashouderis aansprakelijk voor kasverschillen. Hij geeft hiervan onmiddellijk kennis aan het hoofd financiënen control.

  • 6. Ontvangen contante betalingen en cheques worden zoveel mogelijk dagelijks verwerkt, zodanigdat een prompte bijboeking van de betrokken bedragen op een bankrekening van Regio Twente isverzekerd.

  • 7. Contante gelden worden slechts tot een zodanige omvang aangehouden als nodig is voor hetverrichten van de contante betalingen op korte termijn. Wanneer de waarden in de kas een bedragvan € 2.500,- overschrijden wordt het meerdere bij een aangewezen financiële instelling gestort.

  • 8. Van alle handelingen inzake de betalingen en ontvangsten wordt, overeenkomstig de door ofnamens het dagelijks bestuur gegeven richtlijnen, op overzichtelijke en correcte wijze aantekeninggehouden. De afgewikkelde betalingsopdrachten en de kwijtingen inzake contante betalingenworden systematisch gearchiveerd en blijven beschikbaar als bewijsstuk van de uitgevoerdetransacties.

  • 9. De kassierswerkzaamheden staan onder toezicht van de financieel consulenten c.q. het hoofdfinanciën en control. Periodiek wordt nagegaan of de aanwezige contanten en anderegeldswaardige papieren in overeenstemming zijn met de betreffende registratie. Geconstateerdevoordelige en nadelige verschillen worden onmiddellijk na constatering als ontvangst c.q. uitgaveverantwoord en aan het hoofd financiën en control doorgegeven.

Artikel 6.7.3 Betalingen

  • 1. Het verrichten van geldelijke betalingen door de Regio Twente geschiedt in de regel door middelvan een overboeking naar een bank- of girorekening van de begunstigde.

  • 2. De betaling van uitgaven geschiedt op grond van door de budgethouder of het bestuur verstrektebetalingsopdrachten. Van de opdrachten tot betaling wordt nagegaan of deze zijn getekend doordaartoe bevoegde personen. Deze personen respectievelijk het hoofd financiën en control dragenzorg voor een deugdelijke verificatie van de betalingsnoodzaak

  • 3. Betalingsopdrachten aan bank- of giro-instellingen worden ondertekend door de kassier en doorof namens het hoofd financiën en control.

  • 4. Betalingen in contanten aan personen worden eerst verricht nadat de identiteit van de persoon isvastgesteld en in overeenstemming is bevonden met de op de betalingsopdracht vermeldegegevens. Als legitimatie worden geaccepteerd: een geldig paspoort, rijbewijs of Europeseidentiteitskaart.

  • 5. Betalingen geschieden niet dan tegen voldoende kwijting.

Artikel 6.7.4 Inning van inkomsten

  • 1. Het hoofd financiën en control draagt zorg voor een tijdige en volledige inning van de inkomsten.

  • 2. De inning van inkomsten van Regio Twente geschiedt op grond van door de budgethoudervastgelegde vorderingen uit hoofde van uitgaande declaraties en facturen.

  • 3. Het hoofd financiën en control is bij nalatigheid van de betrokkenen in de tijdige betaling van aanRegio Twente verschuldigde gelden belast met het tijdig nemen van de nodigeinvorderingsmaatregelen.

  • 4. Het hoofd financiën en control ontvangt tijdig al die informatie, die voor een adequate endoelmatige inning en invordering nodig is.

  • 5. Het bestuur bevordert dat geldelijke ontvangsten van Regio Twente zoveel mogelijk wordengeïnd door middel van overboeking naar of storting op een bank- of girorekening. Het verrichtenvan geldelijke betalingen door derden aan Regio Twente door middel van cheques en contantgeld wordt ontmoedigd, tenzij die wijzen van betalen in bepaalde situaties aantoonbaardoelmatiger zijn.

Artikel 6.7.5 Onïnbaarverklaring

  • 1. Indien een invorderbaar gesteld bedrag, ook na herhaalde schriftelijke aanmaningen of langsandere weg getroffen invorderingsmaatregelen, niet wordt ontvangen, wordt de vorderingoninbaar verklaard met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van de Financiëleverordening Regio Twente.

  • 2. Oninbaar verklaring geschiedt op voordracht van het hoofd financiën en control, na overleg metde budgethouder, indien de openstaande vordering niet meer bedraagt dan € 5.000,-.Daarboven beslist het bestuur op advies van het hoofd financiën en control, gehoord debudgethouder.

  • 3. Vorderingen onder een bedrag van € 10,- blijven uit doelmatigheidsoverwegingen in bepaaldesituaties in hun geheel buiten invordering.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan een vordering van Regio Twente die deeluitmaakte van de boedel in een faillissement geheel of gedeeltelijk oninbaar worden verklaard,indien:

    • a.

      het faillissement is opgeheven bij gebrek aan baten;

    • b.

      het faillissement is geëindigd door homologatie van het aangeboden akkoord;

    • c.

      het faillissement is geëindigd door het verbindend worden van de slotuitdelingslijst.

  • 5. Het bedrag dat met de onïnbaarverklaring is gemoeid, wordt in de vorderingenadministratieafgeboekt.

  • 6. Van de onïnbaarverklaring wordt de betrokken debiteur niet in kennis gesteld.

  • 7. Het bepaalde in dit artikel laat onverlet hetgeen elders bij of krachtens wet omtrentonïnbaarverklaring is bepaald.

Artikel 6.7.6 Treasury

  • 1. Het hoofd financiën en control draagt zorg voor het tijdig aantrekken van kortlopendegeldleningen, kasgeld en daggeld op basis van dagelijkse analyses van de kapitaalbehoefte.

  • 2. Geldleningen met een looptijd langer dan één jaar, worden aangetrokken door het dagelijksbestuur op advies van het hoofd financiën en control.

  • 3. Tot de taak van het hoofd financiën en control behoort mede de belegging van overtolligefinanciële middelen overeenkomstig daarvoor door het dagelijks bestuur gegeven richtlijnen.

  • 4. De budgethouders geven het hoofd financiën en control ten behoeve van het bewaken van deliquiditeitspositie periodiek inzicht in de nog te verwachten ontvangsten en betalingen.

  • 5. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor het tot stand komen van kaders en richtlijnen -inde vorm van een treasurystatuut- voor het aantrekken en uitzetten van financieringsmiddelen opkorte en lange termijn.

Paragraaf 8 Jaarstukken

Artikel 6.8.1 Verantwoordelijkheid domeindirectie

  • 1. De domeindirecteur is er voor verantwoordelijk dat jaarlijks, vóór een door het dagelijks bestuurvoorgeschreven datum het ontwerp de jaarstukken voor zover betrekking hebbend op zijndomein alsmede de gegevens die in aanvulling hierop nodig zijn, worden aangeleverd.

  • 2. Het hoofd F&C is bevoegd om in geval de ontwerp-jaarstukken aanleiding geeft tot het makenvan opmerkingen, deze aan het bestuur worden voorgelegd.

Artikel 6.8.2 Vaststellingsprocedure

  • 1. De secretaris/algemeen directeur is er, onverlet de inhoudelijke verantwoordelijkheid van dedomeindirecteur voor de door hem aan te leveren programma’s, voor verantwoordelijk dat hetvoor te leggen ontwerp jaarstukken jaarlijks -vóór een door het dagelijks bestuurvoorgeschreven datum- tot stand komt en tijdig ter vaststelling aan de regioraad wordtaangeboden.

  • 2. De domeindirecteur is er voor verantwoordelijk dat het voor te leggen ontwerp van deproductenrealisatie jaarlijks –vóór een door het dagelijks bestuur voorgeschreven datum- totstand komt en tijdig ter vaststelling aan het bestuur wordt aangeboden.

  • 3. Alvorens de ontwerpen als bedoeld in de leden 1 en 2 aan het bestuur worden aangeboden,vindt afstemming plaats in het Concern Managementteam.

  • 4. De secretaris/algemeen directeur is ervoor verantwoordelijk dat, indien en voor zover hetontwerp van de jaarstukken het hoofd financiën en control aanleiding geeft tot het maken vanopmerkingen, deze opmerkingen in de aan het dagelijks bestuur voor te leggen stukken wordenopgenomen. Eenzelfde verantwoordelijkheid heeft de domeindirecteur voor zover het gaat omde productenrealisatie van zijn domein.

Paragraaf 9 Controle

Artikel 6.9.1 Accountantscontrole

  • 1. De controle van de administraties en van het beheer door het bestuur wordt opgedragen aaneen door de regioraad aan te wijzen registeraccountant, voor de duur van maximaal 4 jaar.

  • 2. In de controle worden betrokken de programmarekening en productenrealisatie alsmede alledaaraan ten grondslag liggende domeinrekeningen.

  • 3. In de Controleverordening Regio Twente en het controleprotocol worden nadere regelsopgenomen over het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie.

  • 4. In het controleprotocol worden nadere aanwijzingen gegeven aan de accountant over dereikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbijverder te hanteren goedkeurings- en rapporteringtoleranties voor de controle van dejaarrekening.

HOOFDSTUK 7 PERSONEEL EN ORGANISATIE

Paragraaf 1 Taken en bevoegdheden

Artikel 7.1.1 Domeindirecteur

De domeindirecteur draagt binnen zijn domein de (primaire) verantwoordelijkheid voor de uitvoeringvan het door het dagelijks bestuur en/of de regioraad vastgelegde personeels- en organisatiebeleid.

Artikel 7.1.2 Afdelinghoofd

  • 1. Het hoofd van de afdeling Personeel & Organisatie draagt zorg voor de voorbereiding van de(bestuurlijk) vast te stellen beleidskaders- en regels, dit in afstemming met het ConcernManagementteam en dagelijkse aansturing door de domeindirecteur van het Bestuurs- &Bedrijfsbureau.

  • 2. Hij betrekt hierbij voorzover voorgeschreven, het georganiseerd overleg en/of deondernemingsraad.

Artikel 7.1.3 Ondersteuning

  • 1. Het hoofd van de afdeling Personeel & Organisatie heeft de verplichting domeindirecteuren tewijzen op regelingen en procedures die via de wetgever of het arbeidsvoorwaardenoverlegbinnen de sector gemeenten tot stand komen.

  • 2. De afdeling Personeel & Organisatie adviseert en ondersteunt pro-actief desecretaris/algemeen directeur, domeindirecteur, het afdelingshoofd en de teamleider overpersoneelsaangelegenheden en organisatievraagstukken.

Paragraaf 2 Structuur en procedures

Artikel 7.2.1 Structuur

  • 1. Het domein wordt bij de uitvoering van het personeelsbeleid ondersteund door eenpersoneelsadviseur van de afdeling Personeel & Organisatie. Na overleg met depersoneelsadviseur kan het domein in specifieke gevallen een beroep doen op een externeadviseur.

  • 2. De personeelsadviseur verricht zijn werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van het hoofdvan de afdeling Personeel & Organisatie.

Artikel 7.2.2 Procedures

  • 1. Het personeels- en organisatiebeleid wordt zoveel mogelijk vastgelegd in deArbeidsvoorwaarden en regelingen Regio Twente, inclusief uitvoeringsregelingen enprocedures.

  • 2. De arbeidsvoorwaarden van Regio Twente volgen bindend de CollectieveArbeidsvoorwaardenregeling (CAR) binnen het domein gemeenten.

  • 3. De overige arbeidsvoorwaarden volgen in principe de UWO (Uitwerkingsovereenkomst)binnen de sector gemeenten.

  • 4. Aanvullende arbeidsvoorwaarden, regelingen en procedures en afwijkingen van de UWOworden vastgesteld door het dagelijks bestuur met inachtneming van de afspraken die geldenvoor het overleg met het georganiseerd overleg en de ondernemingsraad.

Paragraaf 3 Overige bepalingen

Artikel 7.3.1 Beheer

De afdeling Personeel en Organisatie voert centraal de salarisadministratie en de administratie vanalle personeelsgegevens en geldende regelingen, procedures en afspraken.

Artikel 7.3.2 Control

De afdeling Personeel en Organisatie toetst de decentrale uitvoering van het personeelsbeleid aanwettelijke kaders en/of de binnen Regio Twente afgesproken kaders. De afdeling Personeel enorganisatie heeft daartoe een rapportagebevoegdheid en rapportageplicht om het dagelijks bestuur enhet management stuur- en correctiemogelijkheden te geven.

HOOFDSTUK 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 8.1 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan in voorkomende gevallen om bijzondere redenen, gehoord hetportefeuillehoudersoverleg Financiën, besluiten tijdelijk af te wijken van de in hoofdstuk 6 opgenomen

regels.

Artikel 8.2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2009

Artikel 8.3 Naam

Deze verordening wordt aangehaald als "Organisatieverordening Regio Twente".