Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken Wet werk en bijstand Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug

Geldend van 01-03-2006 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2006

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken Wet werk en bijstand Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug.

Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug,

overwegende dat het noodzakelijk is de cliëntenparticipatie in het kader van de Wet werk en bijstand bij verordening te regelen;

gelet op artikel 7 lid 1 en artikel 47 van de Wet werk en bijstand;

B E S L U I T

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken Wet werk en bijstand Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    RSD: Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug;

  • b.

    algemeen bestuur; portefeuillehouders sociale zaken en een afvaardiging van raadsleden vande RSD-gemeenten;

  • c.

    DB; dagelijks bestuur;een afvaardiging van portefeuillehouders sociale zaken van de RSD-gemeenten;

  • d.

    AB: algemeen bestuur; een afvaardiging van raadsleden van de RSD-gemeenten

  • e.

    directeur: directeur van de RSD;

  • f.

    RCR: Regionale Cliëntenraad;

  • g.

    cliënt: uitkeringsgerechtigde WWB, IOAW/IOAZ of nugger;

  • h.

    nugger: niet uitkeringsgerechtigde;

  • i.

    belangenorganisatie: een organisatie die de belangen behartigt van de doelgroep;

  • j.

    doelgroep: inwoners van de gemeente met een inkomen op of rond het bijstandsniveau;

  • k.

    regionale cliëntenraad: het door het algemeen bestuur aangestelde adviesorgaan bestaande uit personen, die al dan niet namens belangenorganisaties de belangen behartigen van de doelgroep.

Artikel 2 Doelstelling, taken en bevoegdheden regionale cliëntenraad

  • 1. Doelstelling van de regionale cliëntenraad is de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand waar mogelijk te verhogen.

  • 2. De taken van de regionale cliëntenraad bestaan uit:

    • a.

      het behartigen van de collectieve belangen van de ingezetenen van de bij de RSD aangesloten gemeenten , die aanspraak kunnen maken op een uitkering ingevolge de door de gemeente uit te voeren sociale zekerheidswetten;

    • b.

      het gevraagd en ongevraagd adviseren primair aan het algemeen bestuur en aan de gemeenteraden, over het beleid en uitvoering van de aan de RSD opgedragen wetten en regelingen in het kader van de Wet werk en bijstand.

  • 3. De regionale cliëntenraad treedt niet op namens individuele cliënten. De regionale cliëntenraad is bevoegd zich uit te spreken over:

    • a.

      het beleid van de RSD;

    • b.

      de dienstverlening van de RSD;

    • c.

      de vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.

Artikel 3 Werkwijze

  • 1. Het algemeen bestuur vraagt de regionale cliëntenraad om advies op een zodanig tijdstip, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te vormen beleid en het te nemen besluit. De regionale cliëntenraad wordt hiervoor een redelijke termijn geboden.

  • 2. In het geval het algemeen bestuur bij zijn besluitvorming afwijkt van het advies van de regionale cliëntenraad wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de regionale cliëntenraad is afgeweken. De regionale cliëntenraad zal hierover worden geïnformeerd.

  • 3. De RSD stelt op eigen initiatief zorgvuldig de regionale cliëntenraad in kennis van de informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de regionale cliëntenraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

  • 4. Het algemeen bestuur stelt de regionale cliëntenraad binnen de kaders van de taken van de regionale cliëntenraad alle informatie tijdig ter beschikking waar de regionale cliëntenraad om vraagt.

Artikel 4 Samenstelling regionale cliëntenraad

  • 1. De regionale cliëntenraad bestaat in principe bij meederheid uit clienten van de RSD en uit maximaal 12 leden waaronder de voorzitter.

  • 2. Vanuit iedere deelnemende gemeente dient er een vaste vertegenwoordiger zitting te nemen in de regionale cliëntenraad conform de verdeling naar gemeenten in het Algemeen Bestuur van de RSD:

    • -

      Gemeente Zeist: twee leden

    • -

      Gemeente Bunnik: één lid

    • -

      Gemeente Heuvelrug: twee leden

    • -

      Gemeente Wijk bij Duurstede: één lid

    • -

      Gemeente De Bilt: twee leden

  • 3. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter, een penningmeester en zonodig andere functionarissen.

  • 4. Er kan een klankbordgroep opgezet worden met een specialist op het vlak van bepaalde klantgroepen en/of themagroepen.

Artikel 5 Benoeming en zittingsduur leden regionale cliëntenraad

  • 1. Het algemeen bestuur stelt de leden aan en verleent de leden ontslag.

  • 2. Werving van leden vindt plaats in samenwerking met de RSD en de regionale cliëntenraad.

  • 3. De zittingsduur voor de leden is, behoudens tussentijds aftreden, twee jaar. De zittende leden zijn direct herbenoembaar. De maximale zittingsduur is in principe twee termijnen, waarvan met redenen omkleed kan worden afgeweken.

Artikel 6 Faciliteiten

  • 1. Ten behoeve van de regionale cliëntenraad wordt jaarlijks in de begroting een budget beschikbaar gesteld waaruit niet op leden terug te voeren kosten gedekt worden.

  • 2. Leden van de regionale cliëntenraad krijgen een categoriale vergoeding per maand, welke jaarlijks door het algemeen bestuur wordt vastgesteld.

  • 3. De RSD stelt kosteloos vergaderruimte, verzend- en kopieerfaciliteiten beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de regionale cliëntenraad.

  • 4. De directeur van de RSD wijst binnen de RSD een contactpersoon als aanspreekpunt voor de regionale cliëntenraad.

Artikel 7 Vergaderingen en vergaderorde

  • 1. De regionale cliëntenraad vergadert ten minste viermaal per jaar met de RSD.

  • 2. De directeur van de RSD initieert de vergaderingen en zit deze voor. Hij kan eventueel een vervanger aanwijzen.

  • 3. Tussen het algemeen bestuur, en de regionale cliëntenraad vindt minimaal 1 maal per jaar een overleg plaats.

  • 4. De vergaderingen tussen de regionale cliëntenraad en de RSD zijn openbaar.

  • 5. De regionale cliëntenraad kan besluiten een besloten of huishoudelijke vergadering te houden.

  • 6. De regionale cliëntenraad besluit bij hoofdelijke stemming, zonder last en bij absolute meerderheid, behoudens besluiten krachtens artikel 7 lid 6 van deze verordening.

  • 7. Indien op twee of meer achtereenvolgende vergaderingen de meerderheid van de leden niet aanwezig was, kan de regionale cliëntenraad besluiten over die kwesties welke ook de vorige keer waren geagendeerd.

Artikel 8 Nadere regels, intrekking of wijziging, evaluatie

  • 1. Wijziging of intrekking van deze verordening vindt niet plaats zonder dat de regionale cliëntenraad hierover is gehoord.

  • 2. Het functioneren van de regionale cliëntenraad en de samenwerking wordt jaarlijks door het Algemeen Bestuur van de RSD en de regionale cliëntenraad geëvalueerd.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. De verordening treedt in werking op 1 maart 2006.

  • 2. De verordening wordt aangehaald als “Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zaken Wet werk en bijstand Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug”.