Regeling vervallen per 26-01-2021

Beleidsregel Toelating tot de schuldhulpverlening RSD 2014

Geldend van 01-03-2014 t/m 25-01-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2014

Intitulé

Beleidsregel Toelating tot de schuldhulpverlening RSD 2014

Het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (hierna: het Dagelijks Bestuur),

gelet op het voorstel van het MT van de Regionale Dienst Werk en Inkomen van 18 maart 2014,

gelet op artikel 4:81 lid 1, 4:83 en artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, lid 1 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

overwegende dat, het de verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur is om beleidsregels vast te stellen ter uitwerking van het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2016.

besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel Toelating tot de schuldhulpverlening RSD 2014

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.”

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling ‘Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug’;

  • b.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet basisadministratie personen bij de gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede of Zeist is ingeschreven;

  • c.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg of beheersbaar houden van de schulden;

  • d.

    aflossingscapaciteit: het bedrag dat de schuldenaar dient af te dragen voor de aflossing van zijn schulden. De aflossingscapaciteit wordt vastgesteld door het inkomen te verminderen met het voor de schuldenaar vastgestelde vrij te laten bedrag;

  • e.

    vrij te laten bedrag: het volgens de ReCoFa-rekenmethode berekende bedrag dat de schuldenaar nodig heeft voor de betaling van zijn kosten van levensonderhoud en zijn vaste lasten. De Recofa-methode is een methode die is ontwikkeld door een werkgroep van rechters-commissarissen in faillisementen (Recofa). Het doel van de Recofa-methode is dat alle schuldhulpverleners op dezelfde manier het Vrij te laten bedrag berekenen. ;

  • f.

    boedel: de boedel zoals omschreven in artikel 295 van de Faillisementswet;

  • g.

    verzoeker: persoon die zich tot het dagelijks bestuur heeft gewend voor schuldhulpverlening.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van 18 jaar en ouder, die woonachtig zijn in de aangesloten RDWI-gemeenten, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen zich tot het dagelijks bestuur wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het dagelijks bestuur verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het dagelijks bestuurschuldhulpverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan de uitgangspunten,genoemd in het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2016. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het dagelijks bestuur, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      zwaarte c.q. omvang van de schulden;

    • b.

      psychosociale situatie;

    • c.

      houding en gedrag van verzoeker;

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1.

    Verzoeker doet aan het dagelijks bestuur op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.

De medewerking bestaat onder andere uit:

  • a.

    het nakomen van afspraken;

  • b.

    geen nieuwe schulden en/of financiële verplichtingen aangaan;

  • c.

    het ondertekenen van de van toepassing zijnde overeenkomst;

  • d.

    het zich houden aan de bepalingen van de overeenkomsten aangegaan met bureauSchuldregeling van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug.

Artikel 5. Weigeren - beëindigen - hersteltermijn

  • 1. Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, kan het dagelijks bestuur besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

  • 2. Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 6. Beëindiginggronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het dagelijks bestuur besluiten tot

beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    de schuldenaar niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2;

  • b.

    het schuldhulpverleningsaanbod niet wordt geaccepteerd;

  • c.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • d.

    de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken ter delging van zijn schulden;

  • e.

    de schuldenaar zijn beschikbare boedel niet wil gebruiken ter delging van zijn schulden;

  • f.

    de schuldenaar niet voldoet aan de algemene voorwaarden voor het verkrijgen van schuldhulpverlening, terwijl de schuldenaar, door ondertekening van het aanvraagformulier, hier wel mee akkoord is gegaan;

  • g.

    de schuldenaar niet voldoet aan de verplichtingen zoals genoemd in de overeenkomst die aangegaan met bureau Schuldverlening;

  • h.

    de schuldenaar niet voldoet aan de verplichtingen zoals genoemd in de gedragscode Schuldregeling van het NVVK;

  • i.

    op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het dagelijks bestuur, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • j.

    belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

  • k.

    de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

  • l.

    de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar, niet (langer) passend is;

  • m.

    bij verhuizing van de schuldenaar buiten het verzorgingsgebied van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug.

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

  • a.

    Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk of wettelijk) en verzoeker weer in hetzelfde gedrag (bijvoorbeeld overbesteding, verslaving) vervalt, wordt een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van het product Informatie, advies en doorverwijzing.

  • b.

    Indien minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend

    • -

      een traject schuldregeling tussentijds is beëindigd (minnelijk of wettelijk);

    • -

      ingevolge artikel 5 lid 1 een traject schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd wegens schending van verplichtingen zoals omschreven in artikel 4 of

    • -

      schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 6 sub c, d of e, wordt een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van het product Informatie, advies en doorverwijzing.

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het dagelijks bestuur kan in zeer bijzondere gevallen ten gunste van de verzoeker gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht met ingang van 1 maart 2014 en wordt aangehaald als de Beleidsregel “Toelating tot de schuldhulpverlening 2014”.

Aldus besloten door het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en InkomenKromme Rijn Heuvelrug in zijn vergadering van 7 mei 2014.

De directeur, De voorzitter