Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen ten dienste van net(werk)en in of op openbare gronden in de gemeente Renkum (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren; AVOI Renkum 2010)

Geldend van 03-07-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen ten dienste van net(werk)en in of op openbare gronden in de gemeente Renkum (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren)

De raad van de Gemeente Renkum;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum d.d. 6 januari 2010 en gelet op de artikelen 149, 154 en 156 van de Gemeentewet, artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht en artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

vast te stellen:

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen ten dienste van net(werk)en in of op openbare gronden in de gemeente Renkum (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren; AVOI Renkum 2010)

Hoofdstuk Een: Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;

  • b.

    net of netwerk: samenstel van ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en) voor het transport van nutsvoorzieningen (vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, energie) of signalen van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in de Telecommunicatiewet, (hierna ‘Tw’);

  • c.

    kabels en leidingen: kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk);

  • d.

    (huis)aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding in of op openbare gronden dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet waardering onroerende zaken, of met een ander netwerk;

  • e.

    netbeheerder: rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een net of netwerk;

  • f.

    opdrachtgever: degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van werkzaamheden;

  • g.

    grondroerder: degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding

    graafwerkzaamheden worden verricht;

  • h.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1, van

    de Belemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, 1e lid Tw;

  • i.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren conform artikel 1.1, onder aa Tw;

  • j.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in verband

    met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

  • k.

    werkzaamheden van

    niet-ingrijpende aard: - het aanbrengen of verwijderen van kabels of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • -

      reparaties aan het net(werk) met een lengte van minder dan vijfentwintig meter;

    • -

      het realiseren van incidentele (huis)aansluitingen met een gezamenlijke lengte van minder dan vijfentwintig meter in of op openbare gronden, waarbij geen verhardingen, wateren of groenvoorzieningen (gedoeld wordt op beplanting en niet op grasstroken) worden gekruist en geen boringen worden toegepast.

  • l.

    instemmingsbesluit: besluit van het college op een melding van voorgenomen

    werkzaamheden met aanvraag voor een besluit tot instemming;

  • m.

    verordening: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente

    Renkum (AVOI Renkum 2010);

  • n.

    niet-openbare kabels

    en leidingen: kabels en leidingen die niet gebruikt worden om openbare

    diensten aan te bieden;

  • o.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een

    markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • p.

    RUWKL: door het college vastgestelde Richtlijnen Uitvoering

    werkzaamheden Kabels en Leidingen voor ontwerp,

    aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, instandhouden en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Telecommunicatiewet en de Belemmeringenwet Privaatrecht.

Artikel 3 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk Twee: Melding en instemmingsbesluit

Artikel 4 Instemmingsvereiste

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit – omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders – kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.

  • 2.

    Voor werkzaamheden van niet-ingrijpende aard en niet-ingrijpende reparatie- of onderhoudswerkzaamheden, is geen instemming, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk.

Artikel 5 Melding en aanvraag

  • 1.

    Een grondroerder meldt voorgenomen werkzaamheden bij het college, en dient een aanvraag in voor een instemmingsbesluit bij het college.

  • 2.

    Indien de voorgenomen werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, stelt de grondroerder uiterlijk vier weken na indiening van de aanvraag, het college schriftelijk in kennis van de resultaten van het overleg met de andere gedoogplichtige(n).

  • 3.

    Voorgenomen niet-ingrijpende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 1 lid k van de verordening , dient de grondroerder twee werkdagen voor de uitvoering schriftelijk bij het college te melden. Op grond van belangen als genoemd in artikel 8 lid 1 van de verordening kan het college bepalen dat de realisatie op een later tijdstip dient plaats te vinden.

  • 4.

    Spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het net(werk), waarvan uitstel niet mogelijk is, dient de grondroerder voorafgaand aan de start van de werkzaamheden te melden, en dient de grondroerder uiterlijk binnen één werkdag na de uitvoering schriftelijk te motiveren.

  • 5.

    Als de grondroerder voornemens is werkzaamheden te verrichten in door het college aangewezen gebieden, meldt de grondroerder deze werkzaamheden uiterlijk twaalf weken voor aanvang en is de uitzondering voor niet-ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

  • 1.

    Voor een melding of aanvraag als bedoeld in artikel 5 eerste lid van de verordening dient de grondroerder gebruik te maken van daartoe door het college vastgestelde formulieren.

  • 2.

    Bij de melding verstrekt de grondroerder in elk geval de volgende gegevens:

    • a.

      een machtiging indien het een aanvraag betreft voor of namens een opdrachtgever;

    • b.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, alsmede van de grondroerder (dan wel diens te machtigen uitvoerder);

    • c.

      een opgave van aantal, soort en beoogd gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • d.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • e.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        het gewenste tracé met (digitale) tekeningen van de te verbinden locaties;

      • -

        de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek inzake de beschikbare ruimte;

      • -

        situering van objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst;

      • -

        een omschrijving van eventuele opbrekingen van de verhardingen;

      • -

        maatregelen voor de bereikbaarheid van de aanwezige kabels en leidingen;

      • -

        maatregelen voor bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid;

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

  • 3.

    Indien de voorgenomen werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken verstrekt de grondroerder tevens binnen het uitvoeringsplan:

    • -

      opgave van aantal kabels dat direct/niet direct in gebruik wordt genomen;

    • -

      de doorsnede van de kabel(goot) en lengte en breedte van de kabelsleuf.

  • 4.

    Bij de melding van voorgenomen niet-ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 5, verstrekt de grondroerder:

    • a.

      naam, adres en ondertekening van de grondroerder, naam en adres van de (onder)aannemer(s), alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder;

    • b.

      de dagtekening van de melding;

    • c.

      de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

    • d.

      het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

  • 5.

    Het college kan nadere regels stellen inzake de te verstrekken gegevens alsmede over de wijze waarop de grondroerder die gegevens dient te verstrekken. Uitgangspunt is dat de grondroerder gegevens die digitaal voorhanden zijn of dienen te zijn ook in digitale vorm verstrekt.

Artikel 7 Termijnen en looptijd

1.De grondroerder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college. Betreft het een melding waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken, dan worden de voorgenomen werkzaamheden in ieder geval twaalf weken voor aanvang van de werkzaamheden gemeld.

2.Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

3.Het college beslist binnen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Betreft het een melding waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de melding èn van alle bijbehorende instemmingen van deze gedoogplichtigen.

4.De termijn bedoeld in het eerste lid kan eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd. Dit wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de aanvrager medegedeeld, met vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

5.Het college houdt de beslissing aan, indien er tevens een vergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

6.Het instemmingsbesluit heeft een maximale geldigheid van zes maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen zes maanden na aanvang, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

7.Indien binnen 3 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De kosten hiervan zijn voor rekening van de netbeheerder.

Artikel 8 Voorschriften, beperkingen en verplichtingen

  • 1. Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid (waaronder verkeersveiligheid en/of goede doorstroming van verkeer);

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade/overlast;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen;

    • e.

      de ondergrondse ordening;

    • f.

      de bescherming van het milieu.

  • 2. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen. Een grondroerder is verplicht om zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en -geleidingen die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld. Indien de grondroerder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van deze voorzieningen, is deze verplicht ervan gebruik te maken.

  • 3. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit het voorschrift verbinden van zekerheidsstelling voor de nakoming van de voorschriften en beperkingen. Het onderhoud dient gedurende het eerste jaar door de netbeheerder te geschieden, waarna, middels een opleveringsopname, de gemeente onderhoud overneemt. Uitgangspunt voor eventuele schade in het 2e jaar is dat deze onder verantwoordelijkheid en garantie valt van de netbeheerder. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de grondroerder een alternatief tracé te kiezen, of (in geval van elektronische communicatienetwerken) aan andere netbeheerders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen te doen.

  • 5. De grondroerder dient omwonenden, bedrijven en instellingen ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal vijf werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de voorgenomen werkzaamheden.

  • 6. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de RUWKL. In dat kader is het college tevens bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden hebben de bepalingen van deze verordening voorrang boven die uit de RUWKL.

  • 7. De grondroerder vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, waarbij de omvang beperkt is tot vergoeding van de marktconforme kosten van de voorzieningen en van de meerdere marktconforme kosten van onderhoud. Voor het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding aan bestrating worden gehanteerd: a. herstraattarieven van VNG; vergoedingen voor herstel, onderhoud en beheer volgens het principe: “Vergunninghouder verricht straatwerk en gemeente voert onderhoud na 1e jaar uit en b. VNG-tarieven voor degeneratievergoeding. Het vaststellen van de schadevergoedingen aan bermen en groenvoorziening wordt per geval bepaald.

  • 8. Bij oplevering is de grondroerder verplicht gegevens omtrent de ligging van zijn kabels en/of leidingen te verstrekken en een overzicht te geven van de nog niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De grondroerder is verplicht zo spoedig mogelijk na constatering van de aanwezigheid van kabels en/of leidingen, waarvan niet bekend is van wie ze zijn, een kopiemelding van de mededeling aan het kadaster, aan de gemeente te verstrekken.

  • 9. De grondroerder is leges verschuldigd conform de Legesverordening van de Gemeente Renkum.

Hoofdstuk Drie: Overige bepalingen

Artikel 9a Verleggingen van openbaar elektronisch communicatienetwerk

Op verleggingen verzoek van de gemeente Renkum van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op zijn de wettelijke regels van toepassing. In geval een verzoek tot het nemen van maatregelen is gedaan, gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de gevraagde maatregelen, doch niet later dan zestien weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

Artikel 9b Verleggingen van netwerk voor nutsvoorzieningen

Op verleggingen op verzoek van de gemeente Renkum van leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden gelden de volgende bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen betrokken partijen:

  • a.

    De netbeheerder is verplicht op verzoek van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen ervan, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de Gemeente;

  • b.

    Compensatie wordt alleen verleend op basis van een gespecificeerd kostenoverzicht;

  • c.

    Het college en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van de leiding en/of kabel van de belanghebbende elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

  • d.

    Na een verzoek tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan zestien weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

Artikel 10 Eigendom

  • 1.

    Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net(werk), kabel of leiding wordt overgedragen, gaan de rechten en plichten over op de nieuwe netbeheerder.

  • 2.

    De netbeheerder stelt het college onverwijld ervan in kennis dat het eigendom, exploitatie of het beheer veranderd zijn en draagt zorg voor overige kennisgevingen hieromtrent.

Artikel 11 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1.

    Bij voorgenomen werkzaamheden met niet-openbare kabels en leidingen in of op openbare gronden is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Niet-openbare kabels en/of leidingen dienen op verzoek van de gemeente, op kosten van de eigenaar van deze kabels en/of leidingen, te worden verlegd.

Artikel 12 Geldigheidsduur gedoogplicht kabels en leidingen

  • 1.

    De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk ervan in kennis dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een net(werk) in of op openbare gronden.

  • 2.

    De netbeheerder levert op verzoek van de gemeente een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels, leidingen en ondersteuningswerken. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 13 Overleg

  • 1.

    De gemeente organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders en grondroerders worden uitgenodigd.

  • 2.

    In dit overleg worden de plannen van de gemeente en de voorgenomen werkzaamheden van de netbeheerders en grondroerders besproken en afgestemd in het kader van de strekking van deze verordening. Dit mede ter beoordeling of en hoe er gebruik gemaakt kan worden van bestaande voorzieningen of van gezamenlijk en gelijktijdig uit te voeren werkzaamheden door de netbeheerders.

  • 3.

    Het vooroverleg als bedoeld in artikel 7, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 7, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het tweede lid.

Hoofdstuk Vier: Handhavings- en toezichtbepalingen

Artikel 14 Toezicht en handhaving

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    Indien het college vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten handhavend op te treden.

  • 3.

    Bij grove nalatigheid of recidive kan het college strafrechtelijke handhaving in gang zetten.

  • 4.

    Indien de grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften uit het instemmingsbesluit, dan kan het college dit instemmingsbesluit intrekken en de oorspronkelijke situatie (laten) herstellen voor rekening van de grondroerder.

  • 5.

    Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart of uitgevoerd, vervalt de verleende instemming, tenzij de grondroerder tijdig een gegronde reden aan het college mededeelt, dit ter beoordeling van het college en met in achtname van de maximale geldigheidsduur van het instemmingsbesluit .

  • 6.

    Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

a.zonder voorafgaande melding, als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;

b.zonder of in afwijking van het instemmingsbesluit als bedoeld in artikel 4 van de verordening;

c.in strijd met het in het instemmingsbesluit opgenomen tijdstip van aanvang of voltooiing, de wijze van uitvoering of andere van toepassing verklaarde voorschriften.

Hoofdstuk Vijf: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de Telecommunicatieverordening Renkum (zoals in werking getreden per 1 mei 2003).

Artikel 16 Overgangsbepalingen

  • 1.

    De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangevraagd en gerealiseerd met toepassing van de Telecommunicatieverordening Renkum, zoals in werking getreden per 1 mei 2003, en/of op basis van andere gelegaliseerde afspraken, wordt met ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.

  • 2.

    De Telecommunicatieverordening Renkum, zoals in werking getreden per 1 mei 2003, blijft van kracht op aanvragen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 3.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om instemming op grond van de Telecommunicatieverordening Renkum, zoals in werking getreden per 1 mei 2003, is ingediend maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "AVOI Renkum 2010".

Ondertekening

Aldus gedaan door de raad der gemeente Renkum in zijn openbare vergadering van 28 april 2010,
DE RAAD VAN DE GEMEENTE RENKUM
de griffier, de voorzitter,
mr. Joyce I.M. le Comte, drs. J.P. Gebben