Klachtenverordening gemeente Renkum 2002

Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Intitulé

Klachtenverordening gemeente Renkum 2002

De raad van de gemeente Renkum

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 oktober 2001

tot wijziging van de Klachtenverordening gemeente Renkum zoals vastgesteld door uw Raad op 30 juni 1999, nr. 18

gelet op het raadsbesluit van 19 december 2001 tot wijziging van de Klachtenverordening gemeente Renkum

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de invoering van hoofdstuk 9 in de Algemene wet bestuursrecht

BESLUIT:

vast te stellen de Klachtenverordening gemeente Renkum 2002.

Hoofdstuk I Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    klacht : een uiting van onvrede van een klager over:

    • 1.

      een gedraging van een bestuursorgaan van de gemeente Renkum jegens de klager;

    • 2.

      het functioneren van - het geheel of van een gedeelte van - het ambtelijk apparaat van de gemeente Renkum;

    • 3.

      het gedrag van een medewerker van de gemeente Renkum in de uitoefening van zijn functie;

    • 4.

      de dienstverlening van de gemeente Renkum.

  • b.

    klager : een natuurlijk of rechtspersoon die een klacht heeft ingediend overeenkomstig artikel 3.

  • c.

    klachtencoördinator : de functionaris die is belast met de algemene coördinatie en registratie van de klachtbehandeling binnen de gemeente Renkum. De klachtcoördinator is tevens contactpersoon, die voor het bestuursorgaan de informatie-uitwisseling met de Nationale ombudsman coördineert.

  • d.

    bestuursorgaan : de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de commissies op grond van artikel 82 Gemeentewet.

  • e.

    medewerker : een ambtenaar in dienstbetrekking van de gemeente Renkum of een met deze op grond van diens werkzaamheden gelijk te stellen persoon, met uitzondering van onderwijzend personeel.

  • f.

    gedrag/gedraging : een behandeling, bejegening, product of dienstverlening die door de klager als onjuist wordt ervaren.

Artikel 2. Doelstelling

De behandeling van klachten heeft ten doel:

  • 1.

    het streven naar herstel van de relatie tussen klager en de gemeente.

  • 2.

    Het signaleren van tekortkomingen in de dienstverlening van de gemeente en het verkrijgen van meer inzicht in de behoefte van de burgers.

Hoofdstuk 2. Indienen van een klacht

Artikel 3. Indienen klacht

  • 1. Een klacht kan zowel mondeling als schriftelijk worden ingediend, doch enkel schriftelijke of op schrift gestelde klachten worden geregistreerd als klacht.

  • 2. Anoniem ingediende klachten worden niet in behandeling genomen.

  • 3. Schriftelijke klachten moeten worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 4. Een schriftelijke klacht moet voldoen aan de vereisten van art. 9:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 3. AFHANDELING KLACHT

Artikel 4. Aanwijzing en taken klachtencoördinator.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders wijzen een klachtencoördinator aan.

  • 2.

    De klachtencoördinator draagt zorg voor de registratie van alle op schrift gestelde klachten en hun afdoening.

  • 3.

    De afdelingshoofden en de functionarissen belast met de afhandeling van bepaalde klachten als bedoeld in artikel 7 van deze Verordening informeren gevraagd en ongevraagd de klachtencoördinator over de indiening en de afwikkeling van de op schrift gestelde klachten.

  • 4.

    De klachtencoördinator verzameld alle gegevens omtrent de schriftelijk ingediende klachten ten behoeve van de jaarlijkse publicatieverplichting als bedoeld in artikel 9:12a van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5. Mondeling en telefonisch ingediende klacht

  • 1. Een klacht kan mondeling of per telefoon worden ingediend.

  • 2. Indien de mondelinge of telefonische klacht niet direct naar tevredenheid van klager kan worden afgedaan, wordt klager:

    • a.

      verwezen naar het hoofd van de afdeling waarop de klacht betrekking heeft of,

    • b.

      een klachtformulier ter hand gesteld of toegezonden.

  • 3. Bij verwijzing naar het afdelingshoofd zal het afdelingshoofd de klager te woord staan. Indien hij en de klager direct tot een voldoende afhandeling middels informele bemiddeling van de klacht komen, vindt registratie plaats.

  • 4. Indien formele bemiddeling dan wel formele behandeling van de klacht is gewenst, wordt de klacht door het afdelingshoofd schriftelijk vastgelegd op het klachtformulier en geregistreerd en vindt de verdere behandeling van de klacht plaats overeenkomstig artikel 7 van deze Verordening.

  • 5. De klager ontvangt een afschrift van het klachtformulier.

Artikel 6. Schriftelijk ingediende klacht

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders bevestigt de ontvangst van de klacht schriftelijk.

  • 2. Direct na ontvangst van de klacht wordt deze in handen gesteld van het afdelingshoofd indien de klacht betrekking heeft op een gedraging van een medewerker van zijn afdeling dan wel betrekking heeft op de dienstverlening van zijn afdeling.

  • 3. Een afschrift van de klacht wordt in handen gesteld van de klachtencoördinator.

  • 4. Het afdelingshoofd van de afdeling waarop de klacht betrekking heeft is verantwoordelijk voor een zorgvuldige afhandeling van de klacht.

  • 5. De afdelingshoofden en de overige functionarissen die ingevolge artikel 6 zijn belast met de afhandeling van bepaalde klachten houden ten behoeve van de registratie nauwkeurig het formele bemiddelingsverloop en de tijdens de formele bemiddeling verkregen informatie bij.

  • 6. Overeenkomstig art. 9:9 Awb ontvangt degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, een afschrift van het klaagschrift alsmede de daarbij meegezonden stukken. Het afdelingshoofd stelt de persoon/personen over wie wordt geklaagd in de gelegenheid om op de klacht te reageren.

  • 7. Klachten die naar de mening van het afdelingshoofd snel kunnen worden opgelost, zal hij in overleg met de medewerker tegen wie de klacht is gericht en in overleg met de klager trachten af te doen. Indien dat niet mogelijk blijkt gaat het afdelingshoofd over tot de formele klachtenprocedure zoals beschreven in het achtste lid.

  • 8. De klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, worden in de gelegenheid gesteld te worden gehoord, al dan niet in elkaars aanwezigheid. Het horen gebeurt door het afdelingshoofd. Hiervan wordt een verslag gemaakt.

  • 9. Het afdelingshoofd maakt ten behoeve van burgemeester en wethouders een rapport op met daarin vermeld zijn bevindingen, een verslag van de hoorzitting, zijn oordeel en eventueel zijn aanbevelingen.

  • 10. Binnen zes weken na ontvangst wordt de klacht afgehandeld. De afhandeling kan voor ten hoogste vier weken worden verdaagd. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

  • 11. Bij de schriftelijke en gemotiveerde kennisgeving aan de klager door burgemeester en wethouders wordt melding gemaakt van de mogelijkheid voor de klager om de Nationale ombudsman te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders zich in een bepaalde aangelegenheid jegens de klager heeft gedragen.

Artikel 7. Bepaalde klachten

  • 1. Een klacht over het brandweerpersoneel wordt behandeld door de brandweercommandant.

  • 2. Een klacht over een afdelingshoofd wordt behandeld door de verantwoordelijk sector-directeur.

  • 3. Een klacht over een sector-directeur en de klacht genoemd in artikel 1, sub a onder 1 en 2 van de Verordening wordt behandeld door de gemeentesecretaris.

  • 4. Een klacht over de gemeentesecretaris, de brandweercommandant, een wethouder of een commissielid wordt behandeld door de burgemeester.

  • 5. Een klacht over de burgemeester wordt behandeld door drie fractievoorzitters, gekozen door de gemeenteraad.

Hoofdstuk 4. RAPPORTAGE

Artikel 8. Verslag

  • 1. De klachtencoördinator stelt jaarlijks een rapportage op over de klachten die zijn afgehandeld. Deze rapportage worden als apart hoofdstuk opgenomen in de Managementrapportage.

  • 2. In deze rapportage wordt een geanonimiseerd overzicht gegeven van het aantal en de aard van de ingediende klachten, de wijze van afhandeling en, indien relevant, de veranderingen die naar aanleiding van de klachten zijn doorgevoerd.

Hoofdstuk 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Klachtenverordening gemeente Renkum 2002".

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

  • 3.

    De Klachtenverordening gemeente Renkum zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 30 juni 1999, wordt hierbij per 1 januari 2002 ingetrokken.

Ondertekening

Oosterbeek, 19 december 2001.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE RENKUM
de gemeentesecretaris, de voorzitter
mr. Elizabeth S.P. den Dekker drs. J.W.A.M. Verlinden