Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Renkum

Geldend van 01-09-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Renkum

De raad van de gemeente Renkum;

gezien het voorstel d.d. 8 januari 2017;

gezien het advies van de Commissie Inwoners van 5 februari 2018;

gelet op het bepaalde in artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 juncto artikel 21 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2017;

gelet op het bepaalde in artikel 2.10 van de Jeugdwet juncto artikel 9 Verordening Jeugdhulp gemeente Renkum 2017;

gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Participatiewet;

gelet op het bepaalde in artikel 2.3 van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw);

besluit vast te stellen de Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Renkum

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  • a.

    Gemeente: gemeente Renkum.

  • b.

    Gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Renkum.

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum.

  • d.

    Adviesraad Sociaal Domein: adviesorgaan zoals bedoeld in deze verordening, dat het college adviseert met betrekking tot het sociaal domein van de gemeente Renkum, hierna te noemen adviesraad.

  • e.

    Sociaal Domein: het gehele beleidsdomein dat direct dan wel indirect is gerelateerd aan de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening.

  • f.

    Wsw: Wet sociale werkvoorziening.

  • g.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • h.

    Inwoner: ingezetene van de gemeente Renkum en als zodanig ingeschreven in de basisregistratie personen van de gemeente Renkum.

  • i.

    Cliënt: gebruiker van voorzieningen in het sociaal domein.

  • j.

    Inclusieve samenleving: een samenleving waarin iedereen tot zijn recht kan komen, ongeachte culturele achtergrond, geslacht, leeftijd, talenten en/of beperkingen. Iedereen neemt op gelijkwaardige manier deel aan de samenleving.

  • k.

    Ambtelijk secretaris: een ambtenaar die verbindende schakel is tussen het college en de medewerkers van de gemeente Renkum enerzijds en de adviesraad anderzijds, en de adviesraad ondersteuning biedt.

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015, Jeugdwet, Participatiewet, Wet sociale werkvoorziening, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

Artikel 2: De Adviesraad Sociaal Domein

Er is een adviesraad die de adviesfunctie aan het college als bedoeld in artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo), artikel 2.10 van de Jeugdwet, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2.3 van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) vervult.

Artikel 3: Taak- en doelstelling

  • 1.

    Het doel van de adviesraad is inwoners en cliënten te betrekken bij en een stem te geven in de opstelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijke beleid met betrekking tot het sociaal domein.

  • 2.

    De adviesraad bereikt dit doel door inwoners, cliënten en/of vertegenwoordigers actief te raadplegen en te betrekken bij de advisering door het naar keuze van de adviesraad- organiseren van overleg, werkgroepen, (thema)bijeenkomsten, consultaties en/of panels.

  • 3.

    De adviesraad zoekt steeds samen met het college naar de meest passende vorm om zelfstandig dan wel in samenwerking met het college en/of andere organisatiesinwoners, cliënten en/of vertegenwoordigers bij het gemeentelijk beleid te betrekken.

  • 4.

    De adviesraad heeft als taak gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan het college over aangelegenheden betreffende het sociaal domein.

  • 5.

    Het college vraagt in ieder geval advies aan de adviesraad over beleidsplannen, uitvoeringsplannen en verordeningen die betrekking hebben op het sociaal domein.

  • 6.

    De adviesraad levert met zijn adviezen een bijdrage aan:

    • a.

      het bevorderen van regie en zelfstandigheid op eigen leven en bestaan en participatie van inwoners;

    • b.

      de inclusieve samenleving;

    • c.

      input voor gemeente beleid door het monitoren van inwoner- en cliënttevredenheid.

  • 7.

    Om de adviestaak goed te kunnen uitvoeren:

    • a.

      is de adviesraad alert op ontwikkelingen en knelpunten in het sociaal domein;

    • b.

      onderhoudt de adviesraad contact met relevante (belangen)organisaties, de Jongerenraad en de Woonadviescommissie van de gemeente.

Artikel 4: Samenstelling en lidmaatschap

  • 1.

    De leden van de adviesraad zijn inwoners en cliënten en/of vertegenwoordigers die tevens inwoner zijn met relevante kennis, ervaring en netwerken binnen het sociaal domein. In de adviesraad zijn deze kennis, ervaring en netwerken zo evenwichtig mogelijk verdeeld over het gehele sociaal domein.

  • 2.

    De adviesraad vormt een zo evenwichtig mogelijke afspiegeling van de inwoners van de gemeente. Hierbij zijn de inwoners, cliënten en/of hun vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 2.1.3 Wmo 2015, artikel 2.10 Jeugdwet, artikel 7 lid 1 Participatiewet en artikel 2.3 Wsw zo mogelijk vertegenwoordigd. Gestreefd wordt naar een spreiding van de leden over de diverse woonkernen van de gemeente.

  • 3.

    De adviesraad bestaat uit maximaal 14 leden.

  • 4.

    De leden van de adviesraad verrichten hun werkzaamheden zonder last.

  • 5.

    Werving en selectie van de leden vindt door de adviesraad plaats. De gemeentelijke organisatie kan desgewenst faciliteren.

  • 6.

    Het college benoemt op voordracht van de adviesraad de leden van de adviesraad voor een termijn van vier jaar. Zij kunnen eenmaal voor dezelfde duur worden herbenoemd.

  • 7.

    Een lid van de adviesraad:

    • a.

      bekleedt geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Renkum;

    • b.

      is geen lid van het college of de gemeenteraad;

    • c.

      is niet in dienst van de gemeente Renkum;

    • d.

      heeft geen (bestuurs)functie bij een organisatie die kan leiden tot een verstrengeling van persoonlijke of zakelijke belangen van het lid met de belangen van de gemeente ter zake van het beleid als in deze verordening bedoeld.

  • Het hierboven sub c bepaalde is niet van toepassing indien het een cliënt als bedoeld in artikel 2.3 Wsw betreft.

  • 8.

    Het lidmaatschap van het lid dat niet meer aan de eisen voor het lidmaatschap zoals in deze verordening gesteld voldoet, eindigt op dat moment.

  • 9.

    Een lid kan tussentijds ontslag nemen. Het lid meldt dit schriftelijk aan het college, in afschrift aan de voorzitter en ambtelijk secretaris van de adviesraad.

  • 10.

    Het college kan (op verzoek van de adviesraad) besluiten een lid tussentijds te schorsen of te ontslaan wegens slecht functioneren. Van slecht functioneren is in ieder geval sprake in de volgende gevallen:

    • a.

      een lid verschijnt herhaaldelijk zonder reden niet op een vergadering van de adviesraad, ondanks daartoe een uitnodiging te hebben ontvangen;

    • b.

      een lid brengt ernstig nadeel toe aan het in hem c.q. de adviesraad gestelde vertrouwen.

  • 11.

    Het college kan besluiten een lid tussentijds te schorsen of te ontslaan indien het lid meer dan een half jaar of langer niet in de gelegenheid is om de vergaderingen van de adviesraad bij te wonen.

  • 12.

    Het college brengt een besluit over schorsing of ontslag van een lid ter kennis van de adviesraad.

Artikel 5: Secretaris en penningmeester

  • 1.

    De leden van de adviesraad kiezen uit hun midden een secretaris en een penningmeester.

  • 2.

    De secretaris en penningmeester verrichten de taken zoals in deze verordening benoemd.

Artikel 6: Voorzitter

  • 1.

    Het college benoemt de voorzitter voor een periode van vier jaar op basis van een niet-bindende voordracht van een sollicitatiecommissie als bedoeld in het tweede lid van dit artikel De voorzitter kan eenmaal voor dezelfde duur worden herbenoemd.

  • 2.

    De werving en selectie van de voorzitter vindt plaats door een sollicitatiecommissie op basis van een vooraf opgesteld profiel en via een open sollicitatieprocedure. Deze commissie bestaat uit (een) door het college aangewezen vertegenwoordiger(s) van de gemeente en leden van de adviesraad.

  • 3.

    De voorzitter van de adviesraad:

    • a.

      is inwoner;

    • b.

      heeft een aantoonbare binding met de samenleving van de gemeente;

    • c.

      bekleedt geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Renkum;

    • d.

      is geen lid van het college of de gemeenteraad;

    • e.

      is niet in dienst van de gemeente Renkum;

    • f.

      heeft geen (bestuurs)functie bij een organisatie die kan leiden tot een verstrengeling van persoonlijke of zakelijke belangen met de belangen van de gemeente ter zake van het beleid als in deze verordening bedoeld.

  • 4.

    De voorzitter is geen lid van de adviesraad.

  • 5.

    De voorzitter leidt de vergaderingen van de adviesraad en verricht de overige taken zoals in deze verordening benoemd.

  • 6.

    De voorzitter tekent de uitgaande stukken van de adviesraad.

  • 7.

    Bij ontstentenis van de voorzitter kiezen de leden uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter voor de duur van de vergadering. De overige taken van de voorzitter worden in dat geval waargenomen door de secretaris en/of de penningmeester.

  • 8.

    Indien de voorzitter niet meer aan de eisen zoals in deze verordening gesteld voldoet, eindigt het voorzitterschap op dat moment.

  • 9.

    De voorzitter kan tussentijds ontslag nemen. Hij meldt dit tijdig schriftelijk aan het college.

  • 10.

    Het college kan (op verzoek van de adviesraad) besluiten de voorzitter tussentijds te schorsen en te ontslaan wegens slecht functioneren. Van slecht functioneren is in ieder geval sprake in de volgende gevallen:

    • a.

      de voorzitter is herhaaldelijk niet op een vergadering van de adviesraad aanwezig;

    • b.

      de voorzitter brengt ernstig nadeel toe aan het in hem c.q. de adviesraad gestelde vertrouwen.

  • 11.

    Het college kan besluiten de voorzitter tussentijds te schorsen of te ontslaan als de voorzitter meer dan een half jaar of langer niet in de gelegenheid is om zijn taken uit te voeren.

Artikel 7: Ambtelijk secretaris

  • 1.

    Het college wijst een ambtelijk secretaris van de adviesraad aan.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris is de verbindende schakel tussen het college en medewerkers van de gemeente enerzijds en de adviesraad anderzijds en fungeert als eerste aanspreekpunt en vraagbaak. De ambtelijk secretaris ondersteunt de adviesraad bij de uitvoering van zijn taken.

  • 3.

    De ambtelijk secretaris is geen lid van de adviesraad.

  • 4.

    Tot de taken van de ambtelijk secretaris behoren:

    • a.

      het opstellen van de jaarlijkse vergaderplanning;

    • b.

      het samen met de voorzitter opstellen van de agenda van de vergaderingen;

    • c.

      het tijdig verzenden van de agenda met de bijbehorende stukken en het ter inzage leggen hiervan;

    • d.

      het bijwonen van de openbare vergaderingen en het zorgdragen voor een verslag en de publicatie hiervan;

    • e.

      het mede zorgdragen voor de uitvoering van acties en besluiten;

    • f.

      het mede bewaken van de voortgang van het uitbrengen en afhandelen van de adviezen;

    • g.

      andere taken die nodig zijn met het oog op het functioneren van de adviesraad.

  • 5.

    Uitgangspunt van de werkzaamheden van de ambtelijk secretaris is dat de adviesraad zo zelfstandig mogelijk functioneert.

Artikel 8: Advisering en informatievoorziening

  • 1.

    Het college betrekt de adviesraad in een zo vroeg mogelijk stadium bij de totstandkoming van beleid en regelingen die betrekking hebben op het sociaal domein.

  • 2.

    Het college verstrekt de adviesraad tijdig de informatie die nodig is om zijn taak uit te oefenen, tenzij een wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.

  • 3.

    Het college vraagt behoudens spoedeisende gevallen, aan de adviesraad schriftelijk advies over voorstellen met betrekking tot het beleid in het sociaal domein. Het advies wordt tijdig gevraagd, zodat het van wezenlijke invloed kan zijn op het gemeentelijk beleid.

  • 4.

    De adviesraad brengt schriftelijk een gevraagd advies uit aan het college en uiterlijk binnen twee weken na de vergadering van de adviesraad, tenzij het college en de adviesraad een andere termijn zijn overeengekomen waarbinnen het advies wordt uitgebracht.

  • 5.

    De adviesraad streeft ernaar zijn adviezen uit te brengen in consensus. Indien dit niet mogelijk is, wordt er een verdeeld advies uitgebracht, waarbij de adviesraad toelicht waarom er geen consensus is bereikt.

  • 6.

    Indien de adviesraad besluit een gevraagd advies niet uit te brengen, geeft hij van dat besluit direct kennis aan het college met vermelding van de reden.

  • 7.

    Het college reageert schriftelijk uiterlijk 4 weken na ontvangst van een advies van de adviesraad. Indien het college van het advies afwijkt doet het dat gemotiveerd. Is de reactietermijn van 4 weken niet mogelijk dan zal het college dit aan de adviesraad melden met de reden.

  • 8.

    Het college stuurt alle adviezen van de adviesraad met een schriftelijk reactie van het college ter kennisgeving aan de gemeenteraad. In geval het advies een raadsvoorstel betreft, gebeurt dit op een zodanig tijdstip dat de gemeenteraad de adviezen kan betrekken bij zijn besluiten.

  • 9.

    De ambtelijk secretaris publiceert een advies van de adviesraad en de reactie hierop van het college op de website.

  • 10.

    De adviesraad adviseert niet over:

    • a.

      klachten, bezwaarschriften of andere zaken die op individuele inwoners/cliënten betrekking hebben;

    • b.

      personeels- en organisatiebeleid van de gemeente;

    • c.

      de verplichte uitvoering van wettelijke voorschriften voor zover bij deze uitvoering geen ruimte voor eigen gemeentelijk beleid is gelaten.

Artikel 9: Vergaderingen en besluitvorming

  • 1.

    De ambtelijk secretaris plant voorafgaand aan een nieuw kalenderjaar 10 vergaderingen in. De adviesraad vergadert zoveel meer of minder als de voorzitter of tenminste een meerderheid van de leden het nodig acht.

  • 2.

    Voorafgaand aan een vergadering vindt een vooroverleg plaats tussen de portefeuillehouder en/of een manager en/of een door hem aangewezen ambtenaar, de ambtelijk secretaris en de voorzitter en/of secretaris en/of penningmeester van de adviesraad. Hierin wordt de agenda van de vergadering besproken.

  • 3.

    Tot veertien dagenvoor de vergadering kunnen de leden punten, die tot de adviesbevoegdheid van de adviesraad behoren, voor de agenda aanleveren bij de voorzitter, in afschrift aan de ambtelijk secretaris.

  • 4.

    De voorzitter beslist over de agenda.

  • 5.

    De ambtelijk secretaris zorgt ervoor dat de uitnodiging, agenda en vergaderstukken uiterlijk tien dagen voor de vergadering aan de leden worden toegezonden. In spoedeisende gevallen kan, met opgave van reden, deze termijn worden bekort. De ambtelijk secretaris zorgt ervoor dat de stukken voor alle inwoners ter inzage worden gelegd, tenzij de stukken vertrouwelijk zijn.

  • 6.

    De vergadering wordt op de in de gemeente gebruikelijke wijze algemeen kenbaar gemaakt. Hierbij wordt vermeld:

    • a.

      datum, tijd en plaats van de vergadering, alsmede de agendapunten;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar alle inwoners de agenda en de daarbij behorende stukken kunnen inzien;

    • c.

      de mogelijkheid om in te spreken.

  • 7.

    De adviesraad vergadert alleen als tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, organiseert de ambtelijk secretaris in overleg met de voorzitter zo spoedig mogelijk een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvanop de hoogte. In deze laatstgenoemde vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 8.

    Besluiten van de adviesraad worden genomen bij meerderheid van stemmen. Alle leden zijn stemgerechtigd. Indien de stemmen staken, dan is het besluit niet genomen.

  • 9.

    De stemming over personen geschiedt schriftelijk. Alle overige stemmingen geschieden mondeling tenzij één van de leden een schriftelijke stemming wenst.

  • 10.

    De vergaderingen van de adviesraad zijn openbaar. Er wordt alleen besloten vergaderd wanneer er sprake is van beraadslaging over personen, of zaken die redelijkerwijs kunnen leiden tot beschadiging van personen of de gemeente (bijv. bij behandeling van niet openbare stukken waarover het college advies vraagt) of over huishoudelijke zaken.

  • 11.

    De aanwezigen die als toehoorder de openbare vergadering bijwonen kunnen op hun verzoek door de voorzitter in de gelegenheid worden gesteld om in te spreken.

  • 12.

    De adviesraad kan het college en ambtenaren uitnodigen in een vergadering.

  • 13.

    De adviesraad kan externen uitnodigen om in een vergadering toelichting of advies te geven.

  • 14.

    De ambtelijk secretaris stelt een verslag van de vergadering op dat voldoende inzicht biedt in de argumentatie die tot de besluiten heeft geleid. De ambtelijk secretaris stuurt een concept hiervan gelijktijdig met de uitnodiging van de volgende vergadering aan de leden. Na vaststelling van het verslag door de adviesraad wordt het verslag op de website geplaatst.

Artikel 10: Geheimhouding

De leden en voorzitter van de adviesraad hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot de inhoud van de stukken waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs kunnen vermoeden. Deze geheimhoudingsplicht strekt zich ook uit tot andere personen die de adviesraad over vertrouwelijke onderwerpen consulteert. De leden en de voorzitter van de adviesraad wijzen deze andere personen op hun geheimhoudingsplicht als bedoeld in dit artikel. De geheimhoudingsplicht vervalt niet door de beëindiging van het lidmaatschap of voorzitterschap van de adviesraad, noch door beëindiging van het adviseurschap door derden.

Artikel 11: Faciliteiten, budget en verantwoording

  • 1.

    Voor de vergaderingen van de adviesraad stelt het college een vergaderlocatie op het gemeentehuis ter beschikking.

  • 2.

    Voor het bijwonen en voorzitten van de vergaderingen wordt aan de leden respectievelijk aan de voorzitter van de adviesraad een vergoeding conform de ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Renkum’ toegekend.

  • 3.

    Voor de uitoefening van de taak van de adviesraad wordt jaarlijks in de gemeentebegroting een post opgenomen. Binnen de kaders van die begroting stelt het college een budget voor de adviesraad vast. Het college bepaalt het budget op basis van een begroting die de adviesraad voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar indient bij het college. Op verzoek van de adviesraad kan het college het budget tussentijds aanpassen, voor zover daarmee de in de gemeentebegroting gestelde kaders niet worden overschreden.

  • 4.

    Het budget is bedoeld voor de vergoedingen als bedoeld in het tweede lid en de kosten van de adviesraad die verband houden met deskundigheidsbevordering, onderzoek en raadpleging, pr en communicatie, instellen werkgroepen, bijwonen studiedagen of symposia en organisatiekosten.

  • 5.

    De penningmeester stelt de begroting op en ziet erop toe dat het aan de adviesraad toegekende budget niet wordt overschreden.

  • 6.

    Jaarlijks brengt de adviesraad voor 1 mei verslag uit aan het college van de activiteiten en bevindingen over het voorafgaande jaar. Daarbij wordt ook verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbare budget. Het verslag wordt ter kennis gebracht van de gemeenteraad.

Artikel 12: Nadere regels en huishoudelijk reglement

  • 1.

    Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2.

    De adviesraad kan een huishoudelijk reglement vaststellen ter nadere regeling van zijn functioneren. De adviesraad brengt het reglement en eventuele wijzigingen ter kennis van het college.

Artikel 13: Jaarlijks overleg college

  • 1.

    Tenminste eenmaal per jaar vindt tussen (leden van) het college en (enkele leden van) de adviesraad een overleg plaats.

  • 2.

    Alle deelnemers aan het overleg kunnen agendapunten aandragen.

  • 3.

    In het overleg wordt in ieder geval besproken:

    • a.

      evaluatie onderlinge samenwerking en overleg in het afgelopen jaar;

    • b.

      beleid, ideeën en plannen van het college en/of de gemeenteraad binnen het sociaal domein en daarmee samenhangende verwachte adviesaanvragen in het komende jaar.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris maakt een verslag van het overleg en de gemaakte afspraken en brengt dit na goedkeuring van de deelnemers ter kennis van het college en de gemeenteraad.

Artikel 14: Evaluatie

  • 1.

    Jaarlijks evalueert de adviesraad het eigen functioneren onder verantwoordelijkheid van de voorzitter.Aan de hand van de uitkomsten verbetert de adviesraad de eigen werkzaamheden.

  • 2.

    Jaarlijks evalueert de adviesraad met het college de onderlinge samenwerking en overleg in het jaarlijks overleg conform artikel 13.

  • 3.

    Indien het college naar aanleiding van de evaluatie besluit dat wijziging van deze verordening wenselijk is, dient het college een voorstel daartoe in bij de gemeenteraad.

Artikel 15: Slotbepaling

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college, na daartoe advies te hebben ingewonnen van de adviesraad.

Artikel 16: Overgangsregeling zittende leden Wmo-adviesraad en Adviesraad Participatiewet

  • 1.

    Het lidmaatschap van de leden van de Wmo-adviesraad en Adviesraad Participatiewet duurt voort na de datum van inwerkingtreding van deze verordening voor de duur van de periode waarvoor het college het lid heeft benoemd tenzij het lid zijn lidmaatschap op eigen verzoek wenst te beëindigen. Deze leden zetten hun lidmaatschap voort in een lidmaatschap van de adviesraad.

  • 2.

    De leden die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening in functie zijn als voorzitter van de Wmo-adviesraad en de Adviesraad Participatiewet houden op de datum van inwerkingtreding van deze verordening op voorzitter te zijn. Het bepaalde in het eerste lid van dit artikel blijft op hen onverkort van toepassing.

  • .

    In afwijking van het bepaalde in artikel 6 lid 3 is de voorzitter die voor de eerste maal -bij aanvang van de Adviesraad Sociaal Domein- benoemd wordt geen lid (geweest) van de Wmo-adviesraad of Adviesraad Participatiewet.

  • 3.

    Het college gaat niet over tot (her)benoeming van een (nieuw) lid indien de adviesraad bij de datum van inwerkingtreding van deze verordening uit 14 of meer leden bestaat.

Artikel 17: Citeertitel, inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordeningen

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Renkum.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 september 2018 onder gelijktijdige intrekking van de “Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz2004 en Wsw gemeente Renkum 2015”, vastgesteld op 25 februari 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Renkum op 28 februari 2018

De raad van de gemeente Renkum,

De voorzitter, A.M.J. (Agnes) Schaap

De griffier, mr. Joyce I.M. le Comte