Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Renswoude 2016

Geldend van 26-01-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Renswoude 2016

De raad van de gemeente Renswoude;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 12 januari 2016;

gelezen het advies van de commissie RF van 17 december 2015;

gelet op artikel(en) 5.2 en 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet, de artikelen 149, 154,

156 en 229 van de Gemeentewet en artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht;

besluit:

vast te stellen de

  • 1.

    De Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Renswoude 2016

  • 2.

    In te trekken de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Renswoude van 15 mei 2012.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    (huis)aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding door openbare gronden dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a. tot en met d. van de Wet waardering onroerende zaken, of met een ander netwerk;

  • b.

    breekverbod:verbod op het uitvoeren van breek- en graafwerkzaamheden in de grond,geldend bij extreme weersomstandigheden;

  • c.

    college:het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renswoude;

  • d.

    coördinatieverplichting: de coördinerende rol van de gemeente over de aanleg, instandhouding en opruiming van alle kabels en leidingen in alle openbare gronden binnen de gemeentelijke grenzen

    e. gedoogplichtige: degene op wie een gedoog plicht rust als bedoeld in artikel 1 van deBelemmeringenwet Privaatrecht of als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet of op basis van een (publiekrechtelijke) vergunning of (privaatrechtelijke) overeenkomst;

  • f.

    gemeente: gemeente Renswoude;

  • g.

    grondroerder: degene, waaronder de netbeheerder, onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht;

  • h.

    instemmingsbesluit: een besluit van het college op een aanvraag van voorgenomen werkzaamheden;

  • i.

    kabels en leidingen: één of meer kabels of leidingen, daaronder mede begrepen lege buizen,ondergrondse en bovengrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen,van energie of van informatie;

  • j.

    marktconformekosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • k.

    netofnetwerk: samenstel van ondergrondse kabel(s) en/ of leiding(en), bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie (een,al dan niet openbaar, elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1. onder e. en h. van de Telecommunicatiewet);

  • l.

    netbeheerder: de rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een net of netwerkvoor levering van elektriciteit, gas, water of warmte, aardwarmte of WKO (Warmte Koude Opslag) en niet-gemeentelijke riolering, dan wel aanbieder is van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk;

  • m.

    niet-openbare kabels en leidingen: kabels en leidingen (dan wel het netwerk waartoedeze behoren) die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden;

  • n.

    omwonenden: de bewoners en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen grenzend aan het tracé van kabels en leidingen;

  • o.

    openbaregronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa. van deTelecommunicatiewet;

  • p.

    spoedeisende werkzaamheden: noodzakelijke werkzaamheden die geen uitstel dulden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het betreffende net;

  • q.

    uitvoeringsvoorschriften: uitvoeringsvoorschriften zoals opgenomen in de vergunning;

  • r.

    verordening: Algemene verordening ondergrondse infrastructuur;

  • s.

    werk:eenconstructie of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • t.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding, verlegging en opruiming van kabels en leidingen, en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare gronden in het kader van kabels en leidingen moet uitvoeren;

  • u.

    werkzaamheden vanminderingrijpendeaard: het aanbrengen of verwijderen van kabels en leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen; reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan kabels en leidingen met een lengte van minder dan 25 meter en niet vallend onder onderdeel p. van dit artikel; het maken van (huis)aansluitingen, waarbij geen gesloten verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist, met een lengte van minder dan 25 meter.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, in stand houden, verleggen en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft.

  • 2. Deze verordening is niet van toepassing op het netwerk van gemeentelijke riolering.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde nadere regels hebben in ieder geval betrekking op:

    • a.

      de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verlegging en opruiming van kabels en leidingen;

    • b.

      het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen;

    • c.

      het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.

Artikel 4 Instemmingbesluit

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een voorafgaand instemmingbesluit van het college over plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruikvan voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden, te verleggen of op te ruimen.

  • 2.

    Voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden, is geen instemmingbesluit, als bedoeld in het eerste lid, vereist, maar een melding.

  • 3.

    Het instemmingbesluit vervalt als daarvan geen gebruik wordt gemaakt binnen één jaar na de datum waarop het besluit onherroepelijk is geworden.

  • 4.

    Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente bij het uitvoeren van haar publiekrechtelijke taak.

Artikel 5 Aanvraag en melding

  • 1.

    Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten, moet een aanvraag om een instemmingbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid van deze verordening, indienen bij het college.

  • 2.

    Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten kan hierover een vooroverleg voeren met het college om de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden.

  • 3.

    Behalve voor zover artikel 5.5. van de Telecommunicatiewet van toepassing is, stelt de grond roerder, als de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, uiterlijk 4 weken na indiening van deaanvraag, als bedoeld in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis van de uitkomstenvan het (voor)overleg tussen de grondroerder en de andere gedoogplichtige(n).

  • 4.

    Van minder ingrijpende werkzaamheden moet de grondroerder 7 dagen voor de uitvoering schriftelijk bij het college melding doen. Op grond van de belangen, zoals genoemd in artikel 8, eerste lid van deze verordening, kan het college bepalen dat de realisatie van deze werkzaamheden op een later tijdstip moet plaatsvinden.

  • 5.

    Bij spoedeisende werkzaamheden volstaat een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college. Als achteraf blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden instemmingsplichtig zijn, moet alsnog een aanvraag voor een instemmingbesluit worden ingediend bij het college.

  • 6.

    Als werkzaamheden worden verricht in nader door het college aan te wijzen gebieden, is de uitzonderingsbepaling voor spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing.

Artikel 6 Aanvraag- en meldingsformulier

Een aanvraag om een instemmingbesluit respectievelijk een melding vanwege minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden moet door middel van een daartoe door het college vastgesteld (digitaal) formulier en / of een online registratiesysteem worden ingediend respectievelijk gedaan.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Als het gaat om een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken, dan beslist het college binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag en alle bijbehorende instemmingen van de gedoogplichtigen.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, houdt het college de beslissing aan, als in verband met de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, tenzij de beschikking op een aanvraag van genoemde vergunningen al is gegeven, en de in artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht genoemde termijn is verstreken zonder dat bezwaren zijn ingediend. Deze aanhouding eindigt na afloop van de bezwarentermijn, tenzij er bezwaren zijn ingediend en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening; in dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.

  • 4.

    De termijnen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen eenmaal met ten hoogste 8 weken worden verdaagd.

  • 5.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niettijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 8 Voorschriften en / of beperkingen

  • 1.

    Het college kan aan het instemmingbesluit, als bedoeld in artikel 4, voorschriften en/ of beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de veiligheid, waaronder mede wordt verstaan de verkeersveiligheid en/ of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast, waaronder mede wordt verstaande bescherming van eventuele archeologische vondsten, groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

  • d.

    de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede wordt verstaan het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

  • e.

    de ondergrondse ordening, waaronder mede wordt verstaan het zo min mogelijkhinder veroorzaken voor alle in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede worden verstaan werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie.

  • 2.

    De voorschriften en/ of beperkingen, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechtsbetrekking hebben op:

  • a.

    het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering bij aanleg, instandhouding, onderhoud, verlegging en opruiming van kabels en leidingen;

  • b.

    het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld;

  • c.

    afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken;

  • d.

    een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en/ of beperkingen aan het instemmingbesluit;

  • e.

    afmetingen van kasten en andere toebehoren behorende bij het netwerk.

    • 3.

      De grond roerder moet omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal 7 dagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

    • 4.

      De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verlegging en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren conform de in de gemeente van toepassing zijnde uitvoeringsvoorschriften.

    • 5.

      De grondroerder vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, waarbij de omvang beperkt is tot vergoeding van de marktconforme kosten van de voorzieningen en van de meerdere marktconforme kosten van onderhoud.

    • 6.

      De grondroerder brengt na beëindiging van de werkzaamheden de grond (en eventueleverhardingen en/ of groen) terug in de "oude staat", tenzij voor de start van de werkzaamheden is overeengekomen dat de gemeente hiervoor zorg draagt. In dit laatste geval draagt de gemeente de marktconforme kosten die nodig zijn voor het terugbrengen van de grond in de "oude staat".

  • 7.

    De grondroerder draagt de marktconforme kosten voor herstel die gebaseerd zijn op dedan geldende VNG Richtlijn 'Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom' en de daarbij behorende 'Tarieven (her)straatwerkzaamheden kabels- en/ of leidingwerken'. Het college kan afwijkende tarieven vaststellen.

Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1.

    Een grondroerder moet op verzoek van het college bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik maken van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen. Dit geldt alleen als dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2.

    Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid van deze verordening, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid van deze verordening, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

  • 3.

    Als een grondroerder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken vanvooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten of kabel- en leidingtunnels, is de grondroerder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4.

    Als de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels en leidingen, moet de grondroerder een alternatief tracé kiezen.

Artikel 10 Nadeelcompensatie

  • 1.

    Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waaronder het verleggen, op verzoek van de gemeente, zijn de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing.

  • 2.

    Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen, die niet vallenonder het eerste lid, op verzoek van de gemeente, is de ‘Verlegregeling gemeente Renswoude’ van toepassing, tenzij en voorzover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen.

  • 3.

    Als ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden,verlegging, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen dan wel om geen kosten in rekening te brengen.

  • 4.

    Na een aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan 16 weken na de datum van ontvangst van de aanwijzing.

Artikel 11 Breekverbod

  • 1. Als er sprake is van extreme weersomstandigheden, is het college bevoegd een breekverbod op te leggen. De vaststelling dat sprake is van extreme weersomstandigheden, is een bevoegdheid van het college.

  • 2. Tijdig, of in ieder geval één dag voor beëindiging van het breekverbod, informeert het college de betrokken grondroerder hierover.

  • 3. Het breekverbod is niet van toepassing in geval van spoedeisende werkzaamheden.

Artikel 12 Eigendom

  • 1. Als het eigendom, de exploitatie of het beheer van kabels en leidingen wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, draagt de oude netbeheerder zorg voor het overdragen van de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabels en leidingen op de nieuwe netbeheerder.

  • 2. De netbeheerder stelt het college zo spoedig mogelijk in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabels en leidingen verandert.

Artikel 13 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding, verlegging en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het eerste lid van dit artikel houdt geen gedoog plicht in voor de gemeente met betrekking tot niet-openbare kabels en leidingen.

Artikel 14 Informatieplicht

  • 1. De netbeheerder stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van het feit dat kabels en leidingen niet langer ten dienste staan van een net of netwerk in of op openbare gronden.

  • 3. In dit kader kan van de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en leidingen worden verlangd. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 15 Digitale gegevens

Het college kan van de grondroerder verlangen dat het aanvragen van een instemmingbesluit en het verstrekken van gegevens in digitale vorm geschiedt.

Artikel 16 Overleg

  • 1.

    Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2.

    In dit overleg worden de plannen van de gemeente en van de diverse netbeheerders enandere betrokken of belanghebbende partijen besproken en eventueel afgestemd in het kader van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 17 Toezicht en handhaving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 18 Naleving voorschriften en / of beperkingen

  • 1. Als een grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften en / of beperkingen uit het instemmingbesluit, kan het college het instemmingbesluit intrekken.

  • 2. Als het college het instemmingbesluit intrekt, kan het college daarbij bepalen dat de oorspronkelijke situatie voor rekening van de grondroerder moet worden hersteld.

Artikel 19 Stilleggen werkzaamheden

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, als wordt gewerkt:

  • a.

    zonder afgegeven instemmingbesluit of gedane melding;

  • b.

    in afwijking van de voorschriften en / of beperkingen uit het instemmingbesluit of als grondroerder handelt in strijd met het bepaalde in artikel 5, vierde lid, tweede zin van deze verordening;

  • c.

    in afwijking van de voorschriften uit de vergunning;

  • d.

    in strijd met het geldende breekverbod.

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het college kan op grond van afweging van de te behartigen belangen en met inachtneming van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening of deze buiten toepassing laten.

Artikel 21 Overgangsrecht

De aanwezigheid van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangevraagd of gemeld en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingbesluiten en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die golden tot de inwerkingtreding van deze verordening,wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening beheerst door de regels van deze verordening.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2016

Artikel 23 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Renswoude 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Renswoude, 26 januari 2016
de griffier, de voorzitter