Subsidieregeling bijzondere begraafplaatsen in de gemeente Rheden

1. In afwijking van artikel 5, lid 2 en 3 van de subsidieverordening overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie:

• a.

  een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

• b.

  een overzicht van de voor het beheer en onderhoud van de groenvoorziening geraamde uitgaven in het subsidietijdvak en een opgave van het aantal bij de instelling in beheer en onderhoud zijnde vierkante meters begraafplaats;

• c.

  een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd en waaruit het exploitatietekort over het jaar voorafgaand aan het subsidietijdvak blijkt.

2. Het college kan overlegging eisen van andere bescheiden voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag.

1. Het college kan aan een instelling subsidie verlenen voor de kosten van het beheer en onderhoud van de groenvoorziening op een bijzondere begraafplaats, indien de instelling onvoldoende financiële middelen heeft om dit beheer en onderhoud voor eigen rekening te plegen.

2. Om voor subsidie in aanmerking te komen geldt dat met de subsidieverlening de in artikel 2 omschreven doelstelling wordt gediend.

3. Op de subsidieverstrekking zijn de bepalingen van de subsidieverordening van toepassing.

1. Een subsidieaanvraag wordt geweigerd als de activiteiten niet binnen de doelstelling van deze regeling passen, dan wel niet aan de in deze regeling of de subsidieverordening gestelde voorwaarden wordt voldaan.

2. De te verstrekken subsidie wordt door het college ingevolge artikel 15, lid 1 sub a van de subsidieverordening direct vastgesteld.

1. De subsidie bedraagt per bijzondere begraafplaats een bedrag ter hoogte van het exploitatietekort van de bijzondere begraafplaats tot een maximum van € 0,64 per m² oppervlakte van de betreffende begraafplaats.

2. Het bedrag dat voor het uitvoeren van deze subsidieregeling in de gemeentebegroting is opgenomen geldt als subsidieplafond.

3. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

1. Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling wordt op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist.

2. Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze regeling verstrekt zijn, blijven de bepalingen van de voor dat tijdstip geldende regels van toepassing.