Regeling vervallen per 01-01-2020

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gemeente Rijssen-Holten 2018

Geldend van 07-05-2019 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 02-01-2018

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gemeente Rijssen-Holten 2018

Burgemeester en wethouders van de gemeente Rijssen-Holten ,

gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg ‘het Reglement op de burgerlijke stand’ genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 9 februari 2001 , gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg d.d. 16 januari 2019,

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende regeling:

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Rijssen-Holten 2018

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.

  • b.

    ARH: de Arbeidsvoorwaardenregeling Rijssen-Holten.

Artikel 2 Aanstelling

  • 1. Aanstelling geschiedt in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2. De duur van de aanstelling voor bepaalde tijd is 5 jaar, dit tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd.

  • 3. De aanstelling kan in het jaar van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd worden verlengd, dit voor één periode van ten hoogste 5 jaar.

  • 4. Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Salaris

  • 1. De buitengewoon ambtenaar ontvangt een salaris per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan viermaal het uurloon behorende bij de hoogste periodiek van salarisschaal 8, zoals opgenomen in de salaristabel in bijlage IIa van de ARH.

  • 2. Het salaris, bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met 8%, genoemd in artikel 3:28 lid 2 sub a ARH (voorheen de vakantietoelage).

  • 3. Het salaris, bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met het percentage, genoemd in artikel 3:28 lid 2 sub b ARH (voorheen de eindejaarsuitkering).

  • 4. Het salaris, bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met het percentage, genoemd in artikel 3:28 lid 2 sub c ARH (voorheen de levensloopbijdrage).

  • 5. Het salaris wordt opgehoogd met een toelage van 75% als het huwelijk of partnerregistratie op zaterdag wordt voltrokken. Als salaris voor berekening van de toelage wordt het totaal van de vergoedingen op basis van voorgaande vier leden beschouwd.

Artikel 4 Vakantie

  • 1. De buitengewoon ambtenaar heeft recht op 0,34 uur vakantie per voltrokken huwelijk.

  • 2. De vakantie wordt in overeenstemming met het college opgenomen.

Artikel 5 Aanspraken bij ziekte

  • 1. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 7:1, 7:2, 7:3 (definities, begeleiding en recht op salaris bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling salaris met uitkering) van de ARH van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover het dienstverband van de ambtenaar op deze datum nog geen 12 maanden heeft geduurd, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: een maand na de dag waarop de buitengewoon ambtenaar wegens ziekte is verhinderd geldt als (fictieve) eerste ziektedag.

  • 4. Het college kan nadere regels stellen.

Artikel 6 Ontslag en schorsing

  • 1. Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (wegens of na AOW-gerechtigde leeftijd), 8:3 (wegens reorganisatie), 8:4 (wegens volledige arbeidsongeschiktheid), 8:5 en 8:5a (wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijds ontslag uit een tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de ARH.

  • 2. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 tot en met 8:15:3 van de ARH.

Artikel 7 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar), 15:1:16 (dragen van uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 (klokkenluiders) van de ARH zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7a Attentieregeling medewerkers Rijssen -Holten (thans geldende regeling: ‘Attentieregeling medewerkers Rijssen-Holten 2016’)

De artikelen met betrekking tot jubileum gemeentedienst (thans artikel 3), eervol ontslag (thans artikel 5), huwelijk, geregistreerd partnerschap of jubileum daarvan (thans artikel 8), geboorte en adoptie (thans artikel 9), ziekte (thans artikel 10), overlijden medewerker (thans artikel 11), bijeenkomsten (thans artikel 12 tweede lid), werkkostenregeling (thans artikel 14) en onvoorziene gevallen (thans artikel 15) van de vigerende Attentieregeling medewerkers Rijssen-Holten 2016 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Plichtverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de ARH.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Artikel 10

Deze regeling kan worden aangehaald als de Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rijssen-Holten 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijssen-Holten op 23 januari 2019

A.C. van Eck A.C. Hofland

secretaris burgemeester

Toelichting op de rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gemeente Rijssen-Holten 2018

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, ook wel afgekort ‘babs’, geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 Burgerlijk Wetboek).

Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin kan geregeld zijn welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester, wethouders en leden van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden.

De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vergoeding voor de werkzaamheden is in het algemeen alleen op de medewerkers van buiten de gemeentelijke organisatie van toepassing.

De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de ARH niet op hem van toepassing is dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (artikel 125 Ambtenarenwet). Doorgaans is de functie van buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

Artikel 2 Aanstelling

In het lokale Reglement burgerlijke stand kan een benoemingstermijn geregeld zijn, vaak is dat 5 of 10 jaar. Het kan wenselijk zijn om kortere aanstellingen te verlenen. Het gevolg van een kortere aanstellingsduur is onder meer dat de verplichtingen van de gemeente jegens de ambtenaar in het kader van ziekte (doorbetaling salaris, re-integratie) eerder ophouden te bestaan, namelijk bij einde van het dienstverband (behoudens ontslag). Bovendien geldt voor de duur van het nog resterende dienstverband dat van de werkgever (geen onredelijke) inspanningen gevergd worden door het UWV.

De aanstelling kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De ketenregeling geldt niet omdat noch de ARH (artikel 1:2, sub c ARH), noch het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:615 BW) van toepassing is.

Bij besluit van 23 januari 2019 (registratienummer: D2019000899) door college van burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten is vastgesteld dat nu de AOW-gerechtigde leeftijd stapsgewijs wordt verhoogd de aanstelling van een buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand in het jaar van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd één keer verlengd worden met ten hoogste 5 jaar. De aanstelling eindigt van rechtswege. De verlenging van de aanstelling betreft de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand die in het jaar van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd in dienst is bij de gemeente Rijssen-Holten.

Bij het benoemen van een personeelslid of raadslid (dan wel andere politieke ambtsdrager) tot buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand is het raadzaam de benoeming te beperken tot de periode waarin het (politieke) ambt wordt vervuld.

Artikel 3 Salaris

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor de bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt een salaris uitbetaald, die wordt verhoogd met percentages die tot 1 januari 2017 onder een andere naam in de ARH geregeld waren: de vakantietoelage, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 6:3, en de eindejaarsuitkering, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 3:18a.

Bij besluit van 5 maart 2009 (registratienummer: D2009002420) door college van burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten is vastgesteld dat het salaris van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt verhoogd met één uur. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand ontvangt per 1 juli 2009 een salaris gelijk aan viermaal (i.p.v. driemaal) het uurloon behorende bij de hoogste periodiek van salarisschaal 8.

Lokaal kunnen salaristoelagen worden toegekend. Hierbij kan gedacht worden aan een toelage voor het voltrekken van een huwelijk op bijzondere tijden of dagen, zoals een zon- of feestdag.

Artikel 4 Vakantie

In 2006 heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat een werkgever de wettelijke vakantiedagen van een medewerker niet mag afkopen. LOGA-partijen hebben er daarom voor gekozen om de afkoop van vakantie met ingang van 2018 niet meer op te nemen in de Voorbeeld

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vakantie moet in overeenstemming met de werkgever opgenomen worden, hetgeen in de praktijk betekent dat de buitengewoon ambtenaar gedurende die vakantieperiode niet ingeroosterd kan worden voor het voltrekken van een huwelijk.

Per voltrokken huwelijk (gelijkgesteld aan 4 uur) wordt 0,34 uur vakantie opgebouwd. Dat aantal is gebaseerd op het vakantierecht van 158 uren per 1836 gewerkte uren van een ‘gewone’ gemeenteambtenaar.

Artikel 5 Aanspraken bij ziekte

De regeling verklaart de ARH van Rijssen-Holten op het punt van doorbetaling van salaris en toegekende salaristoelagen bij ziekte van toepassing op de buitengewoon ambtenaar. Deze regel geldt ongeacht de leeftijd van de buitengewoon ambtenaar en geldt ook voor de buitengewoon ambtenaar ouder dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

In lid 3 is bepaald welke dag als eerste ziektedag geldt, aangezien de buitengewoon ambtenaar niet per definitie direct bij aanvang van het ziekteverzuim salaris en salaristoelagen doorbetaald dient te krijgen, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest. In de praktijk zal het overigens niet altijd duidelijk zijn of en wanneer de eerste ziektedag valt en daarmee op welk moment de doorbetaling ingaat, bijvoorbeeld omdat een rooster ontbreekt en de buitengewoon ambtenaren zelf voor vervanging zorgdragen. Men zou in dat geval een vaste termijn van 14 dagen of een maand na ziekmelding kunnen afspreken als zijnde de (fictieve) eerste ziektedag, afhankelijk van de regelmaat waarmee de buitengewoon ambtenaar werkzaamheden verricht. Nadere regels zullen op de lokale situatie toegesneden moeten worden. Ook het tijdstip van uitbetaling tijdens ziekte dient lokaal nader bepaald te worden (bijvoorbeeld per maand, per jaar, na herstel).

Binnen de gemeente Rijssen-Holten is een vaste termijn van een maand na ziekmelding afgesproken als zijnde de (fictieve) eerste ziektedag. Het tijdstip van uitbetalen van de doorbetaling van het salaris en (eventuele) toegekende salaristoelagen is bepaald op per maand achteraf.

De buitengewoon ambtenaar is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 6 van deze regeling is artikel 15:1d van de ARH op de buitengewoon ambtenaar van toepassing verklaard. Ook het artikel 7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de ARH is van toepassing verklaard op de buitengewoon ambtenaar.

Naast het recht op doorbetaling van salaris en salaristoelagen, staat de verplichting van werkgever en de buitengewoon ambtenaar (jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd) zich in te spannen tot re-integratie in het arbeidsproces, dit conform het verzuimprotocol van de gemeente Rijssen-Holten. Voor de buitengewoon ambtenaar die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt de re-integratieverplichting niet. In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De buitengewoon ambtenaar is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het huwelijk/geregistreerd partnerschap. Bovendien heeft de buitengewoon ambtenaar in de regel een hoofdfunctie van waaruit re-integratieverplichtingen bestaan. In de praktijk zal bezien moeten worden hoe, arbodienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot re-integratie van de gemeente ten aanzien van een zieke buitengewoon ambtenaar.

Artikel 6 Ontslag en schorsing

De buitengewoon ambtenaar wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 BW). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de buitengewoon ambtenaar, onder verwijzing naar de ARH.

Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. Artikel 8:2 lid 2 en artikel 8:2a ARH bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen.

Het dienstverband met een gepensioneerde is op grond van artikel 8:2a ARH eenvoudig te beëindigen.

Artikel 7 Overige rechten en verplichtingen

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de ARH worden hier voor een groot gedeelte ook op de buitengewoon ambtenaar van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de ARH. Enkele opmerkingen hierover:

De eed of belofte is niet van toepassing verklaard op de buitengewoon ambtenaar omdat eedaflegging reeds op grond van het Burgerlijk Wetboek verplicht is.

De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond

‘onbekwaamheid/ongeschiktheid anders dan’ aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een aanstelling te verlenen.

De vergoeding van kosten bij dienstreizen is niet van toepassing binnen de gemeente Rijssen-Holten.

De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf. Gemeenten kunnen bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de buitengewoon ambtenaar. Ook valt hieronder de buitengewoon ambtenaar die slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.

Artikel 7a Attentieregeling medewerkers Rijssen -Holten (thans geldende regeling: ‘Attentieregeling medewerkers Rijssen-Holten 2016’)

De artikelen met betrekking tot jubileum gemeentedienst (thans artikel 3), eervol ontslag (thans artikel 5), huwelijk, geregistreerd partnerschap of jubileum daarvan (thans artikel 8), geboorte en adoptie (thans artikel 9), ziekte (thans artikel 10), overlijden medewerker (thans artikel 11), bijeenkomsten (thans artikel 12 tweede lid), werkkostenregeling (thans artikel 14) en onvoorziene gevallen (thans artikel 15) van de vigerende Attentieregeling medewerkers Rijssen-Holten 2016 zijn van overeenkomstige toepassing.

Aanvullende informatie over pensioenopbouw

Aanvullende informatie (overgenomen vanuit de Ledenbrief van het CvA op 31 oktober 2017- Lbr. 17/061):

‘Een buitengewoon ambtenaar wordt betaald per huwelijk. Een werknemer die per dienstverrichting wordt beloond, is geen overheidswerknemer in de zin van de Wet privatisering ABP. Dit volgt uit artikel 1 sub b van de Regeling beperking van het zijn van overheidswerknemer in de zin van de Wet privatisering ABP. De buitengewoon ambtenaar die incidenteel een huwelijk sluit, is op basis daarvan geen overheidswerknemer en daardoor geen verplichte deelnemer bij ABP. Dit is anders indien de buitengewoon ambtenaar voortdurend diensten verricht’.

Aanvullende informatie (overgenomen vanuit de Ledenbrief van het CvA op 19 juni 2007- Lbr. 07/065):

‘De buitengewoon ambtenaar is in beginsel verplicht deelnemer aan de pensioenverzekeringen volgens het pensioenreglement ABP. De lijn van het ABP luidt dat degene die met zekere regelmaat als buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand functioneert overheidswerknemer is in de zin van de Wet privatisering ABP. Als richtlijn kan door de gemeente gehanteerd worden het sluiten van ten minste tien huwelijken per jaar. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand die zeer incidenteel een huwelijk voltrekt kan geschaard worden onder de uitzonderingsbepaling (artikel 2, tweede lid, onderdeel j van de Regeling beperking van het zijn van overheidswerknemer in de zin van de Wet privatisering ABP)’.

Op basis van bovenstaande informatie uit de ledenbrieven van 2007 en 2017 is aanvullende informatie opgevraagd bij het informatiecentrum van de VNG over de al dan niet verplichte pensioendeelname van de buitengewoon ambtenaar. Aanvullende informatie van de VNG d.d. 11 december 2017 en 15 december 2017 luidt als volgt:

Informatie VNG 11 december 2017:

‘De lijn van 10 huwelijken per jaar was destijds door ABP aangegeven. Deze hanteert ABP niet meer. De tekst uit de brief van 2017 is afgestemd met ABP. In beginsel dus geen pensioenopbouw omdat er sprake is van incidentele dienstverrichting. Behalve als er sprake is van 'voortdurende 'diensten. Een andere invulling is hier niet van gegeven’.

Aanvullende informatie 15 december 2017:

‘Er zijn geen specifieke richtlijnen hiervoor gegeven. Er is dus geen sluitend antwoord over wat incidenteel en wat voortdurend is. De VNG adviseert als de buitengewoon ambtenaar al pensioen opbouwt bij het ABP dit voort te laten duren. Ook als het 'vaste’ buitengewone ambtenaren burgerlijke stand zijn. Verder wordt geadviseerd om de tijdelijk aangestelde buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand die zeer beperkt huwelijken of geregistreerd partnerschap voltrekt geen pensioen op te laten bouwen’.