Regeling vervallen per 11-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2013

Geldend van 11-01-2014 t/m 10-01-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2013

De raad van de gemeente Roerdalen heeft:

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2012;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

in de openbare vergadering van 20 december 2012 het volgende besluit genomen:

Besluit:

vast te stellen de “Verordening op de heffing en de invordering van leges 2013” (Legesverordening 2013).

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalendermaand tot en met de laatste dag in de kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalenderjaar tot en met de laatste dag in het kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • b.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • c.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo;

Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven middels een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges, voor een in de tarieventabel omschreven dienst, wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving, die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • a.

      onderdeel 1.1.5. (akten burgerlijke stand);

    • b.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • c.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • d.

      onderdeel 1.4.5. (papieren verstrekking uit de gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens);

    • e.

      hoofdstuk 5 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • f.

      onderdeel 1.8.2. (verklaring omtrent het gedrag);

    • g.

      hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12. Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening “Legesverordening 2012” van 15 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:

    • a.

      die zich voor die datum hebben voorgedaan;

    • b.

      waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2012.
De gemeenteraad van Roerdalen,
De griffier, de voorzitter,
R.J.J. Notermans drs. C.A.M. Hanselaar – van Loevezijn

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2013

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2013

Toelichting op de legesverordening 2013

Algemeen.

De kostprijsberekening voor de leges is geactualiseerd voor de onderbouwing van de legestarieven 2013. Zie bijlage 10 van dit raadsvoorstel. De uurtarieven wijzigen niet in 2013. Daardoor blijft het aantal wijzigingen in de tarieven heel beperkt.

De kostendekkendheid van de totale legesverordening 2013 bedraagt bijna 87 %

De totale opbrengst van de leges inclusief de voorgestelde tariefaanpassingen wordt geraamd op € 512.000. Dit bedrag is € 80.900 lager dan het totaal van de diverse legesposten opgenomen in de begroting 2013. Het verschil wordt voor 99% veroorzaakt door verdere daling van het aantal bouwvergunningen. In de najaarsnota is hier melding van gemaakt.

Bij de omgevingsvergunningen zien we een daling van de kostendekkendheid van 89% vorig jaar naar 79 %. Er worden goedkopere vergunningen aangevraagd omdat er minder in de bouw wordt geïnvesteerd. De legessystematiek is zodanig dat bij lagere bouwsommen de tarieven niet geheel kostendekkend zijn en dat bij hogere bouwsommen de legesbedragen meer dan kostendekkend zijn. Dit is kruissubsidiëring het hoger stellen van tarieven van leges voor sommige diensten om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. Daarnaast kan bij de tariefstelling uitdrukking worden gegeven aan het profijtbeginsel. Dat is een beleidsmatige afweging. De toets of de kostendekkendheid niet wordt overschreden wordt gedaan op het niveau van het totale hoofdstuk omgevingsrecht en dus niet op productniveau.

MER en leges omgevingsvergunningen.

In 2013 gaat de samenwerking op het gebied van Vergunningen Toezicht en Handhaving tussen de gemeenten Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen van start. De drie gemeenten zullen in de eerste helft van 2013 een gezamenlijke legesverordening aan de respectievelijke Gemeenteraden gaan voorleggen. In afwachting van dit voorstel wordt nu voorgesteld om de tarieven voor de omgevingsvergunningen behoudens enkele met name nog te noemen uitzonderingen niet te wijzigingen. De afzonderlijke gemeenteraden blijven zelfstandig bevoegd ten aanzien van de tariefstelling.

Een kostendekkendheid van 100% in leges wordt niet gehaald omdat er eerder door uw raad een bestuurlijke afweging is gemaakt om op onderdelen van de legesverordening geen kostendekkende tarieven te hanteren. Dit zijn de onderdelen:

Titel 2.3. Bouwleges en overige vergunningen.

Titel 3.1. Horeca;

Titel 3.2 Evenementen en markten;

Titel 3.5. Overige vergunningen Algemene Plaatselijke Verordening.

Ook voor 2013 is dit het uitgangspunt geweest om op deze onderdelen geen kostendekkende tarieven voor te stellen.

Voor de verdere toelichting op de legestarieven 2013 wordt verwezen naar de bijlagen:

ad. 8. Verordening leges 2013 met tarieventabel.

ad. 9. Overzicht tarieven leges 2012 en 2013.

ad. 10. Kostprijsberekening leges 2013.

We stellen voor de legestarieven 2013 vast te stellen conform de verordening en de legestarieventabel 2013

Specifieke toelichting legesverordening.

Verordening op de heffing en invordering van leges

De legesverordening 2013, zoals die voorligt, bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf waarin de formele materiële bepalingen zijn opgenomen en de tarieventabel waarin de legessoorten met de omschrijving van de belastbare feiten, de heffingsmaatstaven en de tarieven zijn benoemd.

Door de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de invoering van Europese dienstenrichtlijn is de tarieventabel sinds 2010 opgedeeld in 3 titels met diverse hoofdstukken.

Kruissubsidiëring en profijtbeginsel

De mogelijkheden tot kruissubsidiëring zijn sinds de komst van de Wabo en de Europese Diensten Richtlijn (EDR) beperkt. Onder kruissubsidiëring wordt verstaan: het hoger stellen van tarieven van leges voor sommige diensten om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. Daarnaast kan bij de tariefstelling uitdrukking worden gegeven aan het profijtbeginsel. Dat is een beleidsmatige afweging.

Uitgangspunten berekening kostendekkendheid en tarieven legessoorten

Voor de berekening van de legestarieven 2013 evenals het bepalen van de mate van kostendekkendheid zijn een aantal zaken in acht genomen. Zo zijn de kosten per aanvraag inzichtelijk gemaakt door de tijdsbesteding van een aanvraag te vermenigvuldigen met de kostprijs per medewerker. Verder is bij de diverse vakafdelingen waar dienstverlenende activiteiten/handelingen plaatsvinden geïnformeerd naar de gemiddelde tijdsbesteding per afzonderlijke activiteit/handeling.

Uurtarieven.

Voor de binnendienst geldt een laag- en een hoog tarief. Het laag tarief ( tot en met schaal 7) bedraagt voor 2013 op uurbasis € 67,00 en het hoogtarief € 94,00.

Voor de buitendienst is een uurtarief van € 62,00 berekend.

De kosten per aanvraag zijn gerelateerd aan werkelijke aantallen van het jaar 2011. Relevante wijzigingen in de aantallen zijn tot augustus 2012 meegenomen.

De kostendekkendheid is per afzonderlijk hoofdstuk en titel berekend. Hierbij is eveneens de kostendekkendheid van de gehele legestarieventabel bepaald.

Niet alle legestarieven zijn opgenomen in de kostprijsberekening.

De in de tarieventabel voorkomende tarieven die geen wijziging hebben ondergaan zijn tarieven waarvan in de praktijk nagenoeg geen aanvragen worden gedaan maar die toch in de tarieventabel moeten blijven.

Relevante wijzigingen ten opzichte van de legestarieventabel 2012.

Onderstaand een beschrijving van de belangrijkste wijzigingen in de legestarieventabel 2013 ten opzichte van de legestarieventabel 2012.

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

De Rijksministerraad heeft ingestemd met de nieuwe bedragen voor 2013. Het Besluit tot wijziging van het Besluit Paspoortgelden wordt ter advisering aan de Raad van State van het Koninkrijk voorgelegd. Na ontvangst van het advies wordt het wijzigingsbesluit paspoortgelden gepubliceerd in het Staatsblad en zijn de bedragen definitief. Dit traject zal naar verwachting eind december zijn afgerond. De kans dat deze bedragen wijzigen, naar aanleiding van het advies van de Raad van State van het Koninkrijk, is gering.

In dit voorstel is uitgegaan van de conceptbedragen van het rijk.

Het tarief voor een paspoort stijgt voor 2013 van € 45,00 naar € 47,50 De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de stijging van de rijksleges.

Het tarief voor de jeugd Identiteitskaart stijgt met € 1,45 naar € 29,20 als gevolg van de verhoging van de rijksleges.

De kans dat de nog definitief vast te stellen tarieven 2013 nog gaan afwijken is gering. Mocht aanpassing toch noodzakelijk zijn dan kan het college op grond van artikel 10 van de legesverordening besluiten tot aanpassing van de tarieven. In artikel 10 van de legesverordening heeft de gemeenteraad onder beperkende voorwaarden zijn bevoegdheid gedeeltelijk overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 6 Bestuursstukken.

Omdat de bestuursstukken gratis via de website zijn te raadplegen wordt nog sporadisch gebruik gemaakt van de mogelijkheid om tegen betaling deze stukken op papier te ontvangen.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Leges sloopvergunningen.

Sinds 1 april 2012 is het Bouwbesluit 2012 van kracht. De bepalingen in de gemeentelijke bouwverordening over slopen vervallen. Op grond van het Bouwbesluit 2012 volstaat een sloopmelding. Hierdoor kunnen de tariefbepalingen in de legesverordening die op dit slopen betrekking hebben vervallen. Bij de sloopmelding op grond van het Bouwbesluit 2012 volstaat in de meeste gevallen een ontvangstbevestiging. Legesheffing is niet mogelijk, ook niet als het bevoegd gezag nadere voorschriften oplegt. Er is geen sprake van dienstverlening. In een drietal situaties blijft een omgevingsvergunning voor het slopen nodig. In deze gevallen blijft de legesheffing gehandhaafd.

Een omgevingsvergunning blijft vereist voor het slopen van een bouwwerk:

  • -

    dat een monument is;

  • -

    dat staat in een beschermd stads- of dorpsgezicht;

  • -

    als dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald.

Voor het in behandeling nemen van aanvragen voor deze omgevingsvergunningen wijzigt de legesheffing dus niet.

Buitenplanse afwijking bestemmingplan.

Bij de vaststelling van de eerste wijziging van de legesverordening 2012 heeft de raad een amendement ingediend waarbij leges t.b.v. afwijken bestemmingsplan voor evenementen op nihil zijn gezet. Gelet op de tekstuele toelichting van het amendement is per abuis ook de afwijkingsprocedure voor bouwen op nihil gezet. Om dit te corrigeren is het legesbedrag ad € 376,00 opnieuw in artikel 2.3.3.2.1 toegevoegd per 1-1-2013.

Conceptaanvragen projectbesluit/postzegelplan, Titel 2, hoofdstuk 2.

Op jaarbasis ontvangt de gemeente circa 20-25 conceptaanvragen ter beoordeling van aanvragen om een projectbesluit/postzegelplan. De gemeente brengt hiervoor geen kosten in rekening. De beoordeling vergt in voorkomende gevallen veel ambtelijke deskundigheid en dus veel tijd. Bovendien moet die tijd ook worden besteed aan op het eerste oog minder serieuze conceptaanvragen. Daarom is het voorstel een legesbedrag te heffen ter dekking van de ambtelijke uren. Bijkomend voordeel is dat hierdoor een drempel ontstaat, waardoor alleen serieuze conceptaanvragen worden ingediend. Als legesbedrag wordt voorgesteld  € 376,--, zijnde het bedrag dat vergelijkbaar is met de behandeling van een ontheffing op grond van de Wabo. Uit ervaringscijfers blijkt dat circa 1 op de 4 aanvragers overgaat tot het indienen van een aanvraag om projectbesluit/postzegelplan.  Indien de aanvrager dat doet binnen 6 maanden na het besluit op de beoordeling van de conceptaanvraag, kan een verzoek worden ingediend om teruggaaf van de leges voor de beoordeling van de conceptaanvraag.

Leges bij start en gereed melding bouw/sloopwerkzaamheden Titel 2, hoofdstuk 3 vanaf bepaling 2.3.1.1.8

Van een aanzienlijk deel van de verleende vergunningen wordt door de burger niet het start- en gereedkomen van de bouw- en sloopactiviteiten aan de gemeente gemeld. Dit brengt veel extra werk met zich mee bij de controle van de activiteiten.

Inzicht in start- en gereed melding is een verplichting die is opgenomen in de bouwverordening van de gemeente Roerdalen en draagt bij aan een efficiënt gemeentelijk werkproces.

Om te voldoen aan de wet en om werkprocessen beter op elkaar af te stemmen wordt voorgesteld een “statiegeld” te heffen.

Bij de verlening van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en slopen zullen twee kaartjes worden verstrekt waarmee de vergunninghouder op eenvoudige wijze de aanvang of het gereedkomen aan de gemeente kan melden. Doet men dit, dan ontvangt men € 50,-- terug voor de startmelding en € 50,-- terug voor de gereed melding. Tegelijkertijd zullen de bouw- en sloopleges met € 100,- worden verhoogd. Via deze methode, succesvol gebleken in bijvoorbeeld de gemeente Haren, wordt een aanzienlijke verbetering verwacht in het controlewerk. Ook de taxatiewerkzaamheden worden dan efficiënter.

MER.

De problematiek speelt ook in Echt-Susteren en Maasgouw. Deze gemeenten zijn voornemens een identiek voorstel aan te nemen.

Om de statiegeldregeling in te voeren zal de legesverordening aangepast moeten worden door een afzonderlijk tarief op te nemen voor het “statiegeld” en deze ook afzonderlijk op de legesnota te vermelden. De nieuwe bepaling is opgenomen in artikel 2.3.1.1.8.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Met ingang van 1 januari 2013 treedt de nieuwe gewijzigde Drank- en Horecawet in werking. Een van de wijzigingen is dat voor nieuwe leidinggevenden, die op de vergunning geplaatst moeten worden, nog slechts een melding is vereist (art. 30a, eerste lid). Vanaf het moment dat de vergunninghouder beschikt over een ontvangstbevestiging van deze melding kan de leidinggevende zijn of haar taken opnemen. De aangemelde nieuwe leidinggevende zal door de gemeente worden getoetst aan alle wettelijke eisen die worden gesteld. Mocht betrokkene niet aan de eisen voldoen, dan mag hij/zij vanaf het moment dat de vergunninghouder daarover uitsluitsel heeft gekregen, niet meer optreden als leidinggevende.

Uw raad heeft in 2010 besloten om ingaande 2011 bij wijziging van de leidinggevende een niet kostendekkend tarief vast te stellen.

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

De inkomsten op dit hoofdstuk zijn nihil omdat de vergunningen gratis worden verstrekt. Alleen voor een heel groot evenement (klasse A) is een tarief opgenomen van € 910,00