Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de Commissie Beeldkwaliteit

Geldend van 02-03-2012 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de Commissie Beeldkwaliteit

Hoofdstuk I

Algemene bepalingen.

Artikel 1. Begripsbepalingen.

a. college: het college van burgemeenster en wethouders

b. commissie: de Commissie Beeldkwaliteit;

c. Wabo: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

d. Monumentenverordening: de Monumenten- en Archeologieverordening 2011;

e. Verordening op de Begraafplaatsen: de Verordening op de Begraafplaatsen 1992;

f. Bouwverordening: de Bouwverordening Roermond;

g. aanvrager: de indiener van een verzoek om vergunning, ontheffing of

toestemming voor een onderwerp, dan wel een kennisgeving (melding) van een voornemen, waartoe burgemeester en wethouders een advies inwinnen.

h. architect: een architect ingeschreven als bedoeld in de Wet op de Architectentitel.

i. stedenbouwkundige: een stedenbouwkundige ingeschreven als bedoeld in de Wet op de Architectentitel.

j. landschapsarchitect: een landschapsarchitect ingeschreven als bedoeld in de Wet op de Architectentitel.

Hoofdstuk II

De Commissie Beeldkwaliteit.

Artikel 2

Er is een commissie die het college op verzoek van advies dient omtrent aangelegenheden die betrekking hebben op de aanvragen om vergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.

Hoofdstuk III

De samenstelling van de commissie.

Artikel 3

  • 1. De commissie bestaat uit maximaal negen leden en is als volgt samengesteld:

    • a. 3 leden gekwalificeerd als architect;

      b. 1 lid gekwalificeerd als architectuur-historicus;

      c. 1 lid gekwalificeerd als restauratiedeskundige;

      d. 1 lid als leken-lid;

      e. 1 lid gekwalificeerd als stedenbouwkundige;

      f. 1 lid gekwalificeerd als landschapsarchitect;

      g. 1 lid gekwalificeerd als landbouwdeskundige.

  • 2. De gemeenteraad benoemt en ontslaat, gehoord de betrokken raadscommissie, op voorstel van het college, de voorzitter en de overige leden van de commissie;

  • 3. De bevoegdheid van de gemeenteraad onder lid 2 is gedelegeerd aan het college;

  • 4. De leden van de commissie zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur. Zij mogen in ieder geval niet tevens zijn: lid van de gemeenteraad, lid van het college, ambtenaar van de gemeente Roermond en voorts geen nevenfuncties vervullen waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede invulling van het lidmaatschap;

  • 5. De leden van de commissie treden na verloop van een periode van 3 jaar af. Zij zijn éénmaal onmiddellijk herbenoembaar tot in totaal een maximale zittingsduur van 6 jaar. Een lid dat ter opvulling van een - anders dan tengevolge van een periodieke aftreding - opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden;

  • 6. Het college kan een tijdelijke voorziening treffen in het belang van de continuïteit van de samenstelling van de commissie;

  • 7. De selectie en benoeming van leden vindt plaats op basis van een vastgestelde selectie- en benoemingsprocedure.

Artikel 4

  • 1. het college wijst een of meer personen aan als secretaris van de commissie;

  • 2. Het secretariaat van de commissie is ondergebracht bij de sector Ruimte.

Artikel 5

  • Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

    a.door te verlenen ontslag op verzoek van een commissielid;

    b.zodra het betreffende lid niet langer is gekwalificeerd in de discipline waarin hij is benoemd;

    c.na afloop van de zittingsperiode;

    d.door te verlenen ontslag indien daartoe dringende redenen aanwezig zijn.

Hoofdstuk IV

Taakveld van de Commissie.

Artikel 6

  • 1.

    De commissie adviseert met betrekking tot de aan het college opgedragen besluitvorming als bedoeld in:

  • a. artikel 2.10, lid 1, onder a van de Wabo;

  • b. artikel 11, lid 2 van de Monumentenwet 1988;

  • c. artikel 7 van de Monumentenverordening;

  • d. de Algemene Plaatselijke Verordening, voorzover het betreft het voldoen aan redelijke eisen van welstand danwel het schaden van het uiterlijk aanzien van de gemeente in deze verordening vereist;

  • e. Verordening op de Begraafplaatsen, voorzover het betreft het uiterlijk aanzien van grafbedekking en omtrent grafbedekkingen met een opvallende kwaliteit in deze verordening vereist.

    f. de Structuurvisie kwaliteitsbijdrage gemeente Roermond, paragraaf 3.7.

  • 2.

    Desgevraagd brengt de commissie in bezwaar- en beroepsprocedures in heroverweging advies uit.

Artikel 7

De commissie baseert haar advies op de in de Nota Beeldkwaliteitomschreven criteria en de Structuurvisie kwaliteitsbijdrage gemeente Roermond.

Artikel 8 Termijn van advisering bij de bouwaanvraag

  • a. De commissie dan wel een namens haar gemandateerd lid is bij de beoordeling van omgevingsverguningplichtige bouwwwerken gebonden aan de in artikel 10 genoemde termijnen voor het uitbrengen van advies.

  • b. Binnen de in artikel 10 genoemde termijnen voor het uitbrengen van advies kan de commissie dan wel het namens haar gemandateerde lid het advies aanhouden indien meer informatie of een toelichting van de ontwerper wenselijk is.

Artikel 9 Overschrijding van de termijn

Indien de commissie dan wel het namens haar gemandateerde lid niet binnen de in artikel 10 gestelde termijn tot een advies komt, beoordeelt het college zelf of wordt voldaan aan de in de Nota Beeldkwaliteit genoemde voorwaarden.

Artikel 10

  • 1.

    De commissie brengt advies uit over de aan de commissie voorgelegde omgevingsverguningplichtige bouwwerkenbinnen twee weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht en de aanvraag voldoende beoordeelbaar is.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college op grond van artikel 3.9 van de Wabo voor het uitbrengen van advies door de commissie een langere termijn toestaan.

Artikel 11

  • 1.

    Een advies van de commissie moet door een meerderheid van haar leden gedragen worden.

  • 2.

    Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. Indien de beslissing tot stand is gekomen vanwege de stem van de voorzitter wordt in het advies het gevoelen van de tegenstanders op hun verzoek mede opgenomen.

Artikel 12 Inhoud van het advies

  • 1. Het advies geeft aan of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of een standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, al dan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand uitsluitend te beoordelen aan de hand van de criteria zoals opgenomen in de Nota Beeldkwaliteit. Het advies kan worden gecombineerd met suggesties.

  • 2. Het advies is niet gericht op zaken die geen betrekking hebben op het beeldkwaliteitstoezicht.

  • 3. Het advies mag nooit zodanig zijn geformuleerd dat één der betrokkenen zich daardoor beledigd of in goede naam of eer aangetast kan voelen.

  • 4. Een advies van de commissie in het kader van de Structuurvisie kwaliteitsbijdrage gemeente Roermond heeft betrekking op de inhoud, de omvang en de inpassing van de kwaliteitsverbetering. De commissie toetst daarbij ook of de kwaliteitsverbetering voldoende is in relatie tot de "rode" ontwikkeling. De wenselijkheid en aanvaardbaarheid van de "rode" ontwikkeling wordt niet getoetst door de commissie.

Artikel 13 Conclusie van het advies

Het advies kan de volgende conclusies hebben:

1. Akkoord: Het plan voldoet naar mening van de commissie volgens de van toepassing zijnde criteria aan redelijke eisen van welstand. Dit advies kan worden gecombineerd met suggesties om het plan op een (nog) hoger niveau te tillen. Deze suggesties zijn vrijblijvend en staan duidelijk los van de conclusie van het advies zelf.

2. Akkoord onder de voorwaarden (dat wordt voldaan aan de opmerkingen): Het plan voldoet naar mening van de commissie volgens de van toepassing zijnde criteria aan redelijke eisen van welstand, mits het op ondergeschikte punten wordt aangepast. Deze punten worden ondubbelzinnig genotuleerd of op de tekening aangegeven.

3. Niet akkoord: Het plan voldoet naar mening van de commissie volgens de van toepassing zijnde criteria niet aan redelijke eisen van welstand. Dit betekent dat ingrijpende wijzigingen in het planconcept of de uitwerking van het ontwerp noodzakelijk zijn.

Hoofdstuk V

Mandatering.

Artikel 14

De commissie is bevoegd de advisering te mandateren aan één van haar leden of aan een subcommissie.

Hoofdstuk VI

Van de orde van de vergadering.

Artikel 15

De commissie stelt met in achtneming van deze verordening een Reglement van Orde voor zijn vergaderingen vast.

Het Reglement van Orde, alsmede de wijziging daarvan behoeft de goedkeuring van het college.

Artikel 16

  • 1.

    Aan een vergadering wordt overeenkomstig het Reglement van Orde een rooster van deelneming wordt opgesteld;

  • 2.

    Indien het advies betreft aanvragen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder ben c is in elk geval een van de leden als bedoeld in artikel 3, onder b en c vertegenwoordigd.

Artikel 17

  • 1.

    De commissie vergadert tenminste eenmaal per twee weken volgens een door de commissie vast te stellen schema.

  • 2.

    De voorzitter is bevoegd tot het bijeenroepen van vergaderingen buiten het schema indien naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden daartoe noodzaken.

Hoofdstuk VII

Van de beraadslagingen.

Artikel 18

De commissie beraadslaagt in het openbaar. Onder beraadslaging wordt tevens begrepen het horen van de aanvrager. Indien de orde van de vergadering of het belang van de aanvrager dit vergt, kan de commissie besluiten achter gesloten deuren te vergaderen.

Artikel 19

Indien de aanvrager bij het indienen van de aanvraag daarom heeft verzocht, wordt deze door of namens de commissie in staat gesteld zijn aanvraag nader toe te lichten.

Hoofdstuk VIII

Secretariaat.

Artikel 20

De secretaris draagt zorg voor:

  • 1.

    De verslaglegging van de commissievergaderingen.

  • 2.

    De dagtekening van alle correspondentie uitgaande van de commissie.

  • 3.

    Alle maatregelen nodig voor het goed functioneren van de commissie.

  • 4.

    Samenstelling van de jaarlijkse rapportage door het college ex artikel 12c van de Woningwet.

Hoofdstuk IX

Onverenigbaarheid.

Artikel 21

Ten aanzien van aanvragen waarbij een onderwerp aan de orde is waarbij leden van de commissie rechtstreeks of zijdelings zijn betrokken of betrokken zijn geweest, nemen de betreffende leden niet deel aan de beraadslaging en de stemming met betrekking tot het uit te brengen advies.

Hoofdstuk X

Vergoedingen

Artikel 22

Voor het bijwonen van de vergaderingen alsmede de in dat verband te maken reiskosten stelt het college op basis van de richtlijn van de BNA een vergoeding vast.

Hoofdstuk XI

Slot- en overgangsbepalingen.

Artikel 23

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt.

  • 2.

    Op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening wordt de "Verordening op de Commissie Beeldkwaliteit 2008", vastgesteld bij raadsbesluit van 14 februari 2008, ingetrokken.

Artikel 24

Deze verordening kan worden aangehaald als "de Verordening Beeldkwaliteit".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 juni 2010

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,