Regeling vervallen per 01-01-2021

Non-formele educatie Midden-Limburg

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2020

Intitulé

Non-formele educatie Midden-Limburg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;

Besluit:

Vast te stellen de beleidsregel Non-formele educatie Midden-Limburg

Beleid:

Het coalitieakkoord van de gemeente Roermond.

De jaarlijks door de Raad vastgestelde begroting van de gemeente Roermond.

‘Regionaal Programma Volwasseneneducatie 2018-2020’

Doelstelling:

Het doel van de 7 gemeenten in Midden-Limburg is om gezamenlijk met partners activiteiten te ontwikkelen ter verbetering van taal- en rekenvaardigheden (waaronder digitale vaardigheden) van inwoners uit Midden-Limburg.

Subsidiegrondslag:

Algemene Subsidieverordening Roermond 2008. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 van de Algemene subsidieverordening is deze beleidsregel ook van toepassing op organisaties die werkzaam zijn voor de inwoners van de arbeidsmarktregio Midden Limburg.

Subsidiecriteria:

  • 1.

    De voorgenomen activiteiten moeten naar het oordeel van het college bijdragen aan de doelstellingen zoals geformuleerd in het ‘Regionaal Programma Volwasseneneducatie 2018-2020’.

  • 2.

    Het taalaanbod wordt aangeboden aan een mix van de volgende doelgroepen, conform beschrijving in het Regionaal Programma:

    • -

      Laaggeletterde werkzoekenden die in het kader van de Participatiewet en de Wet Taaleis het taalniveau 1F dienen te behalen;

    • -

      Laaggeletterde ouders/verzorgers van jonge kinderen;

    • -

      Laaggeletterden in de schuldhulpverlening;

    • -

      Laaggeletterde ouderen die zelfstandig wonen.

    • -

      Alle burgers die niet tot de bovenvermelde categorieën horen, maar wel tot de doelgroep van de WEB behoren kunnen gebruik maken van het educatieaanbod

  • 3.

    De aanvragers van een subsidie voor het uitvoeren van taal- en rekeneducatie kunnen zijn:

    • -

      Taalaanbieders;

    • -

      Vrijwilligersorganisaties;

    • -

      Wijkgerichte- bewoners of belangenorganisaties;

    • -

      Professionele organisaties actief binnen één of meer maatschappelijke contexten.

  • 4.

    Een organisatie kan ten behoeve van de in artikel 1 en 2 genoemde doelstelling en doelgroepen een subsidie aanvragen voor de volgende activiteiten:

    • -

      Non-formele educatie: niet diplomagerichte taal- en rekeneducatie, maar wel gericht op deelaspecten van de eindtermen van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs.

      De kosten voor het organiseren van inloop, informatievoorziening en werving van deelnemers komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 5.

    Aanvragers kunnen bij de uitvoering van de werkzaamheden gebruik maken van zowel professionele docenten als vrijwilligers. Een combinatie van beide wordt gezien als een pré. Aanbieders dienen aan te geven welke onderwijsactiviteiten worden uitgevoerd door professionals en voor welke taken vrijwilligers worden ingezet. Aan de inzet van docenten zijn de volgende kwaliteitseisen verbonden:

    • -

      De aanbieder dient aan te tonen dat men werkt met wettelijk bevoegde docenten.

    • -

      Voor opleidingen ter bevordering van de Nederlandse taal zoals beschreven in deze beleidsregel dienen aanbieders aan te tonen welke specifieke vervolgopleidingen in dit kader zijn gevolgd door de betreffende docenten. Dit kan worden aangetoond door het bijsluiten van cv’s van docenten.

    • -

      De aanbieder dient aan te tonen dat in ieder geval een deel van de docenten ruime ervaring en aantoonbare deskundigheid in de volwasseneneducatie heeft gericht op de Nederlandse taal. Dit kan worden aangetoond door het bijsluiten van cv’s van docenten.

    • -

      De aanbieder dient aan te tonen dat er beleid is aangaande deskundigheidsbevordering en competentie-ontwikkeling van docenten.

  • 6.

    Bij de subsidieaanvraag wordt een activiteitenplan overgelegd waarin is opgenomen:

    • -

      Een opgave van de begindatum en de duur van de activiteit, minimale looptijd is 1 jaar;

    • -

      Een beschrijving van het aantal deelnemers in relatie tot de inzet van lesuren gedurende de activiteit.

    • -

      Een beschrijving van de doelstelling, doelgroep(en) en beoogde resultaten van het project;

    • -

      Een beschrijving van het aanbod dat aan deelnemers wordt gedaan; dit dient aan te sluiten bij de dagelijkse context van de bij lid 2 genoemde doelgroepen;

    • -

      Een beschrijving van het onderwijstraject in termen van aanmelding, intake, duur, intensiteit en einddoelen en de relatie daarvan met de wettelijke kaders (Standaarden en eindtermen volwasseneducatie en het Raamwerk Nederlands als tweede taal (NT2);

    • -

      En beschrijving van de wijze waarop zowel de kwantitatieve (minimum aantal deelnemers) als de kwalitatieve resultaten (verbeterd taalniveau) van het project worden geëvalueerd en vastgelegd (rapportage);

    • -

      Een beschrijving van de kennis en ervaring van de organisatie op het gebied van taaleducatie bij laaggeletterde volwassenen;

    • -

      Een beschrijving van de uitvoeringslocatie(s) van de beoogde activiteiten over Midden-Limburg;

    • -

      Een beschrijving van de inbedding van de organisatie in de regio Midden-Limburg, de kennis van de regionale sociale kaart en de samenwerking met overige taalaanbieders in Midden-Limburg;

    • -

      Een beschrijving van de structurele inbedding, overdraagbaarheid of verspreiding van de resultaten na afloop van de projectperiode.

  • 7.

    Het activiteitenplan, bedoeld in het zesde lid, gaat vergezeld van een uitgewerkte, met het activiteitenplan samenhangende gespecificeerde begroting en tijdsplanning.

    De begroting dient te zijn uitgewerkt op basis van de kosten per traject.

Soort subsidie:

Eenmalige subsidie.

Subsidiemethode:

  • 1.

    De subsidieaanvraag moet voldoen aan alle subsidiecriteria.

  • 2.

    Toekenning geschiedt op volgorde van ontvangst van een volledige aanvraag, de mate waarin voldaan wordt aan de regionale spreiding van de aangeboden voorziening en de mate waarin wordt samengewerkt met andere taalaanbieders in de regio Midden-Limburg. Het verdient aanbeveling om, indien mogelijk, een gezamenlijke subsidieaanvraag te doen.

  • 3.

    Het definitieve subsidieplafond voor de ‘Beleidsregel volwasseneneducatie Midden-Limburg 2018-2020’ wordt jaarlijks vastgesteld door de raad in de maand november van het jaar voorafgaand aan het desbetreffende subsidiejaar.

  • 4.

    Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2018 en eindigt op 31 december 2020, onder voorbehoud van toekenning van middelen door het Rijk aan Midden-Limburg in 2019 en 2020.

  • 5.

    Aanvragen dienen uiterlijk op 3 november 2017 ingediend te zijn. De subsidie zal worden verleend op basis van de aanvragen die op dat moment volledig zijn ingediend.

Voor deze stimuleringsregeling geldt een voorlopig subsidieplafond van €230.000,- voor 2018. In aanmerking voor subsidiëring komen de kosten voor het organiseren en uitvoeren van een aanbod aan taalactiviteiten gericht op verbetering van de Nederlandse taal- en rekenvaardigheden (waaronder digitale vaardigheden) van inwoners uit Midden-Limburg. Er geldt een minimum van € 50.000,- per aanvraag. Aan een organisatie wordt ten hoogste een bedrag van € 80.000 toegekend.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017.
Burgemeester en wethouders van Roermond,
De secretaris, mr. drs. J.J.Th.L. Geraedts
De burgemeester, M.J.D. Donders-de Leest