Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent subsidies Nadere subsidieregeling VVE Roermond 2018

Hoofdstuk 1 Subsidiecriteria

• 1.

  In deze nadere regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV 2008: Algemene Subsidieverordening Roermond 2008;

  • b.

    NJI: Nederlands Jeugd Instituut

  • c.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang als bedoeld in artikel 1.47b van de Wet kinderopvang waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke eisen;

  • d.

    peuter: een kind met een leeftijd vanaf 2 jaar tot het tijdstip waarop het kind kan deelnemen aan het basisonderwijs;

  • e.

    peuterwerk: de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van peuters;

  • f.

    peuterwerk met VVE: voor- en vroegschoolse educatie voor peuters, waarin aan de hand van een NJI erkend VVE-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • g.

    VVE-indicatie: door een consultatiebureau afgegeven (Voorschoolse- en Vroegschoolse Educatie) indicatie dat een peuter extra ondersteuning nodig heeft met betrekking tot bepaalde ontwikkelingsgebieden;

  • h.

    kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders/verzorgers, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • i.

    maximale uurprijs KOT: de maximum uurprijs voor de dagopvang als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit Kinderopvangtoeslag;

  • j.

    prijs per uur peuterwerk: het bedrag dat een aanbieder van peuterwerk per uur in rekening brengt;

  • k.

    ouderbijdragentabel: het overzicht in bijlage I van deze nadere subsidieregeling van de ouderbijdrage peuterwerk per inkomensgroep.

  • l.

    warme overdracht: een mondelinge overdracht van kind gegevens tussen professionals voor- en vroeg schoolse voorzieningen in aanwezigheid van de ouders/verzorgers, bij de overgang naar het basisonderwijs of vervangend onderwijs in aanvulling op de schriftelijke (koude) overdracht van de gegevens van het kind.

• 2.

  Subsidie kan worden verstrekt aan aanbieders voor het verzorgen van peuterwerk en aanbieders voor peuterwerk met VVE.

• 3.

  Subsidie wordt verstrekt aan de aanbieders van peuterwerk en peuterwerk met VVE die voldoen aan de kwaliteitseisen van:

  • a.

    de Wet kinderopvang, en

  • b.

    de notitie Voor- en Vroegschoolse Educatie Gemeente Roermond 2017-2021.

• 4.

  Subsidie ten behoeve van peuterwerk aan peuters met een VVE-indicatie wordt slechts verstrekt voor zover het peuterwerk wordt verzorgd op een locatie die in het LRK als VVE staat geregistreerd.

• 5.

  De subsidieaanvraag voor het jaar 2018 moet voor 1 mei 2018 worden ingediend op een daartoe vastgestelde aanvraagformulier en bevat een reële inschatting van het aantal uren te leveren peuterwerk / peuterwerk met VVE verdeeld in de volgende categorieën:

  • a.

    peuters waarvan de ouders/verzorgers kinderopvangtoeslag ontvangen;

  • b.

    peuters met een VVE-indicatie waarvan de ouders/verzorgers kinderopvangtoeslag ontvangen;

  • c.

    peuters waarvan de ouders/verzorgers geen kinderopvangtoeslag ontvangen,

  • d.

    peuters met een VVE-indicatie waarvan de ouders/verzorgers geen kinderopvangtoeslag ontvangen;

• 6.

  In aanvulling op het bepaalde onder 5 bevat een eerste aanvraag onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de ASV 2008:

  • a.

    indien de aanvrager geen statuten heeft een reglement;

  • b.

    de laatste jaarrekening en het laatste verslag van de activiteiten, en

  • c.

    een uittreksel van de Kamer van Koophandel.

• 7.

  De subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van peuters:

  • a.

    die ingeschreven staan in de gemeente Roermond, en

  • b.

    die maximaal 40 weken per jaar:

    • i.

      5 uur per week, gebruik maken van peuterwerk, of

    • ii.

      10 uur per week, gebruik maken van peuterwerk met VVE indien zij beschikken over een VVE-indicatie.

• 8.

  De subsidieontvanger verstrekt 15 april, 15 juli, 15 oktober en 15 januari een bezettingsoverzicht van het afgelopen kwartaal.

• 9.

  Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de ASV 2008 richt de subsidieontvanger een administratie in waarin de navolgende gegevens worden bijgehouden:

  • a.

    ondertekende overeenkomst tussen de ouder(s) en de aanbieder;

  • b.

    inkomensverklaringen van de ouder(s) en overige documenten op basis waarvan de toets niet-recht op kinderopvangtoeslag is uitgevoerd en de inschaling van de ouderbijdrage heeft plaatsgevonden;

  • c.

    naam, geboortedatum, en woonplaats van het kind waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • d.

    de namen, adres(sen) van ouder(s);

  • e.

    de startdatum van het peuterwerk;

  • f.

    de verwachte einddatum van het peuterwerk;

  • g.

    de aard van het peuterwerk (VVE of niet VVE);

  • h.

    de indicatiestelling van de peuter (op naam) door de GGD;

  • i.

    het aantal uren peuterwerk dat een peuter heeft gebruikt per maand;

  • j.

    het uurtarief en de ouderbijdrage.

• 10.

  Onverminderd het bepaalde in artikel 20 van de ASV 2008 wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie op een daartoe vastgestelde aanvraagformulier ingediend waarbij het inhoudelijke jaarverslag tevens een evaluatie bevat van:

  • a.

    uitvoering peuterwerk;

  • b.

    de uitvoering van het peuterwerk met VVE-programma;

  • c.

    de toeleiding van de VVE peuters;

  • d.

    de warme overdracht van peuters naar de basisschool.

• 11.

  De subsidie wordt slechts verstrekt voor zover de subsidieontvanger de subsidie in mindering brengt op het aan de ouders/verzorgers, van het door haar verzorgde peuterwerk of peuterwerk met VVE, gefactureerde bedrag.

• 12.

  Ter berekening van de onder 2 van de subsidiemethode bedoelde subsidie, is de subsidieontvanger verplicht van elke ouder/verzorger op te vragen de meeste recente:

  • a.

    inkomensverklaring;

  • b.

    aanslag inkomensbelasting in het geval een ouder/verzorger een eigen bedrijf heeft, of

  • c.

    uittreksel van de Kamer van Koophandel in het geval een ouder/verzorger een startende ondernemer is.

• 13.

  De subsidieontvanger is verplicht ouders/verzorgers die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag te verplichten de volgende informatie zo spoedig mogelijk door te geven:

  • a.

    wijzigingen in hun inkomen;

  • b.

    indien zij wel voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komen.