Regeling vervallen per 01-01-2024

Inspraakverordening

Geldend van 03-08-2009 t/m 31-12-2023

Intitulé

Inspraakverordening

De raad van de gemeente Roosendaal;

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal d.d.

6 mei 2009;

Gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de volgende:

Inspraakverordening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1. Elk bestuursorgaan kan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3. In elk geval wordt inspraak verleend op beleidsvoornemens betreffende de voorbereiding van een gemeentelijke structuurvisie en een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1. respectievelijk artikel 3.1. van de Wet ruimtelijke ordening.

  • 4. Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

    • g.

      ten aanzien van een bestemmingsplan dat ingevolge artikel 3.13 van de Wet ruimtelijke ordening uitsluitend dient ter inpassing van een onherroepelijk projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1. Het bestuursorgaan legt de stukken die betrekking hebben op het beleidsvoornemen en die redelijkerwijs nodig zijn voor de beoordeling daarvan voor een periode van zes weken ter inzage.

  • 2. Voorafgaand aan de terinzagelegging geeft het bestuursorgaan in een of meer dag -, nieuws -, of huis – aan – huisbladen, langs elektronische weg of op een andere geschikte wijze kennis van het beleidsvoornemen. Volstaan kan worden met het vermelden van de zakelijke inhoud.

  • 3. In de kennisgeving wordt vermeld:

    • a.

      waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen;

    • b.

      wie in de gelegenheid wordt gesteld om een inspraakreactie te geven;

    • c.

      op welke wijze dit kan geschieden.

  • 4. Inspraakgerechtigden kunnen bij het bestuursorgaan binnen de periode genoemd in lid 1 naar keuze schriftelijk of mondeling hun inspraakreactie over het beleidsvoornemen geven.

  • 5. De periode waarbinnen een inspraakreactie kan worden gegeven, vangt aan met ingang van de dag waarop de stukken die betrekking hebben op het beleidsvoornemen ter inzage zijn gelegd.

  • 6. Van een mondelinge inspraakreactie wordt een verslag gemaakt.

Artikel 5 Afwijkende inspraakprocedure

Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere dan de in artikel 4 aangegeven inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 6 Eindverslag

  • 1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de inspraakreacties die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze inspraakreacties, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

  • 2. De Inspraakverordening, vastgesteld op 24 november 2005, wordt ingetrokken.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening .

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 2009.

De griffier,

De voorzitter,