Regeling vervallen per 01-04-2024

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren

Geldend van 02-11-2015 t/m 31-03-2024

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren

De raad van de gemeente Roosendaal;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 april 2009;

gelet op het bepaalde in artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet, juncto artikel 108 van de Gemeentewet, juncto artikel 2.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende:

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren”.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • a. wet: de Telecommunicatiewet

  • b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

  • c. kabel: kabels zoals bedoeld in artikel 1.1 onder z van de wet;

  • d. leiding: koker of buis voor geleiding van vloeistof, gas of kabel;

  • e. net of netwerk: samenstel van ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en);

  • f. openbaar elektronisch communicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden als bedoeld in artikel 1.1 onder h van de wet;

  • g. openbaren (nuts)voorziening; netwerk dat geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt om (primaire)

    openbare diensten (gas, water, elektriciteit) aan te bieden

  • h. niet-openbare voorziening: kabels en leidingen die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden;

  • i. (huis)aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding dat een netwerk verbindt met een

    netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak of met een ander netwerk als bedoeld in artikel 2.2. onder k van de wet;

  • j. voorziening: onder- of bovengronds ondersteuningswerk of beschermingswerk, niet zijnde een kabel en leidingen, dat aangelegd wordt of is met het oogmerk deel uit te gaan maken van een netwerk;

  • k. aanbieder: degene die een elektronisch communicatienetwerk, alsmede openbare nutsvoorzieningen bouwt, exploiteert, beheert of beschikbaar stelt alsmede degene die in eigen naam en voor eigen rekening kabels ten dienste van een dergelijke netwerk aanlegt, instand houdt en opruimt.

  • l. Gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust conform artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht of artikel 5.2, lid 1 van de wet;

  • m. openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa

    van de wet;

  • n. werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

  • o. werkzaamheden van minder ingrijpende aard: werkzaamheden die qua aard of omvang beperkt zijn zoals het maken of wegnemen van een huisaansluiting van één individueel pand op een ringlijn, met een sleuflengte van maximaal 10 meter, een lasgat met een oppervlakte van maximaal 4 vierkante meter of een proefsleuf;

  • p. instemmingsbesluit: besluit van het college op een melding van voorgenomen werkzaamheden op grond van artikel 5.4 van de wet;

  • q. vergunning: besluit van het college op een melding van voorgenomen werkzaamheden op grond van artikel 2.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • r. melding: melding van werkzaamheden waarvoor geen instemmingsbesluit of vergunning benodigd is;

  • s. toestemming: goedkeuring van de uitvoering van gemelde werkzaamheden van minder ingrijpende aard;

  • t. storing: hinderlijke en terugkerende onderbreking in het functioneren van een netwerk;

  • u. calamiteit: een plotselinge onverwachte gebeurtenis waardoor een (groot) deel van het netwerk slecht of niet meer functioneert;

  • v. coördinator: de contactpersoon van de gemeente, die gemandateerd is door het college,inzake werkzaamheden of bevoegdheden krachtens deze verordening;

  • w. ambtenaar van dienst: de contactpersoon van de gemeente, die buiten kantoortijden bereikbaar is voor storingen en calamiteiten;

  • x. voorschriften: Voorschriften Werkzaamheden Ondergrondse Infrastructuren (VWOI).

  • y. infrastructuur: het totaal van ondergrondse en bovengrondse voorzieningen.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1. Deze verordening heeft betrekking op het aanleggen, in stand houden en opruimen van kabels en leidingen met bijkomende onder- en bovengrondse voorzieningen in of op openbare

    gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op:

    • ·

      bovengrondse infrastructuur, zoals trafohuisjes, schakel- en meterkasten;

    • ·

      ondergrondse infrastructuur, zoals kabels, leidingen en buizen

Hoofdstuk 2 Informatie-uitwisseling, planning en coördinatie

Artikel 3 Informatieplicht gemeente

Het college zal minimaal een maal per jaar aan de aanbieders een opgave verstrekken van de meest

actuele planningen van:

  • a.

    uitbreidingen en inbreidingen inclusief de daarbij behorende bovengrondse infrastructuur;

  • b.

    herstructureringsgebieden;

  • c.

    reconstructies aan het bestaande wegennet en onderhoudsprogramma’s wegbeheer, openbare verlichting of verkeersregelinstallaties;

  • d.

    rioolaanleg, -vernieuwing en –vervangingswerkzaamheden.

Artikel 4 Uitwisseling informatie

Het college nodigt regelmatig doch minstens eenmaal per jaar de aanbieders uit een opgave teverstrekken van de meest actuele planningen van de aanleg, vernieuwing of onderhoud aan ondergrondse en bovengrondse infrastructuurwerken.

Artikel 5 Jaarlijks en periodiek planning- en coördinatieoverleg

  • 1. Het college verplicht de aanbieders een maal per jaar deel te nemen aan een planningsoverleg;

  • 2. Ten behoeve van dat overleg zal het college de planningen zoals bedoeld in artikel 3 en 4 verspreiden onder de uit te nodigen deelnemers aan het overleg.

  • 3. In het overleg wordt getracht overeenstemming te bereiken over het zoveel mogelijk:

    • a.

      op de schaal van het gehele wegennet spreiden van de werkzaamheden over het jaar zodat het wegennet, de stad en de dorpskernen bruikbaar en bereikbaar blijven;

    • b.

      op de schaal van één tracé of straat gelijktijdig aanleggen, uitbreiden, vernieuwen, vervangen of verwijderen van de boven- en ondergrondse infrastructuur. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de noodzakelijke aanleg, vernieuwing of vervanging van het element met de kortste levensduur.

Hoofdstuk 3 Werkzaamheden openbare elektronische communicatienetwerken

Artikel 6 Instemmingsbesluit

Aanbieders die werkzaamheden willen verrichten ten behoeve van de aanleg, instandhouding of verwijdering van kabels of andere delen van onder- of bovengrondse infrastructuur ten dienste van die netwerken in of op openbare gronden dienen hiervoor op grond van artikel 5.4, eerste lid van de wet een instemmingsbesluit aan te vragen middels een vastgesteld digitaal meldingsformulier.

Artikel 7 Werkzaamheden van minder ingrijpende aard

  • 1. In afwijking van het bepaalde in het artikel 6 is voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard geen instemmingsbesluit benodigd mits hiervan door de aanbieder een melding wordt gedaan. Wel is toestemming vereist.

  • 2. Het college kan op verzoek voor de aanleg van huisaansluitingen een algemeeninstemmingsbesluit afgeven. Zij geven in dat besluit aan:

    • a.

      het onderdeel van het netwerk waarvoor het besluit geldt;

    • b.

      de looptijd van het besluit;

    • c.

      het gebied waarbinnen het besluit geldt;

    • d.

      de meldplicht van de aanbieder van alle werkzaamheden die hij met gebruikmaking van het algemeen instemmingsbesluit uitvoert.

Artikel 8 Storingen en calamiteiten

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 is voor werkzaamheden zoals het wegnemen van storingen en calamiteiten en andere plotseling, onvoorzien en onuitstelbaar te verrichten werkzaamheden aan delen van onder- of bovengrondse infrastructuur ten dienste van die netwerken geen instemmingsbesluit benodigd.

Hoofdstuk 4 Werkzaamheden openbare (nuts)voorzieningen

Artikel 9 Vergunning op grond van artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening

Het is verboden om zonder vergunning van het college in, onder, over of op openbare gronden kabels of leidingen of een ander deel van ondergrondse of bijbehorende bovengrondse infrastructuur voor energie, water of andere werken niet zijnde telecommunicatienetwerken aan te brengen, te hebben of te verwijderen.

Artikel 10 Werkzaamheden van minder ingrijpende aard

  • 1. In afwijking van het bepaalde in het artikel 9 is voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard geen vergunning benodigd mits dit digitaal wordt gemeld door de aanbieder en waarvoor toestemming is verleend.

  • 2. Het eerste lid geldt niet voor een grootschalige en in tijd afgebakend project waarbij een verzameling huisaansluitingen wordt aangebracht of gewijzigd.

Artikel 11 Storingen en calamiteiten

In afwijking van het bepaalde in artikel 9 is voor werkzaamheden zoals het wegnemen van storingen en calamiteiten en andere plotseling, onvoorzien en onuitstelbaar te verrichten werkzaamheden aan delen van onder- of bovengrondse infrastructuur ten dienste van die netwerken geen vergunning benodigd.

Artikel 12 Niet-openbare voorzieningen

Voor werkzaamheden aan niet-openbare voorzieningen in of op openbare gronden is het bepaalde in de artikelen 9, 10 en 11 van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 5 Verleggen en verwijderen

Artikel 13 Verleggingen

  • 1. Op verleggingen van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de het college zijn de bepalingen van de wet van toepassing.

  • 2. Op verleggingen van leidingen van een netwerk voor een openbare (nuts)voorziening gelden de volgende bepalingen, behoudens voor zover andere (contractuele) afspraken nog toepasselijk zijn:

    • a.

      de aanbieder is verplicht op verzoek van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van diens kabels en leidingen, waaronder het verplaatsen ervan, voor zover noodzakelijk voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van erken door of vanwege de gemeente;

    • b.

      voor compensatie dient een gespecificeerd kostenoverzicht overlegd te worden;

    • c.

      het college en de aanbieder zullen bij verlegging of aanpassing van de kabel en/of leiding van de belanghebbende elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • d.

      na een verzoek tot het nemen van maatregelen, gaat de aanbieder zo snel mogelijk over tot de gevraagde maatregelen, doch niet later dan twaalf weken na ontvangst van het verzoek.

Artikel 14 Verwijderen infrastructuur energie, water en telecommunicatie

  • 1. Aan een instemmingsbesluit zoals bedoeld in artikel 6 en aan een vergunning zoals bedoeld in artikel 9, wordt te allen tijde de beperking verbonden dat deze slechts geldt voor zo lang als de kabel, leiding, buis of ander deel van onder- of bovengrondse infrastructuur voor energie, water of telecommunicatie operationeel is.

  • 2. Voorzieningen die niet langer operationeel zijn dienen altijd verwijderd te worden. Uitzondering hierop zijn verwijderingen waardoor extra kosten ontstaan bij ligging onder bomen, asfalt en dergelijke. In deze gevallen dienen er afspraken gemaakt te worden over kostenvergoeding voor registratie en verwijdering achteraf.

Hoofdstuk 6 Aanvragen en melden

Artikel 15 Wijze van aanvragen en melden

  • 1. De aanbieder dient hiervoor ten minste acht weken voor aanvang van de werkzaamheden digitaal een instemmingsbesluit of vergunning aan te vragen.

  • 2. De aanbieder kan hierover vooroverleg voeren met de coördinator teneinde de aanvraag voor te bereiden.

  • 3. Voor het verrichten van werkzaamheden van minder ingrijpende aard dient de aanbieder hiervan digitaal melding te doen binnen minimaal vijf werkdagen voorafgaande aan de werkzaamheden.

    Op grond van belangen als genoemd in artikel 21, eerste lid kan het college bepalen dat de realisatie op een later tijdstip dient plaats te vinden.

  • 4. Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het net(werk), volstaat de aanbieder met een telefonische melding bij de aanvang van de werkzaamheden aan de coördinator (op werkdagen tussen 8.00 en 16.00 uur) of de ambtenaar van dienst (buiten werktijd). De aanbieder doet hiervan digitaal melding, uiterlijk vijf werkdagen na de uitvoering van de werkzaamheden.

Artikel 16 Gegevensverstrekking

  • 1.

    Bij de aanvraag als bedoeld in artikel 15, eerste lid, verstrekt de aanbieder een uitvoeringsplan waarin in elk geval de volgende gegevens zijn opgenomen:

  • a.

    administratieve gegevens:

    • o

      naam, adres, contactpersoon, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de aanbieder;

    • o

      naam, adres, contactpersoon, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van degene die de aanvraag indient voor of namens de aanbieder en tevens een machtiging van de aanbieder;

    • o

      naam, (email)adres, telefoon- en faxnummer van de (hoofd)aannemer die belast wordt met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

    • o

      de locatie van de werkzaamheden;

    • o

      het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

    • o

      een overzicht van de andere gedoogplichtigen dan de gemeente;

    • o

      een kopie van het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van de aanbieder;

    • o

      een eventuele registratie of aanwijzing van de aanbieder;

b. technische gegevens:

    • o

      een opgave van de aard van de werkzaamheden;

    • o

      een opgave van de soort kabels, leidingen en andere voorzieningen die aangebracht worden, het aantal en het beoogde gebruik;

    • o

      indien de voorgenomen werkzaamheden betrekking hebben op kabels van telecommunicatienetwerken dienen tevens te worden verstrekt een opgave van het aantal buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • o

      de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) en bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

    • o

      een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede de situering daarvan;

    • o

      een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke tekeningen in viervoud en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn, straatnamen en lengtes van de kabels en/of leidingen:

  • ·

    voor werkzaamheden binnen de bebouwde kom op tekeningen schaal 1:500

  • ·

    voor werkzaamheden buiten de bebouwde kom op tekeningen schaal 1:1000;

    • o

      een omschrijving van de op te breken verhardingen en/of groenvoorzieningen;

    • o

      de doorsnede van de voorziening, kabel, leiding en indien van toepassing de goot;

    • o

      de lengte en breedte van de kabelsleuf, alsmede een doorsnede van de sleuf, inclusief een opgave van reeds aanwezige kabels en leidingen van derden binnen het dwarsprofiel op tekening schaal 1:50;

    • o

      de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen; .

  • c.

    overige gegevens:

    • o

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • o

      voor telecommunicatiewerken; de reacties van alle door het college aangegeven partijen die door de aanbieder zijn benaderd met het verzoek tot meeleggen.

  • 2.

    Bij de melding van werkzaamheden van minder ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden als bedoeld in artikel 15, derde en vierde lid dienen te worden verstrekt:

  • a.

    administratieve gegevens:

  • -

    naam, (email)adres, telefoon- en faxnummer van de aanbieder;

  • -

    naam, (email)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of

    onderaannemer die belast worden/waren met de werkzaamheden en voor minder ingrijpende werkzaamheden van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

  • -

    de dagtekening van de melding.

  • b.

    technische gegevens:

  • -

    de lengte van de sleuf die wordt/is opengebroken;

  • -

    het oppervlak van het lasgat dat wordt/is opengebroken.

  • 3.

    Uitgangspunt is dat gegevens die digitaal voorhanden zijn ook in digitale vorm worden

    verstrekt.

  • 4.

    Het college kan per aanvraag of melding nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de aanvraag of melding worden of zijn verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden of zijn verstrekt.

  • 5.

    Het college kan op grond van belangen als genoemd in artikel 21, eerste lid besluiten dat voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard alsnog een instemmingsbesluit of vergunning aangevraagd moet worden.

  • 6.

    Tijdens het vooroverleg met de coördinator dient de aanbieder op verzoek de volgende gegevens te overleggen:

  • a.

    de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek inzake de beschikbare ruimte;

  • b.

    situering van objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst;

  • c.

    maatregelen voor de bereikbaarheid van de aanwezige kabels en leidingen;

  • d.

    maatregelen voor bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid;

  • e.

    brief met informatie aan de belanghebbenden;

  • f.

    planning van het gehele werk inclusief de faseringen en de werkvolgordes;

  • g.

    overzichtstekening met te nemen verkeersmaatregelen conform publicatie 96b C.R.O.W.;

  • h.

    een opgave van het beoogde opslagterrein en/of ketenpark tijdens de werkzaamheden.

Artikel 17 Aanvullende verplichtingen

  • 1. De aanbieder is verplicht omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal vijf werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden op de hoogte te stellen.

  • 2. Op het moment van de oplevering van de werkzaamheden is de aanbieder op verzoek van het college verplicht gegevens omtrent de ligging van de kabels en/of leidingen te verstrekken en een overzicht te geven van de niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De aanbieder is verplicht zo spoedig mogelijk na constatering van de aanwezigheid van kabels en/of leidingen, waarvan niet bekend is van wie ze zijn, een kopiemelding van de mededeling aan het kadaster, aan het college te verstrekken.

Artikel 18 Te late indiening

Indien de aanvraag om een instemmingsbesluit of een vergunning minder dan acht weken voor de start van de werkzaamheden wordt ingediend, dan is de eerste werkbare werkdag acht weken na de dag dat de aanvraag is ingediend.

Artikel 19 Beslistermijn en aanhouding

  • 1. Een instemmingsbesluit of vergunning wordt uiterlijk acht weken na ontvangst van de aanvraag verleend.

  • 2. De termijn bedoeld in het eerste lid kan eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd. Dit wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de aanvrager medegedeeld.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 15 schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige(n). Overgelegd wordt een door de andere gedoogplichtige ondertekende schriftelijke verklaring, danwel een besluit van een bevoegde instantie, waaruit blijkt dat die gedoogplichtige instemt met de uitvoering van de werkzaamheden, alsmede, hoe het tracé verloopt op de grond van de gedoogplichtige.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

  • 5. Het besluit heeft een maximale werkingsduur van een jaar. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen een jaar na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het besluit anders is bepaald.

Artikel 20 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede) gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 15, tweede lid dan wel een door het college georganiseerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 15, eerste lid is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen op grond van artikel 5.12 van de wet.

Artikel 21 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een instemmingsbesluit, een vergunning of toestemming kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden, in het belang van:

  • a. de openbare orde;

  • b. de veiligheid, waaronder de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

  • c. het voorkomen of beperken van schade of overlast;

  • d. de bereikbaarheid van gronden of gebouwen;

  • e. het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

  • f. het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

  • g. de bescherming van het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte;

  • h. de bescherming van groenvoorzieningen;

  • i. de ondergrondse ordening;

  • j. een efficiënt ondergrondse ruimtegebruik via tracé en profielkeuzen welke het bovengronds gebruik het minst hinderen, in het bijzonder het medegebruik van ondergrondse voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en geleidingen;

  • k. bescherming van de nachtrust.

  • 2. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college het voorschrift verbinden van zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit of de vergunning.

  • 3. De aanbieder vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, waarbij de omvang beperkt is tot vergoeding van de marktconforme kosten van de voorzieningen en van de meerdere marktconforme kosten van onderhoud op basis van de Herstraatregeling.

  • 4. Het college zorgt voor rekening van de aanbieder dat na einde van de werkzaamheden de openbare ruimte terug gebracht wordt in de oude staat.

  • 5. Het college kan per aanvraag nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren.

  • 6. Indien binnen drie jaar na groot onderhoud, reconstructie, herinrichting of woonrijp maken van de openbare gronden de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel.

  • 7. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 8. De aanbieder aan wie krachtens deze verordening een instemmingsbesluit, vergunning of toestemming is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

Artikel 22 Weigeringsgronden

Naast de algemene weigeringsgronden uit de wet en de Algemene Plaatselijke Verordening, kan een instemmingsbesluit of een vergunning worden geweigerd indien naar het oordeel van het college:

  • a.

    de belangen genoemd in artikel 21, eerste lid worden geschaad;

  • b.

    het aantal gebruikers of de aard van de voorziening een gering maatschappelijk belang vormen in relatie tot de hinder of overlast voor anderen bij het aanbrengen en behouden van de voorziening;

  • c.

    er alternatieve voorzieningen mogelijk zijn welke - tegen gelijkblijvende kosten - minder hinder of overlast voor anderen met zich brengen;

  • d.

    niet langer dan 12 maanden voor de aanvang van de werkzaamheden langcyclische vervangingswerkzaamheden in hetzelfde tracé of profiel andere werkzaamheden aan of onder de weg zijn verricht en die werkzaamheden gecombineerd hadden kunnen worden, doch vanwege het niet overleggen van planningen of het niet deelnemen aan het planning- en coördinatieoverleg door de aanvrager die combinatie niet is doorgegaan;

  • e.

    in het planning- en coördinatieoverleg op basis van ingediende planningen is geconstateerd dat niet langer dan één jaar na de aanvang van de werkzaamheden langcyclische vervangingswerkzaamheden in hetzelfde tracé of profiel andere werkzaamheden aan of onder de weg zullen worden verricht en deze werkzaamheden gecombineerd kunnen worden;

  • f.

    de verkeersafwikkeling in een straat of buurt ernstige hinder ondervindt;

  • g.

    de werkzaamheden voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder veroorzaakt;

  • h.

    de werkzaamheden de aanvoer van goederen of het bezoek van winkelend publiek aan centra voor detailhandel gedurende de maanden november en december ernstig belemmeren;

  • i.

    de werkzaamheden de aanvoer van goederen of het bezoek van evenementen zoals kermissen, wielerkoersen et cetera ernstig belemmeren.

Artikel 23 Intrekking of wijziging

  • 1. Naast de algemene intrekkings- en wijzigingsgronden kan een instemmingsbesluit of een vergunning worden ingetrokken of gewijzigd, indien:

  • a. ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b. op grond van onvoorziene externe omstandigheden die optreden na het verlenen van het instemmingsbesluit of de vergunning, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging

  • c. wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan het instemmingsbesluit of de vergunning is vereist;

  • d. de aan het instemmingsbesluit of de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e. van het instemmingsbesluit of de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen de in artikel 19, vijfde lid gestelde termijn;

  • f. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

  • 2. Het college zal pas tot intrekken of wijzigen van het instemmingsbesluit of de vergunning overgaan dan nadat het college de aanbieder de mogelijkheid is geboden het gebrek te herstellen.

  • 3. Een instemmingsbesluit en een vergunning kan in elk geval worden ingetrokken of gewijzigd als het nodig is de boven- of ondergrondse infrastructurele voorzieningen van het energie- of waterbedrijf te verleggen of te verwijderen in verband met:

  • a. het bouwrijp maken van een gedeelte van de openbare ruimte;

  • b. het reconstrueren van een weg;

  • c. het realiseren van een ander gemeentelijke werk;

  • d. het anderszins wijzigen van de bestemming van openbare gronden waarbij het aanwezig blijven van ondergrondse infrastructurele voorzieningen een belemmering vormen.

Artikel 24 Wijziging en overdracht voorzieningen

  • 1. Indien het eigendom, de exploitatie of het beheer van een net(werk), kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere aanbieder, gaan de rechten en plichten over op de nieuwe aanbieder.

  • 2. De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer verandert of het feit dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare gronden. Tevens draagt de aanbieder zorg voor overige vereiste kennisgevingen hieromtrent.

  • 3. Indien het eigendom, de exploitatie of het beheer van een net(werk), kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere aanbieder draagt deze zorg voor voldoende, algemene registratie van zijn kabels en leidingen. Melding bij het Kadaster (KLIC) wordt als voldoende aangemerkt.

Artikel 25 Wijze van uitvoering

  • 1. Het college heeft nadere regels gesteld aan de wijze van uitvoering van de werkzaamheden. Zij duidt deze nadere regels aan als ‘Voorschriften voor de uitvoering van Werkzaamheden aan Ondergrondse Infrastructuren’.

  • 2. Bij tegenstrijdigheden tussen deze verordening en de ‘Voorschriften voor de uitvoering van Werkzaamheden aan Ondergrondse Infrastructuren’, prevaleren de bepalingen van deze verordening.

Artikel 26 Herstel openbare ruimte

  • 1. Ten aanzien van de kosten van herstel van de in de openbare ruimte aanwezige bestratingen, alsmede de degeneratiekosten en de kosten van toezicht en beheer als gevolg van de uitvoering van de werkzaamheden verklaart het college het tarief A van de Richtlijn tarieven (graaf)-werkzaamheden telecommunicatie van toepassing, danwel daarvoor in de plaats tredende latere richtlijnen of aanvullingen van vergelijkbare strekking en de Herstraatregeling.

  • 2. Voor overige schaden aan wegen of andere delen van de openbare ruimte als gevolg van de uitgevoerde werkzaamheden behoudt het college het recht deze door de veroorzaker te laten herstellen danwel deze in geld te laten vergoeden, waarbij de hoogte van de vergoeding op basis van werkelijke gemaakte marktconforme kosten en facturen wordt bepaald.

Hoofdstuk 7 Handhaving en overgangs- en slotbepalingen

Artikel 27 Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

  • 2. Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart of uitgevoerd, vervalt de verleende instemming, tenzij er tijdig een gegronde reden wordt medegedeeld, met in acht name van de maximale geldigheidsduur van het instemmingsbesluit.

  • 3. Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

  • a. zonder instemmingsbesluit of vergunning;

  • b. in strijd met het in het instemmingsbesluit of de vergunning opgenomen tijdstip van aanvang of voltooiing, de wijze van uitvoering of andere van toepassing verklaarde voorschriften.

Artikel 28 Overgangsrecht

  • 1. Voor meldingen en aanvragen waarop reeds is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd blijft de op het moment van het besluit geldende verordening en voorschriften van kracht.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding of een aanvraag is gedaan op grond van de op dat moment geldende verordening maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening van toepassing verklaard.

Artikel 29 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking 3 dagen na plaatsing in het Gemeenteblad.

  • 2. Op het tijdstip bedoeld in het eerste lid wordt ingetrokken de Telecommunicatieverordening zoals vastgesteld 21 december 2000.

Artikel 32 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Roosendaal van 28 mei 2009.
De griffier, De voorzitter,