Richtlijnen voor de verlening van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen

Bekendmaking:

Burgemeester en wethouders van Roosendaal maken het volge n de bekend:

Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur heeft de gemeenteraad niet meer de bevoegdheid om op grond van artikel 148 van de Gemeentewet bij verordening beleidsregels vast te stellen, waarmee andere bestuursorganen van de gemeente rekening dienen te houden bij de uitoefening van bij of krachtens de wet verleende bevoegdheden.

Het belang van de begrenzing van ontheffingsbevoegdheden in hoofdstuk 2 van de bouwverordening blijft echter onverkort aanwezig.

Daarom hebben wij besloten, in het kader van de voorschriften van stedenbouwkundige aard van de bouwverordening de volgende beleidsregel vast te stellen.

Richtlijnen voor de verlening van ontheffing van de stedenbou w kundige bepalingen

Indien burgemeester en wethouders ontheffing van de voorschriften als bedoeld in de artikelen 2.5.2 tot en met 2.5.30 van de bouwverordening gemeente Roosendaal verlenen gelden de drie volgende richtlijnen:

• 1.

  een bouwwerk mag niet zodanige afmetingen of een zodanige ligging verkrijgen dat tot een bestaand deel ervan of een andere bouwwerk niet meer voldoende licht en lucht zou kunnen toetreden, dan wel dat de goede werking van schoorstenen en ventilatiekanalen zou worden belemmerd;

• 2.

  bij de beoordeling van een aanvraag om bouwvergunning moet worden aangenomen dat alle om het bouwterrein liggende terreinen zijn bebouwd tot de hoogte en de oppervlakte die ten hoogste zonder vrijstelling of ontheffing mogelijk zijn krachtens:

  • a.

    bestemmingsplan

  • b.

    deze verordening, of

  • c.

    enige andere verordening;

• 3.

  bij overschrijding van een of meer van de onder 2 bedoelde maxima door een bestaand bouwwerk moet in afwijking van het bestelde onder 2 worden uitgegaan van de werkelijke afmetingen van het bouwwerk.

Roosendaal,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris, De burgemeester,