Ambitienota gezondheidsbeleid 2018-2030

Geldend van 05-11-2018 t/m heden

Intitulé

Ambitienota gezondheidsbeleid 2018-2030

De raad van de gemeente Roosendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2018;

BESLUIT

vast te stellen de Ambitienota gezondheidsbeleid 2018-2030.

INLEIDING

Gemeente Roosendaal vindt het belangrijk om de gezondheid van haar inwoners te verbeteren door ‘gezond leven’ te stimuleren en te faciliteren. Deze ambitie staat opgenomen in het bestuursakkoord 2018-2022 Roosendaal. Duurzaam, sterk, aantrekkelijk. De ambitienota lokaal gezondheidsbeleid 2018-2030 draagt bij aan de uitvoering van dit bestuursakkoord.

KADERS

De Wet publieke gezondheid (Wpg) verplicht gemeenten om iedere vier jaar een nota lokaal gezondheidsbeleid vast te stellen. De speerpunten in het landelijke gezondheidsbeleid (VWS, 2016) vormen het kader voor deze lokale nota. Deze zijn:

  • 1.

    Het bevorderen van de gezondheid van mensen en terugdringen van chronische ziekten. Hierbij ligt het accent op het voorkomen en terugdringen van roken, overmatig alcohol gebruik, (ernstig) overgewicht, depressie en het bevorderen van bewegen. Centraal staat een integrale aanpak in de omgeving waarin mensen wonen, werken, leren en leven.

  • 2.

    Het stabiliseren of verkleinen van gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen.

  • 3.

    Het bevorderen van preventieve activiteiten binnen de gezondheidszorg.

  • 4.

    Het versterken en op peil houden van de gezondheidsbescherming.

In aansluiting op deze speerpunten noemt het landelijk beleid nog twee specifieke aandachtsgroepen:

  • De groeiende groep ouderen waarbij de focus ligt op het zo lang mogelijk vitaal houden en langer thuis laten wonen van deze doelgroep onder meer door het bevorderen van een gezonde leefstijl en meer bewegen.

  • De jeugd (JGZ preventieagenda, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid 2016) met het accent op het voorkomen van kindermishandeling, schoolverzuim en armoede via:

    • -

      het bevorderen van een gezonde leefstijl;

    • -

      het versterken van de weerbaarheid;

    • -

      het versterken van het ouderschap en

    • -

      het bevorderen van een sterke hechting tussen ouder en kind.

Nationaal Preventie Akkoord

Om uitvoering te geven aan deze beleidsspeerpunten werkt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een Nationaal Preventieakkoord, dat afgesloten wordt met verschillende partijen (zoals gemeenten, sportbonden, maatschappelijke partners). In dit akkoord leggen zij gezamenlijke maatregelen vast om gezondheidsproblemen aan te pakken. In de loop van 2018 wordt de inhoud van het akkoord vastgesteld.

Programma Eén tegen eenzaamheid

Met het Actieprogramma Eén tegen eenzaamheid wil de overheid eenzaamheid onder ouderen eerder signaleren en doorbreken. Maatschappelijke organisaties, gemeenten, bedrijven en ondernemers en de Rijksoverheid slaan hiervoor de handen ineen. Dit doen zij in landelijke en lokale coalities (samenwerkingsverbanden) tegen eenzaamheid.

Gezondheidsmonitors

Naast het landelijk beleid, vormen de gezondheidsmonitors van de GGD West-Brabant een belangrijke aanvullende bron van informatie voor het gemeentelijk beleid. De monitors geven een beeld van de specifieke trends en ontwikkelingen in de indicatoren die de gezondheidstoestand van de Roosendalers weerspiegelen. Alle cijfers in deze ambitienota zijn afkomstig uit de monitors van de GGD, tenzij nadrukkelijk anders vermeld. 1 Deze cijfers beschouwen we tevens als nulmeting om de ambities te monitoren richting 2030.

HET NOTATRAJECT: INTEGRAAL & INTERACTIEF

Een nota die goed aansluit bij de lokale gezondheidssituatie komt niet tot stand ‘achter de tekentafel’. De ervaring en kennis uit de dagelijkse praktijk van professionals en vrijwilligers zijn hiervoor minstens zo belangrijk, evenals de actieve verbinding met andere gemeentelijke beleidsterreinen. Er zijn immers veel uiteenlopende maatschappelijke factoren die de volksgezondheid positief of negatief beïnvloeden.

Integrale startbijeenkomst

Het ontwikkeltraject voor de nieuwe nota is daarom in april 2017 gestart met een interne bijeenkomst getiteld Op een gezonde toekomst. Aan de hand van het landelijk beleid en cijfers uit de gezondheidsmonitors gingen de collega’s vanuit de verschillende gemeentelijke beleidsvelden en GGD-disciplines met elkaar in gesprek over raakvlakken, gemeenschappelijke vraagstukken en doelgroepen.

Partnergesprekken

Na deze startbijeenkomst volgde een gespreksronde langs een aantal belangrijke samenwerkingspartners van de gemeente Roosendaal (TWB, Thuiszorg met Aandacht, Boost Jongerenwerk, GGZ Westelijk Noord-Brabant en WijZijn Traverse Groep). De gesprekken gingen over belangrijke – lokale - trends en ontwikkelingen, doelgroepen en thema’s voor lokaal beleid en de kansen en belemmeringen daarbij.

Werkconferentie

De resultaten van de interne startbijeenkomst en de partnergesprekken dienden als input voor een brede werkconferentie Samen werken aan een gezonder Roosendaal in oktober 2017. Voor deze werkconferentie waren alle maatschappelijke netwerkpartners in Roosendaal en de gemeenteraad uitgenodigd. Het doel van deze werkconferentie: ophalen en prioriteren van mogelijke lokale beleidsspeerpunten en - thema’s voor de nieuwe nota volksgezondheid met als basis het landelijk beleidskader. De resultaten zijn weergegeven in figuur 1. Opvallend is het nieuwe thema ouderschap & hechting en het nadrukkelijke pleidooi voor aandacht voor de doelgroep sociaal kwetsbare volwassenen (zie ook Toelichtingsnota), naast jeugd en ouderen.

Figuur 1: speerpunten en thema’s werkconferentie Samen werken aan een gezonder Roosendaal

afbeelding binnen de regeling

Feedback en aanvulling

Vervolgens is in verschillende rondes de conceptnota zowel intern als extern voorgelegd voor feedback en aanvulling vanuit de verschillende gemeentelijke beleidsvelden en de netwerkpartners. Dit heeft uiteindelijke geresulteerd in de Ambitienota lokaal gezondheidsbeleid 2018-2030 die nu voor u ligt.

Evaluatie en monitoring

In deze nota staan de beleidsambities van de gemeente Roosendaal tot 2030. Met deze lange termijn ambities volgt de gemeente het landelijk beleid waarin de ambities eveneens tot 2030 zijn geformuleerd. Het realiseren van een substantiële verbetering van de volksgezondheid vraagt om een langdurige investering en geduld. In de afgelopen twaalf jaar is ook landelijk slechts sprake geweest van accentverschuivingen in het beleid.

Dit betekent niet dat de huidige keuzes en accenten in het Roosendaalse beleid onveranderlijk zijn tot 2030. Op basis van gesprekken met de netwerkpartners over de uitgevoerde projecten en activiteiten, bereikte resultaten en nieuwe ontwikkelingen zal evaluatie plaatsvinden van de beleidsambities. Aan de hand van de actuele cijfers uit de gezondheidsmonitors van de GGD wordt de vinger aan de pols gehouden en vindt monitoring plaats. Indien nodig worden de activiteiten, speerpunten en ambities bijgesteld. Zoals de Wpg voorschrijft, wordt de geactualiseerde nota over 4 jaar weer ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.

POSITIEVE KIJK OP GEZONDHEID

In 2012 introduceerde arts en onderzoeker Machteld Huber een nieuw concept van gezondheid. Zij noemde dit: positieve gezondheid. In dit concept is iemand gezond als hij /zij beschikt over veerkracht2 en kan - leren - omgaan met - blijvende - ziekten, beperkingen en tegenslagen in het leven. Positieve gezondheid legt het accent op wat mensen nog wél kunnen doen om hun leven betekenisvol te laten zijn en deel te nemen aan de maatschappij.

afbeelding binnen de regeling

Vanuit het concept positieve gezondheid is het streven naar gezondheid in de zin van ‘afwezigheid van ziekten en lichamelijke gebreken en een toestand van compleet welbevinden’ (oude definitie van gezondheid World Health Organization; WHO, 1948), niet langer het enige doel van het gezondheidsbeleid. Gezondheidsbeleid richt zich nu nadrukkelijk óók op het ondersteunen van het vermogen van mensen om op de verschillende levensgebieden om te gaan met hun beperkingen en/of ziekte (-n). Het hogere doel daarbij is het realiseren van een betekenisvol leven. Het streven naar zogenoemd ‘gezondheidswelzijn’ op alle - zes – levensgebieden is het middel om daar te komen. Daarbij staat het ontwikkelen, benutten en behouden van de eigen (veer-) kracht en zelfregie van mensen voorop. Mensen moeten gesteund worden in hun vermogen om zelf de benodigde zorg, ondersteuning en aanpassingen te regelen, nu en in de toekomst.

Met de integrale aanpak van het notatraject en de keuze van de beleidsspeerpunten onderschrijft de gemeente Roosendaal deze nieuwe visie op gezondheid en het bijbehorende spinnenwebmodel (zie figuur 2; zie ook Toelichtingsnota). Het is de onderbouwing voor de onderlinge verbondenheid tussen de verschillende gemeentelijke beleidsterreinen en gezondheid(-sbeleid). Ook bij de uitvoering van de speerpunten zal positieve gezondheid de komende jaren als leidraad fungeren.

afbeelding binnen de regeling

LEESWIJZER

In deze Ambitienota leest u meer over de vier beleidsspeerpunten waarvoor de gemeente Roosendaal heeft gekozen. Per speerpunt vindt u een korte beschrijving van de beoogde ambitie(s), doelgroepen, beleidsvoornemens en aan welke levensgebieden van positieve gezondheid dit speerpunt bijdraagt.

Bij deze ambitienota hoort ook een Toelichtingsnota. In deze nota vindt u aanvullende achtergrondinformatie bij de speerpunten. Ook worden per speerpunt de beschikbare cijfers gepresenteerd rond de indicatoren die inzicht geven in de huidige stand van zaken. Tevens zijn voorbeelden van projecten en activiteiten opgenomen die op dit moment al worden uitgevoerd vanuit volksgezondheid maar ook andere gemeentelijke beleidsterreinen in aansluiting op de speerpunten 2018-2030.

SPEERPUNTEN 2018-2030

INLEIDING

Na weging van het landelijk kader en de resultaten van het interactieve voortraject zoals beschreven in de inleiding, heeft de gemeente Roosendaal voor de beleidsperiode 2018 - 2030 gekozen voor vier speerpunten (zie figuur 3). De gekozen speerpunten liggen in de lijn van het landelijke beleid, maar focussen daarbij wel op actuele lokale beleidsthema’s. Binnen de speerpunten is aandacht voor onderwerpen als beweging & gezonde voeding (speerpunt 2), stressreductie (speerpunt 1 en 3), eenzaamheid (speerpunt 4) en sociaaleconomische gezondheidsverschillen (alle speerpunten). Dit sluit naadloos aan op het Bestuursakkoord 2018-2022. In dit akkoord heeft het stimuleren en faciliteren van gezonder leven en het verminderen van ongelijke kansen op een gezond leven een nadrukkelijke plek.

Figuur 3: beleidsspeerpunten 2018-2030

afbeelding binnen de regeling

Onderlinge verbondenheid

Elk speerpunt heeft een eigen focus, maar is tegelijkertijd met de andere speerpunten verbonden: ze beïnvloeden elkaar positief. Zo voelen mensen die regelmatig bewegen en een gezond gewicht hebben, zich vaker lekkerder in hun vel en psychisch gezonder; zijn veilig gehechte kinderen in staat om zich weerbaarder op te stellen in de samenleving; zijn ouders die zich psychisch gezond voelen beter in staat om de uitdagingen van het ouderschap te dragen. En kunnen ouders die het ouderschap positief ervaren eerder ruimte vrij maken om maatschappelijk te participeren in de vorm van vrijwilligerswerk voor eenzame stadsgenoten etc.

Wat vindt u niet terug in deze nota?

  • Het uitgangspunt voor deze nota is het lokale preventieve gezondheidsbeleid zoals opgenomen in de Wet publieke gezondheid (Wpg). De gemeente is zich ervan bewust dat haar beleid op het gebied van onder andere onderwijs, werk, inkomen, wonen en participatie ook van invloed kan zijn op de gezondheid van haar burgers. De beschrijving van dit beleid vormt echter geen onderwerp van deze nota. In de Toelichtingsnota vindt u wel enkele voorbeelden van activiteiten van andere gemeentelijke beleidsvelden die positief bijdragen aan de speerpunten. Verder zoeken we in de uitvoering waar nodig de integrale afstemming en samenwerking, zoals ook bij het ontwikkeltraject van deze nota is gebeurd (zie Inleiding).

  • De nieuwe Drank en Horecawet (DHW) uit 2013 verplicht de gemeente om vierjaarlijks een apart Preventie- en Handhavingsplan Alcohol vast te laten stellen door de Raad. Preventie van alcoholgebruik onder jongeren maakt hier nadrukkelijk deel van uit en is daarom niet opgenomen in deze nota. Het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol wordt tegelijkertijd met deze Ambitienota ter besluitvorming aan de Raad geboden. Wel wordt binnen het speerpunt Psychisch gezond en weerbaar aandacht besteed aan het weerbaar maken van jongeren in relatie tot groepsdruk en het gebruik van alcohol, drugs, social media en gamen.

  • De vroegsignalering van risico’s en problemen bij de jeugd is niet gekozen als beleidsspeerpunt. Het is wel een aandachtspunt bij de uitwerking van de beleidsspeerpunten die zich richten op de doelgroep jongeren.

  • De fysieke leefomgeving vormt een belangrijke pijler in het lokale beleid rondom onder meer overgewicht, eenzaamheid en gezondheidsverschillen. De Omgevingswet die op 1 januari 2021 in werking treedt, maakt het mogelijk om het beleid en aanpak rondom een gezonde leefomgeving steviger te verankeren, rekening houdend met de samenstelling van wijken en de behoeften van inwoners. De gemeente kan met deze wet de eigen ambities bepalen voor een gezonde leefomgeving en deze opnemen in de lokale Omgevingsvisie en het Omgevingsplan. De speerpunten uit deze nota zullen daarbij als input dienen. Zie ook Kernwaarden voor een gezonde leefomgeving (GGD GHOR, april 2018).

  • De wettelijk verplichte taken die de GGD West-Brabant uitvoert voor de gemeente om de gezondheid te beschermen, bevorderen en bewaken zijn niet apart opgenomen in deze nota. Kijk voor meer informatie op GGD WB.

Uitvoering en financiën

Zoals gezegd gaat het hier om een Ambitienota Lokaal Gezondheidsbeleid. De komende periode zullen we de ambities en beleidsvoornemens uit deze nota samen met onze netwerkpartners concreet gaan vertalen in projecten en activiteiten in aanvulling op wat er reeds gebeurt in Roosendaal. Waar mogelijk en relevant zullen we dit doen samen met de beoogde doelgroepen dan wel nauw afgestemd op hun behoeften.

Budget benodigd voor de uitvoering van projecten en activiteiten wordt gedekt uit de GIDS-gelden (Gezond In De Stad). Dit is een decentralisatie-uitkering die wordt ontvangen via het gemeentefonds. De gemeente Roosendaal ontvangt van 2018 tot en met 2021 hiervoor jaarlijks € 176.000,-. Het stimuleringsprogramma GIDS helpt gemeenten bij het versterken van hun lokale aanpak van gezondheidsverschillen. Dekking van de kosten voor projecten en activiteiten in de periode 2022 tot 2030 wordt meegenomen bij de actualisatie van deze nota over 4 jaar.

Inclusief beleid

Eén van de speerpunten uit het landelijke gezondheidsbeleid (VWS, 2016) is het stabiliseren of verkleinen van gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen. Daarom zijn in deze nota bij de speerpunten specifiek die doelgroepen benoemd, waarvoor de inzet het hardst nodig is. Soms betreft dit alle inwoners van 0-99 jaar, zoals bij het speerpunt Een gezond actieve leefstijl. En soms een specifieke doelgroep, zoals sociaal kwetsbare of lage SES 3 ouders bij het speerpunt Positief ouderschap en gezonde hechting. Dit sluit aan bij de richtlijnen voor inclusief beleid. Inclusief beleid is een manier van denken en werken, waarin op alle beleidsterreinen zowel maatregelen worden getroffen die algemeen van aard zijn als maatregelen die specifiek de zelfredzaamheid en participatie van bepaalde doelgroepen stimuleren.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Ouderschap en hechting zijn - relatief - nieuwe thema’s, zowel in het landelijke preventiebeleid als in het lokale beleid van Roosendaal.

Ouderschap is meer dan het opvoeden van een kind. Bij ouderschap staat niet het kind, maar het perspectief van de ouder centraal. Kernvraag is: wie is deze ouder en wat heeft hij of zij nodig? Ouderschap is er altijd. Het is tijdloos, onvoorwaardelijk en gaat over de identiteitsontwikkeling als ouder.

Hechting gaat over de relatie tussen ouder en kind. Een open en sensitieve relatie biedt de basis voor vertrouwen en een gezonde, veilige hechting. Van hieruit kan het kind zich ontwikkelen en de wereld exploreren.

Met de inzet op deze thema’s hoopt de landelijke overheid hardnekkige maatschappelijke problemen zoals schoolverzuim, kindermishandeling en -verwaarlozing en armoede in gezinnen aan te pakken. De gemeente Roosendaal vindt het belangrijk om hierbij aan te sluiten.

Zie voor meer achtergrondinformatie en de huidige stand van zaken in cijfers de Toelichtingsnota.

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

Het gaat zoals gezegd zowel landelijk als lokaal om een nieuw thema, waar zeker al activiteiten op plaats vinden onder meer vanuit de jeugdgezondheidszorg. De verdere uitwerking en doorontwikkeling zal echter organisch plaats vinden met de netwerkpartners. De focus ligt op de doelgroep sociaal kwetsbare ouders/opvoeders, omdat in deze gezinnen vaak meer risicofactoren aanwezig zijn. Daarnaast zal er echter ook aandacht zijn voor de signalering van risicofactoren onder ouders/opvoeders die niet binnen deze doelgroep vallen en zal waar nodig een afgestemd aanbod worden ontwikkeld.

  • 1.

    Bevorderen van ouderschaps- en opvoedondersteuning voor alle gezinnen in Roosendaal door dit te borgen in de (subsidie-) afspraken met de Jeugdgezondheidszorg 0-18 jaar (TWB/GGD West-Brabant), de jeugdprofessionals (SPRING), MEE en WijZijn Traverse. Concreet gaat het hier om afspraken over de volgende taken:

    • a.

      Signaleren en beantwoorden van (alledaagse) vragen en problemen in ouderschap en opvoeding om zwaardere problematiek te voorkomen.

    • b.

      Hulp bieden of organiseren voor ouders/opvoeders die dat nodig hebben.

    • c.

      Zorgen voor een duurzaam resultaat van de hulp: versterken van (pedagogische) competenties en vaardigheden van ouders/opvoeders.

  • 2.

    Sociaal kwetsbare – aanstaande - ouders voorbereiden op en begeleiden bij het realiseren van positief ouderschap en een hechte relatie met hun kinderen.Dit realiseert de gemeente onder andere door de uitvoering van het programma VoorZorg door TWB te faciliteren. Hierin krijgen jonge Roosendaalse moeders in hoog risico situaties tijdens hun zwangerschap ondersteuning bij de verzorging en opvoeding van hun kind tot dit ongeveer twee jaar is.

  • 3.

    Het stimuleren van initiatieven die positief ouderschap bevorderen door de verbinding gezin en omgeving (kinderopvang, school, buurt/wijk, clubs/verenigingen) te versterken. Met daarbij ook specifiek aandacht voor ouders van niet-Nederlandse herkomst.Een initiatief dat hierbij past is bijvoorbeeld Buurtgezinnen, waarin overbelaste gezinnen (vraaggezinnen) worden gekoppeld aan gezinnen in de buurt die steun willen geven (steungezinnen). En ook peergroupbijeenkomsten voor ouders.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Het percentage kinderen met overgewicht (inclusief obesitas) ligt in Roosendaal gemiddeld nog steeds hoger dan in de regio West-Brabant. Vanaf de leeftijd van 3,5 jaar neemt het percentage kinderen met overgewicht snel toe. In de 2e klas van het voortgezet onderwijs (13/14 jarigen) is zelfs sprake van een stijgende trend in overgewicht ten opzichte van de voorgaande jaren.

Van de Roosendaalse volwassenen heeft bijna de helft overgewicht en 64% van de ouderen had in 2016 overgewicht of obesitas. Deze cijfers maken het bevorderen van een gezonde leefstijl van jong tot oud noodzakelijk.

Bij het bevorderen van een ‘actieve gezonde leefstijl’ ligt de komende jaren het accent op gezonde voeding en voldoende bewegen om overgewicht onder Roosendaalse burgers terug te dringen. Een gezond gewicht draagt immers bij aan het voorkomen van tal van ziekten, waaronder diabetes, hart & vaatziekten en kanker. Ook heeft een gezond gewicht een positieve invloed op de ‘psychische gezondheid’ van mensen, een ander speerpunt van het Roosendaals gezondheidsbeleid. Mensen met een gezond gewicht lopen namelijk minder risico op psychosociale problemen dan mensen met overgewicht. Ook biedt bewegen of sporten in groepsverband gelegenheid tot het leggen van sociale contacten. De keuze voor het bevorderen van een ‘actieve gezonde leefstijl’ als speerpunt levert dus ook een positieve bijdrage aan het speerpunt ‘sociale verbondenheid’ van deze nota.

Het is van belang om zo vroeg (= jong) mogelijk te beginnen met het bevorderen van een gezond gewicht. Daarbij dienen activiteiten zich niet alleen te richten op de jeugd, maar vooral ook op de omgeving. Denk hierbij aan ouders, kinderopvang en scholen. Dit naar voorbeeld van de landelijke aanpak Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG). De gemeente Roosendaal is onder de vorige gezondheidsnota al gestart met deze aanpak in de wijk Kalsdonk, waar inmiddels de eerste positieve effecten zijn gemeten in 2017.

Zie voor meer achtergrondinformatie en de huidige stand van zaken in cijfers de Toelichtingsnota.

Figuur 4: de nieuwe beweegrichtlijnen uit 2017 (Gezondheidsraad, 2017).

afbeelding binnen de regeling

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

  • 1.

    De gemeente stimuleert de continuering en uitbreiding van de JOGG-aanpak (Doe je mee, fit is oké!) naar meerdere wijken en kernen in Roosendaal. We willen voor jongeren in heel Roosendaal een omgeving creëren waarin gezonde voeding, water drinken en genoeg bewegen de normaalste zaken van de wereld zijn. Dit doen we samen met zoveel mogelijk partners: ouders, scholen, bedrijven, sportverenigingen en zorgpartners.

  • 2.

    De gemeente bevordert dat volwassenen en ouderen zich bewuster zijn van de mate waarin zij (onvoldoende) bewegen en sporten en gezondere beweegkeuzes maken bij hun dagelijkse activiteiten en bezigheden. De focus ligt daarbij vooral op het stimuleren van ‘inactieve’ Roosendalers.

  • 3.

    De gemeente bevordert dat volwassenen en ouderen zich bewuster zijn van de keuzes die zij kunnen maken om een gezond gewicht te behouden of te bereiken. De focus ligt daarbij vooral op mensen die al overgewicht hebben of die in een levensfase terecht komen waarin zij meer risico lopen op het krijgen van overgewicht, bijvoorbeeld bij pensionering.

  • 4.

    De gemeente stimuleert dat Roosendalers de – bestaande en ongeorganiseerde - beweegmogelijkheden in de buitenruimte/leefomgeving vaker benutten. Bijvoorbeeld, Sportservice Noord-Brabant maakt daar waar mogelijk gebruik van de openbare ruimte voor haar activiteiten, zoals bij de beweegpunten. Hierbij wordt met ouderen 1 ochtend in de week vraaggericht in de openbare ruimte bewogen.

  • 5.

    Bevorderen dat in alle wijken en dorpen vanuit de beweegpunten een vraaggericht beweegaanbod voor ouderen en volwassenen (ouderen van de toekomst) is ontwikkeld gericht op het versterken van vitaliteit en voorkomen van eenzaamheid en sociaal isolement (speerpunt 4: sociale verbondenheid).

Te betrekken maatschappelijke partners zijn onder meer: Sportservice Noord-Brabant, GGD, CIOS, ROC West-Brabant en Fontys.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Psychische gezondheid

Psychische gezondheid is een subjectief begrip. Het verwijst naar het cognitief, emotioneel en sociaal welzijn van mensen. Het merendeel van de ouderen en volwassenen in Roosendaal zegt zich psychisch gezond te voelen, maar 1 op de 5 Roosendaalse volwassenen én ouderen voelt zich psychisch ongezond.

Opvallender is echter dat het percentage volwassenen dat een matig tot hoog risico op een angststoornis of depressie heeft, in Roosendaal gemiddeld significant hoger is dan in Nederland. Deze verhoging zien we echter voor de hele regio West-Brabant. Roosendaal vormt daarop dus geen uitzondering. Wel springt Roosendaal er in de regio extra uit wat betreft het percentage volwassenen met een hoog risico op een angststoornis of depressie. Dit is een van de hoogste cijfers in de regio: 10% in Roosendaal versus 7,3% in West Brabant en 7,1% landelijk. Ook is in de afgelopen jaren sprake van een stijgende trend op dit vlak (GGD, 2018).

Voor de ouderen geldt dat het beeld in Roosendaal niet afwijkt van West-Brabant als het gaat om het risico op een angststoornis of depressie.

afbeelding binnen de regeling

Mentale weerbaarheid

Mentaal weerbare jongeren geven in het dagelijks leven hun grenzen aan, maken hun wensen duidelijk kenbaar en respecteren daarbij ook de grenzen van anderen. Ze hebben zelfvertrouwen en een goed zelfbeeld en hebben vaardigheden geleerd die ze kunnen toepassen in relatie tot gebeurtenissen in hun omgeving, zoals gebruik van alcohol/drugs, social media, gamen, seksualiteit, pesten en sociale & digitale veiligheid. Mentaal weerbare jongeren zijn in staat om gezondere keuzes te maken wat betreft hun leefstijl. Het bevorderen van de weerbaarheid van jongeren levert dus ook een positieve bijdrage aan het speerpunt ‘een actieve gezonde leefstijl’ en ‘verantwoord alcoholgebruik’ zoals opgenomen in het Preventie en handhavingsplan alcohol 2018-2021.

In Roosendaal liggen de percentages 5-11 jarigen met een ‘verhoogd risico’ op psychosociale problemen op of iets boven het gemiddelde in de regio West-Brabant (2017).

In het schooljaar 2014-2015 had 3,8 % van de Roosendaalse jongeren in klas 2 van het voortgezet onderwijs een ‘verhoogd risico’ op psychosociale problemen, 9,8% viel in het ‘grensgebied’. Beide cijfers liggen - iets - boven het gemiddelde in West-Brabant: respectievelijk 3,6% en 7,7%.

Zie voor meer achtergrondinformatie en de stand van zaken in cijfers de Toelichtingsnota.

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

  • 1.

    Het stimuleren van de mentale weerbaarheid van Roosendaalse jongeren is vooral ingebed in de reguliere preventieve activiteiten voor jongeren van de maatschappelijke partners. Te denken hierbij valt aan de voorlichting die gegeven wordt op middelbare en/of basisscholen met betrekking tot gamen, social media, middelengebruik, seksualiteit, pesten en sociale veiligheid. Hierbij is er oog voor om ook de omgeving van het kind, zoals de ouders, te betrekken.

  • 2.

    De psychische ongezondheid - vooral het verhoogde risico op angststoornissen en depressie - van volwassen Brabanders/Roosendalers is een actueel en groeiend probleem, waarvan de oorzaak op dit moment nog niet duidelijk is. De GGD is bezig hierin een verdiepingsslag te maken om onder meer te achterhalen of er specifiek aanwijsbare oorzaken zijn voor deze cijfers en welke handelingsperspectieven er voor gemeenten zijn. Hiervoor wordt zowel intern met uiteenlopende disciplines als extern met relevante maatschappelijke partners en andere GGD-en samengewerkt.

In aansluiting hierop zal de gemeente samen met de GGD en de lokale maatschappelijke partners – denk aan WijZijn, praktijkondersteuners, GGZ, maar ook ervaringsdeskundigen - op zoek gaan naar een passende laagdrempelige aanpak en – wijkgerichte - interventies om de psychische gezondheid te bevorderen.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Mensen die goede contacten hebben met anderen zijn gelukkiger en zowel lichamelijk als geestelijk gezonder. Zij zijn ook beter in staat om met veranderingen en uitdagingen in het leven om te gaan. Het bevorderen van sociale verbondenheid tussen Roosendalers vormt dan ook een logische keuze en een belangrijk aspect in het vormgeven van het concept positieve gezondheid (zie Inleiding) door de gemeente. Het bouwt ook voort op de vorige nota lokaal gezondheidsbeleid 2013-2017 waar het streven naar ‘vitaal ouder worden door het tegengaan van eenzaamheid en sociaal isolement’ al één van de speerpunten was.

Mensen die verbondenheid met anderen en sociale interacties missen, voelen zich eenzaam 4 . Sinds 2009 stijgt het percentage Roosendalers tussen de 19 en 64 jaar dat ‘eenzaam’ is. In 2016 was 42% van de volwassenen eenzaam, waarvan 13% (zeer) ernstig eenzaam. Eenzaamheid komt onder volwassenen in Roosendaal vaker voor dan gemiddeld in de regio West-Brabant.

afbeelding binnen de regeling

Het percentage Roosendaalse ouderen, dat ‘eenzaam’ is, is de laatste vier jaar gelijk gebleven. Dat neemt niet weg dat ruim de helft van de ouderen nog steeds eenzaam is. Ongeveer één op de 10 ouderen (11%) is zelfs (zeer) ernstig eenzaam.

Zie voor meer achtergrondinformatie en de huidige stand van zaken in cijfers de Toelichtingsnota.

WAT WILLEN WE BEREIKEN?

Vanuit de gezondheidsnota 2013-2017 zijn de maatschappelijke partners van de gebiedsnetwerken recent al gestart met het maken van plan van aanpak gericht op het terugdringen van eenzaamheid. Met deze partners willen we de komende jaren een samenhangende aanpak tegen eenzaamheid ontwikkelen:

  • 1.

    Realiseren van adequate signalering, melding en opvolging van eenzaamheid en sociaal isolement door het stimuleren van een betere samenwerking en afspraken tussen (zorg)professionals, vrijwilligers en burgers. Daarbij zal ook aandacht zijn voor het signaleren van het risico op eenzaamheid rondom life-events (zoals het verlies van een dierbare, ontslag, immigratie et cetera), lotgenotencontact en de inzet van ervaringsdeskundigheid.

  • 2.

    Bevorderen van de deskundigheid van (zorg-) professionals (o.a. bij WegWijs) en vrijwilligers om eenzaamheid en sociaal isolement tijdig te signaleren, bespreekbaar te maken en zo nodig op te volgen.

  • 3.

    Stimuleren dat het bestaande aanbod gericht op preventie van eenzaamheid/sociaal isolement en bevorderen van sociale verbondenheid breed toegankelijk is. Dit doen we door het verder in kaart te brengen en te ontsluiten voor (zorg)professionals, vrijwilligers en burgers. Hierbij zullen Roosendaalvoorelkaar en WegWijS Roosendaal worden benut.

  • 4.

    Lokale uitvoering geven aan het landelijke Actieprogramma Eén tegen eenzaamheid, waarmee de minister van VWS samen met onder andere gemeenten de toenemende eenzaamheid een halt wil toe roepen.

  • 5.

    Bevorderen van (de deelname aan) sport- en cultuuractiviteiten die behalve aan een actieve leefstijl en zingeving ook bijdragen aan de sociale verbondenheid onder Roosendalers en zo eenzaamheid voorkomen of verminderen.

Belangrijke maatschappelijke partners voor de uitwerking van dit speerpunt zijn onder meer: WijZijn Traverse, VluchtelingenWerk, CultuurCompaan, MEE, Groenhuysen, TWB, Thuiszorg met aandacht, Sportservice Noord-Brabant, Alwel, Axxicom.

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 oktober 2018,

de griffier, de voorzitter,


Noot
1

Het betreft de monitors: 0-11 jarigen monitor 2017, volwassenen- en ouderenmonitor 2016 GGD West Brabant en de regionale jongerenmonitor 12-18 jaar 2015 en de profielen klas 2VO. Alle cijfers zijn terug te vinden op  Brabantscan

Noot
2

de mate van mentale veerkracht van mensen bepaalt grotendeels het vermogen om met veranderingen om te kunnen gaan

Noot
3

Sociaal Economische Status (SES) staat voor de positie van mensen op de maatschappelijke ladder. Dit wordt afgeleid van opleidingsniveau, inkomen en positie op de arbeidsmarkt. Zie ook de Toelichtingsnota voor meer informatie over kwetsbaarheid.

Noot
4

“Eenzaamheid is het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties. Het kan zijn dat het aantal contacten dat men heeft met andere mensen geringer is dan men wenst. Het kan ook zijn dat de kwaliteit van de gerealiseerde relaties achterblijft bij de wensen.” (De Jong Gierveld, 2007)