Regeling vervallen per 01-06-2019

Drank- en Horecaverordening Rucphen

Geldend van 10-07-2008 t/m 31-05-2019

Intitulé

Drank- en Horecaverordening Rucphen

De raad van de gemeente Rucphen;

gelet op de Drank- en Horecawet en de Algemene wet bestuursrecht;

gelezen het voorstel van het college d.d.

overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen ter uitvoering van de Drank- en Horecawet,

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende Drank- en horecaverordening:

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders danwel de burgemeester;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;

  • d.

    instelling: een rechtspersoon, niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard;

  • e.

    vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3 Drank- en Horecawet;

  • f.

    wet: de Drank- en Horecawet.

Artikel 2 Vergunningvoorschriften

  • 1.Het college verbindt aan een vergunning die verleend wordt aan een instelling de volgende voorwaarden:

    • a.

      de vergunning geldt niet voor het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen;

    • b.

      het is verboden de mogelijkheid van het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard openlijk aan te prijzen, hiermee te adverteren of reclame te maken;

    • c.

      de vergunning geldt uitsluitend voor het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, één uur voor, tijdens en één uur na activiteiten met een recreatief, sportief, sociaal-cultureel, educatief, levensbeschouwelijk of godsdienstig karakter, in instellingsverband georganiseerd of in het kader van activiteiten van de instelling zelf.

      2.Van de voorschriften als bedoeld in het eerste lid, onder a en b, kan het college ontheffing verlenen met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard.

Artikel 3 Beslistermijn

  • 1. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2. Het bevoegde bestuursorgaan kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 4 Te late indiening aanvraag

Indien een aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend minder dan acht weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan het bevoegde bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Op dat tijdstip wordt de eerder vastgestelde Drank- en Horecaverordening, laatstelijk gewijzigd op 18 oktober 1969 ingetrokken.

Artikel 6 Overgangsbepaling

  • 1. Vergunningen en ontheffingen – hoe ook genaamd – verleend krachtens de verordening als bedoeld in artikel 5, tweede lid, blijven – indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening als bedoeld in artikel 5, tweede lid, blijven – indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook vervat zijn in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3. Vergunningen en ontheffingen in het eerste lid en verplichtingen als bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen en ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of een ontheffing – hoe ook genaamd – op grond van de verordening als bedoeld in artikel 5, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van deze verordening toegepast.

  • 5. De intrekking van de verordening als bedoeld in artikel 5, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en beleidsregels, indien en voor zover de rechtsgrond waarop die regels zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 7 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde of krachtens deze verordening zijn belast de door het college dan wel de burgemeester aangewezen personen.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel “Drank- en Horecaverordening Rucphen”.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering

van 15 mei 2008

de voorzitter,

de griffier,

M.L. Everaers.

drs. R.A.F. van Pareren.