Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Rucphen

Geldend van 01-04-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Rucphen

______________________________________________________________________

De raad van de gemeente Rucphen;

overwegende dat ingevolge de Gemeentewet een gemeentelijke Rekenkamer of Rekenkamerfunctie dient te zijn ingesteld;

gezien het voorstel van 12 maart 2014;

gelet op het bepaalde in artikel 81o van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Rucphen:

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    wet: Gemeentewet;

  • -

    raad: gemeenteraad van Rucphen;

  • -

    commissie: rekenkamercommissie;

  • -

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gemeentebestuur: college en raad;

  • -

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Rucphen;

  • -

    secretaris: de ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat inclusief de voorzitter uit drie leden.

  • 3. De leden van de rekenkamercommissie zijn geen lid van de raad of van een andere raadscommissie van de gemeente Rucphen.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De leden worden voor een periode van vier jaar benoemd. De raad kan de leden één keer herbenoemen voor een periode van maximaal vier jaar.

  • 3.

    De gemeenteraad benoemt de voorzitter uit de leden van de rekenkamercommissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de secretaris van de commissie.

Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 4.

    Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de zittende leden van de rekenkamercommissie.

  • 5.

    In vergaderingen van de commissie wordt besloten bij meerderheid.

  • 6.

    Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij een meerderheid van de zitting hebbende leden bij de vergadering aanwezig is.

  • 7.

    Indien de stemmen staken, wordt het onderwerp geagendeerd voor de volgende vergadering.

Artikel 4 Eed

Artikel 81g van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing voor de leden van de commissie.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      bij de aanvaarding van het raadslidmaatschap of benoeming tot lid of plaatsvervangend lid van een andere commissie uit de raad van de gemeente Rucphen;

    • d.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • f.

      aan het einde van de termijn zoals genoemd in artikel 3 lid 2.

  • 3. De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen dan wel indien hij/zij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie. De hoogte van de vergoeding wordt door de raad bepaald.

  • 2. De vergoeding, genoemd in het eerste lid, komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de commissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 5. De secretaris heeft geen stem bij het nemen van besluiten.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt. Zij zal bij haar keuze mede gebruik maken van onderwerpen die door of vanuit de raad zijn aangedragen.

  • 2. Alleen de raad kan de commissie een verzoek doen tot het instellen van een onderzoek.

  • 3. De commissie formuleert de probleemstelling, stelt de onderzoeksopzet vast en brengt de onderzoeksopzet ter kennisneming aan de raad.

  • 4. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen twee maanden in hoeverre aan het verzoek van de raad wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek voldoet, zal zij haar besluit onderbouwen.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeks-rapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taak-uitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      externe deskundigen/onderzoekers die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2014.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening rekenkamercommissie Rucphen 2014.

Aldus vastgesteld door

de raad van de gemeente Rucphen

in zijn openbare vergadering van 26 maart 2014,

de griffier,

de voorzitter,

J.C.W.M. Rosiers-Goorden MSc.

mr. M. van der Meer Mohr.