Regeling vervallen per 02-12-2022

Marktverordening Súdwest-Fryslân 2012

Geldend van 01-10-2012 t/m 01-12-2022

Intitulé

Marktverordening Súdwest-Fryslân 2012

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslan;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012;

gelet op artikel 147, eerste lid en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de

markten;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Súdwest-Fryslân 2012

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. markt: een door het college ingestelde warenmarkt;

b. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

c. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

d. dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een gegadigde of overige belangstellende, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel is ingenomen;

e. standwerken: de activiteit waarbij de standplaatshouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot aankoop van een artikel;

f. standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

g. vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

h. wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

i. anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

j . marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2 Indienen aanvraag

Indien een aanvraag om vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 3 Inrichting van de markt

  • 1 Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    a. het aantal standplaatsen;

    b. de afmetingen van de standplaatsen;

    c. de opstelling en indeling van de markt;

    d. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats;

    e. welke gedeelten van het marktterrein eventueel bestemd worden voor het plaatsen van verkoopwagens of andere voertuigen ten bate van de verkoop.

  • 2 Het college kan voor de markt vaststellen:

    a. een lijst met artikelengroepen of branches;

    b. een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 4 De marktcommissie

  • 1 Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2 Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 5 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen

  • 1 Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning, ontheffing of aanwijzing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning, ontheffing of aanwijzing is vereist.

  • 2 Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning, ontheffing of aanwijzing is verleend, Is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Artikel 7 Lex silencio positivo

De bepalingen inzake de positieve beschikking bij niet-tijdig beslissen zijn op besluiten op grond van deze verordening niet van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over standplaatsen op een weekmarkt

Paragraaf 1 Vaste standplaatsen

Artikel 8 Standplaatsvergunning

Het is verboden een vaste standplaats op een weekmarkt in te nemen zonder vergunning van het college.

 

Artikel 9 Vereisten

Voor toewijzing van een (vaste) standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

Artikel 10 Inhoud vaste standplaatsvergunning

Een (vaste) standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

a. de naam, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

c. het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

d. de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst.

Artikel 11 Inschrijven op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens

vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 12 Inschrijven op de wachtlijst

  • 1 Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 9 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2 Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    a. de naam, de geboortedatum en- plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    b. de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    c. de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

  • 3 Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4 De inschrijving blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 13 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

a. indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

b. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

c. bij overlijden van de ingeschrevene;

d. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

e. indien niet meer aan de vereisten van artikel 9 wordt voldaan.

Artikel 14 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

a. de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;

b. degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze wachtlijst.

Artikel 15 Overschrijving vergunning

  • 1 Ingeval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2 Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij ten minste één jaar in loondienst van het marktbedrijf

    van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als medeeigenaar aan het bedrijf verbonden is.

  • 3 Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 4 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 16 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1 Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 15 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2 Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    b. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 9 genoemde vereisten.

  • 3 Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 15 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

     

Paragraaf 2 Dagplaatsen

Artikel 17 Toewijzing dagplaats

  • 1 Toewijzing van een dagplaats geschiedt door aanwijzing van de marktmeester op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2 De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf voor 8:00 uur aanmelden bij de marktmeester.

  • 3 Indien zich geen gegadigden van de wachtlijst hebben aangemeld, wordt de dagplaats toegewezen aan overige belangstellenden, met dien verstande dat degene die zich als eerste voor 8:00 uur heeft aangemeld als eerste een voor hem beschikbare dagplaats

    krijgt toegewezen.

Paragraaf 3 Standwerkersplaatsen

Artikel 18 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1 De marktmeester wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2 Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3 Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Hoofdstuk 3 Bepalingen over standplaatsen op de jaarmarkt

Artikel 19 Standplaatsvergunning

  • 1 Het is verboden een standplaats op een jaarmarkt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2 Artikel 9 en artikel 10, eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Paragraaf 4 Gebruiksbepalingen voor de weekmarkt

Artikel 20 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt tenminste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 21 en 22.

Artikel 21 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1 De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2 De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 22 Ontheffing en vervanging bij ziekte, vakantie of bijzondere

  • 1 In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan de marktmeester op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting tenminste eenmaal per twee weken en negenmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 2 Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 23 Tijdstip innemen standplaats weekmarkt

Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats voor een weekmarkt niet uiterlijk om 8:30 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats voor die weekmarkt aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Paragraaf 5 Algemene gebruiksbepalingen voor markten

Artikel 24 Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

  • 1 Het is verboden voor standplaatshouders op het marktterrein meer dan twee uren voor aanvang en meer dan anderhalf uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2 De standplaatshouders zijn verplicht hun standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. De marktmeester kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

Artikel 25 Verbod voertuigen marktterrein

Het is verboden op marktdagen zich met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op de markt aanwezig te hebben, tenzij artikel 3, lid e van toepassing is.

Hoofdstuk 5 Markten georganiseerd door derden

Artikel 26 Vergunning organisator

  • 1 Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op of aan de weg een door het college ingestelde markt te houden.

  • 2 De vergunning kan door het college worden geweigerd in het belang van:

    a. de openbare orde;

    b. de openbare veiligheid;

    c. de volksgezondheid;

    d. de bescherming van het milieu;

    e. in het belang van een krachtens artikel 149 van de Gemeentewet ingestelde markt.

Artikel 27 Verplichting organisator

De houder van een vergunning als bedoeld in artikel 26 is verplicht erop toe te zien dat alle personen die een standplaats innemen op de door hem georganiseerde markt de voorschriften die bij of krachtens deze verordening zijn gesteld, alsmede de voorschriften die zijn gesteld in de verleende vergunning, in acht nemen.

 

Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 28 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 16 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of

    een persoon die hem bijstaat:

    a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

    b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

    c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet,

  • 2 De verordening verstaat onder wangedrag in elk geval:

    a. gedrag of handelen dat zodanig van aard is dat het de organisatie en/of het ordelijk verloop van de markt in de weg staat;

    b. uitlatingen in strijd met de fatsoensnormen;

    c. aanstootgevend gedrag;

    d. het verstoren van de openbare orde.

Artikel 29 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een gegadigde voor een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of de loting voor een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 30 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een standplaatshouder gelasten zich onmiddellijke van de markt te verwijderen indien hij:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 31 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 32 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 33 Intrekking oude regeling

Ingetrokken worden:

1. de Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Bolsward 2003, vastgesteld

op 23 september 2003;

2. de Markt- en Standplaatsenverordening Sneek 1999, vastgesteld op 13 juli 1999.

Artikel 34 Overgangsbepalingen

  • 1 Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de in artikel 31 genoemde verordeningen gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2 De bestaande anciënniteits- en wachtlijsten worden geacht anciënniteits- en wachtlijsten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van een in artikel 31 genoemde verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 35 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2012.

Artikel 36 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Marktverordening Súdwest-Fryslân 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 21 juni 2012.
 
Drs. H.H. Apotheker
 
 voorzitter.
G.W. Stegenga
 
plaatsvervangend griffier.