Eilandsverordening houdende bepalingen betreffende een op 5 november 2004 te houden referendum over de staatkundige toekomst van het eiland Saba

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Eilandsverordening houdende bepalingen betreffende een op 5 november 2004 te houden referendum over de staatkundige toekomst van het eiland Saba (te noemen: “Eilandsverordening Referendum Staatkundige toekomst Eilandgebied Saba 2004”)

I. Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze eilandsverordening en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften wordt verstaan onder:

Eilandsraad: de Eilandsraad van het Eilandgebied Saba;

Bestuurscollege: het bestuurcollege van het Eilandgebied Saba;

Ingezetenen: zij, die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van het eilandgebied Saba;

Vertegenwoordigend lichaam: de Eilandsraad;

Hoofdstembureau: het betreffende hoofdstembureau volgens deze eilandsverordening benoemd voor het referendum.

Artikel 2

Er vindt op 5 november 2004 in het Eilandgebied Saba een referendum plaats over de staatkundige toekomst van het Eilandgebied Saba, met inachtneming van de navolgende bepalingen.

Artikel 3

  • a. aan het referendum kan worden deelgenomen door degenen, die zes maanden vóór de datum van het referendum ingezetenen van het eilandgebied Saba zijn mits zij Nederlander zijn en op de dag van het referendum de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt en;

  • b. alle ingezetenen van het eilandgebied Saba van buitenlandse nationaliteit mits zij op de dag van het referendum de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt en minimaal vijf jaar legaal aaneengesloten op Saba hebben gewoond.

Artikel 4

  • 1. 1.Bij het referendum worden aan de stemgerechtigden drie opties in de Engelse, onderscheidenlijk de Nederlandse taal voorgelegd, die als volgt luiden:

    I am in favour of:

    Option A. Direct Constitutional Relations with The Netherlands;

    Option B. Status Quo (Saba remaining part of the Netherlands Antilles);

    Option C. Independence.

    Ik ben voorstander van:

    Optie A. Saba een directe constitutionele relatie met Nederland aangaat;

    Optie B. Saba deel blijft uitmaken van de Nederlandse Antillen (Status Quo);

    Optie C. Saba onafhankelijk wordt.

  • 2. Bij de stemming mag elke stemgerechtigde zich slechts voor één optie uitspreken.

  • 3. Op het stembiljet zijn op de ene zijde in het eerste lid vermelde opties gedrukt, voorafgegaan door de mededeling in beide talen: "Referendum on the constitutional future of the island Territory of Saba. You may only colour one circle red.", onderscheidenlijk "Referendum over de staatkundige toekomst van het eilandgebied Saba. U mag slechts één hokje rood maken.". Aan de andere zijde van het stembiljet is de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau gedrukt.

  • 4. De vorm, de inrichting en de kleur van het stembiljet worden vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 5

Indien bij de stemming op geen der opties de volstrekte meerderheid der stemmen is uitgebracht, vindt op 12 november 2004 een tweede stemming plaats waarbii de stemgerechtigden, als bedoeld in artikel 3, een keuze kunnen maken tussen de twee opties waarop bij de eerste stemming de meeste stemmen zijn uitgebracht. Er wordt in dat geval een overeenkomstig de uitslag van de eerste stemming aangepast stembiljet gebruikt.

Artikel 6

  • 1. De Referendum Commissie Saba (zie BC besluit 046/04) draagt zorg voor een evenwichtige en onpartijdige voorlichting met betrekking tot de opties die tijdens het referendum ter keuze staan.

  • 2. De kosten die voortvloeien uit de vervulling van de in het eerste lid vermelde taken van de Referendum Commissie Saba worden vergoed volgens een door het bestuurscollege vooraf goed te keuren begroting. De Referendum Commissie Saba voert zelfstandig beheer over de in het kader van deze begroting ter beschikking gestelde gelden en legt hierover na beëindiging van haar werkzaamheden rekening en verantwoording af aan het bestuurscollege uiterlijk op 1 januari 2005.

Artikel 7

Voor de toepassing van deze eilandsverordening en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften worden, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht in het eilandgebied Saba werkelijke woonplaats te hebben, zij die in het bevolkingsregister van het Eilandgebied Saba zijn opgenomen.

Artikel 8

  • 1.

    Van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten:

    • a.

      zij, die in één der delen van het Koninkrijk het kiesrecht is ontzegd bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak of onherroepelijke uitspraak krachtens het Tribunaal besluit of ingevolge beslissing tot voorwaardelijke buitenvervolgingstelling krachtens het Besluit politieke delinquenten 1945;

    • b.

      zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens de beschikking of het beheer over hun goederen hebben verloren, of van de ouderlijke macht of de voogdij over een of meer hunner kinderen ontzet zijn;

    • c.

      zij, die krachtens onherroepeliike rechterlijke uitspraak tot een gevangenisstraf van meer dan één jaar zijn veroordeeld, gedurende drie jaren, nadat hun straf is volbracht, en levenslang, wanneer voor de tweede maal zulk een straf is opgelegd;

    • d.

      zij, die onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens bedelarij of landloperij zijn veroordeeld, gedurende drie jaren nadat hun straf is volbracht; gedurende zes jaren, indien de straf voor de tweede maal, en levenslang, indien de straf voor de derde maal opgelegd is;

    • e.

      zij, die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraken binnen een tijdsverloop van drie jaren meer dan tweemaal zijn veroordeeld wegens een strafbaar feit, insluitende openbare dronkenschap, gedurende drie jaren nadat de laatste uitspraak onherroepelijk is geworden.

  • 2.

    Met een onherroepelijke veroordeling, zoals in het eerste lid onder d en e bedoeld, wordt gelijke gesteld het vervallen van het recht tot strafvordering volgens artikel 76 eerste lid van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.

II. Het kiezersregister

Artikel 9

In het eilandgebied Saba wordt door de zorg van het bestuurscollege een kiezersregister bijgehouden, vermeldende de in het bevolkingsregister opgenomen kiesgerechtigde personen.

Artikel 10

Het kiezersregister wordt in geautomatiseerde bestanden bijgehouden.

Artikel 11

  • 1.

    Van elke kiezer worden in het kiezersregister vermeldt de naam, de voornamen, de plaats en datum van geboorte alsmede het adres. Gehuwde vrouwen en weduwen worden in het kiezersregister vermeld met de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot, onder toevoeging van haar eigen naam voorafgegaan door het woord "geboren" of een afkorting van dit woord.

  • 2.

    Het nummer van het stemdistrict, waartoe de kiezer behoort, wordt tevens vermeld.De kiezer, wiens adres niet bekend is, behoort tot een door het hoofd van het bevolkingsregister bepaald stemdistrict, dat aan de hand van omstandigheden als het meest doelmatige kan worden beschouwd.

Artikel 12

  • 1. De Minister van Justitie draagt zorg dat van elke uitsluiting van de uitoefening van het kiesrecht als bedoeld in artikel 8, onder a, b, c, d, en e aan de bestuurscolleges zo spoedig mogelijk mededeling wordt gedaan, met vermelding van naam, voornamen, adres, datum en plaats van geboorte, zomede van de duur der uitsluiting. Overeenkomstige mededeling vindt plaats van hersteld in de uitoefening van het kiesrecht, en van elke verlening van het Nederlanderschap. Door de zorg van het bestuurscollege wordt van even bedoelde mededelingen aantekening gehouden in het kiezersregister.

  • 2. De gezaghebber stelt na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde mededeling betrokkene bij aangetekende brief in kennis van zijn uitsluiting en duur daarvan.

Artikel 13

  • 1. Het bestuurscollege is verplicht desgevraagd aan een ieder kosteloos de inlichtingen uit het kiezersregister te verstrekken, waaruit deze kan opmaken, of hij zelf of een ander daarin al dan niet of behoorlijk is opgenomen.

  • 2. Het kiezersregister is te allen tijde tegen betaling der kosten geheel of gedeeltelijk in afschrift verkrijgbaar.

Artikel 14

Een ieder is te allen tijde, doch uiterlijk op 1 oktober 2004, bevoegd bij de rechter in eerste aanleg aanvulling of verbetering van het kiezersregister te verzoeken op grond dat hij of een ander in strijd met de bepalingen van deze eilandsverordening daarin al dan niet of niet behoorlijk is opgenomen. Voor het verzoek wordt gebruik gemaakt van een formulier, dat ten burele van het bevolkingsregister kosteloos verkrijgbaar is.

Artikel 15

  • 1. Indien het verzoek om verbetering van het kiezersregister een ander dan de verzoeker betreft, doet de griffier van het gerecht in eerste aanleg aan die ander daarvan uiterlijk daags na ontvangst van het verzoekschrift bij aangetekende brief mededeling.

  • 2. Het verzoek om verbetering van het kiezersregister wordt onverwijld ter griffie van het gerecht in eerste aanleg neergelegd en ligt aldaar gedurende drie dagen voor een ieder ter inzage.

  • 3. Een ieder is uiterlijk drie dagen na afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn tot tegenspraak van het verzoek bevoegd. De tegenspraak wordt schriftelijk bij de rechter ingediend.

  • 4. De rechter kan nader bewijs of verhoor van partijen bevelen.

  • 5. Uiterlijk achttien dagen na de indiening van het verzoekschrift doet de rechter uitspraak en beveelt, indien de uitspraak daartoe leidt, aanvulling of verbetering van het kiezersregister.

  • 6. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden vastgesteld de vorm en de inrichting van het verzoekschrift tot aanvulling of verbetering van het kiezersregister bedoeld in artikel 14.

Artikel 16

  • 1.

    Van de rechterlijke uitspraken als in het vijfde lid van het artikel 15 bedoelt, geeft de griffier binnen driemaal vierentwintig uur kennis aan het Bestuurscollege.

  • 2.

    Door de zorg van het bestuurscollege wordt het kiezersregister onverwijld overeenkomstig deze uitspraken gewijzigd.

III. Hoofdstembureau

Artikel 17

  • 1.

    In het Eilandgebied Saba wordt voor het referendum een hoofdstembureau ingesteld.

  • 2.

    Het hoofdstembureau is samengesteld uit vijf leden van wie één voorzitter en één plaatsvervangend voorzitter is.

  • 3.

    De voorzitter is de voorzitter van het Bestuurscollege. De plaatsvervangende voorzitter, de drie andere leden alsmede drie plaatsvervangende leden van het hoofdstembureau worden benoemd en ontslagen door het Bestuurscollege.

  • 4.

    De benoemingen bedoeld in het vorige lid geschieden tenminste dertig dagen voor de datum van het te houden referendum.

  • 5.

    Voor het houden van de zittingen van het hoofdstembureau wijst het bestuurscollege een lokaal aan.

IV. De stemming

Artikel 18

De kiezer stemt in het stemlokaal van het voor hem aangewezen stemdistrict.

Artikel 19

  • 1. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen wordt het eilandgebied zo nodig in stemdistricten verdeeld.

  • 2. Een stemdistrict bevat in de regel niet meer dan twaalfhonderd kiezers.

Artikel 20

  • 1. Er is voor elk stemdistrict een stembureau.

  • 2. Elk stembureau bestaat uit drie leden, van wie één voorzitter is. De voorzitter is het eerst lid van het stembureau en van de twee leden wordt één benoemd als het tweede en één als het derde lid van het stembureau. Bovendien worden daarin tenminste twee plaatsvervangende leden benoemd.

Artikel 21

De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden der stembureaus behoren tot de kiesgerechtigde ingezetenen van het eilandgebied.

Artikel 22

  • 1. Tenminste acht dagen voor de dag der referendum ontvangt elke kiezer, die bevoegd is aan de stemming deel te nemen van de voorzitter van het hoofdstembureau een kaart, bevattende een oproeping voor het referendum. Op deze kaart worden vermeld:

    • a.

      "Referendum on the constitutional future of the Island Territory of Saba" en "Referendum over de staatkundige toekomst van het eilandgebied Saba";

    • b.

      de naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, alsmede het adres van de kiezer;

    • c.

      het nummer, waaronder de kiezer in het bij het referendum te bezigen afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister voorkomt;

    • d.

      het nummer van het stemdistrict waartoe de kiezer behoort;

    • e.

      het adres van het stemlokaal voor dat stemdistrict;

    • f.

      de dag en de uren waarop het referendum plaats vindt.

  • 2. De vorm en de inrichting alsmede de kleur van de oproepingskaart worden vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 3. Aan de tot deelneming aan het referendum bevoegde kiezer, aan wie een oproepingskaart is toegezonden, doch wiens oproepingskaart in het ongerede is geraakt of niet werd ontvangen, wordt op zijn aanvraag door of namens de voorzitter van het Bestuurscollege een nieuwe oproepingskaart uitgereikt, mits hij voldoende van zijn identiteit doet blijken.

  • 4. Tenminste drie dagen voor de dag der stemming wordt door de voorzitter van het hoofdstembureau ter openbare kennis gebracht:

    • a.

      de dag en de uren, waarop de stemming plaats vindt;

    • b.

      de inhoud van artikel 134 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.

Artikel 23

Het referendum vangt aan des voormiddags acht uur en duurt tot des namiddags 7 uur.

Artikel 24

  • 1. Iedere werkgever is verplicht te zorgen dat zijn werknemer, die bevoegd is aan het referendum deel te nemen, op de dag der referendum gedurende de in het vorige artikel voor het referendum bepaalde tijd, tenminste vier achtereenvolgende werkuren vrijaf heeft, tenzij de werknemer gedurende de uren waarop het referendum kan worden verricht uit andere hoofde vier achtereenvolgende uren vrij is.

  • 2. De werkgever is verplicht te zorgen, dat de tijd gedurende welke de werknemer de gelegenheid krijgt om aan het referendum deel te nemen, uiterlijk één week voor de dag der referendum te zijner kennis wordt gebracht.

Artikel 25

Het bestuur, alsmede degene die belast is met de feitelijke leiding van een inrichting voor geneeskundige behandeling, verpleging en/of verzorging stelt een in die inrichting opgenomen persoon, die bevoegd is aan het referendum deel te nemen, daartoe in de gelegenheid, voor zover op medische gronden geen bezwaar bestaat dat betrokkene in persoon aan het referendum deelneemt.

Artikel 26

  • 1. De bij de opening der zitting van het stembureau fungerende voorzitter, leden en plaatsvervangende leden, alsmede de alsdan aanwezige kiesgerechtigde personen, daartoe aangewezen door het hoofdstembureau, nemen bij dit stembureau aan het referendum deel.

  • 2. Indien zij volgens het kiezersregister tot een ander stemdistrict behoren, wordt van het uitbrengen van hun stem melding gemaakt in het proces-verbaal.

Artikel 27

  • 1. Gedurende de zitting zijn steeds de voorzitter en twee leden van het stembureau aanwezig.

  • 2. Bij ontstentenis van de voorzitter treden die leden, naar volgorde van benoeming, als zodanig op.

  • 3. Bij ontstentenis van een lid treedt een door de voorzitter aan te wijzen plaatsvervangend lid op.

  • 4. Zolang geen plaatsvervangend lid beschikbaar is, wordt door de voorzitter één der in het stemlokaal aanwezige kiezers als zodanig aangewezen.

  • 5. Van alle verwisselingen in de samenstelling van het stembureau wordt in het proces-verbaal aantekening gehouden met opgave van de reden(en) daarvan en van de tijd der vervanging.

Artikel 28

Indien bij het nemen van een beslissing door het stembureau de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 29

  • 1. Het Bestuurscollege wijst voor elk stemdistrict een geschikt lokaal aan.

  • 2. De voorzitter van het hoofdstembureau zorgt voor de inrichting van het stemlokaal.

Artikel 30

  • 1. Op de tafel van het stembureau liggen:

    • a.

      een afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister, bevattende een genummerde opgave van de kiezers, die in het stemdistrict bevoegd zijn aan het referendum deel te nemen;

    • b.

      een exemplaar dezer eilandsverordening, zoals gewijzigd;

    • c.

      de eilandsbesluiten, houdende algemene maatregelen welke op de referendum betrekking hebben.

  • 2. De vorm en de inrichting van het afschrift en uittreksel, in het vorige lid onder a bedoeld, worden vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 31

De tafel is zodanig geplaatst, dat de kiezers de verrichtingen van het stembureau kunnen gadeslaan.

Artikel 32

  • 1. Voor of bij de tafel, binnen het bereik van het lid van het stembureau dat belast is met de in artikel 38, derde lid bedoelde taak, staat de stembus, voorzien van twee verschillende sloten.

  • 2. De stembus moet verder aan de volgende vereisten voldoen:

    • a.

      de bus en het deksel, welke grijs gekleurd zijn, worden vervaardigd van metaal;

    • b.

      de bus is rond en wordt gedekt met een deksel, hetwelk in het midden voorzien is van een sleuf, lang 15 cm. en breed 1.5 cm;

    • c.

      het deksel wordt vastgehecht aan de bus met een van binnen geklonken scharnier en bevat een lip, passende op een eensgelijks in de bus geklonken oog, waardoor een hangslot kan worden gehangen;

    • d.

      de sleuf wordt gedekt met een op het deksel vastgehecht plaatje, waaraan twee naar binnen uitspringende veren zijn bevestigd, welk plaatje, van buiten toegedrukt, niet dan door middel van drukking aan de binnenzijde van het deksel kan worden geopend;

    • e.

      aan elk van beide lange zijden van het de sleuf bedekkende plaatje worden twee platte oogjes van genoegzame breedte voor het doorhalen van een stuk band bevestigd. Met elk dezer oogjes correspondeert een soortgelijk oogje, op de bus aangebracht naast het plaatje aan dezelfde zijde;

    • f.

      boven op het deksel, achter het plaatje wordt met een scharnier in het deksel een beugeltje aangebracht, geschikt om over het plaatje, wanneer dit is geopend, gelegd en in een oogje door middel van een pennetje bevestigd te worden, ten einde het toeslaan van het plaatje te beletten;

    • g.

      de bus wordt voorzien van twee handvatten.

  • 3. De hoogte van de stembus bedraagt 70 cm en de doorsnede 30 cm.

  • 4. De stembus wordt gesloten door de sleuf met het plaatje te bedekken en op dit laatste een zodanige druk uit te oefenen, dat de aan het plaatje bevestigde twee veren binnen de bus uitspringen.

Artikel 33

  • 1. Buiten de voor het publiek bestemde ruimte, zijn in het stemlokaal één of meer geheel van elkander afgescheiden stemhokjes geplaatst, waarvan de toegang zichtbaar is voor het stembureau en voor het publiek, en waarin of waarmede de kiezers hun stem in het geheim kunnen uitbrengen.

  • 2. In elk stemlokaal bevindt zich op elk aantal van ten meeste 250 kiezers, dat het stemdistrict telt, ten minste één stemhokje.

  • 3. Het stemhokje bestaat uit twee zijwanden, elk van tenminste 1 meter breed en 2 meter hoog. Wordt het hokje met de achterzijde met tegen een ondoorzichtig deel van een wand van het lokaal geplaatst, dan dient de achterwand te zijn afgedekt. Aan de bovenkant van de voorzijde worden gordijnen aangebracht van ondoorzichtige zwarte stof, waarvan de verzwaarde onderkant afhangt tot beneden de hoogte van de lessenaar, in het volgende lid genoemd.

  • 4. In elk stemhokje bevindt zich een lessenaar ter hoogte van ten minste 1.20 meter.

  • 5. Op elke lessenaar bevinden zich tenminste twee vastliggende rode potloden.

  • 6. Boven elke lessenaar hangt aan de wand een gedrukte staat van inlichtingen. Het model van deze staat wordt vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 34

  • 1. De voorzitter van het hoofdstembureau stelt het voor het eilandgebied nodige aantal stembiljetten vast, er daarbij rekening mede houdende, dat op elk stembureau aanwezig moeten zijn stembiljetten tot een met ten minste twee ten honderd van het getal der kiezers, die bevoegd zijn in het stemdistrict hun stem uit te brengen, vermeerderd aantal.

  • 2. De voorzitter van het hoofdstembureau draagt zorg dat voor de aanvang van het referendum op elk stembureau de benodigde stembiljetten aanwezig zijn.

  • 3. De stembiljetten worden aan het stembureau toegezonden in een of meer verzegelde pakken, op elk daarvan het nummer van het stemdistrict en het aantal der zich daarin bevindende stembiljetten is vermeld.

Artikel 35

  • 1. Voor acht uur des morgens, alvorens iemand tot deelneming aan het referendum wordt toegelaten, opent het stembureau tijdig de pakken met stembiljetten en stelt het aantal biljetten vast.

  • 2. Voor de aanvang van het referendum sluit het stembureau de stembus, na zich overtuigd te hebben dat zij ledig is. Tijdens het referendum berust één der sleutels bij de voorzitter en de andere bij het oudste lid in jaren.

Artikel 36

Tot het referendum wordt slechts toegelaten hij die bevoegd is hier aan deel te nemen als kiezer voor zover hij in het bezit is van de voorgeschreven oproepingskaart en zich kan legitimeren door middel van:

  • a.

    een geldige identiteitskaart;

  • b.

    een geldig paspoort;

  • c.

    een geldig rijbewijs.

Artikel 37

  • 1. De kiezer overhandigt aan de voorzitter van het stembureau de oproepingskaart.

  • 2. De voorzitter noemt duidelijk verstaanbaar het nummer waaronder de kiezer volgens de oproepingskaart in het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister voorkomt.

  • 3. het tweede lid van het stembureau noemt de naam, die in het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister bij het door de voorzitter genoemde nummer is vermeld. De voorzitter controleert de naam aan de hand van de oproepingskaart.

  • 4. Het tweede lid van bet stembureau houdt, door in het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister naast de naam van de kiezer zijn paraaf te stellen, aantekening dat deze zich heeft aangemeld.

  • 5. Vervolgens overhandigt de voorzitter aan de kiezer een stembiljet, dat zodanig is dichtgevouwen, dat de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau zichtbaar is.

  • 6. De voorzitter houdt aantekening van bet aantal uitgereikte stembiljetten, alsmede van het aantal kiezers, dat weigert een stembiljet in ontvangst te nemen.

Artikel 38

  • 1. De kiezer begeeft zich na ontvangst van het stembiljet onverwijld naar een niet in gebruik zijnd stemhokje en stemt door met potlood rood te maken een wit stipje, in het stemvak voor de optie zijner keuze.

  • 2. Daarna vouwt hij het stembiljet dicht op zodanige wijze dat de opties niet zichtbaar zijn en begeeft zich daarmede onmiddellijk naar de stembus.

  • 3. Het derde lid van bet stembureau overtuigt zich, zonder het stembiljet in handen te nemen, dat dit de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau draagt en doet de kiezer het stembiljet in de stembus steken. Hij houdt aantekening van het aantal in de stembus gestoken stembiljetten.

Artikel 39

  • 1. Indien de kiezer zich bij het invullen van zijn stembiljet vergist, geeft hij dit aan de voorzitter van het stembureau terug. Deze verstrekt hem op zijn verzoek éénmaal een nieuw biljet.

  • 2. De teruggegeven stembiljetten worden door de voorzitter onmiddellijk onbruikbaar gemaakt door het stempelen van het woord "onbruikbaar" op de beide zijden van het stembiljet.

Artikel 40

Wanneer aan het stembureau blijkt dat een kiezer uit hoofde van zijn lichamelijke gesteldheid hulp behoeft, kan deze zich doen bijstaan.

Artikel 41

  • 1. De kiezer die na waarschuwing de wettelijke voorschriften omtrent het referendum niet opvolgt, wordt niet tot de stembus toegelaten en is verplicht het stembiljet, zo hem dit reeds overhandigd is, terug te geven.

  • 2. De tot de stembus toegelaten kiezer die weigert het stembiljet in de bus te steken, is verplicht dit terug te geven.

  • 3. Het tweede lid van artikel 39 is van toepassing.

  • 4. Weigert een kiezer het stembiljet terug te geven, dan houdt de voorzitter daarvan aantekening met vermelding van de naam en het nummer zoals deze op de oproepingskaart voorkomen.

Artikel 42

  • 1. Gedurende de tijd, dat het stembureau zitting houdt, zijn de kiezers bevoegd in de voor het publiek bestemde ruimte van het stemlokaal te vertoeven, voor zover de orde daardoor niet wordt verstoord en de voortgang van het referendum niet wordt belemmerd.

  • 2. De kiezers verschijnen daar ongewapend, tenzij zij behoren tot de gewapende macht of een wapen bij zich hebben, dat behoort tot hun ambtskleding of bij de kleding, door hen met vergunning van het boven hen gesteld openbaar gezag gedragen.

  • 3. De in het stemlokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren inbrengen, zo het referendum niet overeenkomstig de wettelijke voorschriften geschiedt.

  • 4. De bezwaren worden in het proces-verbaal van de zitting van het stembureau vermeld.

Artikel 43

  • 1. De voorzitter van het stembureau is belast met de handhaving van de orde in het stemlokaal.

  • 2. Alleen op verzoek van de voorzitter van het stembureau en slechts op de dag der stemming en alleen tot bedwang van wanorde, mag enige gewapende macht in het stemlokaal of zijn toegangen worden geplaatst. De burgerlijke en militaire autoriteiten zijn gehouden aan daartoe door de voorzitter van het stembureau gedane verzoek te voldoen.

Artikel 44

  • 1. Bevindt het stembureau, dat wanorde in het stemlokaal of zijn toegangen de behoorlijke voortgang der referendum onmogelijk maakt, dan wordt dit door de voorzitter verklaard. Het referendum wordt daarop aanstonds geschorst en tot de volgende dag des vóórmiddags acht uur verdaagd.

  • 2. De sleuf van de stembus wordt onmiddellijk in tegenwoordigheid van de in het stemlokaal aanwezige kiezers gesloten, waarna de stembus wordt verzegeld.

  • 3. Aan de deur van het stemlokaal wordt een kennisgeving bevestigd dat het referendum is geschorst tot de volgende dag des vóórmiddags acht uur.

Artikel 45

  • 1. Vervolgens worden in afzonderlijke, te verzegelen pakken gesloten:

    • a.

      de sleutels waarmede de stembus is afgesloten;

    • b.

      de niet gebruikte stembiljetten;

    • c.

      de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

    • d.

      de ingeleverde oproepingskaarten;

    • e.

      het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister.

  • 2. Van de geschorste zitting wordt proces-verbaal opgemaakt, waarin van de in het eerste lid bedoelde verrichtingen tevens melding wordt gemaakt.

  • 3. De vorm en de inrichting van dit proces-verbaal wordt geregeld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 46

  • 1. De voorzitter van het stembureau zendt ten spoedigste bericht van de schorsing van het referendum aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

  • 2. Onmiddellijk na ondertekening van het proces-verbaal wordt dit met de stembus en de verzegelde pakken door de voorzitter van het stembureau aan de voorzitter van het hoofstembureau ter bewaring overgedragen.

  • 3. Op de dag waarop het referendum wordt vervat stelt de voorzitter van het hoofdstembureau tijdig voor de aanvang der referendum de ingevolge het vorige lid aan hem overgegeven stembus en pakken ter beschikking van het stembureau.

  • 4. Tijdig voor de aanvang van het hervatte referendum opent het stembureau de pakken en stelt het aantal biljetten opnieuw vast.

  • 5. Voor dit referendum wordt een andere stembus gebezigd.

  • 6. De stemming wordt hervat des vóórmiddags acht uur en duurt tot des namiddags zeven uur.

Artikel 47

  • 1. Zodra de voor het referendum bepaalde tijd verstreken is, wordt dit door de voorzitter aangekondigd en worden alleen de op het ogenblik dezer aankondiging in of aan de deur van het stemlokaal aanwezige kiezers nog tot het referendum toegelaten. Nadat de laatste van deze kiezers heeft gestemd, wordt de sleuf van de stembus gesloten.

  • 2. Onmiddellijk nadat de stemming is geëindigd, stelt het stembureau vast:

    • a.

      het aantal kiezers, dat zich heeft aangemeld;

    • b.

      het aantal uitgereikte stembiljetten;

    • c.

      het aantal in de stembus gestoken stembiljetten;

    • d.

      het aantal kiezers, dat geweigerd heeft een stembiljet in ontvangst te nemen;

    • e.

      het aantal niet gebruikte stembiljetten.

  • 3. De aantallen, bedoeld in het derde dan wel in het vierde lid, worden door de voorzitter aan de aanwezige kiezers bekendgemaakt.

Artikel 48

  • 1. Door het stembureau wordt vervolgens op het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister het aantal daarop gestelde parafen vermeld en gewaarmerkt. Dit afschrift of uittreksel wordt in een afzonderlijk te verzegelen pak gesloten.

  • 2. Tenslotte worden op overeenkomstige wijze ingepakt:

    • a.

      de niet gebruikte stembiljetten;

    • b.

      de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

    • c.

      de ingeleverde oproepingskaarten.

Artikel 49

  • 1. Onmiddellijk na de in het vorig artikel voorgeschreven verzegeling wordt de stembus geopend.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerst lid kan het stembureau tussen de verzegeling en de opening van de stembus een tijdruimte laten van ten hoogste één uur, mits het stemlokaal met verlatende en de stembus onder zijn toezicht houdende.

  • 3. Indien van deze bevoegdheid gebruik is gemaakt, wordt hiervan en van het voldoen aan de daarvoor gestelde voorwaarden aantekening gehouden in het proces-verbaal van de zitting van het stembureau.

Artikel 50

De stembiljetten worden dooreengemengd, geteld en hun aantal wordt vergeleken met het getal der kiezers, die aan de stemming hebben deelgenomen.

Artikel 51

  • 1. De leden van het stembureau openen de stembiljetten en voegen deze optiegewijze bijeen. Zij kunnen zich bij deze werkzaamheden doen bijstaan door de plaatsvervangende leden. De voorzitter doet ten aanzien van elk stembiljet mededeling van de optie op welk de stem is uitgebracht.

  • 2. De beide andere leden houden aantekening van iedere uitgebrachte stem, nadat het oudste lid het stembiljet heeft nagezien.

Artikel 52

Het stembureau stelt vast:

  • a.

    het aantal van op iedere optie uitgebrachte stemmen;

  • b.

    de som van de aantallen stemmen bedoeld onder a.

Artikel 53

  • 1. Ongeldig zijn andere stembiljetten dan die, welke volgens deze eilandsverordening en de tot haar uitvoering gegeven voorschriften mogen worden gebruikt.

  • 2. Voorts zijn ongeldig de stembiljetten:

    • a.

      waarop in geen stemvak het witte stipje rood is gemaakt;

    • b.

      waarop in meer dan één stemvak het witte stipje rood is gemaakt;

    • c.

      waarop de kiezer zijn stem heeft uitgebracht anders dan met een rood potlood;

    • d.

      waarop bijvoegingen zijn geplaatst of die een aanduiding van de kiezer bevatten;

    • e.

      welke niet zijn voorzien van de voorgeschreven handtekening.

  • 3. Onder bijvoegingen worden niet begrepen punten, strepen, vlakken, nagel-indrukken, vouwen, scheuren, gaten en vlekken.

  • 4. Het ten dele rood maken van het witte stipje in het stemvak voor de optie wordt met het rood maken ervan gelijk gesteld, indien dit kennelijk met de bedoeling van de kiezer overeenstemt; het wordt geacht niet te zijn geschied, indien zulks kennelijk niet het geval is.

Artikel 54

  • 1. Het stembureau beslist met inachtneming van het vorige artikel, over de waarde van het stembiljet terstond nadat de voorzitter daarvan inzage heeft genomen.

  • 2. De voorzitter maakt de reden van ongeldigverklaring en van twijfel over de geldigheid alsmede de beslissing daaromtrent onmiddellijk bekend.

  • 3. De beide andere leden houden aantekening van elk geldig verklaard stembiljet.

  • 4. Indien één der in het lokaal aanwezige kiezers dit verlangt, moet het biljet worden vertoond. De kiezers kunnen bezwaren tegen de genomen beslissing inbrengen.

Artikel 55

  • 1. 1.Terstond nadat de stemmen zijn opgenomen, maakt de voorzitter bekend zowel het aantal van de op iedere optie uitgebrachte stemmen, als het gezamenlijke aantal uitgebrachte stemmen.

    Door de in het lokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren worden ingebracht.

  • 2. Vervolgens worden de ongeldig verklaarde stembiljetten in een te verzegelen pak gesloten. Op dit pak worden vermeld het nummer van het stemdistrict en het aantal stembiljetten dat het pak inhoudt.

  • 3. Daarop worden de geldige stembiljetten, optiegewijze gerangschikt, in één of meer te verzegelen pakken gesloten.

  • 4. Op ieder pak in het vorige lid bedoeld worden vermeld het nummer van het stemdistrict en het aantal stembiljetten dat het pak inhoudt alsmede, indien de biljetten in meer dan één pak worden ingesloten, de nummers van de opties op welke de ingesloten biljetten betrekking hebben.

Artikel 56

Nadat alle werkzaamheden, in het vorige artikel vermeld, zijn beëindigd, wordt aanstonds proces-verbaal in tweevoud opgemaakt van het referendum en van de stemopneming. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld.

Artikel 57

Het proces-verbaal wordt met de verzegelde pakken in de artikelen 48 en 55 bedoeld door de voorzitter of een door deze aan te wijzen lid van het stembureau naar de voorzitter van de hoofdstembureau overgebracht.

V. De vaststellinq van de uitslag der referendum

Artikel 58

  • 1. Het hoofdstembureau houdt op de derde dag na het referendum des vóórmiddags te tien uur een zitting.

  • 2. Gedurende de tijd dat het hoofdstembureau zitting houdt zijn de kiezers bevoegd in de voor het publiek bestemde ruimte van het zittingslokaal te vertoeven, voor zover de orde daardoor niet wordt verstoord en de voortgang der werkzaamheden niet wordt belemmerd.

  • 3. De kiezers verschijnen daar ongewapend, tenzij zij behoren tot de gewapende macht of een wapen bij zich hebben, dat behoort tot hun ambtskleding of bij de kleding, door hen met vergunning van het boven hen gesteld openbaar gezag gedragen.

Artikel 59

  • 1. De voorzitter van het hoofdstembureau is belast met de handhaving van de orde in het zittingslokaal.

  • 2. Alleen op verzoek van de voorzitter van het stembureau en alleen tot bedwang van wanorde, mag enige gewapende macht in het zittingslokaal of zijn toegangen worden geplaatst. De burgerlijke en militaire autoriteiten zijn gehouden aan daartoe door de voorzitter van het stembureau gedane verzoek te voldoen.

Artikel 60

  • 1. Het hoofdstembureau kan op de in artikel 58 genoemde zitting hetzij ambtshalve, hetzij naar aanleiding van een met opgave van redenen gedaan verzoek van een of meer kiezers een nieuwe opneming van stembiljetten zowel uit alle als uit één of meer stemdistricten bevelen.

  • 2. Het hoofdstembureau gaat alsdan onmiddellijk tot deze opneming over. Het is bevoegd daartoe de verzegelde pakken to openen en de inhoud te vergelijken met de processen-verbaal der stembureaus.

  • 3. Bij deze opneming zijn de artikelen 47 tot en met 56 voor zoveel nodig van overeenkomstige toepassing.

Artikel 61

  • 1. Het hoofdstembureau stelt ten aanzien van iedere optie vast:

    • a.

      het aantal uitgebrachte stemmen;

    • b.

      de som van de aantallen stemmen, bedoeld onder a.

  • 2. De voorzitter maakt de aldus verkregen uitkomsten bekend.

  • 3. Door de in het lokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren worden ingebracht.

Artikel 62

  • 1. Nadat alle werkzaamheden zijn beëindigd, wordt daarvan aanstonds proces-verbaal opgemaakt. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld.

  • 2. Het proces-verbaal wordt door alle ter zitting aanwezige leden van het hoofdstembureau getekend.

Artikel 63

  • 1. De voorzitter van het hoofdstembureau doet terstond het proces-verbaal van de zitting van het hoofdstembureau ten burele van het bevolkingsregister van het eilandgebied Saba voor een ieder ter inzage nederleggen.

  • 2. Hij vernietigt, nadat het hoofdstembureau de uitslag der referendum heeft vastgesteld, de verzegelde pakken.

  • 3. Na afloop van de tijd waarvoor het referendum is geschied, vernietigt hij desgewenst de processen-verbaal der stembureaus.

  • 4. Van de vernietiging ingevolge beide voorgaande leden wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel 64

  • 1.

    De verzegeling, in de artikelen 44, 45, 48 en 55 voorgeschreven, geschiedt met als zegel het wapen van de Nederlandse Antillen.

  • 2.

    Bij verzegeling van de stembus wordt het bedoelde zegel afgedrukt op een stuk stevig band, hetwelk na toedrukken van de sleuf van de stembus, hier overgelegd en door de oogjes van de bus getrokken zijde, met de einden op het deksel, door het bedoelde zegel bevestigd wordt.Onder het band, ter plaatse waar het zegel moet worden afgedrukt wordt een stuk papier gelegd.

Artikel 65

Zo spoedig mogelijk na de in artikel 58 bedoelde zitting stelt het hoofdstembureau de uitslag van het referendum bij besluit vast.

Artikel 66

De voorzitter van het hoofdstembureau maakt de uitslag van het referendum zo spoedig mogelijk bekend in een zitting, ten aanzien waarvan van toepassing zijn de artikelen 58, tweede en derde lid, 59, 61, derde lid en 62.

Artikel 67

De besluiten waarbij de uitslag van het referendum is vastgesteld, worden openbaar gemaakt door opneming in het blad, waarin van overheidswege de officiële berichten worden geplaatst, en neerlegging ter inzage voor een ieder ten burele van het bevolkingsregister van Saba. Van deze nederlegging geschiedt tegelijk openbare kennisgeving.

Artikel 68

De voorzitter van het hoofdstembureau doet afschriften van de navolgende stukken toekomen aan de eilandsraad:

  • a.

    de processen-verbaal van de zittingen van de stembureaus;

  • b.

    het proces-verbaal van de zitting van het hoofdstembureau als bedoeld in artikel 62;

  • c.

    het besluit van het hoofdstembureau als bedoeld in het artikel 65;

  • d.

    het proces-verbaal van de zitting van het hoofdstembureau als bedoeld in artikel 66.

VI. Strafbepalingen

Artikel 69

Hij die een stembiljet namaakt of vervalst met het oogmerk om dit stembiljet als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

Artikel 70

Hij die opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken een stembiljet dat hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij dit ontving, bekend was, of dit met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

Artikel 71

Hii die een stembiljet voorhanden heeft met het oogmerk om dit wederrechtelijk te gebruiken,of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

Artikel 72

Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 69, 70 en 71 omschreven misdrijven worden:

het stembiljet;

het valse of vervalste stembiljet;

de stoffen of voorwerpen, uit hun aard bestemd tot het namaken of vervalsen van het stembiljet;

voorzover daarmede het misdrijf is gepleegd of zij het voorwerp daarvan hebben uitgemaakt, verbeurd verklaard, ook indien zij niet aan de veroordeelde toebehoren.

Artikel 73

Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 69, 70 en 71 omschreven misdrijven kan ontzetting van de in het eerste lid van artikel 32 onder le tot en met 4e van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen vermelde rechten worden uitgesproken.

Artikel 74

Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste duizend gulden wordt gestraft hij, die een hem bij artikel 24 of 25 opgelegde verplichting niet nakomt.

Artikel 75

De voorzitter, de leden en de ter vervanging opgeroepen plaatsvervangende leden van het stembureau, die gedurende de zitting buiten noodzaak afwezig zijn, worden gestraft met een geldboete van ten hoogste honderd gulden.

Artikel 76

De kiezer, die niet voldoet aan de bij artikel 41 opgelegde verplichting tot teruggave van het stembiljet, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste driehonderd gulden of hechtenis van ten hoogste twaalf dagen.

Artikel 77

De in de artikelen 74, 75 en 76 bedoelde strafbare feiten worden als overtredingen beschouwd.

VII. Slotbepalingen

Artikel 78

Deze Eilandsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging en kan worden aangehaald als “Eilandsverordening Referendum Staatkundige Toekomst Eilandgebied 2004”.