Regeling vervallen per 01-10-2013

Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Scherpenzeel 2013

Geldend van 01-04-2013 t/m 30-09-2013

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Scherpenzeel 2013

De raad van de gemeente Scherpenzeel,

gelezen het voorstel van het presidium van 5 februari 2013,

gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en

31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

besluit

  • 1.

    Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Scherpenzeel 2013.

Artikel 1- Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    . de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    de commissaris: de commissaris van de Koning(in) in de provincie Gelderland;

  • c.

    de commissie: de vertrouwenscommissie;

  • d.

    kandidaten: kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Scherpenzeel;

  • e.

    de voorzitter: de voorzitter van de commissie;

  • f.

    leden: de leden van de commissie, waaronder de voorzitter en diens plaatsvervanger;

  • g.

    de circulaire: Circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (15 juli 2012).

Artikel 2 - Instelling, taak en bevoegdheden

  • 1. De gemeenteraad stelt uit haar midden een commissie samen die belast is met de beoordeling van kandidaten.

  • 2. De commissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten te beoordelen en daarover een schriftelijk en gemotiveerd verslag van bevindingen uit te brengen aan de gemeenteraad en aan de commissaris. Het verslag wordt voorzien van een beredeneerde volgorde van de kandidaten op de conceptaanbeveling.

  • 3. De commissie voert, ter uitvoering van haar taak als bedoeld in het tweede lid, gesprekken met kandidaten die gesolliciteerd hebben naar de functie van burgemeester van Scherpenzeel.

  • 4. De commissie brengt haar in het tweede lid bedoelde bevindingen uit op basis van de namen en eventuele verdere gegevens die de commissaris haar verstrekt en op basis van de gesprekken met kandidaten, na weging van een en ander.

  • 5. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze vooraf door de gemeenteraad is vastgesteld.

Artikel 3 - Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit 6 leden, van elke fractie één, te benoemen door en uit de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter van de commissie, tevens lid van de commissie, wordt rechtstreeks benoemd door de gemeenteraad. De commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3. Het lidmaatschap van de commissie is niet overdraagbaar. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd. Dit geldt tevens voor de secretarissen en adviseur(s).

  • 4. De tweede waarnemend griffier fungeert als secretaris van de commissie en verleent waar nodig ambtelijke bijstand. Hij neemt als adviseur deel aan de beraadslagingen, doch heeft geen stemrecht.

  • 5. De gemeentesecretaris treedt op als tweede secretaris van de commissie en kan in die hoedanigheid adviseren; hij is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

  • 6. Vanuit het college van burgemeester en wethouders wordt één wethouder in de gelegenheid gesteld aan de beraadslagingen van de commissie deel te nemen als adviseur. De wethouder is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Artikel 4 - Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden dit noodzakelijk achten.

  • 3. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering.

  • 4. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste twee dagen tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, behoudens de situaties waarin sprake is of dient te zijn van spoedberaad.

  • 5. De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 6. Van hetgeen dat besproken is wordt een bondig verslag gemaakt, dit verslag wordt niet openbaar gemaakt.

  • 7. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning in de voorbereiding op de sollicitatieprocedure. De externe deskundige is niet aanwezig ten tijde van de gesprekken en de daadwerkelijke beoordeling van de kandidaten.

Artikel 5 - Geheimhouding

  • 1. De leden van de commissie, de secretarissen en de adviseurs van de commissie, hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect als lid, secretaris en adviseur van de commissie, aan hen mondeling of schriftelijk ter kennis is gebracht.

  • 2. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 3. De voorzitter ziet er op toe dat aan het gestelde in het eerste en het tweede lid wordt voldaan.

  • 4. De commissie en haar leden verstrekken noch inzage in stukken, noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering, aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 2, tweede lid.

  • 5. Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het tweede lid van dit artikel oproept, opheffen.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 6 - Besluitvorming

  • 1. Het verslag en de bijbehorende aanbeveling, bedoeld in artikel 2, wordt vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft. De commissie streeft naar unanimiteit bij de besluitvorming.

  • 2. Het gevoel van de minderheid wordt desgewenst in het verslag gemeld.

  • 3. Bij het staken van de stemmen over het uit te brengen verslag wordt, als de commissie niet voltallig is, het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Staken de stemmen in een voltallige vergadering of is, bij een onvoltallige vergadering, uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in de volgende vergadering, dan worden geen opvattingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis gebracht van de gemeenteraad en de commissaris.

  • 4. Bij de kennisgeving als bedoeld in het derde lid worden de namen van de leden niet vermeld.

Artikel 7 - Contactpersoon bij de benoemingsprocedure

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privéadres van de tweede waarnemend griffier en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken door de voorzitter en de tweede waarnemend griffier ondertekend en vanaf het privéadres van de tweede waarnemend griffier verzonden.

Artikel 8 - Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure

  • 1. De Gemeentewet bepaalt in artikel 61 lid 4 dat de commissie zich slechts door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten verschaft. Elk overleg met derden, schriftelijk of mondeling, is uitgesloten.

  • 2. De tweede waarnemend griffier nodigt, op verzoek van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de sollicitanten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en het tijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekken is gewaarborgd.

Artikel 9 - Verslag

De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de Commissaris van de Koningin door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

  • a.

    een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

  • b.

    een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie en de volgorde van plaatsing van de kandidaten op de aanbeveling gemotiveerd; tevens wordt aangegeven of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie;

  • c.

    de conceptaanbeveling bevat twee kandidaten, in volgorde van voorkeur.

Artikel 10 - Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 11 - Ontbinding van de commissie

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien.

Artikel 12 - Archivering

  • 1. De voorzitter en de tweede waarnemend griffier dragen er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 11 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. De voorzitter en de tweede waarnemend griffier dragen er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de toepassing van artikel 15 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. De voorzitter en de tweede waarnemend griffier dragen er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

Artikel 13 - Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening vervalt op de dag waarop de burgemeester is benoemd, behoudens het gestelde over de geheimhouding in artikel 5.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 28 maart 2013.
B.S. van Ginkel-Schuur, J.J.H. Colijn-de Raat
Loco-Griffier, voorzitter