Regeling kleine kansspelen

Geldend van 01-01-1995 t/m heden

Intitulé

Het college van Burgemeester en Wethouders;

Gelet op de Wet op de kansspelen,

artikel 7c, derde lid

b e s l u i t de:

Regeling kleine kansspelen vast te stellen.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Het aanmelden van kleine kansspelen dient te geschieden door een bestuurslid van de organiserende vereniging en wel door het volledig ingevulde aanmeldingsformulier persoonlijk in te leveren bij bureau Algemene Zaken van de secretarie-afdeling Algemene- en Burgerzaken. Bij onjuiste of onvolledige invulling van het formulier wordt de aanmelding geacht niet te hebbe plaatsgevonden.

Artikel 2

Bij iedere aanmelding dienen de statuten van de vereniging ter inzage te worden overgelegd, alsmede een uittreksel van het verenigingsregister van de Kamer van Koophandel.

Artikel 3

De aanmelding als bedoeld in artikel 1 dient in enkelvoud te geschieden. Het door of namens burgemeester en wethouders gewaarmerkte afschrift van de aanmelding dient op de desbetreffende bijeenkomst aanwezig te zijn.

Artikel 4

Van elk gehouden klein kansspel moet een afzonderlijke administratie worden gevoerd. Een uitgewerkte en gespecificeerde rekening en verantwoording van baten en kosten van het kansspel zonodig met toelichting, moet binnen drie weken na het houden daarvan bij bureau Algemene Zaken van de secretarie-afdeling Algemene- en Burgerzaken worden ingeleverd. Desgevraagd moeten daarbij ook andere bewijsstukken betreffende het kansspel worden overgelegd en inzage van boeken en bescheiden worden gegeven.

Artikel 5

Aanmelding en financiële verantwoording dienen te geschieden op de door of namens burgemeester en wethouders vastgestelde modelformulieren.

Artikel 6

Ten behoeve van de in artikel 4 genoemde financiële verantwoording wordt een door de of namens burgemeester en wethouder voor die bijeenkomst geldend, gedateerd en gewaarmerkt formulier verstrekt.

Paragraaf 2 Ten aanzien van het organiseren van het bingospel bovendien geldende voorschriften

Artikel 7

Er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van genummerde enkelvoudige bingo-boeken. Deze bingo-boeken moeten zijn voorzien van een door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde nummering en waarmerking.

Artikel 8

Er mag geen gebruik worden gemaakt van losse bingo-vellen.

Artikel 9

Op de plaats waar de bingo-boeken worden verkocht moet, voor een ieder duidelijk zichtbaar, zijn vermeld:

  • a.

    de kosten van deelneming per bingo-boek;

  • b.

    het prijzenschema en het aantal te spelen ronden.

Artikel 10

Vóórdat het spel aanvangt, dienen op het in artikel 6 bedoelde formulier onuitwisbaar de volgnummers van de te gebruiken bingo-boeken te worden vermeld.

Artikel 11

In de ruimte waar de bingo-bijeenkomst plaatsvindt moet, voordat met het spel wordt aangevangen, voor een ieder duidelijk zichtbaar worden vermeld:

  • a.

    het totale bedrag der inleg;

  • b.

    het af te drag en bedrag aan de organiserende vereniging.

Artikel 12

Van de bruto inleg moet minimaal 60% ten goede komen aan de organiserende vereniging. Het aanmeldende bestuurslid van de organiserende vereniging is verplicht het af te dragen bedrag binnen één week na de gehouden bingo-bijeenkomst te storten op de bank- of girorekening van de organiserende vereniging. Afschriften van stortingsbewijzen dienen tezamen met de in artikel 4 bedoelde bescheiden te worden ingeleverd bij bureau Algemene Zaken van de secretarie-afdeling Algemene- en Burgerzaken. De penningmeester van de organiserende vereniging is verplicht deze inkomsten terstond in de boekhouding te verwerken en deze boekhouding op eerste vordering ter controle aan te bieden.

Artikel 13

Als kosten voor de organisatie van het kansspel kunnen uitsluitend die uitgaven worden opgevoerd, die rechtstreeks verband houden met de gehouden bijeenkomst (inkoop materiaal en prijzen, huur van zaal en bingo-apparatuur e.d.).

Niet als kosten worden aangemerkt vergoedingen voor de bingo-master, kosten voor het bieden van vermaak in de vorm van artiesten en overigens alle kosten, welke niet als onvermijdelijk voor het welslagen van het doel van de bingo-bijeenkomst moeten worden beschouwd.

Artikel 14

Dit besluit kan worden aangehaald als” “Regeling kleine kansspelen”.

  • 1.

    De chef van bureau Algemene Zaken van de secretarie-afdeling Algemene- en Burgerzaken alsmede diens plaatsvervanger danwel, bij onstentenis van dezen, de districtschef van district Schiedam van de Regiopolitie Rotterdam–Rijmond alsmede een door hem aan te wijzen ambtenaar, te mandateren om in incidentele gevallen ontheffing te verlenen van het bepaalde in de artikelen 1, 2, 7, 8 en 12 van de Regeling kleine kansspelen, alsmede om bijeenkomsten te verbieden als bedoeld in artikel 7c, derde lid, van de Wet op de kansspelen.

  • 2.

    Te bepalen dat dit besluit in werking zal treden met ingang van 1 januari 1995.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam voor de hen toekomende bevoegdheden,
de secretaris, A.G.H. Gorissen
de burgemeester, R Scheeres.
Vastgestelde criteria voor ontheffingen op grond van de Regeling kleine kansspelen:
a. ontheffing kan uitsluitend verleend worden aan verenigingen/instellingen die statutair gevestigd zijn in Schiedam of aan een Schiedamse (onder)afdeling van een regionale dan wel landelijke vereniging;
b. ontheffing wordt uitsluitend verleend indien niet meer dan twaalf keer per jaar een bingo-bijeenkomst wordt gehouden.

Toelichting

Een aantal Schiedamse verenigingen/instellingen heeft naar aanleiding van der Regeling kleine kansspelen (afgekort Rkk) gereageerd vanwege ondervonden problemen bij de organisatie van hun bingo bijeenkomsten.

De reacties kunnen als volgt worden samengevat:

  • 1.

    doelstelling Rkk wordt onderschreven;

  • 2.

    er zijn problemen met het afdrachtpercentage (60% moet ten goede komen aan de organiserende vereniging). Door dit afdrachtpercentage blijft er te weinig over voor de prijzen. Resultaat: steeds minder bezoekers en daardoor teruglopende inkomsten;

  • 3.

    sommige bepalingen van de Rkk worden door de verenigingen als administratieve rompslomp ervaren.

Door het vaststellen van criteria wordt met een limitering van twaalf bingo’s per jaar recht gedaan aan de doelstelling van de wetgever (bingo als onschuldig volksvermaak/gezelschapspel) maar ook aan de doelstellingen van Schiedamse verenigingen/instellingen zelf die het bingospel puur voor de gezelligheid beoefenen zonder dat er sprake is van een afhankelijkheid van de bingo-inkomsten.Het doel is immers enerzijds leden(sociaal) te binden d.m.v. het bieden van een gezellige en anderzijds de deelnemers een kans te bieden op het verkrijgen van een aardige prijs.