Regeling vervallen per 01-01-2021

Dienstreizen

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2020

Intitulé

Dienstreizen

Dienstreizen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Ambtenaar:

    • 1

      de ambtenaar in de zin van de CAR;

    • 2

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5 van de CAR.

  • b

    Leidinggevende: functionaris waaraan, volgens de hiërarchische organisatiestructuur, verantwoording verschuldigd is.

  • c

    Plaats van tewerkstelling: Het gebouw, gebouwencomplex of terrein waar of van waaruit de ambtenaar naar het oordeel van burgemeester en wethouders gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

  • d

    Dienstreis: Een naar het oordeel van de leidinggevende noodzakelijke verplaatsing van een ambtenaar in verband met de uitoefening van zijn functie, buiten de plaats van tewerkstelling, alsmede het hiermee verband houdende verblijf.

  • e

    Reisbesluit Binnenland: Het door Hare Majesteit de Koningin, op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken op 1 maart 1993 vastgestelde besluit.

  • f

    Reisregeling Binnenland: De door de minister van Binnenlandse Zaken op 16 maart 1993 vastgestelde regeling.

Artikel 2 Begin en einde van de dienstreizen

Voor de vergoeding van reiskosten geldt de plaats van tewerkstelling als beginpunt en het eindpunt van de dienstreis.

In afwijking van het gestelde onder lid 1 kan de woning van de medewerker of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt als dat efficiënter is en/of tot lagere reiskosten leidt.

Buiten een straal van 60 kilometer van Schinnen dient de ambtenaar bij het reizen in principe gebruik te maken van het openbaar vervoer.

Artikel 3 Vergoeding van reis- en verblijfkosten

De reis- en verblijfkosten worden vergoed conform artikel 6 tot en met 13 van het Reisbesluit Binnenland waarbij de vergoedingsbedragen uit de Reisregeling Binnenland worden gehanteerd.

Indien de bedragen in de Reisregeling Binnenland wijzigen, gelden per datum van wijziging de nieuwe bedragen.

Bij het betalen van het vergoedingsbedrag wordt rekening gehouden met de door de fiscus vastgestelde onbelaste vergoeding per kilometer.

Artikel 4 Declaratie van kosten

Vergoedingen van de kosten verbonden aan dienstreizen worden op grond van een declaratie vergoed. Deze declaratie moet minimaal 1 keer per kwartaal ingediend worden op een daartoe vastgesteld formulier.

Het declaratieformulier dient uiterlijk voor het einde van de maand, volgend op het kwartaal waarop de declaratie betrekking heeft, te worden ingediend.

De formulieren dienen juist en volledig te worden ingevuld, onder bijvoeging van de nodige bewijsstukken en voorzien van de handtekening van de ambtenaar en diens leidinggevende. Onjuist of onvolledig ingevulde formulieren en/of niet tijdig ingediende formulieren worden niet in behandeling genomen. Kosten waarvan geen bewijsstukken zijn overgelegd, worden niet vergoed.

De declaratie dient vooraf ter beoordeling aan de leidinggevende te worden voorgelegd en na instemming te worden voorzien van diens handtekening.

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

Voor die gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, beslissen burgemeester en wethouders of kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen.

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als: "Regeling reis- en verblijfkosten bij dienstreizen gemeente Schinnen" en treedt in werking per ….

Op de in lid 1 genoemde datum vervalt de "Regeling autokostenvergoedingen personeel gemeente Schinnen 1982”.