Regeling vervallen per 01-01-2021

Uitruil eindejaarsuitkering ten behoeve van een vergoeding woon-werkverkeer

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Uitruil eindejaarsuitkering ten behoeve van een vergoeding woon-werkverkeer

Uitruil eindejaarsuitkering ten behoeve van een vergoeding woon-werkverkeer

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Medewerker: De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, de medewerker(s) van de burgerlijke stand, de medewerkers van de griffie en de griffier.

  • b

    Woon-werkverkeer: De afstand van de woning tot de standplaats volgens de kortste route van de routeplanner van de ANWB (www.anwb.nl).

  • c

    Eindejaarsuitkering: De uitkering, zoals gedefinieerd in artikel 3:6 van de CAR.

  • d

    Woonadres: Het adres waar de medewerker staat ingeschreven bij de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA).

  • e

    Standplaats: De gemeente of het met name genoemde gedeelte van de gemeente, waar de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden op aanwijzen van de werkgever verricht.

Artikel 2 Flexibele voorzieningenregeling

De medewerker die wenst deel te nemen aan deze regeling, verminderd zijn of haar eindejaarsuitkering met hetzelfde bedrag dat hij of zij ontvangt voor een vergoeding voor woon-werkverkeer. Deze mogelijkheid is geregeld in artikel 4a:3 van de CAR*.

Artikel 3 Vergoeding kosten woon-werkverkeer

De medewerker kan op zijn verzoek maximaal zijn volledige eindejaarsuitkering inzetten voor een vergoeding in de kosten van woon-werkverkeer. Hierdoor heeft de medewerker een fiscaal voordeel.

De medewerker dient schriftelijk te verklaren dat hij voor de vergoeding woon-werkverkeer afstand doet van (een deel van) zijn eindejaarsuitkering. Daartoe dient hij het formulier "Uitwisseling arbeidsvoorwaarden, tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer” volledig in te vullen en te ondertekenen.*

Voor de bepaling van het aantal kilometers van het woon-werkverkeer wordt de “kortste route” van het woonadres naar de standplaats berekend via de routeplanner van de ANWB, met een maximum van 75 kilometer voor een enkele reis. Hierbij wordt uitgegaan van 214 werkbare dagen per jaar voor een vijfdaagse werkweek. Of de route al dan niet met een vervoermiddel wordt afgelegd evenals het type vervoermiddel, is niet relevant voor de bepaling van het aantal kilometers. Een print van de berekening van de routeplanner van de ANWB wordt bij de aanvraag bijgevoegd .*

Om deel te kunnen nemen dient de medewerker doorgaans naar dezelfde arbeidsplaats te reizen. Er sprake van doorgaans heen en weer reizen wanneer de medewerker de arbeidsplaats op jaarbasis tenminste 36 weken (70% van 52 weken) bezoekt.

Voor de bepaling van het aantal kilometers van het woon-werkverkeer wordt de “kortste route” van het woonadres naar de standplaats berekend via de routeplanner van de ANWB. Hierbij wordt uitgegaan van 214 werkbare dagen per jaar. Of de route al dan niet met een vervoermiddel wordt afgelegd evenals het type vervoermiddel, is niet relevant voor de bepaling van het aantal kilometers. Een print van de berekening van de routeplanner van de ANWB wordt bij de aanvraag bijgevoegd*.

Om deel te kunnen nemen dient de medewerker tenminste 70% van het aantal werkbare dagen (70% van 214) naar de vaste arbeidsplaats te reizen.

Voor medewerkers die minder werken dan vijf dagen per week, wordt voor de berekening van aantal kilometers uitgegaan van het feitelijk aantal dagen dat per week wordt gereisd naar de standplaats.

Voor de berekening wordt geen rekening gehouden met kortstondige ziekte of afwezigheid. Van kortstondige ziekte of afwezigheid is sprake als een afwezigheid van maximaal zes aansluitende weken in redelijkheid is te verwachten.

De vergoeding per kilometer is gelijk aan de maximaal onbelaste kilometervergoeding als vastgesteld door de belastingdienst*.

De kilometers waarvoor de medewerker reeds een vergoeding ontvangt, worden in mindering gebracht op het in lid 3 van dit artikel bedoelde aantal kilometers*.

Artikel 4 Gevolgen van de keuze

Indien aan de belastingvrije uitbetaling door de belastingdienst bijzondere voorwaarden worden verbonden, is de medewerker gehouden aan deze voorwaarden te voldoen en dit desgewenst aan te tonen. Een eventuele naheffing als gevolg van het niet voldoen aan deze voorwaarden, komt voor rekening van de medewerker.

De medewerker verklaart schriftelijk op de hoogte te zijn van de mogelijke consequenties die een verlaging van de eindejaarsuitkering kan hebben, doordat deze worden uitgewisseld tegen een bestedingsdoel. Zonder uitputtend te zijn gaat het dan om:

  • 1

    een verlaging van de grondslag voor de berekening van het pensioen/FPU en de uit die hoofde verschuldigde premies;

  • 2

    een verlaging van het loon in het kader van de sociale verzekeringswetten;

  • 3

    een verlaging van het inkomen in het kader van inkomensafhankelijke subsidies;

  • 4

    een verlaging van de grondslag voor de berekening van de diensttijdvrijstelling.

Deze gevolgen zijn voor rekening en risico van de medewerker.

Artikel 5 Fiscale wijzigingen

De toepassing van deze regeling dient te passen binnen de (fiscale) wet- en regelgeving. Het college behoudt het recht de regeling aan te passen op grond van fiscale wijzigingen.

Artikel 6 Onrechtmatig gebruik

Wanneer de medewerker onjuiste gegevens verstrekt en/of onrechtmatig gebruik maakt van deze regeling, wordt de eventuele naheffingsaanslag (inclusief de boete en heffingsrente) van de belastingdienst met terugwerkende kracht op de medewerker verhaald.

Artikel 7 Berekeningtijdvak

Het aantal woon-werk kilometers wordt berekend over de periode van 1 januari t/m 31 december van enig kalenderjaar. Voor de berekening van het aantal kilometers woon-werkverkeer is de feitelijke situatie leidend. Wanneer iemand tussentijds in of uit dienst treedt, wordt dit in de berekening verdisconteerd.

Artikel 8 Betaling

De vergoeding woon-werkverkeer wordt uitbetaald in de maand december. Tegelijkertijd wordt dan de eindejaarsuitkering verminderd.

In afwijking van het gestelde in lid 1 van dit artikel vindt, de vermindering bij tussentijdse uitdiensttreding plaats ten tijde van de laatste salarisuitbetaling van de betreffende medewerker.

Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden

Het college is bevoegd om in gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet een voorziening te treffen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als: “Uitwisselen arbeidsvoorwaarden gemeente Schinnen 2010”.

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht per 1 januari 2010 in werking.


Noot
*

In dit model wordt uitgegaan van de inzet van de eindejaarsuitkering. Artikel 4a:3 biedt ook de mogelijk de bezoldiging en/of de vakantietoelage in te zetten.

Noot
*

De formulieren vindt u terug bij de modeldocumenten behorend bij artikel 4a:3 CAR.

Noot
*

Door middel van de uitdraai kan geverifieerd worden of inderdaad is uitgegaan van de juiste routeplanner, de kortste route en de juiste adressen (woonadres en standplaats).

Noot
*

Door middel van de uitdraai kan geverifieerd worden of inderdaad is uitgegaan van de juiste routeplanner, de kortste route en de juiste adressen (woonadres en standplaats).

Noot
*

Niveau 1-1-2008: € 0,19 per kilometer.

Noot
*

Dit geldt ook voor een reiskostenvergoeding in het kader van een verhuisplicht.