Verordening Winkeltijde gemeente Schouwen-Duiveland 2012

Geldend van 06-06-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening Winkeltijde gemeente Schouwen-Duiveland 2012

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2011;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Winkeltijdenwet;

gehoord de commissie samenleving en bestuur;

gezien de resultaten van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure die op de totstandkoming van dit besluit van toepassing is verklaard;

overwegende dat het ter uitvoering van de Winkeltijdenwet en gelet op de plaatselijke omstandigheden en de toeristische aantrekkingskracht van (kernen van) de gemeente wenselijk is regels te stellen over de openstelling van winkels in het algemeen en op zon- en feestdagen in het bijzonder;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening Winkeltijden gemeente Schouwen-Duiveland 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, 2e Paasdag, Hemelvaartsdag, 2e Pinksterdag, 1e Kerstdag en 2e Kerstdag;

  • d.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    kern: een dorp, stad of nederzetting die is begrenst door de bebouwde kom als bedoeld in artikel 20a van de wegenverkeerswet 1994.

Artikel 2 Beslistermijn

1. Het college beslist op een aanvraag om ontheffing als bedoeld in deze verordening binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

2. Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

2. In geval van een voorgenomen overdracht van een ontheffing als bedoeld in lid 1, doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college, onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen, indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of

worden nagekomen;

e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

f. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Openstelling op zon- en feestdagen als gevolg van toerisme

De in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden gelden in verband met het dag- en verblijfstoerisme niet van 1 januari tot en met 31 december van 8.00 tot 18.00 uur voor de gehele gemeente, met uitzondering van de kernen Nieuwerkerk en Oosterland.

Artikel 6 Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet genoemde verboden aan winkels waar uitsluitend of in hoofdzaak eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, indien en voor zover die winkels niet zijn gelegen in de kernen Nieuwerkerk en Oosterland.

  • 2. Het college kan de ontheffing voor ten hoogste twee winkels verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de winkel dient op de zondagen en de feestdagen voor 16:00 uur gesloten te zijn;

    • b.

      er dienen uitsluitend of in hoofdzaak eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

  • 1. Het college kan, indien en voor zover die winkels niet zijn gelegen in de kernen Nieuwerkerk en Oosterland, voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen;

    • c.

      tentoonstellingen in kunstateliers en galeries.

  • 2. De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

Artikel 8 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Het college kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente, waarbij deze in elk geval niet geldt voor de kernen Nieuwerkerk en Oosterland.

Artikel 9. Openstelling op werkdagen tussen 22:00 uur en 06:00 uur

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 10

De Verordening winkeltijden gemeente Schouwen-Duiveland 2007, vastgesteld in zijn vergadering van 27 september 2007, wordt ingetrokken.

Artikel 11

1. Ontheffingen die zijn verleend onder de werking van de Verordening winkeltijden gemeente Schouwen-Duiveland 2007 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, worden aangemerkt als ontheffingen krachtens deze verordening.

2.Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om ontheffing op grond van de Verordening winkeltijden gemeente Schouwen-Duiveland 2007 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 13

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening winkeltijden gemeente Schouwen-Duiveland 2012”.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 22 december 2011.
de griffier, de voorzitter,
T.van Oostenbrugge G.C.G.M. Rabelink
Deze verordening is bekendgemaakt op 30 december 2011.
Zij treedt in werking op 1 januari 2012.

Nota-toelichting

Algemene toelichting bij de Verordening winkeltijden Gemeente Schouwen-Duiveland 2012.

 

 

De Winkeltijdenwet tot 1 januari 2011.

De Winkeltijdenwet dateert uit 1996. Deze verving de Winkelsluitingswet. De Winkeltijdenwet biedt winkeliers meer mogelijkheden om in de avonduren en op zon- en feestdagen hun winkels open te stellen voor klanten. De hoofdregel van de Winkeltijdenwet is dat winkels op zon- en feestdagen gesloten zijn. De wet biedt gemeenten enkele mogelijkheden om hierop een uitzondering te maken. Een (algemene) uitzondering die voor alle gemeenten geldt, is dat zij maximaal twaalf koopzondagen per jaar kunnen aanwijzen.

 

Een andere uitzondering is de toerismebepaling. Deze houdt in dat meer dan twaalf koopzondagen in een gemeente zijn toegestaan als die gemeente toeristen aantrekt om redenen en “buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt”.

 

In de op 27 september 2007 vastgestelde Verordening winkeltijden gemeente Schouwen-Duiveland is op basis van eerdere wetgeving van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Artikel 5 van deze verordening regelde de vrijstelling voor openstelling van winkels op zon- en feestdagen in verband met het toerisme in de gehele gemeente.

 

 

Wijziging van de Winkeltijdenwet.

Op 1 januari 2011 is een wijziging van de Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wijziging scherpt de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet aan om zo “het oneigenlijk gebruik van deze bepaling” tegen te gaan.

 

De uitgangspunten van de wet komen neer op het volgende:

  • 1.

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06:00 uur en 22:00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • 2.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.

  • 3.

    Tijdens de nachturen van 22:00 uur tot 06:00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19:00 uur dicht zijn.

  • 4.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag.

  • 5.

    Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16:00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16:00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar èèn ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.

  • 6.

    De raden kunnen bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zon- en feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme. De wekelijkse zondagsopenstelling onder de vlag van het toeristische regime blijft dus mogelijk (zie hierna).

 

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels. Het is op de in artikel 2, eerste lid van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid.

 

 

 

 

 

 

 

 

Het instellen van een toeristisch regime

De gewijzigde Winkeltijdenwet verbindt aan het instellen van het toeristische regime de voorwaarde dat er in de gemeente sprake is “van een op de gemeente of een deel daarvan gericht toerisme met een substantiële omvang, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of de bevoegdheid om ontheffing te verlenen mogelijk worden gemaakt”. Er moet dus sprake zijn van een autonome toeristische aantrekkingskracht, die losstaat van de winkelopening op zondag. Met andere woorden: een gemeente kan alleen een succesvol beroep op de toerismebepaling doen c.q. blijven doen als er sprake is van op de gemeente gericht toerisme met een substantiële omvang met een ander doel dan om er recreatief te winkelen. De winkelopenstelling mag geen doel op zich zijn, maar moet ondersteunend zijn aan de toeristische aantrekkingskracht. Als indicatoren voor het beoordelen van de genoemde substantiële omvang gelden volgens de Memorie van Toelichting: inkomsten uit toeristenbelasting, parkeergelden, aantallen bezoekers, overnachtingen e.d. Als sprake is van autonoom toerisme met een substantiële omvang komt het wegen en afwegen van belangen aan de orde.

 

Voorts moeten gemeenten naast economische argumenten (werkgelegenheid en economische bedrijvigheid, waaronder het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel) ook immateriële belangen, zoals de zondagsrust en de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde uitdrukkelijk in de besluitvorming meewegen.

 

Gemeenten die een toeristisch regime hebben vastgesteld, zoals Schouwen-Duiveland, zullen dit moeten herzien. Uiterlijk één jaar na het van kracht worden van vorengenoemde wetswijziging moet voldaan zijn aan de criteria die genoemd zijn in artikel 3 van de gewijzigde wet. Het deel van de gemeentelijke verordening over het toeristische regime staat vanaf de inwerkingtreding open voor beroep (artikel 10 Winkeltijdenwet). Gezien het feit dat de openbare voorbereidingsprocedure op de totstandkoming van de verordening van toepassing is verklaard (afd.3.4 Awb) kan er geen bezwaar worden aangetekend tegen deze verordening, maar wel rechtstreeks beroep worden ingesteld (als men tenminste een zienswijze heeft ingediend.)

 

 

Vrijstellingsbevoegheid van de raad.

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, lid 3 van de Winkeltijdenwet de bevoegdheid om bij verordening vrijstelling te verlenen van het verbod om winkels op zon- en feestdagen geopend te hebben. Deze bevoegdheid is aan voorwaarden gebonden. Deze voorwaarden zijn gesteld in artikel 3, lid 3, onder a van de Winkeltijdenwet.

 

Er dient binnen de gemeente sprake te zijn van 1) op de gemeente of een deel daarvan gericht toerisme met een substantiële omvang, 2) mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling mogelijk worden gemaakt (het toerisme dient autonoom te zijn).

 

De vaststelling of aan deze voorwaarden is voldaan, vergt een beoordeling van alle feiten en omstandigheden. Deze zijn nauw verweven met de specifieke situatie op Schouwen-Duiveland. De gemeenteraad heeft daarom een zekere beoordelingsvrijheid, die de rechter bij zijn toetsing hoort te respecteren.

 

 

Motiveringsplicht conform artikel 3, lid 3 Winkeltijdenwet

Met dit gedeelte van de toelichting geeft de gemeenteraad gevolg aan de motiveringsplicht als bedoeld in artikel 3, lid 7 van de Winkeltijdenwet. Deze motivering dient in ieder geval twee onderdelen te bevatten. In de eerste plaats dient de gemeenteraad te motiveren dat is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 3, derde lid, onder a. In de tweede plaats dient de motivering van het besluit grondig inzicht te geven in de belangenafweging die aan het besluit ten grondslag ligt. De hierna gegeven motivering voldoet ons inziens aan deze wettelijke eisen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De gemeenteraad stelt vast dat, om de hiernavolgende relevante feiten en omstandigheden, aan deze wettelijk vereiste toepassingsvoorwaarden is voldaan.

 

 

1.         Autonoom toerisme met een substantiële omvang

Alhoewel het eiland Schouwen-Duiveland altijd al een grote aantrekkingskracht op toeristen heeft gehad, is er vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw sprake van een substantiële toename. Na realisatie van diverse infrastructurele ontsluitingen van het eiland (Grevelingendam, Zeelandbrug en Stormvloedkering) heeft het verblijfs- en dagtoerisme een steeds grotere vlucht genomen. “Zon, zee en strand” waren en zijn nog steeds voor veel recreanten belangrijke elementen voor een kort- of langdurig verblijf op Schouwen-Duiveland. Hiermee onderscheidt Schouwen-Duiveland zich van veel andere gemeenten. Veel kustgebieden in Nederland zijn “verstedelijkt”, het kustgebied  van Schouwen-Duiveland is nog “landelijk”, samen met de vele “elk-weer-voorzieningen”, de historische kernen, de watersportmogelijkheden etc.,  heeft dat geleid tot autonoom toerisme met een substantiële omvang.

Deze conclusie wordt nader onderbouwd met de volgende feiten, cijfers, kengetallen, ontwikkelingen enz.

 

 

  • 1.

    Recreatief nachtverblijf.

Binnen de gemeente Schouwen-Duiveland bevinden zich circa 200 campings met ongeveer 9000 permanente standplaatsen en 6500 niet-permanente standplaatsen. Dit betreft reguliere campings, mini-campings en bijzondere terreinen (landschapscampings, natuurcampings en voor de Westhoek typerende fruitgaardbedrijven). Ze liggen verspreid over het hele eiland. Daarnaast zijn er ongeveer 4500 recreatiewoningen op tientallen recreatieterreinen, verspreid over het gehele eiland met een concentratie langs de Grevelingen en in de Westhoek. Het aantal hotels is momenteel ongeveer 24, het aantal pensions 38, het aantal Bed & Breakfasts 28. In alle kernen worden bovendien door particulieren kamers verhuurd.

Schouwen-Duiveland wordt omringd door internationaal vermaard vaarwater. Momenteel zijn er zeven jachthavens met circa 3.500 ligplaatsen.

 

In 2010 werden 460.000 vakanties doorgebracht op Schouwen-Duiveland door binnenlandse (Nederlandse) toeristen. Het aantal toeristische overnachtingen door binnenlandse (Nederlandse) toeristen in 2010 bedroeg 2.564.0000. In totaal kende Schouwen-Duiveland in 2010 ruim 4,3 miljoen toeristische overnachtingen.

 

Net over de gemeentegrens, zowel in noordelijke- als zuidelijke richtingen bevinden zich eveneens grootschalige vakantieparken (Port Zélande in Ouddorp, Noordzee Residence De Banjaard in Kamperland b.v.).

 

  • Zon, zee en strand.

Toeristen hebben ongeveer 21 kilometer Noordzeestrand tot hun beschikking. Naast (zonne)baden zijn tal van watersporten populair. Er bevinden zich 14 strandpaviljoens, waarvan meer dan de helft het jaar rond geëxploiteerd wordt. Verder zijn er nog een aantal kleinere stranden te vinden aan de Grevelingen en aan de Oosterschelde.

 

  • Musea.

Ook een bezoek aan één van de musea van Schouwen-Duiveland is populair bij (dag)toeristen. Ter illustratie volgt hieronder een kort overzicht.

  • Watersnoodmuseum Ouwerkerk (in 2010 best bezochte museum van Zeeland met 62.120 bezoekers);

  • Brusea Bruinisse (oudheidkamers en visserijmuseum);

  • Museumhaven Zierikzee (21.230 bezoekers in 2010);

  • Burghse Schole Burgh-Haamstede;

  • Streek- en landbouwmuseum Dreischor (6.770 bezoekers in 2010);

  • Maritiem Museum Zierikzee (14.751 bezoekers in 2010)

  • Stadhuismuseum Zierikzee (in verband met restauratie gesloten in 2010);

  • Brouws Museum (3017 bezoekers in 2010)

 

 

 

 

 

 

 

  • Historische centra.

Een viertal kernen op Schouwen-Duiveland zijn historisch gezien zo waardevol dat ze een beschermd dorps- of stadsgezicht hebben. In de hele gemeente zijn er ruim 1150 monumenten, waarvan 800 Rijksmonumenten.

 

Hieronder een kort overzicht van de belangrijkste monumenten:

 

Zierikzee

  • De Noord- en Zuidhavenpoort

  • Sint Lievensmonstertoren (Dikke toren)

 

Brouwershaven

  • Het voormalig Stadhuis aan de markt

  • De Grote Kerk

 

 

Uit cijfers van het Kenniscentrum voor Kusttoerisme blijk dat 25% van de toeristen een bezoek brengen aan bezienswaardige gebouwen (zoals historische stad/dorpcentra).

 

 

  • Natuur

De gemeente Schouwen-Duiveland heeft zowel buiten- als binnendijks een afwisselend  (zee)landschap (Oosterschelde, Voordelta, strand, duingebied, bos, agrarisch landschap).

Grote delen daarvan zijn inmiddels beschermd. Voorbeelden daarvan zijn:

  • Natura 2000 gebied “Kop van Schouwen” (grootste bos van Zeeland);

  • Natura 2000 gebied Grevelingen, met diverse natuureilanden;

  • Plan Tureluur (850 hectare, veel brakke natuur);

  • Beschermd natuurmonument, Nationaal Park de Oosterschelde.

 

Net over de gemeentegrens, bevindt zich het themapark over de Deltawerken, kust en zee, Neeltje Jans.

 

  • Aktief toerisme

Dagtoeristen komen niet alleen voor het strand maar ook voor tal van andere activiteiten.

Zo zijn er tientallen duikplaatsen aan de Grevelingen en de Oosterschelde, waarbij het duikwrak nabij Scharendijke uniek voor Nederland is. Surfen, kitesurfen, een tocht met een historisch schip vanuit de Chartervaarthaven Zierikzee (’t Luitje), of een dagje met een sportvisboot op de Grevelingen, de Oosterschelde of de Noordzee zijn daar voorbeelden van.

 

Schouwen-Duiveland kent bovendien een aaneengesloten- en uitgebreid fiets- en wandelnetwerk.

Via het fietsknooppuntensysteem kan het hele eiland verkend worden, waarbij onderweg b.v. een 15-tal fietscafés bezocht kunnen worden, diverse galeries, monumenten, maar b.v. ook een wijnhoeve (Dreischor). Gemarkeerde wandelroutes zijn b.v.  te vinden in de Boswachterij Westerschouwen, de Zeepeduinen, de Schelphoek, het Gadrabos, het krekengebied Ouwerkerk  en de Stevensluisroute Dijkwater.

 

Al deze toeristische mogelijkheden worden ondermeer genoemd in: internetpublicaties (vakantiereiswijzer.nl, plaats.nl, wikipedia.nl, Welkom bij Natuurlijk Schouwen-Duiveland, TripAdvisor.nl, etc), reisgidsen (ANBW, Capitool), informatiefolders bij VVV’s e.d.

 

 

  • Evenementen

Tevens voert Schouwen-Duiveland een actief evenementenbeleid waarbij (mede) wordt ingezet op het aantrekken van toeristen. Zo kent Schouwen-Duiveland meerdere jaarlijks terugkerende evenementen met een boveneilandelijke uitstraling zoals Concert at Sea (in 2010 circa 80.000 bezoekers) Havendagen Zierikzee (circa 15.000 bezoekers in 2010) Visserijdagen Bruinisse (in 2010 circa 30.000 bezoekers) Beachboom (circa 5.000 bezoekers in 2011)  en de verschillende Stroavieringen (folkloristisch feest waarbij paardenvoeten ritueel in zee worden gewassen) in de kernen van de Westhoek(circa 5.000 bezoekers in 2011). Ook is reeds bestaand beleid specifiek gericht op toerisme en het versterken van het  toeristisch karakter van de gemeente. Dit beleid is beschreven in onder meer de volgende beleidsstukken:

 

Programma Brouwersdam

In dit beleidsstuk worden de uitgangpunten van de economische potenties van de Brouwersdam nader beschreven. Specifiek wordt ingezoomd op de unieke huidige toeristische mogelijkheden (veelal watersport gerelateerd) en de nieuwe mogelijkheden.

 

Strandvisie

In de strandvisie wordt inzicht gegeven in het huidig toeristische gebruik van het strand op Schouwen-Duiveland. Tevens wordt er aan de hand van een Swot-analyse een lijn bepaald hoe het “toeristische” karakter van het strand er in de zomer van 2014 uit moet zien.

 

Watersportvisie

In de watersportvisie wordt aan de hand van de unieke ligging van de gemeente (ontsloten door water) onder meer ingezoomd op de natte kant van het toeristische product. De watersportvisie heeft als doel om de ontwikkeling van de watersport in al zijn vormen te sturen en te faciliteren en om adequaat te kunnen reageren op initiatieven van derden.

 

Van Zierik tot Zee

Deze notitie bevat de visie voor het ontwikkelen van het gebied tussen Zierikzee en de Kop van Schouwen als interessante toeristisch-recreatieve locatie waarbij natuur als economische drager fungeert.

 

Nota Kamperen

De nota kamperen, bepaalt de algemene kaders waarbinnen de recreatiesector kan werken aan de ontwikkeling van het toeristisch product, meer in het bijzonder de ontwikkeling van kampeerterreinen.                                                                      

 

Structuurvisie Buitengebied

In deze structuurvisie zijn de visie op het buitengebied en de ruimtelijke en economische ontwikkelingsmogelijkheden in nauw overleg met maatschappelijke organisaties uitgewerkt. In deze visie wordt ook ingegaan op het toeristische product in het buitengebied.

 

SchouwenDuiveland Pas

Naast een Schouwen-Duiveland pas voor inwoners is er ook een Schouwen-Duiveland pas voor toeristen. Met deze speciale pas voor toeristen kunnen toeristen gebruik maken van een tal van aantrekkelijke arrangementen en voordelen.

 

  • Strategische toekomstvisie(Tij van de toekomst)

Tevens is Schouwen-Duiveland bezig met het opstellen van een Strategische visie. Doelstelling is dat vakantie-eiland Schouwen-Duiveland in 2040 een toonaangevende watereconomie kent die de duurzame verbinding vormt tussen wonen, werken, zorgen en genieten. Onderbouwing: De dynamiek en veelzijdigheid van water, land, natuur en cultuur maken van Schouwen-Duiveland een geliefde vakantiebestemming. In de komende dertig jaar koesteren, versterken en verduurzamen we die onderscheidende kwaliteiten en blijft recreatie en toerisme een belangrijke, zo niet dé belangrijkste economische sector. Kwaliteiten die overigens ook voor het wonen en werken op Schouwen-Duiveland van bijzondere betekenis zijn. Wonen en werken op Schouwen-Duiveland is wonen en werken op een vakantie-eiland. Eilanders ontspannen na een dag hard werken dankzij de buitengewone omgevingskwaliteiten en ervaren als bewoner de kwaliteit van leven die het eiland biedt. De strategie is dat Schouwen-Duiveland in 2040 een vakantie-eiland is dat de concurrentie met binnen- en buitenlandse bestemming vol zelfvertrouwen aan kan.

Enkele voorbeelden van grotere nieuwbouwprojecten die in de toekomst gerealiseerd worden zijn:

  • Een Duurzame Jachthaven van de toekomst (circa 500 recreatiewoningen/appartementen en 600 ligplaatsen),

  • Discovery Cove Zeeland Duikhotel (130 appartementen/hotelkamers) met onderwatermuseum en opleidingscentrum voor duikers,

  • Hotel Hogeweg Burgh-Haamstede.

 

 

 

  • 1.

    Enkele kengetallen.

Zoals vermeld uit cijfers van het Kenniscentrum voor Kusttoerisme blijkt dat in 2010 op Schouwen-Duiveland 460.000 vakanties en ruim 2,5 miljoen toeristische overnachtingen werden doorgebracht. Dit zijn alleen nog maar de binnenlandse toeristen. Het totaal aantal toeristische overnachtingen Schouwen-Duiveland bedraagt ruim 4,3 miljoen. Daarmee is er sprake van meer dan “enig” toerisme. Dit toerisme is eveneens als substantieel te betitelen, gelet op de navolgende cijfers (bron: Kamer van Koophandel):

 

Ruim 2.150 arbeidsplaatsen zijn op Schouwen-Duiveland gemoeid met toerisme en recreatie[1]. De sector toerisme en recreatie is goed voor 15,2% van de totale werkgelegenheid. Hiermee scoort Schouwen-Duiveland binnen Zeeland een derde plaats. In vergelijking met het Zeeuwse gemiddelde (7,5%) scoort Schouwen-Duiveland op dit gebied hoog.

 

Schouwen-Duiveland telt 580 “toeristische” bedden per 10.000 inwoners. Daarmee staat Schouwen-Duiveland op de tweede plaats binnen Zeeland en scoort het aanzienlijk hoger dan het Zeeuwse gemiddelde (229 toeristische bedden per 10.000 inwoners). Ook bij cafés (3e plaats) en restaurants (4e plaats) scoort Schouwen-Duiveland boven het Zeeuwse gemiddelde.

 

Sinds 2000 is het aantal banen, dat gerelateerd is aan het toerisme op Schouwen-Duiveland met 9,3% toegenomen. Het gaat dan om een toename van 183 arbeidsplaatsen. Met deze forse groei is Schouwen-Duiveland in Zeeland een koploper. Het Zeeuwse groeicijfer ligt op 6%. Uit voorgaande kan geconcludeerd worden dat het toerisme als economische pijler steeds groter wordt.

 

Uit onderstaande cijfers blijkt de grote economische waarde van het toeristische product op Schouwen-Duiveland.

 

 

Totale opbrengst toeristische sector (2006)

€ 352.000.000

Inkomsten in verband met toeristische sector voor plaatselijke horeca (2006)

€   43.000.000

Arbeidsplaatsen toeristische sector (2010)

       2.150

Aantal overnachtingen in hotels, campings, vakantiehuizen e.d.

4.312.862

Omvang gemeentelijke inkomsten gerelateerd aan het toerisme

€ 6.076.713 = 5.7% van

      totale “omzet “gemeente     

 

 

 

  • 2.      Winkelopenstelling ten behoeve van het toerisme.

Toerisme en recreatie leiden tot belangrijke afgeleide effecten voor de lokale economie. Recreanten besteden hun geld niet alleen aan logies, horeca en attracties maar in belangrijke mate ook in niet specifiek toeristisch-recreatieve bedrijven, zoals winkels. De sterk gevarieerde toeristische trekpleisters bevinden zich op het gehele eiland Schouwen-Duiveland. Deze toeristische “parels” zijn ondersteunend aan het toeristische product en in afgeleide vorm ook aan de winkels.

 

De openstelling van winkels speelt een ondersteunende rol en is duidelijk niet de primaire drijfveer van het toeristische bezoek. Daarmee wordt voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet.

 

 

  • 3.       Inventarisatie van de belangen

 

De raad mag deze bevoegdheid toepassen na afweging van de daarbij betrokken belangen. De raad is verplicht in ieder geval de volgende belangen in de afweging te betrekken:

  • 1.

    Werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel;

  • 2.

    De zondagsrust;

  • 3.

    De leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

 

 

  • 4.      De belangenafweging

 

 

  • 1.

    a.       Werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, winkeliers.

 

In de gemeente is sprake van veel economische bedrijvigheid. Zo telde Schouwen-Duiveland in 2008 in totaal 534 winkelgerelateerde vestigingen binnen de detailhandel. De winkelbranche is daarmee goed voor 13,3% van alle vestigingen en voor 14,6% van de totale werkgelegenheid. De verkooppunten in de gemeente waren in 2008 goed voor ruim 79.100 m2 verkoopvloeroppervlak. Wanneer het aantal m2 verkoopvloeroppervlak wordt gerelateerd aan het inwoneraantal bezet Schouwen-Duiveland binnen Zeeland een vierde plaats. Per 1.000 inwoners is circa 2.230 m2 verkoopvloeroppervlakte aanwezig. Het aantal m2 verkoopvloeroppervlakte is op Schouwen-Duiveland de afgelopen 5 jaar toegenomen. In totaal nam het m2 verkoopvloeroppervlakte toe met 13,6%, dit is ruim boven het landelijke groeipercentage van 7,8%.

 

Anno 2011 heeft ook Schouwen-Duiveland te maken met de gevolgen van krimp. De huidige en te verwachten bevolkingsdaling biedt bedreigingen voor de lokale economie. Ook demografische en economische veranderingen zijn een uitdaging voor de gemeente en dienen opgevangen te worden. De zondagsopenstelling is dan ook van groot economisch belang, zeker in deze tijd van ontgroening en vergrijzing. De zondagsopenstelling draagt bij aan de versterking van de gemeente en aan de instandhouding van de lokale economie. Tevens kan gesteld worden dat de toeristische aantrekkingskracht en de zondagopenstelling een effect hebben op de leefbaarheid van de kernen in Schouwen-Duiveland.

 

Een beperking van de zondagopenstelling zal leiden tot het verlies van werkgelegenheid in de detailhandel. Dat wordt bevestigd in het in 2009 verschenen onderzoek van het Centraal Planbureau. Dat onderzoek is verricht in opdracht van het toenmalige ministerie van Economische Zaken.

 

  • b.      Personeel.

De belangen van werknemers om al dan niet op zondag te werken, worden beschermd door artikel 5:6 van de Arbeidstijdenwet. In artikel 7:670, negende lid van het Burgerlijk Wetboek is expliciet opgenomen dat de werknemer niet ontslagen mag worden vanwege het enkele feit dat hij weigert op zondag arbeid te verrichten in geval bedrijfsomstandigheden hiertoe nopen. Gelet hierop wordt er met artikel 5 van de verordening geen onevenredige inbreuk gemaakt op de positie van het betreffende winkelpersoneel.

 

  • c.       Afweging winkeliers met weinig personeel.

Sinds de zondagopenstelling zijn er meerdere winkeliers met weinig personeel die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om op zondag open te zijn. Er zijn geen klachten bekend van winkeliers met weinig personeel inzake de feest- en zondagopenstelling. Opgemerkt moet worden dat winkeliers ook niet verplicht worden hun winkel op zondag open te stellen. Het is een vrije keuze die elke individuele winkeliers voor zichzelf kan maken.

 

  • d.      Zondagsrust.

 

De zondag heeft voor velen een speciale betekenis. Een groot deel van de bevolking ervaart deze dag als een gemeenschappelijk rustpunt, al dan niet uit religieuze overtuiging. Zo is de zondag voor veel mensen een rustdag, een dag van kerkgang, van tijd voor gezin en familie, en van ontspanning. Deze aspecten spelen een grote rol bij de vraag of winkelopstelling op zondagen wenselijk/toelaatbaar is.

Alhoewel de secularisatie ook niet aan Schouwen-Duiveland is voorbijgegaan, wordt er door veel inwoners vanuit de christelijke traditie aan de zondagsrust gehecht. Daarvoor liggen de wortels in de zeventiende eeuw, toen de Nadere Reformatie op Schouwen-Duiveland het kerkelijke, maatschappelijke en culturele leven nadrukkelijk heeft gestempeld. Zij heeft een belangrijk aandeel gehad in de ontwikkeling van een strenge zondagsrust die tot in de tweede helft van de vorige eeuw het Nederlandse maatschappelijke en sociale leven heeft bepaald. Openstelling is vanuit dit gezichtspunt een principiële zaak, en staat daarmee los van de vraag of er sprake is van een daadwerkelijke verstoring van de zondagsrust.

 

De zondagrust wordt ondermeer beschermd door de Zondagwet. Op grond van die wet mag de kerkgang tussen 10:00 uur en 13:00 uur niet worden verstoord. Sinds de zondagopenstelling in de gemeente Schouwen-Duiveland is niet gebleken dat dit een (onaanvaardbare) inbreuk heeft gemaakt op de zondagsrust. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat voorzetting van de feest- en zondagopenstelling hier verandering in brengt. Bij de gemeente zijn nooit klachten binnengekomen over verstoring van de zondagsrust als gevolg van de openstelling van winkels op zondag.

 

Gelet hierop wordt met het voorgestelde artikel 5 van de verordening geen onevenredige inbreuk gemaakt op de zondagsrust.

 

 

 

  • e.       Leefbaarheid, veiligheid en openbare orde.

Wat betreft de openbare orde en veiligheid zijn er geen nadelige gevolgen te verwachten. Feitelijk betreft het hier een handhaving van de bestaande situatie. In de achterliggende jaren is ook nimmer gebleken dat de zondagopenstelling heeft geleid tot verstoring van de openbare orde en veiligheid. Er is geen enkele aanwijzing dat dit onder de gewijzigde wet wel het geval zal zijn.

Gelet op bovenstaande wordt met artikel 5 van de Verordening Winkeltijden Gemeente Schouwen-Duiveland geen onevenredige inbreuk gemaakt op de leefbaarheid, openbare orde en veiligheid.

 

Conclusie

Schouwen-Duiveland voldoet door de grote en bloeiende toeristische sector en recreatieve attracties aan de criteria zoals gesteld in de Winkeltijdenwet. De toeristische-recreatieve sector is van essentieel belang voor de economische en sociale vitaliteit van de gehele gemeente. Toerisme en recreatie zijn de belangrijkste economische motoren. Door de vele honderdduizenden gasten die Schouwen-Duiveland jaarrond bezoeken maakt Schouwen-Duiveland terecht gebruik van de mogelijkheid van zondag- en feestdagenopenstelling van winkels.

Om de toeristische aantrekkingskracht die de gemeente nu heeft te behouden voor de toekomst en om de perifere ligging van Schouwen-Duiveland te compenseren en de gevolgen van de krimp op te kunnen vangen is behoud van de zondagopenstelling vereist. De strategische visie ziet er ook op dat Schouwen-Duiveland in 2040 het vakantie eiland bij uitstek is. De gemeente heeft daarvoor de volgende keuzes voor zichzelf geformuleerd:

  • We stimuleren en ondersteunen herstructurering en vernieuwing van bestaande recreatiebedrijven.

  • We stimuleren kwaliteitsverbetering, differentiatie en innovatie voor de bestaande dag- en verblijfsrecreatie. Evenementen maken hier onderdeel van uit.

  • Wanneer sprake is van aantoonbare meerwaarde voor omgevingskwaliteiten, landschap, milieu, natuur of cultuur is uitbreiding van bestaande bedrijven bespreekbaar.

  • Er is ruimte voor nieuwvestiging van bijzondere en unieke recreatieve concepten. Hierbij word gedacht aan wellness, sport en zorgconcepten in combinatie met (verblijfs)recreatie.

  • We geven ruimte voor ontwikkeling van watergebonden dagattracties op en onder water.

  • Nieuwe ontwikkelingen zijn per definitie met respect voor de kwaliteiten van het eiland vormgegeven.

  • We zetten actief in op deeltijdwonen.

  • We zetten in op een stabiel hoogseizoen en een vaste en minder weersafhankelijke instroom van gasten gedurende het hoogseizoen.

  • We ondersteunen initiatieven die een bijdrage leveren aan de verlenging van het seizoen.

 

Om bovenstaande redenen wordt het zogenaamde toeristische regime van toepassing verklaard op het gehele grondgebied van de gemeente Schouwen-Duiveland. De vrijstelling geldt van 08:00 uur tot 18:00 uur.

De vrijstelling geldt in verband met de bepalingen in de Winkeltijdenwet niet na 19:00 uur op Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de verordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerder lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19:00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de verordening.

Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “feestdag” of “feestdagen en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op een zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 2. Beslistermijn Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst van het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een andere rechthebbende moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.

Artikel 4. Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting

Artikel 5. Openstelling op zon- en feestdagen als gevolg van toerisme De grondslag van het artikel in de (model)verordening is artikel 3, derde lid onder a van de Winkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Artikel 3, derde lid, aanhef en onder a van de wet luidt:

3. De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden of aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen in de gevallen, in die verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van die verboden te verlenen ten behoeve van:

a. op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt; (…)

Door het wetvoorstel 31728 wordt dit artikellid uit de Winkeltijdenwet aangescherpt in die zin dat er sprake moet zijn van substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het college bij zijn besluit nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:

  • 1.

    werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel.

  • 2.

    De zondagsrust in de gemeente, en

  • 3.

    De leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

Verder bepaalt het wetsvoorstel dat bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd waarin wordt uitgebreid gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de besluitvorming zijn betrokken, in elk geval de belangen die hiervoor onder a, b en c zijn genoemd.

In de Memorie van Toelichting wordt nog met nadruk op de volgende aspecten gewezen. Van belang is allereerst dat de bepaling alleen mag worden toegepast als er sprake is van toerisme van een substantiële omvang in de gemeente of een deel daarvan. Daarnaast moet het gemeentebestuur aangeven dat de aantrekkingskracht van de gemeente of het desbetreffende deel ervan geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of de bevoegdheid om ontheffing te verlenen mogelijk worden gemaakt. De toeristische aantrekkingskracht van de gemeente moet met andere woorden autonoom zijn. Verder is van belang dat de winkelopening moet dienen ter ondersteuning van het toerisme. De raad heeft bij dat alles een zekere beoordelingsvrijheid.

In het onderdeel over de toerismebepaling van de algemene toelichting is uitvoerig aangegeven waarom en op welke wijze toepassing wordt gegeven aan de onderhavige mogelijkheden.

Artikel 6 Dit artikel van de modelverordening steunt op artikel  3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet, dat luidt:

4.   Voorts kan de gemeenteraad bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen op een daartoe strekkende aanvraag en met inachtneming van de in die verordening gestelde regels ontheffing te verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b, vervatte verboden, voor zover het winkels betreft die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde dagen tussen 0 uur en 16 uur, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. De verordening bepaalt in ieder geval het aantal winkels waarvoor in de gemeente ontheffing kan worden verleend. Dit aantal kan ten hoogste één winkel per 15 000 inwoners van de gemeente zijn of, indien het inwonertal lager is dan 15 000, één winkel.

 

De vereisten uit de Winkeltijdenwet zijn dus:

Ÿ    de ontheffing kan alleen worden verleend aan winkels:

-    die gesloten zijn op zon- en feestdagen vóór 16 uur, ook als die als koopzondag zijn aangewezen (verwerkt in onderdeel a van derde lid), en

-    waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet (verwerkt in het eerste lid van artikel 6 van deze verordening);

Ÿ          er mag maar 1 ontheffing verleend worden per 15.000 inwoners (verwerkt in het tweede lid van

 Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situatiesDit artikel steunt op artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet. Artikel 4 luidt:

1.   Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag, op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden.

2.   Zij kunnen in door de gemeenteraad bij verordening aangewezen gevallen ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en ten behoeve van het uitstallen van goederen.

3.   De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

 

Aangezien de Winkeltijdenwet in artikel 7, eerste lid een directe bevoegdheid verleent aan het college om vrijstelling te verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden hoeft deze mogelijkheid niet afzonderlijk te worden genoemd in de verordening. Wel worden hier op grond van het tweede lid van artikel 7 van de Winkeltijdenwet de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.

 

Uit de bewoordingen van artikel 4, eerste lid, van de Winkeltijdenwet in relatie tot die van 3, vierde lid volgt dat deze ontheffing zowel op aanvraag als ambtshalve kan worden verleend.

 

In artikel 7, eerste lid onder c worden tentoonstellingen in kunstateliers en galeries genoemd. De reden daarvan is het volgende. Kunstateliers en galeries zijn winkels, maar hebben in de Winkeltijdenwet een speciale status, die voortkomt uit de oude Winkelsluitingswet en het daarop berustende Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet. In artikel 4 van dat landelijk geldende besluit was een afzonderlijke regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Deze bepaling hield in dat burgemeester en wethouders ontheffing konden verlenen ten behoeve van het uitstallen van niet fabrieksmatig vervaardigde kunstvoorwerpen door of voor rekening van de vervaardiger daarvan, voor de zon- en feestdagen en de sluitingsuren op werkdagen. Bij het opstellen van de Winkeltijdenwet in 1996 is deze ontheffingsmogelijkheid niet meer expliciet overgenomen in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Daar kwamen direct veel vragen over. In overleg met het ministerie van Economische Zaken zijn de kunstateliers en de galeries in artikel 7, tweede lid, van de toenmalige en nu het eerste lid van de huidige (model)verordening Winkeltijdenwet opgenomen. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de wet, zoals uitgewerkt in artikel 7, eerste lid van de modelverordening, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor de zon- en feestdagen voor bijzondere situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Met gebruikmaking van deze beleidsvrijheid kan de ontheffing verleend worden voor tentoonstellingen in kunstateliers en galeries. De achtergrond van deze bijzondere status voor kunstateliers en galeries is dat de mogelijkheden voor kunstenaars aan hun werk bekendheid te geven door middel van (verkoop)tentoonstellingen niet te zeer aan banden gelegd mag worden. Bovendien spelen concurrentieoverwegingen hier nauwelijks een rol, gezien het individuele karakter van de betrokken voorwerpen. 

 

Onder bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard kunnen feestelijkheden worden verstaan. In een uitspraak van 28 oktober 2008, LJN: BG2147 (Amsterdam Noord), heeft het College van beroep voor het bedrijfsleven het begrip “feestelijkheden” ingevuld. Het ging in deze zaak onder meer om de vraag of allerlei buitenlandse en nogal buitenissige feestdagen zoals de Chinese dag van het kind, de Amerikaanse "doe vriendelijk dag" en dergelijke konden worden aangemerkt als "feestelijkheden" zoals bedoeld in de Winkeltijdenverordening van het desbetreffende stadsdeel. Uit de uitspraak blijkt "….dat het moet gaan om feestelijkheden die bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard zijn. Bij het hanteren van het begrip "bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard" moet er een verband kunnen worden aangewezen met een gebeurtenis dan wel met het beleven of uiten van opvattingen of gevoelens, waaraan blijkens een breed gedragen mening van de bevolking of een bevolkingsgroep op landelijk dan wel op lokaal niveau, een feestelijke, gedenkwaardige betekenis moet worden gehecht."

 

In een uitspraak van 18 december 2009 bepaalde de voorzieningenrechter dat het verlenen van ontheffing om op zondag 20 december open te zijn in verband met het plaatsvinden van een feestelijkheid (de laatste zondag voor Kerstmis), niet mogelijk was. In deze mondelinge uitspraak overwoog de rechter: “Er is echter niet gebleken welke feestelijkheid op die dag plaats zal vinden en tevens niet of de genoemde feestelijke activiteiten ten tijde van het verlenen van de ontheffing reeds gepland waren. Doordat de ontheffing is verleend aan alle winkeliers in de gemeente Lisse, komt de ontheffing eigenlijk overeen met het aanwijzen van een extra algemene koopzondag. De voorzieningenrechter merkt daarbij op dat de gemeenteraad de mogelijkheid heeft om burgemeester en wethouders de bevoegdheid te geven twaalf koopzondagen aan te wijzen. De gemeenteraad heeft deze bevoegdheid echter beperkt tot zes zon- en feestdagen, van welke bevoegdheid ook gebruik is gemaakt. Door het aanwijzen van deze extra koopzondag, hebben burgemeester en wethouders in strijd met de verordening gehandeld.” (LJN BK 7097, Lisse).

 Artikel 8. Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagenDe vrijstelling die hier wordt bedoeld betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken. In de vorige versie van de modelverordening was deze bevoegdheid gedelegeerd aan het college. De bevoegdheidgrondslag ontbreekt hiervoor echter in het Vrijstellingenbesluit en ook in de Winkeltijdenwet. Op grond van artikel 10.15 van de Algemene wet bestuursrecht is delegatie alleen mogelijk als daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien. De raad zal dus, indien gewenst, zelf gebieden moeten aanwijzen waar straatverkoop op zon- en feestdagen niet is toegestaan.

 

Artikel 9. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Dit artikel steunt op artikel 7, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. Artikel 7 luidt:

1.   De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

2.   De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om, met inachtneming van de in die verordening te stellen regels, vrijstelling en op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

3.   De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

 

Het verbod van artikel 2 van de wet voor de werkdagen staat in het eerste lid, onder c en houdt in dat de winkels niet tussen 22 en 6 uur open mogen zijn. Hetzelfde geldt voor straatverkoop (artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet). Er kunnen dus gebieden worden aangewezen waar de winkels door de week wel tussen 22 en 6 uur open mogen zijn en waar straatverkoop mag plaatsvinden. Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid gebieden of vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. De gemeenteraad kan dit rechtstreeks in de verordening doen. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing worden verleend.

 

De (model)verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde.

 

De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. Aan de ontheffing kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad) .

 

In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordening geregeld.

 

De artikelen 10, 11, 12 en 13 behoeven geen verdere toelichting.

[1] Voor de afbakening “toerisme en recreatie” is de definitie gebruikt die het Kenniscentrum (kust) toerisme hanteert. Op grond van deze definitie wordt per branche bepaald in welke mate de werkgelegenheid wordt toegerekend aan de sector toerisme en recreatie. Op deze wijze worden bijvoorbeeld hotels, cafés en restaurants voor 100% meegeteld en activiteiten als autoverhuur en taxivervoer voor maar 10%.

 

Algemene toelichting bij de Verordening winkeltijden Gemeente Schouwen-Duiveland 2012.

 

 

De Winkeltijdenwet tot 1 januari 2011.

De Winkeltijdenwet dateert uit 1996. Deze verving de Winkelsluitingswet. De Winkeltijdenwet biedt winkeliers meer mogelijkheden om in de avonduren en op zon- en feestdagen hun winkels open te stellen voor klanten. De hoofdregel van de Winkeltijdenwet is dat winkels op zon- en feestdagen gesloten zijn. De wet biedt gemeenten enkele mogelijkheden om hierop een uitzondering te maken. Een (algemene) uitzondering die voor alle gemeenten geldt, is dat zij maximaal twaalf koopzondagen per jaar kunnen aanwijzen.

 

Een andere uitzondering is de toerismebepaling. Deze houdt in dat meer dan twaalf koopzondagen in een gemeente zijn toegestaan als die gemeente toeristen aantrekt om redenen en “buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt”.

 

In de op 27 september 2007 vastgestelde Verordening winkeltijden gemeente Schouwen-Duiveland is op basis van eerdere wetgeving van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Artikel 5 van deze verordening regelde de vrijstelling voor openstelling van winkels op zon- en feestdagen in verband met het toerisme in de gehele gemeente.

 

 

Wijziging van de Winkeltijdenwet.

Op 1 januari 2011 is een wijziging van de Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wijziging scherpt de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet aan om zo “het oneigenlijk gebruik van deze bepaling” tegen te gaan.

 

De uitgangspunten van de wet komen neer op het volgende:

  • 1.

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06:00 uur en 22:00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • 2.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.

  • 3.

    Tijdens de nachturen van 22:00 uur tot 06:00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19:00 uur dicht zijn.

  • 4.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag.

  • 5.

    Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16:00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16:00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar èèn ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.

  • 6.

    De raden kunnen bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zon- en feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme. De wekelijkse zondagsopenstelling onder de vlag van het toeristische regime blijft dus mogelijk (zie hierna).

 

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels. Het is op de in artikel 2, eerste lid van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid.

 

 

 

 

 

 

 

 

Het instellen van een toeristisch regime

De gewijzigde Winkeltijdenwet verbindt aan het instellen van het toeristische regime de voorwaarde dat er in de gemeente sprake is “van een op de gemeente of een deel daarvan gericht toerisme met een substantiële omvang, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of de bevoegdheid om ontheffing te verlenen mogelijk worden gemaakt”. Er moet dus sprake zijn van een autonome toeristische aantrekkingskracht, die losstaat van de winkelopening op zondag. Met andere woorden: een gemeente kan alleen een succesvol beroep op de toerismebepaling doen c.q. blijven doen als er sprake is van op de gemeente gericht toerisme met een substantiële omvang met een ander doel dan om er recreatief te winkelen. De winkelopenstelling mag geen doel op zich zijn, maar moet ondersteunend zijn aan de toeristische aantrekkingskracht. Als indicatoren voor het beoordelen van de genoemde substantiële omvang gelden volgens de Memorie van Toelichting: inkomsten uit toeristenbelasting, parkeergelden, aantallen bezoekers, overnachtingen e.d. Als sprake is van autonoom toerisme met een substantiële omvang komt het wegen en afwegen van belangen aan de orde.

 

Voorts moeten gemeenten naast economische argumenten (werkgelegenheid en economische bedrijvigheid, waaronder het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel) ook immateriële belangen, zoals de zondagsrust en de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde uitdrukkelijk in de besluitvorming meewegen.

 

Gemeenten die een toeristisch regime hebben vastgesteld, zoals Schouwen-Duiveland, zullen dit moeten herzien. Uiterlijk één jaar na het van kracht worden van vorengenoemde wetswijziging moet voldaan zijn aan de criteria die genoemd zijn in artikel 3 van de gewijzigde wet. Het deel van de gemeentelijke verordening over het toeristische regime staat vanaf de inwerkingtreding open voor beroep (artikel 10 Winkeltijdenwet). Gezien het feit dat de openbare voorbereidingsprocedure op de totstandkoming van de verordening van toepassing is verklaard (afd.3.4 Awb) kan er geen bezwaar worden aangetekend tegen deze verordening, maar wel rechtstreeks beroep worden ingesteld (als men tenminste een zienswijze heeft ingediend.)

 

 

Vrijstellingsbevoegheid van de raad.

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, lid 3 van de Winkeltijdenwet de bevoegdheid om bij verordening vrijstelling te verlenen van het verbod om winkels op zon- en feestdagen geopend te hebben. Deze bevoegdheid is aan voorwaarden gebonden. Deze voorwaarden zijn gesteld in artikel 3, lid 3, onder a van de Winkeltijdenwet.

 

Er dient binnen de gemeente sprake te zijn van 1) op de gemeente of een deel daarvan gericht toerisme met een substantiële omvang, 2) mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling mogelijk worden gemaakt (het toerisme dient autonoom te zijn).

 

De vaststelling of aan deze voorwaarden is voldaan, vergt een beoordeling van alle feiten en omstandigheden. Deze zijn nauw verweven met de specifieke situatie op Schouwen-Duiveland. De gemeenteraad heeft daarom een zekere beoordelingsvrijheid, die de rechter bij zijn toetsing hoort te respecteren.

 

 

Motiveringsplicht conform artikel 3, lid 3 Winkeltijdenwet

Met dit gedeelte van de toelichting geeft de gemeenteraad gevolg aan de motiveringsplicht als bedoeld in artikel 3, lid 7 van de Winkeltijdenwet. Deze motivering dient in ieder geval twee onderdelen te bevatten. In de eerste plaats dient de gemeenteraad te motiveren dat is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 3, derde lid, onder a. In de tweede plaats dient de motivering van het besluit grondig inzicht te geven in de belangenafweging die aan het besluit ten grondslag ligt. De hierna gegeven motivering voldoet ons inziens aan deze wettelijke eisen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De gemeenteraad stelt vast dat, om de hiernavolgende relevante feiten en omstandigheden, aan deze wettelijk vereiste toepassingsvoorwaarden is voldaan.

 

 

1.         Autonoom toerisme met een substantiële omvang

Alhoewel het eiland Schouwen-Duiveland altijd al een grote aantrekkingskracht op toeristen heeft gehad, is er vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw sprake van een substantiële toename. Na realisatie van diverse infrastructurele ontsluitingen van het eiland (Grevelingendam, Zeelandbrug en Stormvloedkering) heeft het verblijfs- en dagtoerisme een steeds grotere vlucht genomen. “Zon, zee en strand” waren en zijn nog steeds voor veel recreanten belangrijke elementen voor een kort- of langdurig verblijf op Schouwen-Duiveland. Hiermee onderscheidt Schouwen-Duiveland zich van veel andere gemeenten. Veel kustgebieden in Nederland zijn “verstedelijkt”, het kustgebied  van Schouwen-Duiveland is nog “landelijk”, samen met de vele “elk-weer-voorzieningen”, de historische kernen, de watersportmogelijkheden etc.,  heeft dat geleid tot autonoom toerisme met een substantiële omvang.

Deze conclusie wordt nader onderbouwd met de volgende feiten, cijfers, kengetallen, ontwikkelingen enz.

 

 

  • 1.

    Recreatief nachtverblijf.

Binnen de gemeente Schouwen-Duiveland bevinden zich circa 200 campings met ongeveer 9000 permanente standplaatsen en 6500 niet-permanente standplaatsen. Dit betreft reguliere campings, mini-campings en bijzondere terreinen (landschapscampings, natuurcampings en voor de Westhoek typerende fruitgaardbedrijven). Ze liggen verspreid over het hele eiland. Daarnaast zijn er ongeveer 4500 recreatiewoningen op tientallen recreatieterreinen, verspreid over het gehele eiland met een concentratie langs de Grevelingen en in de Westhoek. Het aantal hotels is momenteel ongeveer 24, het aantal pensions 38, het aantal Bed & Breakfasts 28. In alle kernen worden bovendien door particulieren kamers verhuurd.

Schouwen-Duiveland wordt omringd door internationaal vermaard vaarwater. Momenteel zijn er zeven jachthavens met circa 3.500 ligplaatsen.

 

In 2010 werden 460.000 vakanties doorgebracht op Schouwen-Duiveland door binnenlandse (Nederlandse) toeristen. Het aantal toeristische overnachtingen door binnenlandse (Nederlandse) toeristen in 2010 bedroeg 2.564.0000. In totaal kende Schouwen-Duiveland in 2010 ruim 4,3 miljoen toeristische overnachtingen.

 

Net over de gemeentegrens, zowel in noordelijke- als zuidelijke richtingen bevinden zich eveneens grootschalige vakantieparken (Port Zélande in Ouddorp, Noordzee Residence De Banjaard in Kamperland b.v.).

 

  • Zon, zee en strand.

Toeristen hebben ongeveer 21 kilometer Noordzeestrand tot hun beschikking. Naast (zonne)baden zijn tal van watersporten populair. Er bevinden zich 14 strandpaviljoens, waarvan meer dan de helft het jaar rond geëxploiteerd wordt. Verder zijn er nog een aantal kleinere stranden te vinden aan de Grevelingen en aan de Oosterschelde.

 

  • Musea.

Ook een bezoek aan één van de musea van Schouwen-Duiveland is populair bij (dag)toeristen. Ter illustratie volgt hieronder een kort overzicht.

  • Watersnoodmuseum Ouwerkerk (in 2010 best bezochte museum van Zeeland met 62.120 bezoekers);

  • Brusea Bruinisse (oudheidkamers en visserijmuseum);

  • Museumhaven Zierikzee (21.230 bezoekers in 2010);

  • Burghse Schole Burgh-Haamstede;

  • Streek- en landbouwmuseum Dreischor (6.770 bezoekers in 2010);

  • Maritiem Museum Zierikzee (14.751 bezoekers in 2010)

  • Stadhuismuseum Zierikzee (in verband met restauratie gesloten in 2010);

  • Brouws Museum (3017 bezoekers in 2010)

 

 

 

 

 

 

 

  • Historische centra.

Een viertal kernen op Schouwen-Duiveland zijn historisch gezien zo waardevol dat ze een beschermd dorps- of stadsgezicht hebben. In de hele gemeente zijn er ruim 1150 monumenten, waarvan 800 Rijksmonumenten.

 

Hieronder een kort overzicht van de belangrijkste monumenten:

 

Zierikzee

  • De Noord- en Zuidhavenpoort

  • Sint Lievensmonstertoren (Dikke toren)

 

Brouwershaven

  • Het voormalig Stadhuis aan de markt

  • De Grote Kerk

 

 

Uit cijfers van het Kenniscentrum voor Kusttoerisme blijk dat 25% van de toeristen een bezoek brengen aan bezienswaardige gebouwen (zoals historische stad/dorpcentra).

 

 

  • Natuur

De gemeente Schouwen-Duiveland heeft zowel buiten- als binnendijks een afwisselend  (zee)landschap (Oosterschelde, Voordelta, strand, duingebied, bos, agrarisch landschap).

Grote delen daarvan zijn inmiddels beschermd. Voorbeelden daarvan zijn:

  • Natura 2000 gebied “Kop van Schouwen” (grootste bos van Zeeland);

  • Natura 2000 gebied Grevelingen, met diverse natuureilanden;

  • Plan Tureluur (850 hectare, veel brakke natuur);

  • Beschermd natuurmonument, Nationaal Park de Oosterschelde.

 

Net over de gemeentegrens, bevindt zich het themapark over de Deltawerken, kust en zee, Neeltje Jans.

 

  • Aktief toerisme

Dagtoeristen komen niet alleen voor het strand maar ook voor tal van andere activiteiten.

Zo zijn er tientallen duikplaatsen aan de Grevelingen en de Oosterschelde, waarbij het duikwrak nabij Scharendijke uniek voor Nederland is. Surfen, kitesurfen, een tocht met een historisch schip vanuit de Chartervaarthaven Zierikzee (’t Luitje), of een dagje met een sportvisboot op de Grevelingen, de Oosterschelde of de Noordzee zijn daar voorbeelden van.

 

Schouwen-Duiveland kent bovendien een aaneengesloten- en uitgebreid fiets- en wandelnetwerk.

Via het fietsknooppuntensysteem kan het hele eiland verkend worden, waarbij onderweg b.v. een 15-tal fietscafés bezocht kunnen worden, diverse galeries, monumenten, maar b.v. ook een wijnhoeve (Dreischor). Gemarkeerde wandelroutes zijn b.v.  te vinden in de Boswachterij Westerschouwen, de Zeepeduinen, de Schelphoek, het Gadrabos, het krekengebied Ouwerkerk  en de Stevensluisroute Dijkwater.

 

Al deze toeristische mogelijkheden worden ondermeer genoemd in: internetpublicaties (vakantiereiswijzer.nl, plaats.nl, wikipedia.nl, Welkom bij Natuurlijk Schouwen-Duiveland, TripAdvisor.nl, etc), reisgidsen (ANBW, Capitool), informatiefolders bij VVV’s e.d.

 

 

  • Evenementen

Tevens voert Schouwen-Duiveland een actief evenementenbeleid waarbij (mede) wordt ingezet op het aantrekken van toeristen. Zo kent Schouwen-Duiveland meerdere jaarlijks terugkerende evenementen met een boveneilandelijke uitstraling zoals Concert at Sea (in 2010 circa 80.000 bezoekers) Havendagen Zierikzee (circa 15.000 bezoekers in 2010) Visserijdagen Bruinisse (in 2010 circa 30.000 bezoekers) Beachboom (circa 5.000 bezoekers in 2011)  en de verschillende Stroavieringen (folkloristisch feest waarbij paardenvoeten ritueel in zee worden gewassen) in de kernen van de Westhoek(circa 5.000 bezoekers in 2011). Ook is reeds bestaand beleid specifiek gericht op toerisme en het versterken van het  toeristisch karakter van de gemeente. Dit beleid is beschreven in onder meer de volgende beleidsstukken:

 

Programma Brouwersdam

In dit beleidsstuk worden de uitgangpunten van de economische potenties van de Brouwersdam nader beschreven. Specifiek wordt ingezoomd op de unieke huidige toeristische mogelijkheden (veelal watersport gerelateerd) en de nieuwe mogelijkheden.

 

Strandvisie

In de strandvisie wordt inzicht gegeven in het huidig toeristische gebruik van het strand op Schouwen-Duiveland. Tevens wordt er aan de hand van een Swot-analyse een lijn bepaald hoe het “toeristische” karakter van het strand er in de zomer van 2014 uit moet zien.

 

Watersportvisie

In de watersportvisie wordt aan de hand van de unieke ligging van de gemeente (ontsloten door water) onder meer ingezoomd op de natte kant van het toeristische product. De watersportvisie heeft als doel om de ontwikkeling van de watersport in al zijn vormen te sturen en te faciliteren en om adequaat te kunnen reageren op initiatieven van derden.

 

Van Zierik tot Zee

Deze notitie bevat de visie voor het ontwikkelen van het gebied tussen Zierikzee en de Kop van Schouwen als interessante toeristisch-recreatieve locatie waarbij natuur als economische drager fungeert.

 

Nota Kamperen

De nota kamperen, bepaalt de algemene kaders waarbinnen de recreatiesector kan werken aan de ontwikkeling van het toeristisch product, meer in het bijzonder de ontwikkeling van kampeerterreinen.                                                                      

 

Structuurvisie Buitengebied

In deze structuurvisie zijn de visie op het buitengebied en de ruimtelijke en economische ontwikkelingsmogelijkheden in nauw overleg met maatschappelijke organisaties uitgewerkt. In deze visie wordt ook ingegaan op het toeristische product in het buitengebied.

 

SchouwenDuiveland Pas

Naast een Schouwen-Duiveland pas voor inwoners is er ook een Schouwen-Duiveland pas voor toeristen. Met deze speciale pas voor toeristen kunnen toeristen gebruik maken van een tal van aantrekkelijke arrangementen en voordelen.

 

  • Strategische toekomstvisie(Tij van de toekomst)

Tevens is Schouwen-Duiveland bezig met het opstellen van een Strategische visie. Doelstelling is dat vakantie-eiland Schouwen-Duiveland in 2040 een toonaangevende watereconomie kent die de duurzame verbinding vormt tussen wonen, werken, zorgen en genieten. Onderbouwing: De dynamiek en veelzijdigheid van water, land, natuur en cultuur maken van Schouwen-Duiveland een geliefde vakantiebestemming. In de komende dertig jaar koesteren, versterken en verduurzamen we die onderscheidende kwaliteiten en blijft recreatie en toerisme een belangrijke, zo niet dé belangrijkste economische sector. Kwaliteiten die overigens ook voor het wonen en werken op Schouwen-Duiveland van bijzondere betekenis zijn. Wonen en werken op Schouwen-Duiveland is wonen en werken op een vakantie-eiland. Eilanders ontspannen na een dag hard werken dankzij de buitengewone omgevingskwaliteiten en ervaren als bewoner de kwaliteit van leven die het eiland biedt. De strategie is dat Schouwen-Duiveland in 2040 een vakantie-eiland is dat de concurrentie met binnen- en buitenlandse bestemming vol zelfvertrouwen aan kan.

Enkele voorbeelden van grotere nieuwbouwprojecten die in de toekomst gerealiseerd worden zijn:

  • Een Duurzame Jachthaven van de toekomst (circa 500 recreatiewoningen/appartementen en 600 ligplaatsen),

  • Discovery Cove Zeeland Duikhotel (130 appartementen/hotelkamers) met onderwatermuseum en opleidingscentrum voor duikers,

  • Hotel Hogeweg Burgh-Haamstede.

 

 

 

  • 1.

    Enkele kengetallen.

Zoals vermeld uit cijfers van het Kenniscentrum voor Kusttoerisme blijkt dat in 2010 op Schouwen-Duiveland 460.000 vakanties en ruim 2,5 miljoen toeristische overnachtingen werden doorgebracht. Dit zijn alleen nog maar de binnenlandse toeristen. Het totaal aantal toeristische overnachtingen Schouwen-Duiveland bedraagt ruim 4,3 miljoen. Daarmee is er sprake van meer dan “enig” toerisme. Dit toerisme is eveneens als substantieel te betitelen, gelet op de navolgende cijfers (bron: Kamer van Koophandel):

 

Ruim 2.150 arbeidsplaatsen zijn op Schouwen-Duiveland gemoeid met toerisme en recreatie[1]. De sector toerisme en recreatie is goed voor 15,2% van de totale werkgelegenheid. Hiermee scoort Schouwen-Duiveland binnen Zeeland een derde plaats. In vergelijking met het Zeeuwse gemiddelde (7,5%) scoort Schouwen-Duiveland op dit gebied hoog.

 

Schouwen-Duiveland telt 580 “toeristische” bedden per 10.000 inwoners. Daarmee staat Schouwen-Duiveland op de tweede plaats binnen Zeeland en scoort het aanzienlijk hoger dan het Zeeuwse gemiddelde (229 toeristische bedden per 10.000 inwoners). Ook bij cafés (3e plaats) en restaurants (4e plaats) scoort Schouwen-Duiveland boven het Zeeuwse gemiddelde.

 

Sinds 2000 is het aantal banen, dat gerelateerd is aan het toerisme op Schouwen-Duiveland met 9,3% toegenomen. Het gaat dan om een toename van 183 arbeidsplaatsen. Met deze forse groei is Schouwen-Duiveland in Zeeland een koploper. Het Zeeuwse groeicijfer ligt op 6%. Uit voorgaande kan geconcludeerd worden dat het toerisme als economische pijler steeds groter wordt.

 

Uit onderstaande cijfers blijkt de grote economische waarde van het toeristische product op Schouwen-Duiveland.

 

 

Totale opbrengst toeristische sector (2006)

€ 352.000.000

Inkomsten in verband met toeristische sector voor plaatselijke horeca (2006)

€   43.000.000

Arbeidsplaatsen toeristische sector (2010)

       2.150

Aantal overnachtingen in hotels, campings, vakantiehuizen e.d.

4.312.862

Omvang gemeentelijke inkomsten gerelateerd aan het toerisme

€ 6.076.713 = 5.7% van

      totale “omzet “gemeente     

 

 

 

  • 2.      Winkelopenstelling ten behoeve van het toerisme.

Toerisme en recreatie leiden tot belangrijke afgeleide effecten voor de lokale economie. Recreanten besteden hun geld niet alleen aan logies, horeca en attracties maar in belangrijke mate ook in niet specifiek toeristisch-recreatieve bedrijven, zoals winkels. De sterk gevarieerde toeristische trekpleisters bevinden zich op het gehele eiland Schouwen-Duiveland. Deze toeristische “parels” zijn ondersteunend aan het toeristische product en in afgeleide vorm ook aan de winkels.

 

De openstelling van winkels speelt een ondersteunende rol en is duidelijk niet de primaire drijfveer van het toeristische bezoek. Daarmee wordt voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet.

 

 

  • 3.       Inventarisatie van de belangen

 

De raad mag deze bevoegdheid toepassen na afweging van de daarbij betrokken belangen. De raad is verplicht in ieder geval de volgende belangen in de afweging te betrekken:

  • 1.

    Werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel;

  • 2.

    De zondagsrust;

  • 3.

    De leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

 

 

  • 4.      De belangenafweging

 

 

  • 1.

    a.       Werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, winkeliers.

 

In de gemeente is sprake van veel economische bedrijvigheid. Zo telde Schouwen-Duiveland in 2008 in totaal 534 winkelgerelateerde vestigingen binnen de detailhandel. De winkelbranche is daarmee goed voor 13,3% van alle vestigingen en voor 14,6% van de totale werkgelegenheid. De verkooppunten in de gemeente waren in 2008 goed voor ruim 79.100 m2 verkoopvloeroppervlak. Wanneer het aantal m2 verkoopvloeroppervlak wordt gerelateerd aan het inwoneraantal bezet Schouwen-Duiveland binnen Zeeland een vierde plaats. Per 1.000 inwoners is circa 2.230 m2 verkoopvloeroppervlakte aanwezig. Het aantal m2 verkoopvloeroppervlakte is op Schouwen-Duiveland de afgelopen 5 jaar toegenomen. In totaal nam het m2 verkoopvloeroppervlakte toe met 13,6%, dit is ruim boven het landelijke groeipercentage van 7,8%.

 

Anno 2011 heeft ook Schouwen-Duiveland te maken met de gevolgen van krimp. De huidige en te verwachten bevolkingsdaling biedt bedreigingen voor de lokale economie. Ook demografische en economische veranderingen zijn een uitdaging voor de gemeente en dienen opgevangen te worden. De zondagsopenstelling is dan ook van groot economisch belang, zeker in deze tijd van ontgroening en vergrijzing. De zondagsopenstelling draagt bij aan de versterking van de gemeente en aan de instandhouding van de lokale economie. Tevens kan gesteld worden dat de toeristische aantrekkingskracht en de zondagopenstelling een effect hebben op de leefbaarheid van de kernen in Schouwen-Duiveland.

 

Een beperking van de zondagopenstelling zal leiden tot het verlies van werkgelegenheid in de detailhandel. Dat wordt bevestigd in het in 2009 verschenen onderzoek van het Centraal Planbureau. Dat onderzoek is verricht in opdracht van het toenmalige ministerie van Economische Zaken.

 

  • b.      Personeel.

De belangen van werknemers om al dan niet op zondag te werken, worden beschermd door artikel 5:6 van de Arbeidstijdenwet. In artikel 7:670, negende lid van het Burgerlijk Wetboek is expliciet opgenomen dat de werknemer niet ontslagen mag worden vanwege het enkele feit dat hij weigert op zondag arbeid te verrichten in geval bedrijfsomstandigheden hiertoe nopen. Gelet hierop wordt er met artikel 5 van de verordening geen onevenredige inbreuk gemaakt op de positie van het betreffende winkelpersoneel.

 

  • c.       Afweging winkeliers met weinig personeel.

Sinds de zondagopenstelling zijn er meerdere winkeliers met weinig personeel die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om op zondag open te zijn. Er zijn geen klachten bekend van winkeliers met weinig personeel inzake de feest- en zondagopenstelling. Opgemerkt moet worden dat winkeliers ook niet verplicht worden hun winkel op zondag open te stellen. Het is een vrije keuze die elke individuele winkeliers voor zichzelf kan maken.

 

  • d.      Zondagsrust.

 

De zondag heeft voor velen een speciale betekenis. Een groot deel van de bevolking ervaart deze dag als een gemeenschappelijk rustpunt, al dan niet uit religieuze overtuiging. Zo is de zondag voor veel mensen een rustdag, een dag van kerkgang, van tijd voor gezin en familie, en van ontspanning. Deze aspecten spelen een grote rol bij de vraag of winkelopstelling op zondagen wenselijk/toelaatbaar is.

Alhoewel de secularisatie ook niet aan Schouwen-Duiveland is voorbijgegaan, wordt er door veel inwoners vanuit de christelijke traditie aan de zondagsrust gehecht. Daarvoor liggen de wortels in de zeventiende eeuw, toen de Nadere Reformatie op Schouwen-Duiveland het kerkelijke, maatschappelijke en culturele leven nadrukkelijk heeft gestempeld. Zij heeft een belangrijk aandeel gehad in de ontwikkeling van een strenge zondagsrust die tot in de tweede helft van de vorige eeuw het Nederlandse maatschappelijke en sociale leven heeft bepaald. Openstelling is vanuit dit gezichtspunt een principiële zaak, en staat daarmee los van de vraag of er sprake is van een daadwerkelijke verstoring van de zondagsrust.

 

De zondagrust wordt ondermeer beschermd door de Zondagwet. Op grond van die wet mag de kerkgang tussen 10:00 uur en 13:00 uur niet worden verstoord. Sinds de zondagopenstelling in de gemeente Schouwen-Duiveland is niet gebleken dat dit een (onaanvaardbare) inbreuk heeft gemaakt op de zondagsrust. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat voorzetting van de feest- en zondagopenstelling hier verandering in brengt. Bij de gemeente zijn nooit klachten binnengekomen over verstoring van de zondagsrust als gevolg van de openstelling van winkels op zondag.

 

Gelet hierop wordt met het voorgestelde artikel 5 van de verordening geen onevenredige inbreuk gemaakt op de zondagsrust.

 

 

 

  • e.       Leefbaarheid, veiligheid en openbare orde.

Wat betreft de openbare orde en veiligheid zijn er geen nadelige gevolgen te verwachten. Feitelijk betreft het hier een handhaving van de bestaande situatie. In de achterliggende jaren is ook nimmer gebleken dat de zondagopenstelling heeft geleid tot verstoring van de openbare orde en veiligheid. Er is geen enkele aanwijzing dat dit onder de gewijzigde wet wel het geval zal zijn.

Gelet op bovenstaande wordt met artikel 5 van de Verordening Winkeltijden Gemeente Schouwen-Duiveland geen onevenredige inbreuk gemaakt op de leefbaarheid, openbare orde en veiligheid.

 

Conclusie

Schouwen-Duiveland voldoet door de grote en bloeiende toeristische sector en recreatieve attracties aan de criteria zoals gesteld in de Winkeltijdenwet. De toeristische-recreatieve sector is van essentieel belang voor de economische en sociale vitaliteit van de gehele gemeente. Toerisme en recreatie zijn de belangrijkste economische motoren. Door de vele honderdduizenden gasten die Schouwen-Duiveland jaarrond bezoeken maakt Schouwen-Duiveland terecht gebruik van de mogelijkheid van zondag- en feestdagenopenstelling van winkels.

Om de toeristische aantrekkingskracht die de gemeente nu heeft te behouden voor de toekomst en om de perifere ligging van Schouwen-Duiveland te compenseren en de gevolgen van de krimp op te kunnen vangen is behoud van de zondagopenstelling vereist. De strategische visie ziet er ook op dat Schouwen-Duiveland in 2040 het vakantie eiland bij uitstek is. De gemeente heeft daarvoor de volgende keuzes voor zichzelf geformuleerd:

  • We stimuleren en ondersteunen herstructurering en vernieuwing van bestaande recreatiebedrijven.

  • We stimuleren kwaliteitsverbetering, differentiatie en innovatie voor de bestaande dag- en verblijfsrecreatie. Evenementen maken hier onderdeel van uit.

  • Wanneer sprake is van aantoonbare meerwaarde voor omgevingskwaliteiten, landschap, milieu, natuur of cultuur is uitbreiding van bestaande bedrijven bespreekbaar.

  • Er is ruimte voor nieuwvestiging van bijzondere en unieke recreatieve concepten. Hierbij word gedacht aan wellness, sport en zorgconcepten in combinatie met (verblijfs)recreatie.

  • We geven ruimte voor ontwikkeling van watergebonden dagattracties op en onder water.

  • Nieuwe ontwikkelingen zijn per definitie met respect voor de kwaliteiten van het eiland vormgegeven.

  • We zetten actief in op deeltijdwonen.

  • We zetten in op een stabiel hoogseizoen en een vaste en minder weersafhankelijke instroom van gasten gedurende het hoogseizoen.

  • We ondersteunen initiatieven die een bijdrage leveren aan de verlenging van het seizoen.

 

Om bovenstaande redenen wordt het zogenaamde toeristische regime van toepassing verklaard op het gehele grondgebied van de gemeente Schouwen-Duiveland. De vrijstelling geldt van 08:00 uur tot 18:00 uur.

De vrijstelling geldt in verband met de bepalingen in de Winkeltijdenwet niet na 19:00 uur op Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de verordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerder lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19:00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de verordening.

Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “feestdag” of “feestdagen en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op een zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 2. Beslistermijn Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst van het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een andere rechthebbende moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.

Artikel 4. Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting

Artikel 5. Openstelling op zon- en feestdagen als gevolg van toerisme De grondslag van het artikel in de (model)verordening is artikel 3, derde lid onder a van de Winkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Artikel 3, derde lid, aanhef en onder a van de wet luidt:

3. De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden of aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen in de gevallen, in die verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van die verboden te verlenen ten behoeve van:

a. op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt; (…)

Door het wetvoorstel 31728 wordt dit artikellid uit de Winkeltijdenwet aangescherpt in die zin dat er sprake moet zijn van substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het college bij zijn besluit nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:

  • 1.

    werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel.

  • 2.

    De zondagsrust in de gemeente, en

  • 3.

    De leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

Verder bepaalt het wetsvoorstel dat bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd waarin wordt uitgebreid gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de besluitvorming zijn betrokken, in elk geval de belangen die hiervoor onder a, b en c zijn genoemd.

In de Memorie van Toelichting wordt nog met nadruk op de volgende aspecten gewezen. Van belang is allereerst dat de bepaling alleen mag worden toegepast als er sprake is van toerisme van een substantiële omvang in de gemeente of een deel daarvan. Daarnaast moet het gemeentebestuur aangeven dat de aantrekkingskracht van de gemeente of het desbetreffende deel ervan geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of de bevoegdheid om ontheffing te verlenen mogelijk worden gemaakt. De toeristische aantrekkingskracht van de gemeente moet met andere woorden autonoom zijn. Verder is van belang dat de winkelopening moet dienen ter ondersteuning van het toerisme. De raad heeft bij dat alles een zekere beoordelingsvrijheid.

In het onderdeel over de toerismebepaling van de algemene toelichting is uitvoerig aangegeven waarom en op welke wijze toepassing wordt gegeven aan de onderhavige mogelijkheden.

Artikel 6 Dit artikel van de modelverordening steunt op artikel  3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet, dat luidt:

4.   Voorts kan de gemeenteraad bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen op een daartoe strekkende aanvraag en met inachtneming van de in die verordening gestelde regels ontheffing te verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b, vervatte verboden, voor zover het winkels betreft die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde dagen tussen 0 uur en 16 uur, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. De verordening bepaalt in ieder geval het aantal winkels waarvoor in de gemeente ontheffing kan worden verleend. Dit aantal kan ten hoogste één winkel per 15 000 inwoners van de gemeente zijn of, indien het inwonertal lager is dan 15 000, één winkel.

 

De vereisten uit de Winkeltijdenwet zijn dus:

Ÿ    de ontheffing kan alleen worden verleend aan winkels:

-    die gesloten zijn op zon- en feestdagen vóór 16 uur, ook als die als koopzondag zijn aangewezen (verwerkt in onderdeel a van derde lid), en

-    waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet (verwerkt in het eerste lid van artikel 6 van deze verordening);

Ÿ          er mag maar 1 ontheffing verleend worden per 15.000 inwoners (verwerkt in het tweede lid van

 Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situatiesDit artikel steunt op artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet. Artikel 4 luidt:

1.   Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag, op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden.

2.   Zij kunnen in door de gemeenteraad bij verordening aangewezen gevallen ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en ten behoeve van het uitstallen van goederen.

3.   De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

 

Aangezien de Winkeltijdenwet in artikel 7, eerste lid een directe bevoegdheid verleent aan het college om vrijstelling te verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden hoeft deze mogelijkheid niet afzonderlijk te worden genoemd in de verordening. Wel worden hier op grond van het tweede lid van artikel 7 van de Winkeltijdenwet de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.

 

Uit de bewoordingen van artikel 4, eerste lid, van de Winkeltijdenwet in relatie tot die van 3, vierde lid volgt dat deze ontheffing zowel op aanvraag als ambtshalve kan worden verleend.

 

In artikel 7, eerste lid onder c worden tentoonstellingen in kunstateliers en galeries genoemd. De reden daarvan is het volgende. Kunstateliers en galeries zijn winkels, maar hebben in de Winkeltijdenwet een speciale status, die voortkomt uit de oude Winkelsluitingswet en het daarop berustende Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet. In artikel 4 van dat landelijk geldende besluit was een afzonderlijke regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Deze bepaling hield in dat burgemeester en wethouders ontheffing konden verlenen ten behoeve van het uitstallen van niet fabrieksmatig vervaardigde kunstvoorwerpen door of voor rekening van de vervaardiger daarvan, voor de zon- en feestdagen en de sluitingsuren op werkdagen. Bij het opstellen van de Winkeltijdenwet in 1996 is deze ontheffingsmogelijkheid niet meer expliciet overgenomen in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Daar kwamen direct veel vragen over. In overleg met het ministerie van Economische Zaken zijn de kunstateliers en de galeries in artikel 7, tweede lid, van de toenmalige en nu het eerste lid van de huidige (model)verordening Winkeltijdenwet opgenomen. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de wet, zoals uitgewerkt in artikel 7, eerste lid van de modelverordening, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor de zon- en feestdagen voor bijzondere situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Met gebruikmaking van deze beleidsvrijheid kan de ontheffing verleend worden voor tentoonstellingen in kunstateliers en galeries. De achtergrond van deze bijzondere status voor kunstateliers en galeries is dat de mogelijkheden voor kunstenaars aan hun werk bekendheid te geven door middel van (verkoop)tentoonstellingen niet te zeer aan banden gelegd mag worden. Bovendien spelen concurrentieoverwegingen hier nauwelijks een rol, gezien het individuele karakter van de betrokken voorwerpen. 

 

Onder bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard kunnen feestelijkheden worden verstaan. In een uitspraak van 28 oktober 2008, LJN: BG2147 (Amsterdam Noord), heeft het College van beroep voor het bedrijfsleven het begrip “feestelijkheden” ingevuld. Het ging in deze zaak onder meer om de vraag of allerlei buitenlandse en nogal buitenissige feestdagen zoals de Chinese dag van het kind, de Amerikaanse "doe vriendelijk dag" en dergelijke konden worden aangemerkt als "feestelijkheden" zoals bedoeld in de Winkeltijdenverordening van het desbetreffende stadsdeel. Uit de uitspraak blijkt "….dat het moet gaan om feestelijkheden die bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard zijn. Bij het hanteren van het begrip "bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard" moet er een verband kunnen worden aangewezen met een gebeurtenis dan wel met het beleven of uiten van opvattingen of gevoelens, waaraan blijkens een breed gedragen mening van de bevolking of een bevolkingsgroep op landelijk dan wel op lokaal niveau, een feestelijke, gedenkwaardige betekenis moet worden gehecht."

 

In een uitspraak van 18 december 2009 bepaalde de voorzieningenrechter dat het verlenen van ontheffing om op zondag 20 december open te zijn in verband met het plaatsvinden van een feestelijkheid (de laatste zondag voor Kerstmis), niet mogelijk was. In deze mondelinge uitspraak overwoog de rechter: “Er is echter niet gebleken welke feestelijkheid op die dag plaats zal vinden en tevens niet of de genoemde feestelijke activiteiten ten tijde van het verlenen van de ontheffing reeds gepland waren. Doordat de ontheffing is verleend aan alle winkeliers in de gemeente Lisse, komt de ontheffing eigenlijk overeen met het aanwijzen van een extra algemene koopzondag. De voorzieningenrechter merkt daarbij op dat de gemeenteraad de mogelijkheid heeft om burgemeester en wethouders de bevoegdheid te geven twaalf koopzondagen aan te wijzen. De gemeenteraad heeft deze bevoegdheid echter beperkt tot zes zon- en feestdagen, van welke bevoegdheid ook gebruik is gemaakt. Door het aanwijzen van deze extra koopzondag, hebben burgemeester en wethouders in strijd met de verordening gehandeld.” (LJN BK 7097, Lisse).

 Artikel 8. Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagenDe vrijstelling die hier wordt bedoeld betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken. In de vorige versie van de modelverordening was deze bevoegdheid gedelegeerd aan het college. De bevoegdheidgrondslag ontbreekt hiervoor echter in het Vrijstellingenbesluit en ook in de Winkeltijdenwet. Op grond van artikel 10.15 van de Algemene wet bestuursrecht is delegatie alleen mogelijk als daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien. De raad zal dus, indien gewenst, zelf gebieden moeten aanwijzen waar straatverkoop op zon- en feestdagen niet is toegestaan.

 

Artikel 9. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Dit artikel steunt op artikel 7, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. Artikel 7 luidt:

1.   De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

2.   De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om, met inachtneming van de in die verordening te stellen regels, vrijstelling en op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

3.   De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

 

Het verbod van artikel 2 van de wet voor de werkdagen staat in het eerste lid, onder c en houdt in dat de winkels niet tussen 22 en 6 uur open mogen zijn. Hetzelfde geldt voor straatverkoop (artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet). Er kunnen dus gebieden worden aangewezen waar de winkels door de week wel tussen 22 en 6 uur open mogen zijn en waar straatverkoop mag plaatsvinden. Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid gebieden of vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. De gemeenteraad kan dit rechtstreeks in de verordening doen. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing worden verleend.

 

De (model)verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde.

 

De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. Aan de ontheffing kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad) .

 

In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordening geregeld.

 

De artikelen 10, 11, 12 en 13 behoeven geen verdere toelichting.

[1] Voor de afbakening “toerisme en recreatie” is de definitie gebruikt die het Kenniscentrum (kust) toerisme hanteert. Op grond van deze definitie wordt per branche bepaald in welke mate de werkgelegenheid wordt toegerekend aan de sector toerisme en recreatie. Op deze wijze worden bijvoorbeeld hotels, cafés en restaurants voor 100% meegeteld en activiteiten als autoverhuur en taxivervoer voor maar 10%.