Hondenverordening Sint Eustatius

Geldend van 23-01-2015 t/m heden

Intitulé

Hondenverordening Sint Eustatius

De eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

gezien de noodzaak om het openbaar lichaam van instrument te voorzien ter waarborgen van het openbaar veiligheid ten opzichte van gevaarlijke honden;

gelezen het voorstel van het bestuurscollege dd. 25 november 2014 no. 04;

gelet op het constatering dat de huidige wetgeving “Eilandverordening houdende regels betreffende het houden en fokken van gevaarlijke honden” het Openbaar lichaam niet voldoende instrumenten bidet ter waarborgen van de publieke veiligheid ten opzichte van gevaarlijke honden;

gelet op artikel 136 en 149 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

b e s l u i t :

vast te stellen de Hondenverordening Sint Eustatius

Artikel 1 Begripsomschrijvingen:

Dienst:

de aangewezen dienst, afdeling, dienst- of afdelingshoofd, ambtenaar van de aangewezen dienst of degene die namens deze optreedt of handelt ter uitvoering en handhaving van deze eilandsverordening.

Gevaarlijke hond:

Honden waarvan kan worden aangenomen dat die tot een kenmerkend agressieve ras behoren of honden die agressif gedrag tonene of hebben getoond, of honden die geheel of gedeeltelik zijn opgeleid voor bewakings-‚ opsporings-‚ of verdedigingswerk (zie bijlage lijst gevaarlijke honden);

Gevaarlijke honden type:

Honden met overeenkomstige kenmerkende lichamelijke karakteristieken van gevaarlijke honden die gefokt zijn op agressief gedra en daarote gefokt zijn of gekenmerkt worden door agressief of gevaarlijk gedrag;

Houder van een hond:

Diegene die een hond, onder welke titel da nook, in zijn bezit, in zijn feitelijk macht, of onder zijn toezicht heeft en die aansprakelijk is voor de kiosten voor het in bewaring nemen van de hond;

Merkteken:

Een ISO chip of ander merkteken afgegeven door de daartoe aangewezen dienst belast met de uitvoering en handhaving van deze eilandsverordening;

Opsporingsambtenaar:

De ambtenaren van politie alsmede zij die genoemd zijn in artikel 184 en 185 van het Wetboek van Strafvordering BES;

Registratie:

Het gedocumenteerd vastleggen van gegevens betreffende de identificatie van een hon den de houder;

Registreren:

zie Registratie;

Toezicht op honden:

Het onder zijn hoede hebben van een hond door een persoon op een zodanige wijze dat geen overlast, schade of letsel door toedoen van de hond kan ontstaan;

Type hond:

Honden met overeenkomstige gelijke lichamelijke karakteristieken;

Gezaghebber:

de gezahebber van het openbaar lichaam St. Eustatius

Artikel 2 Registratie

  • 1. Het is verplicht om honden vanaf de leeftijd van 3 maanden te registreren bij de daartoe aangewezen dienst.

  • 2. Honden die ingevoerd worden dienen terstond te worden geregistreerd bij de daartoe aangewezen dienst. Indien die melding niet wordt gedaan, kan de desbetreffende hond bij aankomst in bewaring worden genomen door de dienst.

  • 3. De houder van de hond dient de leeftijd van tenminste 18 jaar te hebben bereikt.

  • 4. Bij de registratie worden honden eenmalig voorzien van een merkteken, dienende tot identificatie van de honden de houder van de hond.

  • 5. De registratie is geldig gedurende ten hoogste drei Jaren. Bij verandering in het houderschap van de hond, dient deze opnieuw geregistreerd te worden. (Aan instellingen (zoals het diernasiel c.q. het animal shelter) waar de honden tijdelijk worden gehouden, kan ontheffing worden verleend van de verplichting tot registratie).

  • 6. Voor de registratie en aanschaf van het merkteken, is een vergoeding verschuldigd.

  • 7. De in dit artikel genoemde vergoedingen worden bij deze eilandsverordening vastgesteld op een tarief van tien (10) Amerikaanse dollars. Na de inwerkingtreding van deze eilandsverordening is het Bestuurscollege becoegd het tarief van de aanschaf en registratie van het merkteken aan te passen.

Artikel 3 Melding vermissing, sterfte of ziekte

  • 1. De houder van een hond is verplicht om bij sterfte of vermissing van een hond dit terstond te melden bij de dienst.

  • 2. De houder van een hond is verplicht om bij ernstige ziekte van of zieteverschijselen bij een hond dit terstond te melden bij de dienst of een dierenarts.

Artikel 4 Merkteken

  • 1. Honden, die niet zijn voorzien van een geldig merkteken, worden, indien zij worden aangetroffen op de openbare weg, op een voor ieder toegankelijk terrain of op een door de rechthebbnde hiertoe toegankelijk gesteld terrain, gevangen door of namens de dienst of door een opsporingsambtenaar.

  • 2. Bij het vangen van een hond mag de dienst of opsporingsambtenaar de betreffende hond verdoven met een daarvoor wettelijk toegelaten bested middle.

Artikel 5 Honden in bewaring

Voor de bewaring is een bedrag van USD 25 per dag verschuldigd aan de dienst. Gevangen of in bewaring genomen honden, die naar het oordeel van de dienst, een dierenarts of een arts, gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid van mens of dier in geval van ziekten of gevaarlijk gedrag, worden zo snel mogelijk gedood.

Artikel 6 Toezicht op honden

  • 1. Het is verboden voor houders van honden deze zonder toezicht te laten op de opnbare weg of op een voor ieder toegankelijk terrain

  • 2. Honden welke zonder oezicht worden aangetroffen op de openbare weg, of op een voor ieder toegankelijk terrain of op een door de rechthebbende hiertoe toegankelijk gesteld terrain, worden gevangen door of namens de dienst of door een opsporingsambtenaar.

  • 3. Gevangen honden worden, behoudens in gevallen genoemd in artikel 4, gedurende ten hoogste veertien dagen in bewaring gehouden op een daartoe door het Bestuurscolle aangewezen plaats. De houders van de in bewaring gehouden honden zijn aansprakelijk voor de kosten van onderhoud.

  • 4. Bij de inwerkingtreding van deze eilandsverordening worden de kosten van onderhoud (door de eilandsraad) vastgesteld op een vast tarief van vijentwintig (25) Amerikaanse dollars per dag of deel daarvan, alsmede een variable tarief verband houdende met specifieke zorgvoor een hond alsmede met de vangst. Na de inwerkingtreding van deze eilandverordening is het Bestuurscollege bevoegd het tarief van de registratie aan te passen.

  • 5. In bewaring gehouden geregistreerde honden zullen aan de houder worden geretourneerd nadat deze de kosten van onderhoud heeft voldaan. In geval dat in bewaring gehouden honden niet zijn voorzien van een merkteken zullen de honden aan de vermeende houder worden geretourneerd na overlegging van het bewijs van registgratie van de hond.

  • 6. Na het verstrijken van de in het derde lid genoemde termijn kunnen de in bewaring gehouden honden worden gedood of afgestaan aan een ander dan de houder.

Artikel 7 Openbare orde en veiligheid

Indien zich, naar het orrdeel van de gezaghebber feiten of omstandigheden voordoen welke een gevaar vormen voor de openbare orde en veiligheid waarbij honden betrokken zijn, dank an de gezaghebber maatregelen treffen ter voorkoming van verder gevaar.

Artikel 8 Afmaken van honden

Een hond kan terstond worden gedood door de dienst of een opsporingsambtenaar indien het vangen of bewaren van die hond, naar het orrdeel van de dienst of een opsporingsambtenaar niet mogelijk dan wel te bezwaarlijk is vanwege enig gevaar of risico op letsel voor personen of dieren of gevaar of reisico voor de volksgezondheid dan wel de gezondheid van andere in bewaring gehouden dieren.

Artikel 9 Rabïes

Honden, die kenmerken vertonen die wijzen op een besmetting met honddolheid (rabïes) worden onmiddellijk gedood door de dienst of opsporingsambtenaar. Vermeende gevallen van besmetting van hondsdolheid moeten direct worden doorgegeven aan de dienst verantwoordelijk voor volksgezondheid.

Artikel 10 Andere dieren

  • 1. Honden, die zonder toezicht worden aangetroffen op terreinenen die niet voor ieder toegankelijk zijn en waarop dieren worden gehouden, kunnen worden gevangen of gedoord door of namens de rechthebbende op het terrain, indien er letsel aan de dieren is toegebracht of indien aannemlijk is dat de dieren door toedoen van honden letsel zal worden toegebracht.

  • 2. De dienst of een opsporingsambtenaar verleent indien mogelijk assistentie aan de rechthebbende op het terrain als bedoeld ni het eerst elid bij het vangen of doden van de honden.

Artikel 11 Gevaarlijke honden

De gezaghebber is bevoegd om honden of hondentypes als gevaarlijke hond aan te wijzen.

Artikel 12 Verboden ten aanzien van gevaarlijke honden

  • 1. Het is verboden gevaarlijke honden in bezit of anderszins voorhanden te hebben, zonder een muilkorf voor die desbetreffende hond in bezit te hebben of voorhanden te hebben.

  • 2. Honden, niet vallende onder de door de gezaghebber aangewezen categorie, worden eveneens als gevaarlijke hond beschouwd indien zij reeds personen en/of andere dieren hebben aangevallen en/of gevaarlijk en/of agressief gedrag door de hond is vertoond.

  • 3. Het is verboden een gevaarlijke hond in het openbaar te hebben of te houden, zonder dat deze op geeschikte wijze gemuikorfd is.

  • 4. Het is berboden een gevaarlijke hond in de buurt van personen van 1.60m of kleiner te hebben of te houden, zonder dat die hond op geschikte wijze gemuilkorfd is.

  • 5. De gezaghebber, of door de gezaghebber daartoe aangewezen personen, kunnen aanwijzingen geven voor het op geschiket wijze muilkorven van honden.

  • 6. Onder het op geschikte wijze muilkorven wordt verstaan: het een hond onmogelijk maken te bijten of te happen, middels een voor die hond geschikte muilkorf.

Artikel 13 Gevaarlijke honden zonder muilkorf

Gevaarlijke honden die zich zonder muilkorf in het openbaar begeven mogen direct worden gedood door de dienst of een opsporingsambtenaar.

Artikel 14 Verplichtingen van de houder

  • 1. Houders van een gevaarlijke hond zijn verplicht te zorgen dat indien deze zich buiten het terrein van de houder bevindt dat de hond:

    • a.

      kort aangelijnd is en;

    • b.

      voorzien is van een muilkorf, bested en geschikt voor het beletten van bijten door de hond.

  • 2. De houder van de hond draagt zorg voor:

    • a.

      een deugdelijke omheining van het erf;

    • b.

      een duidelijk zichtbaar waarschuwingsbord, waarop wordt gewaarschuwd voor het aanwezig zijn van een gevaarlijke hond;

    • c.

      dat het erf ten allen tijde afgesloten is en alle toegangen tot het erf moeten zijn voorzien van een deugdelijke poort met een vergrendelbaar slot.

Artikel 15 Overlast

  • 1. Het is verboden voor houders van honden, door teodoen van de honden overlast of hinder in de vorm van geluid, stank of vervuiling, te beroorzaken voor de omgeving.

  • 2. indien de in het eerste lid genoemde overlast of hinder wordt veroorzaakt op de opnbare weg of op een voor ieder toegeankelijk terrein, dan kan de gezaghebber, wegen en terreinen aanwijzen waarop het verboden is zich met honden te begeven.

Artikel 16 Overtredingen en strafbepalingen

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de aanwijzingen en verplichtingen in deze eilandsverordening.

  • 2. De bij deze eilandsverordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen en worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden en een geldboete van de tweede categorie.

  • 3. Al hetgeeen gediend heeft of bested is geweest bij het plegen van een overtrading volgens deze verordening, alsmede al hetgeen voorwerp van het strafbare feit heeft uitgemaakt, kan in beslag worden genomen. De vernietiging van voorwerpen of doding van honden kan worden bevolen.

Artikel 17 Uitvoering artikel 8 en 13

In de gevallen waarin een hond ingevolge de bepalingen van deze eilandsverordening wordt gedood, zal dit geschieden door de dienst, een opsporingsambtenaar of een dierenarts. Afhankelijk van de omstandigheden, geschiedt het doden op een wijze welke volgens veterinaire inzichten het meest geschikt is.

Artikel 18 Handhaving en uitvoering

Bij inwerkingtreding van deze eilandsverordening wordt als dienst aangewezen, de dienst Landbouw Veeteelt en Visserij – LVV – zoals vastgesteld in de Organisatieverordening St. Eustatius (AB 1996, no 8, laastelijk gewijzigd bij AB 2010 no. 19). Het Bestuurscollege is bevoegd om andere personen, diensten, afdelingen of organisaties aan te wijzen als dienst.

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1. Deze eilandsverordening treedt direct in werking na afkondiging

  • 2. Met inwerkingtreding van deze eilandsverordening wordt ingetrokken de eilandsverordening houdende regels betreffende het houden en fokken van gevaarlijke honden AB 2009 no.12

Artikel 20 Citeertitel

Deze eilandsverordening wordt aangehaald als “Hondenverordening Sint Eustatius”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de eilandsraad op 22 januari 2015.
De Voorzitter, De eilandgriffier,
de heer G. Berkel de heer L.F. van Ameijden Zandstra

Memorie van Toelichting Hondenverordening Sint Eustatius

Inleiding

I. Vanwege een aantal incidenten met (gevaarlijke) honden in de afgelopen Jaren en het toenemend aantal daarvan in het recente verleden, is de roep om regulering van hondenbezit groter geworden. Een aantal mensen zijn in het verleden aangevallen door honden die hetzij tot een als bekend stand gevaarlijk ras behoren, dan wel door honden die door de eigenschappen van die hond als gevaarlijk te beschouwen dient te worden. Het hondenbezit op het eiland neemt toe, alsmede het aantal verwaarloosde en verwilderde (loslopende) honden. Loslopende honden doden veel vee (geiten, schapen, runderen), vooral bij boeren die hun dieren omheind hebben. Ook neemt het aantal ziekten onder honden toe. Daarmee is het welzijn van dieren, maar ook de openbare gezondheid in het geding. Om die redden is het de wens van het Bestuurscollege om hondenbezit te reguleren middels een registratieplicht, alsmede de invoer van een aantal bepalingen betreffende gevaarlijke honden.

Registratie, Melding en Gevaarlijke honden

II. In de eerste plaatsa regelt deze verordening de registratieplicht van honden door de houders ervan. Daarnaast regelt het de meldplicht in geval van vermissing, sterfte of ziekte van een hond. Tevens regelt de verordening het bezit van gevaarlijke honden en de vereisten die daarbij te gelden hebben. Tenslotte regelt de verordening de bevoegdheden van locale autoriteiten ten zznzien van hetgeen bij dze verordening bepaald is.

Gezaghebber en Dienst LVV (Unit Inspectie en uitvoering)

III. Vanwege het feit dat deze verordening in eerste betrekking heeft op de openbare orde alsmede het welzijn van dieren en het tegengaan van ziekten bij dieren, worden de Gezaghebber en de Dienst LVV aangewezen als bevoegde autoriteiten ten aanzien van deze verordenging. Daarnaast kan het Bestuurscollege ten allen tijde andere personen aanwijzen die belast zijn met de handhaving en uitvoering. Te denken valt dan, maar niet bij uitzondering, aan de amtenaren van politie.

Veiligheid

IV. Ten aanzien van de openbare veiligheid zijn bepalingen opgenomen die het verbieden om gevaarlijke honden zonder muilkorf in het openbaar te doen begeven, of in de buurt van personen die kleiner zijn dan gemiddeld en dientengevolge eerder (en met ernstiger gevolgen) slachtoffer kunnen zijn van een gevaarlijke hond.

Gevaarlijke honden

V. Een hond wordt als gevaarlijk beschouwd als deze behoort tot een als gevaarlijke of mogelijk gevaarlijk bekend stand sort of ras. In de bijlage bij de verordening is een lijst opgenomen welke honden als zodanig bekend staan. Daarnaast is de Gezaghebber bevoegd om honden van andere soorten of rassen, afzonderlijk als gevaarlijke hond aan te wijzen. Een als zodanig aangewezen hond, valt tevens onder de bepalingen van gevaarlijke honden.

Ziekten

VI. In geval van ziekten(-verschijnselen) bij een hond is de houder ervan verplicht dit te melden bij een dierenarts en/of Dienst LVV. In geval van of vermoeden van besmetting met hondsdolheid (Rabïes) dient een hond onmiddellijk te worden afgemaakt.

Overig

VII. Met handhaving en uitvoering van de verordening worden belast de Dienst LVV, opsporingsambtenaren van politie en andere daartoe door het Bestuurscollege aangewezen personen.

Artikelsgewijze toelichting

  • 1.

    Dit artikel bepaalt de betekenis van de terminologie gebruikt in de verordening;

  • 2.

    Dit artikel stelt bepaling omtrent registratie. Elk hond dient geregistreerd te worden. Registratie geschiedt schriftelijk en honden worden voorzien van een merkteken. Wanneer een hond zal worden ingevoerd (van buiten het eiland) zal een voormelding daarvan dienen te geschieden bij de Dienst LVV;

  • 3.

    Met deze bepaling wordt beoogd het welzijn van de dieren en de openbare gezondheid te bevorderen, door de houder/bezitter te verplichten een hond die ziek is of ziekteverschijnselen vertoont, daarvan melding te doen.

  • 4.

    Dit artikel behoeft geen toelichting.

  • 5.

    Id.

  • 6.

    Id.

  • 7.

    Id.

  • 8.

    ld

  • 9.

    ld

  • 10.

    ld

  • 11.

    Id

  • 12.

    ld

  • 13.

    ld

  • 14.

    ld

  • 15.

    ld

  • 16.

    Id

  • 17.

    ld

  • 18.

    ld

  • 19.

    Id

  • 20.

    Id

Bijlage 1: Lijst van gevaarlijke honden

  • Pitbull

  • Rottweiler

  • Fila Brasileiro

  • Ridgeback

  • Duitse Herder

  • Dogo Argentino

  • Doberman Pinscher

  • Bull Terrier

  • Bulldog

  • Mastif

  • Shar-Pei

  • Chow – Chow

  • Cane Corso

Bron:

www.gevaarlijkehonden.info/vechthonden/vechthondenrasseninfo.html en de Centers for Disease Control uit de USA

http://www.cdc.gov/HomeandRecreationalSafety/images/dogbreeds-a.pdf