Marktverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2014

Geldend van 06-03-2014 t/m heden

Intitulé

Marktverordening gemeente Sint-Michielsgestel2014

De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel;

gezien het daartoe strekkende voorstel van het college van burgemeester en wethouders (college) van 14 januari 2014;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Marktverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2014

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassingsgebied

De verordening is van toepassing op de alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden. Het gaat om de volgende markten op onderstaande locaties:

  • -

    Weekmarkt Sint-Michielsgestel;

  • -

    Weekmarkt Berlicum;

  • -

    Weekmarkt Den Dungen;

  • -

    Minimarkt Gemonde;

  • -

    Minimarkt Middelrode.

Ze is echter niet van toepassing op een vrijmarkt op de Koningsdag, braderieën, kerstmarkten en dergelijke.

Artikel 2 Inrichtingsplan

  • 1. Voor elke markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      dat het verbod om te bedienen zonder vergunning geldt en het maximum aantal bedienvergunningen kan worden verleend.

  • 2. Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsvergunning;

    • c.

      voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste-standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    • d.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning;

    • e.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.

  • 3. Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning, om uiterlijk dertig minuten na aanvang van de markttijd nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor met inachtneming van artikel 7, vierde lid van deze verordening een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

  • 4. Het inrichtingsplan is gedurende markttijd bij de markt aanwezig en in te zien.

Artikel 3 Vergunningen

  • 1. Het is verboden, op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2. Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4. Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wethouders als standwerker op te treden op een markt. Onder standwerker wordt verstaan iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.

  • 5. Het is verboden zonder bedienvergunning van burgemeester en wethouders vergunninghouders en degenen die hen vervangen of bijstaan tegen betaling te voorzien van voedsel of dranken bestemd voor consumptie ter plaatse. Een bedienvergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 6. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 7. Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 4 Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste standplaatsvergunning of bedienvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Paragraaf 2 Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 5 Selectiestelsel

  • 1. Nu op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende.

  • 2. Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 3. De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving in een plaatselijk weekblad ‘De Brug’ waarin de gemeentelijke bekendmakingen verschijnen en op de gemeentelijke website bij de rubriek ‘Bestuur en organisatie’, gevolgd door ‘Bekendmakingen en verordeningen’. Ook kan het worden gepubliceerd in het vakblad ‘De Koopman’.

  • 4. Bij de beoordeling van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    • a.

      of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (35 punten);

    • b.

      de uitstraling van de uitstalling (35 punten);

    • c.

      het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (20 punten);

    • d.

      of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (10 punten).

    Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

Artikel 6 Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 4. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

Artikel 7 Intrekking en vervallen vast-standplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder, of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 6.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste zes weken geen gebruik is gemaakt, of

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 8 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk dertig minuten na aanvang van de markttijd heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag, tenzij hij de vertraging binnen voornoemde tijd met geldige reden aan de marktmeester heeft medegedeeld.

Artikel 8 Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2. De houder van een vaste-standplaatsvergunning kan de hem toegewezen standplaats laten innemen door een vervanger voor in totaal ten hoogste 10 marktdagen per jaar. Daarvan doet hij zo mogelijk tevoren mededeling aan de marktmeester.

  • 3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Paragraaf 3 Dagplaatsen, standwerkers en bediening

Artikel 9 Dagplaatsvergunning

  • 1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 8.

  • 2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroepvereiste, en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.

  • 5. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 10 Standwerkvergunning

Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 9, tweede tot en met vijfde lid.

Artikel 11 Bedienvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een bedienvergunning verlenen. De vergunning vermeldt voor welke artikelen ze geldt.

  • 2. Artikel 7, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 4 Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 12 Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 13 Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt of die handelt met een bedienvergunning, is op eerste verzoek van de marktmeester of een andere toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 14 Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan drie uur voor de aanvang en meer dan anderhalf uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2. Het is een vergunninghouder verboden buiten de vastgestelde markttijden op het marktterrein goederen of anderszins te verkopen.

  • 3. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 15 Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Paragraaf 5 Handhaving

Artikel 16 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 17 Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 18 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 19 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Marktverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2009 wordt ingetrokken per die dag dat deze marktverordening in werking treedt.

  • 2. Een krachtens de marktverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2009 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de marktverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2009 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

  • 4. Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de anciënniteitslijst of de wachtlijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2014.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Toelichting

Algemeen

Het doel van deze verordening is in principe tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden en dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden en – voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen – dat er een divers aanbod is dat van goede kwaliteit is. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.

Artikelsgewijze toelichting

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassingsgebied

Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen instellen (en afschaffen of veranderen). Deze marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden. Het gaat om de markten die in artikel 1, van de verordening genoemd zijn.

Samenloop met APV

De regulering van andere ambulante handel dan waarop deze verordening van toepassing is, is te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV). Artikel 2:25 van de APV bevat bijvoorbeeld het vergunningstelsel voor evenementen, zoals braderieën. Verder bevat hoofdstuk 5 van de APV bepalingen over venten (afdeling 3), standplaatsen niet zijnde standplaatsen op markten (afdeling 4) en snuffelmarkten (afdeling 5). Uit de in de APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door burgemeester en wethouders op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet ingestelde markten.

Artikel 2 Inrichtingsplan

Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast dienen te stellen en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is, welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten en op welke wijze nieuwe vergunningen worden verleend. Ieder inrichtingsplan dient voorzien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven.

Nu de gemeente voor alle markten dezelfde keuze heeft gemaakt met betrekking tot de verlening van vaste-standplaatsvergunningen en bedienvergunning, is deze keuze gemaakt in de verordening zelf. De inrichtingsplannen hoeven er daarom niets meer over te bevatten.

Artikel 3 Vergunningen

Uit een vergunning zal in ieder geval moeten blijken voor welke specifieke standplaats deze geldt.

Vaste-standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor onbepaalde tijd, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’.

Een standwerkvergunning kan beperkt worden tot het verkopen van bepaalde typen producten.

Bij bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen door de marktmeester en andere toezichthouders. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als (extreme) weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden en bepaalde evenementen (bijvoorbeeld op Koningsdag).

Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (eveneens lid 7) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ (eveneens lid 7) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

Artikel 4 Mandaatverboden

Inrichtingsplannen zijn van een zo centraal belang voor het ordenen van de markten dat ze door burgemeester en wethouders zelf behoren te worden vastgesteld. De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen is bij artikel 2, eerste lid, aan burgemeester en wethouders gedelegeerd. Het gaat daarbij dus niet om een gemandateerde bevoegdheid, wat overeenkomstig dit artikel verboden zou zijn.

Het beslissen over vaste standplaatsvergunningen en de bedienvergunningen kan wel worden gemandateerd, maar niet zover dat deze beslissing wordt genomen door een ambtenaar die geregeld met de betrokkenen in aanraking komt. Deze handeling is gemandateerd aan het bevoegde afdelingshoofd.

Voor de praktische uitvoering kan de marktmeester of een andere toezichthouder in bijzondere gevallen zoals omschreven in artikel 3, tweede lid, een andere standplaats aanwijzen.

Paragraaf 2 Vaste standplaatsvergunningen

Artikel 5 Selectiestelsel

In dit artikel is een selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen nieuwevaste-standplaatsvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld. De gemeente heeft voor alle markten dezelfde keuze gemaakt met betrekking tot de verlening van vaste standplaatsvergunningen en bedienvergunningen.

Artikel 6 Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-standplaatsvergunningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de nader bepaalde individuele standplaats.

Artikel 7 Intrekking en vervallen vaste standplaatsvergunning

In dit artikel is uitgewerkt hoe en wanneer een vaste standplaatsvergunning kan worden ingetrokken of kan vervallen.

De genoemde tijdsinvulling van het vierde lid van dit artikel is afgestemd met artikel 2, derde lid van deze marktverordening.

Onder geldige reden van vertraging (lid 4) wordt verstaan dat de vertraging is veroorzaakt door overmacht, zoals bijvoorbeeld (extreem) slechte weersomstandigheden of onvoorzienbare file veroorzaakt door een ongeval. De beoordeling of het een geldige reden van vertraging betreft, is aan de marktmeester.

Artikel 8 Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

Dit artikel regelt dat vervanging in beginsel tot een bepaald aantal marktdagen vrij is.

Paragraaf 3 Dagplaatsen, standwerkers en bediening

Artikel 9 Dagplaatsvergunning

De situatie beschreven in het eerste lid van dit artikel kan zich bijvoorbeeld voordoen als de vergunning voor de betrokken plaats is vervallen voor die marktdag, doordat de vergunninghouder niet tijdig is komen opdagen; zie artikel 7, vierde lid.

Het in aanmerking nemen van een langere termijn ex artikel 9, derde lid, betekent dat langer dan vier marktdagen wordt ‘teruggekeken’ om te zien of de betrokkene zich heeft misdragen of in gebreke is gebleven met de betaling van zijn marktgeld.

Paragraaf 4 Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 13 Legitimatieplicht

Het is geen verplichting om bij een standplaats duidelijk zichtbaar naam en eventueel bedrijfsnaam aan te geven. Uit het oogpunt van klantenwerving zouden vergunninghouders hiertoe uit zichzelf kunnen overgaan (althans voor wat betreft de bedrijfsnaam).

Bij dagplaatsvergunninghouders en standwerkers kan aan de vergunning een voorschrift verbonden worden dat ze aan klanten een vorm van contactgegevens dienen te verschaffen. Van hen is het niet zonder meer waarschijnlijk dat ze geregeld zullen terugkeren op de markt. Een klant die zijn product wil terugbrengen, heeft dus een andere mogelijkheid tot het leggen van later contact nodig.

Paragraaf 5 Handhaving

Artikel 17 Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 20 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening.

Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Daarnaast is het volgens artikel 4:11 van de Awb niet nodig om in spoedeisende situaties belanghebbende overeenkomstig artikel 4:8 van de Awb in de gelegenheid te stellen hun zienswijze (mondeling dan wel schriftelijk) kenbaar te maken. Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 19 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude markverordening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch ook.

Ter gelegenheid van de nieuwe marktverordening, is er gekozen om af te stappen van de wacht- en ancienniteitslijsten. Op dit op een zorgvuldige wijze te bewerkstelligen, is er in het vierde lid van dit artikel een overgangsperiode van toepassing verklaard. Dit wil zeggen dat degene die op zo’n lijst stonden nog enige tijd, één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening, de daaruit voortvloeiende voorrangsrechten blijven genieten.