Standplaatsenbeleid gemeente Sittard-Geleen 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m heden

Intitulé

Standplaatsenbeleid gemeente Sittard-Geleen 2010

1. Inleiding

Onder standplaats wordt verstaan: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. Het betreft het te koop aanbieden van goederen als bijvoorbeeld vis, bloemen, snacks en dergelijke vanaf een vaste standplaats in de openbare ruimte. In tegenstelling tot de reguliere detailhandel en de horeca is het een handel met een lage drempel. Zonder veel zware verplichtingen en hoge investeringen kan aan de gemeente een vergunning worden gevraagd voor het innemen van een standplaats.

De gemeente schept de voorwaarden voor deze vorm van ambulante handel, verleent een vergunning en reguleert. Deze bemoeienis is noodzakelijk om te voorkomen dat er overlast zal plaatsvinden, het straatbeeld wordt ontsierd of onveilig gedrag in het verkeer wordt veroorzaakt. Dit geschiedt op basis van afdeling 4 van de APV van de gemeente. De Algemene wet bestuursrecht en jurisprudentie hieromtrent stellen echter dat een gemeente zich alleen mag beroepen op beleidsregels als dit beleid in zijn volledige context bestuurlijk is vastgesteld en gepubliceerd. Onderhavig document heeft als doelstelling een beleidskader voor standplaatsen vast te stellen. Dit standplaatsenbeleid biedt een formeel kader en schept daarmee meer duidelijkheid voor burgers, ondernemers en ambtenaren. Zodoende worden in het verleden gemaakte (informele) afspraken formeel vastgelegd, worden standplaatsen gereguleerd en wordt wildgroei voorkomen. Daarnaast vindt deregulering plaats omdat vergunningen voor onbepaalde tijd kunnen worden verleend.

In deze nota wordt niet ingegaan op:

  • -

    Venten: vorm van ambulante handel, waarbij de verkoper zich slechts op een plaats ophoudt gedurende de periode dat hij de klant bedient (hiervoor geldt een aparte regeling in de Algemene Plaatselijke Verordening).

  • -

    Dag-, en weekmarkten (deze worden geregeld in de Marktverordening Sittard-Geleen).

  • -

    Jaarmarkten: Sint Joepmarkt Sittard en Paasmarkt Born (hiervoor worden afzonderlijke vergunningen afgegeven).

  • -

    Vaste plaatsen op een evenement: voor het innemen van een standplaats op een evenement is geen afzonderlijke standplaatsvergunning nodig.

2. Juridisch kader

Artikel 168 van de Gemeentewet (verordeningsbevoegdheid in autonome zaken) verleent de gemeentelijke overheid de mogelijkheid om op grond van de openbare orde, zedelijkheid, gezondheid en andere gemeentelijke belangen ook regelend op te treden op het gebied van standplaatsen. In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Sittard-Geleen wordt hiertoe onderstaand artikel van de gedereguleerde model-APV van de VNG opgenomen:

AFDELING 4. STANDPLAATSEN

Artikel 5:17 Begripsbepaling

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

  • 2.

    Onder standplaats wordt niet verstaan:

    • a.

      een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet ;

    • b.

      een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringgronden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd:

    • a.

      indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;

    • b.

      indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende

Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.

Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen

  • 1.

    Het verbod van artikel 5:18, eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement.

  • 2.

    De weigeringgrond van artikel 5:18, derde lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken.

3. Beleidskader

3.1 Procedure vergunningverlening

Artikel 5:17 schept een vergunningsplicht voor standplaatsen. Deze standplaatsvergunning wordt uitgegeven door de marktmeesters, een bevoegdheid gemandateerd door het college van B&W. Een ondernemer vraagt deze schriftelijk aan. Voorheen kon dit door middel van een brief, vanaf in werking treden van dit beleid door middel van het schriftelijk invullen van in bijlage 1 toegevoegd formulier en het aanleveren van daarbij behorende bijlage(n). Daarbij wordt voor de plaatsen waar dit van toepassing is eveneens een ontheffing voor plaatselijke verkeersregels verstrekt om de standplaats te kunnen plaatsen. De ‘één loket gedachte’ wordt hiermee verwezenlijkt.

Voor privé-terreinen moet toestemming door de rechthebbende verleend worden. De vergunningaanvrager levert bij de aanvraag als bijlage een kopie van een ondertekende brief aan waarin de eigenaar toestemming geeft voor het plaatsen van de standplaats. Het is in artikel 5:19 verboden voor de rechthebbende op het perceel een standplaats toe te staan zonder vergunning van de gemeente. Bij overtreding kan ook de eigenaar van het terrein worden vervolgd.

De marktmeester toetst aan de hand van de weigeringsgronden of de vergunning verleend kan worden. Ook dient een verblijfsrechtelijke toets plaats te vinden in het kader van de Vreemdelingenwet 2000. Artikel 8.3, tweede lid, van het Vreemdelingenbesluit (Vb 2000) bepaalt namelijk dat een vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland, geen aanspraak kan maken op de toekenning van een standplaatsenvergunning. Door het verlenen van een vergunning of ontheffing aan een vreemdeling die géén rechtmatig verblijf heeft, kan deze een inkomen verwerven hetgeen in strijd is met de Vreemdelingenwet. Artikel 9, tweede lid, van de Vw 2000 schept een verplichting om bij een aanvraag een document te overleggen waaruit het rechtmatig verblijf blijkt. Bij de aanvraag wordt gevraagd een kopie van het paspoort toe te voegen. Wanneer de persoon niet in het bezit is van een Nederlands paspoort, dient de persoon een kopie van het verblijfsdocument (verblijfsvergunning) aan te leveren.

Een vergunning kan alleen voor een aangewezen locatie worden verleend en voor vastgestelde dagdelen (zie 4.4). Een onderscheid tussen eenmalige, tijdelijke en vaste standplaatsen is daarnaast van belang.

Eenmalige standplaatsen

Eenmalige standplaatsen worden per dag verleend aan de aanvrager. Dit zijn standplaatsen die voor een enkele dag worden verleend. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen standplaatsen voor commerciële doeleinden en standplaatsen voor ideële doeleinden. Onder commerciële doeleinden wordt verstaan het verkopen van goederen of verlenen van diensten met een direct of indirect winstoogmerk. Hiertoe behoren verkoopkramen maar ook bijvoorbeeld standplaatsen voor ruitgraveren of van zorgverzekeraars.

Onder ideële doeleinden wordt het niet hebben van een winstoogmerk verstaan, het belangeloos inzetten ter promotie van een bepaald idee of ideaal. Een informatiestandplaats over mensenrechten of van een politieke partij zijn hier voorbeelden van. Voor het verspreiden van gedrukte stukken die gedachten of gevoelens uiten is in het kader van de Grondwet namelijk geen vergunning vereist. Wel moet er een vergunning worden aangevraagd wanneer dit gebeurt vanaf een standplaats. De vergunning is dan niet vereist vanwege het feit dat gedrukte stukken worden aangeboden, maar vanwege het feit dat een standplaats wordt ingenomen.

Voor ideële standplaatsen zullen geen leges verrekend worden. Ook voor verenigingen en non-profitorganisaties is dit van toepassing aangezien hierbij geen algeheel winstoogmerk bestaat, ook wanneer het directe doel is geld in te zamelen.

Op basis van de standplaatsenkalender kan beoordeeld worden of er nog ruimte is voor een eenmalige standplaats op één van de vastgestelde locaties op tijden die nog niet ingevuld zijn. Na het verloop van de eenmalige vergunning kan een nieuwe vergunning worden aangevraagd, verlenging is niet mogelijk.

Tijdelijke standplaatsen

Tijdelijke standplaatsen worden voor een korte periode verleend aan de aanvrager. Dit betreffen standplaatsen die voor enkele dagen worden verleend of voor vaste tijdstippen binnen een periode van maximaal 6 maanden. Er wordt hierbij eveneens een onderscheid gemaakt tussen tijdelijke standplaatsen voor commerciële doeleinden en tijdelijke standplaatsen voor ideële doeleinden. Voor ideële standplaatsen worden geen leges gevorderd. Op basis van de standplaatsenkalender kan beoordeeld worden of er nog ruimte is voor een tijdelijke standplaats op één van de vastgestelde locaties op tijden die nog niet ingevuld zijn. Na het verloop van de tijdelijke vergunning kan een nieuwe vergunning worden aangevraagd, verlenging is niet mogelijk.

Vaste standplaatsen

Een vaste standplaats is een standplaats die periodiek (wekelijks of voor vastgestelde tijdvakken) op een vastgestelde locatie voor minimaal 6 maanden door dezelfde standplaatshouder wordt ingenomen. Vaste standplaatsen bieden de ondernemers de mogelijkheid voor een langere periode verzekerd te zijn van een bepaalde standplaats of meerdere standplaatsen. De vergunning wordt, in het kader van deregulering, conform artikel 1:7 voor onbepaalde tijd verleend aan de ondernemer. Om de vergunning aan een termijn te verbinden, dient gemotiveerd te worden waarom dit noodzakelijk is in het belang van onder meer de openbare orde, overlast en de verkeersveiligheid en milieu en moet de evenredigheidstoets worden doorstaan. Hier is momenteel ten aanzien van termijnen geen aanleiding toe. Bovendien kan een vergunning worden ingetrokken of gewijzigd op basis van artikel 1:6 indien:

  • ·

    Ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • ·

    Op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

  • ·

    De aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • ·

    Van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

  • ·

    De houder dit verzoekt.

Er zal een persoonsgebonden vergunning worden verleend per ondernemer. Deze kan in de aanvraag meerdere tijden en locaties aangeven waarvoor één vergunning wordt uitgegeven. Voorwaarde is wel dat de standplaats daadwerkelijk wordt ingenomen voor de tijdstippen waarop deze van toepassing is, het wordt niet toegestaan vergunningen aan te vragen om locaties te reserveren en hier geen gebruik van te maken. Vaste standplaatsen dienen schriftelijk per kwartaal worden opgezegd, uiterlijk 6 weken voor aanvang van een nieuw kwartaal.

De vergunning wordt de aanvrager schriftelijk toegezonden (in bijlage 2 is een modelvergunning opgenomen). De naam, het type, locatie en tijdstip worden vervolgens opgenomen in de standplaatsenkalender. De kalender is voor ieder te raadplegen op de website van de gemeente.

3.2 Weigeringgronden

Conform artikel 1:8 en artikel 5:18 van de APV kan een standplaatsvergunning worden geweigerd in het belang van (1:8) :

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu.

    en (op basis van 5:18):

  • e.

    wegens strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • f.

    indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand.

  • g.

    indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

De criteria zijn meegenomen in de beoordeling van de vastgestelde locaties voor standplaatsen in gemeente. De weigeringgronden gelden dan ook niet voor de locaties van de standplaatsen. Ze kunnen door de marktmeester toegepast worden ter beoordeling van het soort standplaats en de branche waartoe deze behoort.

a. Openbare orde

Indien met reden moet worden gevreesd dat het innemen van een standplaats aanleiding zal geven tot verstoring van de openbare orde, wordt een vergunning geweigerd. Hiervan kan onder meer sprake zijn indien de toegankelijkheid voor hulpdiensten en de bereikbaarheid van woningen, winkels, kantoren e.d. in het gevaar komen.

b. Openbare veiligheid

Het is niet verantwoord een standplaats zodanig aan te wijzen, dat daardoor bijvoorbeeld de verkeersveiligheid in gevaar wordt gebracht. Door het selecteren van mogelijke standplaatslocaties wordt voorkomen dat de verkeersveiligheid in het gedrang komt. Ook is per locatie bekeken of het innemen van een standplaats niet ten koste gaat van het aantal beschikbare parkeerplaatsen. Wel kan de grootte van een wagen een reden zijn om hiervoor geen vergunning te verlenen omdat zodoende de verkeersveiligheid in het gedrang komt.

c. Volksgezondheid

Ook in het belang van de volksgezondheid kan een vergunning worden geweigerd. Dit is een nieuwe weigeringgrond waarmee nog ervaring moet worden opgedaan.

d. Bescherming milieu

Teneinde overlast, zoals vervuiling van de omgeving, stank, lawaai, e.d., te voorkomen wordt door het vaststellen van standplaatsen een concentratie van standplaatsen tegengegaan. Teneinde te verwachte overlast veroorzaakt door de standplaatshouder zelf te voorkomen, kan een vergunning geweigerd worden. Een voorbeeld is het uitdeling van blikjes fris dat vervuiling van het stadscentrum veroorzaakt.

e. Bestemmingsplan

Wanneer het bestemmingsplan standplaatsen uitsluit kan hier geen vergunning voor verleend worden. Het is echter niet gewenst om standplaatsen via het bestemmingsplan gedetailleerd te regelen, omdat hiermee niet voldoende adequaat kan worden ingespeeld op allerlei (onvoorziene) ontwikkelingen. Regeling door middel van standplaatsenbeleid heeft daarom de voorkeur. De vastgestelde standplaatslocaties zijn getoetst aan de bestemmingsplannen en hier niet mee in strijd bevonden: in bestemmingsplannen worden standplaatsen niet uitgesloten. Uit recente jurisprudentie blijkt echter dat een uitdrukkelijke bepaling moet zijn opgenomen in bestemmingsplannen om het innemen van standplaatsen toe te staan. Voor de nieuwe standplaatslocaties waar voorheen nog geen vergunningen voor zijn verleend wordt een ontheffingsbesluit voor de bestemmingsplannen genomen. Op standplaatslocaties waar voorheen standplaatsen zijn ingenomen is overgangsrecht van toepassing. In de eerst volgende actualisatie van het bestemmingsplan zal een ontheffingsmogelijkheid worden opgenomen bij de bestemming “verkeersdoeleinden”.

f. Eisen van redelijke welstand

Deze weigeringgrond kan worden gehanteerd ter bescherming van het zogenaamde eisen van redelijke welstand indien één of meer standplaatsen worden ingenomen op een zodanige plaats of wijze dat het straatbeeld (in meer of mindere mate) wordt verstoord. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als een standplaats een zeer rommelige aanblik biedt. Daarnaast kan hiermee het aanzien van monumentale gebouwen of stedenbouwkundige verbanden worden gewaarborgd. Het college bepaald zelfstandig de inhoud van deze weigeringgrond. Bij het toepassen van deze weigeringgrond kan advies te worden gevraagd aan de welstandscommissie.

g. Verzorgingsniveau

De formele wetgever heeft de gemeentelijke overheid in beginsel de bevoegdheid ontnomen om in te grijpen in de aanbodzijde van de markt ter regulering van de concurrentie. Het regelen van concurrentieverhoudingen wordt niet gerekend tot de huishoudelijke belangen van de gemeente. Slechts in een uitzondering, waarin het voorzieningenniveau voor de consument in een deel van de gemeente gevaar loopt, staat de rechter de gemeentelijke overheid toe om in het belang van de consument in strijd te handelen met het beginsel van "vrije concurrentie". Zo zou deze weigeringgrond gebruikt kunnen worden indien binnen het verzorgingsgebied in een bepaalde branche slechts één winkel gevestigd is die door concurrentie van een standplaatshouder ten onder dreigt te gaan waardoor het verzorgingsniveau ter plaats in het gedrang komt. Deze weigeringgrond kan echter slechts worden gebruikt wanneer aan de hand van de boekhouding van de plaatselijke winkelier wordt aangetoond dat het voortbestaan van de winkel gevaar loopt.

De weigeringgrond is alleen van toepassing op de verkoop van goederen. Op het verlenen van diensten geldt de Europese Dienstenrichtlijn en is de weigeringgrond niet van toepassing omdat het in strijd is met het vrij verkeer van diensten.

3.3 Vergunningsvoorschriften

Aan de vergunning zijn voorschriften gekoppeld die de standplaatshouder dient na te leven. Deze lijst wordt in de vergunning aan de standplaatshouder kenbaar gemaakt.

Voorwaarden:

Algemeen

  • Het is niet toegestaan zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente een standplaats in te nemen op een andere plaats dan waarvoor vergunning is verleend.

  • De plaats van opstelling van het verkooppunt op de in de vergunning vermelde plaats wordt aangewezen door de marktmeester.

  • Verkoopactiviteiten mogen uitsluitend plaatsvinden overeenkomstig de dagen en uren zoals in de vergunning omschreven.

  • Burgemeester en wethouders zijn bevoegd over het terrein geheel of gedeeltelijk te beschikken zo dikwijls en zolang zij dat in het gemeentelijk belang of ter uitvoering van werken nodig achten.

  • De vergunning geldt niet op dagen waarop de standplaats wordt ingenomen door kermisattracties, bij een evenement of voor wat de bestemming van de locatie betreft een wijziging ondergaat waardoor inname van de standplaats niet meer mogelijk is.

  • Indien het standplaatsenbeleid inhoudelijk wijzigt en dit gevolgen heeft voor de vergunning, kunnen er geen rechten meer ontleend worden aan deze vergunning.

  • De bepalingen van de Algemene Plaatselijke Verordening, Warenwet, Wet op de Ruimtelijke ordening, Wet milieubeheer en de Amvb Horeca de zijn van toepassing.

Gebruik

  • De standplaats dient zodanig te worden ingenomen dat:

    • o

      het (voetgangers)verkeer hiervan niet meer hinder ondervindt dan strikt noodzakelijk moet worden geacht. Er dient minimaal 150 cm loopruimte voor voetgangers te zijn en 350 cm voor calamiteitenverkeer.

    • o

      de toegang tot winkels en woonhuizen niet wordt belemmerd.

  • Het is verboden de standplaats te plaatsen op een parkeervak voor betaald parkeren of parkeren voor vergunninghouders.

  • Een bakkraam dient minimaal 5 meter van een gevel met een raam te worden geplaatst.

  • De standplaats mag niet aan derden worden afgestaan of in gebruik worden gegeven. De standplaats moet worden ingenomen door de vergunninghouder of zijn werknemers (overleggen van een arbeidsverklaring).

  • Wanneer een vaste standplaats gedurende twee maanden niet is ingenomen door de standplaatshouder wordt de vaste vergunning ingetrokken. Vaste vergunningen dienen per kwartaal te worden opgezegd.

  • De standplaats mag niet worden ingenomen met een andere verkoopinrichting dan waarvoor vergunning is verleend. Op de standplaats mogen geen andere artikelen in voorraad worden gehouden dan in de vergunning omschreven.

  • Het verhandelen of in voorraad hebben van alcoholhoudende dranken of verdovende middelen (zowel harddrugs als softdrugs) is te allen tijden verboden.

  • Het is verboden reclameborden en uitstallingen te plaatsen op en/of nabij de standplaats.

  • Het is verboden zonder toestemming van de gemeente een aansluiting tot stand te brengen of te verbreken met de stroomkasten die eigendom zijn van de gemeente. Indien de vergunninghouder gebruik wil maken van een beschikbare gemeentelijke stroomkast dient dit ten minste 5 werkdagen van te voren verzocht te worden bij de marktmeester. Eventuele aansluitkosten verbonden aan de gemeentelijke stroomkast zijn voor rekening van de vergunninghouder.

  • Indien de vergunninghouder in zijn stroomvoorziening gebruik wil maken van een eigen aggregaat, dient dit aggregaat van een ‘geluidsarm’ type te zijn. Het equivalent geluidsniveau van het betreffende aggregaat mag, gemeten op 7 meter afstand van het aggregaat, niet meer bedragen dan 68 dB(A).

  • De standplaatshouder die voor het innemen van de standplaats inrij-, parkeer- en/of stopverboden dient te overtreden krijgt bij de vergunning een ontheffing verstrekt (art. 87 RVV). De ontheffing dient zichtbaar onder de voorruit van het voertuig te worden geplaatst. Het is verplicht de op de ontheffing vermelde aan- en afvoerroute te hanteren. De ontheffing dient in combinatie met de standplaatsvergunning getoond te worden op vordering van een daartoe bevoegde ambtenaar. Het is niet toegestaan het trekkende voertuig ook bij de standplaats te parkeren.

  • De standplaatshouder dient de hem toegewezen standplaats en de omgeving daarvan (een cirkel van 30 meter) tijdens het gebruik van de standplaats schoon te houden en deze bij het verlaten ervan schoon achter te laten. Eventuele kosten van reiniging zullen bij de vergunninghouder in rekening worden gebracht.

Schade

  • De vergunninghouder dient de redelijkerwijs noodzakelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen dat de gemeente, dan wel derden, tengevolge van het gebruik van deze vergunning schade lijden, dan wel overlast ondervinden.

  • Alle schade welke ten gevolge van het gebruik van deze vergunning mocht ontstaan aan gemeentewerken of –eigendommen, alsmede andermans eigendommen, moet door en op kosten van de vergunninghouder tot genoegen van de desbetreffende eigenaar worden hersteld.

Toezicht

  • De vergunninghouder is verplicht deze vergunning op de eerste vordering van de politie, stadstoezicht, de marktmeester alsmede van met toezicht belaste ambtenaren ter inzage af te staan. Nadere aanwijzingen van bovengenoemde personen dienen stipt en terstond te worden opgevolgd.

  • Indien de vergunninghouder de gestelde voorwaarden niet of niet voldoende in acht neemt of als er in strijd wordt gehandeld met de Algemeen plaatselijk verordening is de gemeente gerechtigd de verleende vergunning te herroepen.

3.4 Leges en precario

Op grond van de legesverordening is men voor de behandeling van een aanvraag van een standplaatsvergunning leges verschuldigd. Deze leges worden jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld in een legesverordening. De afdeling Dienstverlening, team Belastingen van de gemeente vordert de leges. Voor standplaatsen voor ideële doeleinden zullen geen leges gevorderd worden.

Wanneer de grond waarop de standplaats wordt ingenomen eigendom is van de gemeente wordt tevens een vergoeding in rekening gebracht voor het gebruik van de grond, de zogenaamde precariobelasting. De heffing daarvan vindt plaats op basis van de verordening precariobelasting. Ook deze verordening en de daarbij behorende tarieven worden jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld en geïndexeerd aan de hand van de gemeentelijk begroting. Voor standplaatsen aangewezen als ‘bijzondere locatie’ (pachtplaatsen) geldt een hoger precariotarief. Voorheen bestond voor iedere pachtplaats een afzonderlijk tarief. Door het van kracht worden van dit beleid zullen de prijzen voor de bijzondere locaties gelijkgeschakeld worden.

Voor die gevallen dat standplaats wordt ingenomen op grond waarvan de gemeente géén eigenaar is, geldt dat naast de standplaatsvergunning tevens privaatrechtelijke toestemming is vereist van de grondeigenaar. Het betreft de standplaatslocaties op de parkeerplaats van de Hornbach en het Gardenzterrein. De grondeigenaar kan voor het gebruik van de grond een vergoeding vragen in de vorm van huur.

3.5 Toezicht en handhaving

Een onderscheid tussen toezicht en handhaving is van belang. Onder toezicht worden signaleren en controleren verstaan. Handhaving doelt op het nemen van strafrechtelijke- en bestuursrechtelijke maatregelen.

Toezicht

Zowel stadstoezicht, politie als marktmeesters houden toezicht op het naleven van de regels met betrekking standplaatsen. Zij vervullen allen een signalerende functie op basis van de APV. Aan de hand van de in bijlage 4 toegevoegde werkinstructie zullen de toezichthouders de standplaatsen controleren. De marktmeester dient van de constateerde overtreding en ondernomen actie op de hoogte te worden gebracht en bepalen of verdere bestuurlijke handhaving van belang is.

Handhaving

Twee scenario’s zijn mogelijk waarbij handhaving van belang is: het feit dat illegaal een standplaats wordt ingenomen zonder vergunning en het feit dat men zich niet aan de vergunningvoorschriften houdt. Er wordt primair bestuursrechtelijk gehandhaafd. Bij constatering van een overtreding is het ongedaan maken van deze overtreding het meest van belang. Bij gevaar kan politie altijd direct optreden op basis van artikel 2 politiewet.

Nadat de toezichthouder een rapport conform bijlage 4 heeft opgemaakt en de geconstateerde overtreding niet binnen de termijn van een uur ongedaan is gemaakt, komt de marktmeester ter plaatsen. Deze bekijkt of legalisering mogelijk en stemt met de jurist van team Veiligheid het verdere verloop af. In bijlage 5 is een protocol bestuurlijke handhaving toegevoegd, waarin de te nemen juridische stappen zijn weergegeven. De jurist bepaald op basis van de situatie welke middel tot bestuursdwang het meest adequaat is. Bij herhaalde vergelijkbare overtreding door de ondernemer kan een preventieve last onder dwangsom worden opgelegd.

4. Aangewezen locaties

4.1 Algemeen

De zaken die het College in standplaatsenbeleid kan vastleggen betreffen:

  • -

    Het maximum aantal af te geven standplaatsvergunningen en het aantal af te geven standplaatsvergunningen per branche;

  • -

    Locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen;

  • -

    Tijdstippen waarop standplaatsen mogen worden ingenomen.

4.2 Maximumstelstel

Reeds bestaande standplaatslocaties zijn opgenomen in de lijst met mogelijke standplaatslocaties. Daarnaast zijn mogelijke aanvullende locaties getoetst om een marge te creëren. Deze locaties zijn gelegen in de kernen Einighausen, Limbricht, Guttecoven en Holtum. Hier waren voorheen nog geen standplaatslocaties vastgesteld, maar ontstaat mogelijk in de toekomst wel een behoefte. Door het aanwijzen van extra locaties wordt daarnaast voorkomen dat er in de toekomst een situatie ontstaat waarbij er geen mogelijkheden zijn voor externen om alsnog een standplaatsvergunning aan te vragen. In totaal resulteert dit in 35 standplaatslocaties voor de gehele gemeente. Er wordt geen maximum te verlenen aantal vergunningen vastgesteld omdat er op verschillende tijdstippen door verschillende ondernemers gebruik gemaakt kan worden van dezelfde standplaatslocatie en daarnaast een vaste vergunning voor meerdere standplaatsen kan gelden. Er mogen echter maximaal vier standplaatsvergunningen per standplaatslocatie worden verleend, bij meer dan vier standplaatsen is er sprake van een markt.

4.3 Branchering

Een viertal vaste standplaatslocaties zijn als ‘bijzondere locatie’ aangemerkt. Deze locaties zijn gesitueerd in de centra van Sittard en Geleen en worden gezien de ligging beschouwd als toplocatie. Ook is hier een branchering op van toepassing, op de plaatsen mogen alleen seizoensgebonden gebakskramen worden geplaatst. Deze plaatsen staan van oudsher in Sittard bekend als ‘pachtplaatsen’. Voor Geleen wordt een nieuwe locatie gecreëerd op de markt, voor de oudbouw van het gemeentehuis.

Voor de bijzondere locaties kunnen alleen standplaatsvergunningen voor vastgestelde tijdsblokken (november en december) worden aangevraagd en geldt een hoger tarief voor het gebruik van gemeentegrond. De vergunning voor het innemen van de bijzondere locatie in de vastgestelde periode is voor onbepaalde tijd geldig, er is daarom sprake van een vaste standplaats. Hier kunnen dus geen eenmalige of tijdelijke vergunningen voor worden aangevraagd.

Aangezien in Sittard sinds jaren steeds dezelfde ondernemers van dezelfde pachtplaatsen gebruik maken worden zij eerst in de gelegenheid gesteld een vergunning aan te vragen voor de bijzondere locatie waar zij tot voorheen gebruik van hebben gemaakt.

Wijk

Bijzondere locatie

Periode

Branchering

Sittard-Centrum

Walstraat

november/december

Gebakskraam

Voorstad/Parklaan

november/december

Gebakskraam

Parkeerplaats Tempelplein

november/december

Gebakskraam

Geleen-Centrum

Markt (voor oudbouw gemeentehuis)

november/december

Gebakskraam

In Sittard-Centrum en Geleen-Centrum worden ter voorkoming van overlast en in verband met ontsiering straatbeeld naast de bijzondere locaties alleen eenmalige standplaatsvergunningen verleend. Hierbij worden twee uitzonderingen gemaakt voor bestaande standplaatsen, namelijk de loempiakraam op de Markt in Geleen en de biologische markt op de Steenweg in Sittard. Voor deze standplaatsen geldt een uitsterf constructie, waarbij bestaande vergunningen worden voortgezet tot de vergunninghouder deze opzegt of niet langer verlengd. Met uitzondering van deze twee locaties werden in de centra tot op heden alleen standplaatsvergunningen verleend voor promotionele en ideële activiteiten, door alleen eenmalige standplaatsvergunningen te verlenen wordt dit behouden.

4.4 Locaties

Een vergunning kan alleen voor een aangewezen locatie worden verleend. In uitzonderlijke gevallen kan voor een andere locatie een standplaatsvergunning worden aangevraagd. Een voorbeeld is een situatie waarbij de zaak van een ondernemer zwaar is beschadigd door brand en een tijdelijke standplaats in de omgeving van de zaak wordt neergezet. Hiertoe dient de marktmeester afzonderlijk toestemming te verlenen en het afdelingshoofd en portefeuillehouder te informeren.

Er kan maximaal één standplaats per locatie worden geplaatst, met uitzondering van de standplaatslocaties op de (markt en parkeer)pleinen, de Steenweg en het Gardenzterrein. Om marktvorming op de markt in Geleen te voorkomen wordt hier slechts één standplaats toegestaan. Per locatie en situatie beoordeeld de marktmeester hoeveel standplaatsen toelaatbaar zijn tot een maximum van 4 standplaatsen. Op het Burgemeester Kotenplein in Grevenbicht is momenteel sprake van verkapte marktvorming: in Grevenbicht staan op de dinsdag ochtend tot 12:00 vijf standplaatsen. Het is dan ook wenselijk de standplaatsen op het Burgemeester Kotenplein in Grevenbicht op te nemen in de marktverordening. In de “Toekomstvisie Weekmarkten” zal dit worden beoordeeld. Onderstaand overzicht geeft de locaties weer waarvoor standplaatsvergunningen kunnen worden verleend.

Wijk

Locatie

Opmerkingen

Born

Borner Markt

• Ontheffing verkeersregels

Parkeerplaats Borner Markt

• Specificering: voor bankje

Grevenbicht

Burgemeester Kotenplein

Obbicht

Obbichter Markt

Buchten

Buchter Markt

Einighausen

Heistraat

• Ontheffingsbesluit bestemmingsplan

Limbricht

Burgemeester Coonenplein

• Ontheffingsbesluit bestemmingsplan

Guttecoven

Kerkstraat

• Specificering: plein bij kerk

• Ontheffingsbesluit bestemmingsplan

Holtum

Holtummer Markt

• Ontheffingsbesluit bestemmingsplan

Munstergeleen

Raadhuisplein

Absbroekstraat

• Specificering: plein

Geleen-Centrum

Markt

• Specificering: voor oudbouw gemeentehuis

• Bijzondere locatie

• Ontheffing verkeersregels

Markt

• Ontheffing verkeersregels

Oud-Geleen

Schuttersplein

Geleen-Zuid

Zuidhof

Parkeerplaats manege Ten Eysden

Lindenheuvel

Bloemenmarkt

Gardenzterrein

• Vereist: toestemming eigenaar bij aanvraag

• Geen precario

Parkeerplaats Hornbach

• Vereist: toestemming eigenaar bij aanvraag

• Geen precario

Sittard-Centrum

Helstraat/Walstraat

• Specificering: bij carnavalsmonument

• Ontheffing verkeersregels

Walstraat

• Bijzondere locatie

• Ontheffing verkeersregels

Limbrichterstraat

• Specificering: bij Zefke Mols

• Ontheffing verkeersregels

Gruizenstraat

• Specificering: tegenover Jamin

• Ontheffing verkeersregels

Voorstad/Parklaan

• Bijzondere locatie

• Ontheffing verkeersregels

Parkeerplaats Tempelplein

• Bijzondere locatie

• Ontheffing verkeersregels

Limbrichterstraat

• Specificering: bij stadspomp

• Ontheffing verkeersregels

Markt

• Ontheffing verkeersregels

Hub Dassenplein

• Ontheffing verkeersregels

Steenweg

• Specificering: zijstraat richting parkeerplaats

Broeksittard

In de Camp

• Specificering: achter kerk

Baandert

Frans Erensstraat

• Specificering: bij kerk

Vrangendael

Algemene begraafplaats

• Ontheffing verkeersregels

Kemperkoul

Plein Romeinenstraat Lahrhof

Limbrichterveld

Dempseystraat

• Specificering: parkeerplaats winkelcentrum.

• Ontheffing verkeersregels

Hoogveld

Vitruviusplein

• Ontheffing verkeersregels

4.5 Tijdstippen

In de vergunning wordt vastgesteld op welke dagdelen de aanvrager gebruik mag maken van de locatie. Men dient op de aanvraag aan te geven welke tijdstippen men gebruik wil maken van de standplaats. Zodoende kunnen voor één standplaatslocatie op dezelfde dag meerdere vergunningen worden uitgegeven met een maximum van 4 verschillende standplaatshouders per standplaats per dag. Het is echter verplicht de standplaats ook daadwerkelijk op de aangevraagde tijdstippen in te nemen, het wordt niet toegestaan om voor een gehele dag een vergunning aan te vragen om een plaats te reserveren.

De Winkeltijdenwet is niet van toepassing op standplaatsen. Standplaatsen waar sprake is van dienstverlening vallen buiten de Winkeltijdenwet. Daarnaast bepaalt artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijden dat straatverkoop van voor rechtstreekse consumptie geschikte goederen niet onder de Winkeltijdenwet valt. Standplaatsvergunningen mogen dan ook voor zon- en feestdagen worden verleend. De Raad kan op basis van artikel 12, lid 2 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijden bij verordening bepalen dat voor vastgestelde delen van de gemeente deze vrijstelling niet van toepassing is. Hier is momenteel geen aanleiding toe.

5. Slotbepaling

Het standplaatsenbeleid is een beleidsregel in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van het bepaalde in artikel 4:84 van de Awb moet overeenkomstig de beleidsregel worden gehandeld, tenzij toepassing van het beleid voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben, die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen (inherente afwijkingsbevoegdheid).

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt na vaststelling in werking de dag na de dag van bekendmaking in de Trompetter.

  • 2.

    Leges en precario voor eenmalige en tijdelijke standplaatsen worden voor het jaar 2010 geïnd conform de op dat moment geldende leges- en precarioverordening.

  • 3.

    Leges en precario voor vaste standplaatsen worden voor het jaar 2010 geïnd aan het einde van 2010 conform de op dat moment geldende leges- en precarioverordening.

  • 4.

    Een jaar na inwerkingtreding van het beleid wordt het beleid geëvalueerd met in achtneming van de in bijlage 6 opgenomen evaluatiepunten.

  • 5.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Standplaatsenbeleid gemeente Sittard-Geleen 2010”.

Ondertekening

Sittard-Geleen, 15 december 2009

Burgemeester

drs G. J. M. Cox

Gemeentesecretaris

mr. J.H.J Höppener

Bijlage 1 Aanvraagformulier standplaatsvergunning

Aanvraagformulier standplaatsvergunning

Middels dit formulier kunt u een aanvraag doen voor een eenmalige, tijdelijke of vaste standplaats. Indien u voor meerdere vaste standplaatsen een vergunning wilt aanvragen kan dat door deze in het overzicht op pagina 2 aan te kruisen. Het ingevulde formulier kunt u ondertekend en voorzien van bijlagen sturen naar:

Gemeente Sittard-Geleen

T.a.v. Markmeester

Postbus 18

6130 AA Sittard

Gegevens aanvrager

Naam en voornamen

Adres

Postcode en woonplaats

Telefoonnummer

Geboortedatum en -plaats

Burgerservicenummer

Gegevens onderneming

Naam onderneming

Aard onderneming (branche)

Product(en)

Afmeting te plaatsen voertuig in meters

(inc. distel)

Lengte

Breedte

Hoogte

KvK-nummer

Nummer registratiekaart Centraal Registratiekantoor Detailhandelambacht

Betreft een aanvraag voor een:

  • o

    Eenmalige standplaats voor datum: _____________________

  • o

    Tijdelijke standplaats voor periode van (maximaal 6 maanden): ____________________(datum) tot_________________(datum)

    Vaste standplaats

Locatie

Kruis in onderstaand schema aan welke standplaatslocatie u wilt innemen. Bekijk op de online standplaatsenkalender of de plaats nog beschikbaar is.

Wijk

Locatie

Selectie

Born

Borner Markt

Parkeerplaats Borner Markt

Grevenbicht

Burgemeester Kotenplein

Obbicht

Obbichter Markt

Buchten

Buchter Markt

Einighausen

Heistraat

Limbricht

Burgemeester Coonenplein

Guttecoven

Kerkstraat

Holtum

Holtummer Markt

Munstergeleen

Raadhuisplein

Absbroekstraat

Geleen-Centrum

Markt

Markt

Oud-Geleen

Schuttersplein

Geleen-Zuid

Zuidhof

Parkeerplaats manege Ten Eysden

Lindenheuvel

Bloemenmarkt

Gardenzterrein

Parkeerplaats Hornbach

Sittard-Centrum

Helstraat/Walstraat

Walstraat

Limbrichterstraat

Gruizenstraat

Voorstad/Parklaan

Parkeerplaats Tempelplein

Limbrichterstraat

Markt

Hub Dassenplein

Steenweg

Broeksittard

In de Camp

Baandert

Frans Erensstraat

Vrangendael

Algemene begraafplaats

Kemperkoul

Plein Romeinenstraat Lahrhof

Limbrichterveld

Dempseystraat

Hoogveld

Vitruviusplein

Tijdstip(pen)

De standplaats wordt ingenomen op (kruis aan):

Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Tijdstip 1: Dag ____________ van___________________(uur) tot_________________(uur)

Tijdstip 2: Dag ____________ van___________________(uur) tot_________________(uur)

Tijdstip 3: Dag ____________ van___________________(uur) tot_________________(uur)

Tijdstip 4: Dag ____________ van___________________(uur) tot_________________(uur)

Doeleinden

De standplaats betreft een standplaats voor (alleen van toepassing op eenmalige of tijdelijke standplaatsen):

  • o

    Commerciële doeleinden1

  • o

    Ideële doeleinden2

Ontheffing inrij- en parkeerverbod:

Voor de standplaatslocaties waar plaatselijke verkeersregels moeten worden overtreden om de kraam of het voertuig te plaatsen wordt bij de standplaatsvergunning een ontheffing verstrekt voor de periode, locatie en tijdstippen waarop de standplaatsvergunning geldig is. Deze hoeft niet afzonderlijk aangevraagd te worden.

Checklist bijlagen:

De volgende bijlagen dienen bij de aanvraag toegevoegd te zijn om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen:

  • o

    Kopie paspoort (indien geen Nederlands paspoort naast kopie paspoort ander land ook een kopie van de verblijfsvergunning)

  • o

    (Voor standplaatslocaties Hornbach en Gardenz: een kopie van een ondertekende brief waarin de eigenaar toestemming geeft voor het plaatsen van de standplaats.)

Opmerkingen (indien van toepassing):

Datum aanvraag: ____________________

Handtekening aanvrager: ____________________

Vergunningen dienen schriftelijk per kwartaal worden opgezegd, uiterlijk 6 weken voor aanvang van een nieuw kwartaal. Voor nadere informatie/toelichting betreffende uw verzoek kunt u op werkdagen tussen 9:00 en 17:00 uur terecht bij de marktmeester tel. 047-477 7106.

Bijlage 2 Standplaatsvergunning

STANDPLAATSVERGUNNING

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

Gelet op artikelen 5:17, 5:18, 5:19 en 5:20 van de Algemene plaatselijke verordening Sittard-Geleen

B E S L U I T :

vergunning te verlenen voor het innemen van in standplaats teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden dan wel diensten aan te bieden, anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek, aan:

Standplaatshouder

Naam en voornamen

Adres

Postcode en woonplaats

Telefoonnummer

Geboortedatum en -plaats

Burgerservicenummer

Gegevens onderneming

Naam onderneming

Aard onderneming (branche)

Product(en)

KvK-nummer

Betreft een:

  • o

    Eenmalige standplaats voor datum: ____________________

  • o

    Tijdelijke standplaats voor periode van: __________________tot_______________

    Vaste standplaats

Standplaats

Locatie

Dag

Tijdstip

Opmerkingen

Voorwaarden:

Algemeen

  • Het is niet toegestaan zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente een standplaats in te nemen op een andere plaats dan waarvoor vergunning is verleend.

  • De plaats van opstelling van het verkooppunt op de in de vergunning vermelde plaats wordt aangewezen door de marktmeester.

  • Verkoopactiviteiten mogen uitsluitend plaatsvinden overeenkomstig de dagen en uren zoals in de vergunning omschreven.

  • Burgemeester en wethouders zijn bevoegd over het terrein geheel of gedeeltelijk te beschikken zo dikwijls en zolang zij dat in het gemeentelijk belang of ter uitvoering van werken nodig achten.

  • De vergunning geldt niet op dagen waarop de standplaats wordt ingenomen door kermisattracties, bij een evenement of voor wat de bestemming van de locatie betreft een wijziging ondergaat waardoor inname van de standplaats niet meer mogelijk is.

  • Indien het standplaatsenbeleid inhoudelijk wijzigt en dit gevolgen heeft voor de vergunning, kunnen er geen rechten meer ontleend worden aan deze vergunning.

  • De bepalingen van de Algemene Plaatselijke Verordening, Warenwet, Wet op de Ruimtelijke ordening, Wet milieubeheer en de Amvb Horeca de zijn van toepassing.

Gebruik

  • De standplaats dient zodanig te worden ingenomen dat:

    • o

      het (voetgangers)verkeer hiervan niet meer hinder ondervindt dan strikt noodzakelijk moet worden geacht. Er dient minimaal 150 cm loopruimte voor voetgangers te zijn en 350 cm voor calamiteitenverkeer.

    • o

      de toegang tot winkels en woonhuizen niet wordt belemmerd.

  • Het is verboden de standplaats te plaatsen op een parkeervak voor betaald parkeren of parkeren voor vergunninghouders.

  • Een bakkraam dient minimaal 5 meter van een gevel met een raam te worden geplaatst.

  • De standplaats mag niet aan derden worden afgestaan of in gebruik worden gegeven. De standplaats moet worden ingenomen door de vergunninghouder of zijn werknemers (overleggen van een arbeidsverklaring).

  • Wanneer een vaste standplaats gedurende twee maanden niet is ingenomen door de standplaatshouder wordt de vaste vergunning ingetrokken. Vaste vergunningen dienen per kwartaal te worden opgezegd.

  • De standplaats mag niet worden ingenomen met een andere verkoopinrichting dan waarvoor vergunning is verleend. Op de standplaats mogen geen andere artikelen in voorraad worden gehouden dan in de vergunning omschreven.

  • Het verhandelen of in voorraad hebben van alcoholhoudende dranken of verdovende middelen (zowel harddrugs als softdrugs) is te allen tijden verboden.

  • Het is verboden reclameborden en uitstallingen te plaatsen op en/of nabij de standplaats.

  • Het is verboden zonder toestemming van de gemeente een aansluiting tot stand te brengen of te verbreken met de stroomkasten die eigendom zijn van de gemeente. Indien de vergunninghouder gebruik wil maken van een beschikbare gemeentelijke stroomkast dient dit ten minste 5 werkdagen van te voren verzocht te worden bij de marktmeester. Eventuele aansluitkosten verbonden aan de gemeentelijke stroomkast zijn voor rekening van de vergunninghouder.

  • Indien de vergunninghouder in zijn stroomvoorziening gebruik wil maken van een eigen aggregaat, dient dit aggregaat van een ‘geluidsarm’ type te zijn. Het equivalent geluidsniveau van het betreffende aggregaat mag, gemeten op 7 meter afstand van het aggregaat, niet meer bedragen dan 68 dB(A).

  • De standplaatshouder die voor het innemen van de standplaats inrij-, parkeer- en/of stopverboden dient te overtreden krijgt bij de vergunning een ontheffing verstrekt (art. 87 RVV). De ontheffing dient zichtbaar onder de voorruit van het voertuig te worden geplaatst. Het is verplicht de op de ontheffing vermelde aan- en afvoerroute te hanteren. De ontheffing dient in combinatie met de standplaatsvergunning getoond te worden op vordering van een daartoe bevoegde ambtenaar. Het is niet toegestaan het trekkende voertuig ook bij de standplaats te parkeren.

  • De standplaatshouder dient de hem toegewezen standplaats en de omgeving daarvan (een cirkel van 30 meter) tijdens het gebruik van de standplaats schoon te houden en deze bij het verlaten ervan schoon achter te laten. Eventuele kosten van reiniging zullen bij de vergunninghouder in rekening worden gebracht.

Schade

  • De vergunninghouder dient de redelijkerwijs noodzakelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen dat de gemeente, dan wel derden, tengevolge van het gebruik van deze vergunning schade lijden, dan wel overlast ondervinden.

  • Alle schade welke ten gevolge van het gebruik van deze vergunning mocht ontstaan aan gemeentewerken of –eigendommen, alsmede andermans eigendommen, moet door en op kosten van de vergunninghouder tot genoegen van de desbetreffende eigenaar worden hersteld.

Toezicht

  • De vergunninghouder is verplicht deze vergunning op de eerste vordering van de politie, stadstoezicht, de marktmeester alsmede van met toezicht belaste ambtenaren ter inzage af te staan. Nadere aanwijzingen van bovengenoemde personen dienen stipt en terstond te worden opgevolgd.

  • Indien de vergunninghouder de gestelde voorwaarden niet of niet voldoende in acht neemt of als er in strijd wordt gehandeld met de Algemeen plaatselijk verordening is de gemeente gerechtigd de verleende vergunning te herroepen.

Opmerkingen (indien van toepassing):

Voor nadere informatie/toelichting betreffende de vergunning kunt u op werkdagen tussen 9:00 en 17:00 uur terecht bij de marktmeester tel. 047-477 7106.

Burgemeester en Wethouders van Sittard-Geleen,

namens dezen,

M.Houben-Kicken

marktmeester

Leges: € 77,70

Precario: € 1,48 per m1 per dag (voor bijzondere locaties € 5,58 per m1 per dag)

Mandaat verleend bij of krachtens de mandaatregeling Gemeente Sittard-Geleen.

Bezwaarmogelijkheid

Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift bij het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen indienen. Het bezwaarschrift moet ondertekend worden en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

U dient het bezwaarschrift te sturen naar Postbus 18, 6130 AA Sittard en in de linker bovenhoek van de enveloppe en de brief te vermelden “bezwaarschrift”.

Indiening van het bezwaarschrift via e-mail of een andere elektronische weg is niet mogelijk. Gebeurt zulks toch dan bestaat de mogelijkheid dat het bezwaarschrift niet ontvankelijk wordt verklaard.

brochure postbus51

Voor meer informatie over het maken van bezwaar en beroep tegen een beslissing van een bestuursorgaan verwijzen wij u naar de postbus51 brochure “Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid

In deze brochure vindt u informatie over wanneer en hoe u bezwaar kunt maken tegen een beslissing van een bestuursorgaan en hoe u beroep kunt instellen tegen een beslissing. Daarnaast behandelt de brochure nog diverse andere onderwerpen, zoals de voorlopige voorziening, kostenvergoeding en het rechtstreeks beroep.

Deze brochure kunt u verkrijgen bij:

  • -

    gemeentehuis infobalie

  • -

    0800-8851 (gratis)

  • -

    www.postbus51.nl

Bijlage 3 Aanvullende voorwaarden bakkramen

VOORWAARDEN KOOKDOELEINDEN & VERWARMING

  • 1.0

    KOKEN, BAKKEN EN BRADEN

    • 1.1

      Het bakken, braden, koken, barbecuen van voedings- en/of genotmiddelen m.b.v. elektrische energie en/of gas is toegestaan indien :

      • ·

        er in de directe omgeving van een verbruikstoestel goed passende deksels voor de in gebruik zijnde pannen aanwezig zijn;

      • ·

        de elektrische installatie voldoet aan NEN 1010 en de eisen die het energie leverend bedrijf stelt;

      • ·

        het verbruikstoestel KEMA/CE-goedgekeurd is;

      • ·

        Het gebruik van frituurvet en spijsolie is alleen toegestaan in thermisch beveiligde toestellen;

      • ·

        snoeren, stekkers en toestellen in deugdelijke staat verkeren;

      • ·

        het verbruikstoestel vast op de vloer c.q. een tafel staat opgesteld op een zodanige wijze dat omvallen of -stoten niet mogelijk is;

      • ·

        het verbruikstoestel op tenminste 1,50 meter van brandbare materialen (versieringen, luifels, tentwanden e.d.) en belendende gebouwen is opgesteld.

      • ·

        Het draagvlak onder de bak- en braadtoestellen moet tot tenminste 10 cm buiten de toestellen onbrandbaar zijn, dan wel bekleed met een onbrandbaar materiaal

    • 1.2

      Het bakken, braden, koken en barbecuen van voedings- en/of genotmiddelen met behulp van vaste brandstof is verboden tenzij hiervoor een aparte ontheffing (bedrijfsmatige opzet) is afgegeven.

    • 1.3

      Het gebruik van vloeibare brandstof t.b.v. kookdoeleinden is te allen tijde verboden.

    • 1.4

      De bakinstallatie (oliebak) moet zodanig zijn geconstrueerd dat bijvoorbeeld door overbruisen, over de rand of door de kieren om de rand, olie of vet niet in de verbrandingsruimte kan komen.

    • 1.5

      De (mobiele)bakkraam moet zijn opgesteld op een afstand van tenminste 5 meter vanaf elke bebouwing, tenzij de gevel van de bebouwing geheel blind is uitgevoerd.

  • 2.0

    MOBIELE BAKKRAAM ALGEMEEN

    • 2.1

      Aanwezig dient te zijn: een keuringsrapport ten bewijze dat de (LPG) dampgasinstallatie een jaarlijkse keuring heeft gehad; een certificaat van de drukhouder ten bewijze dat deze overeenkomstig de specificaties van de Europese richtlijn is gefabriceerd en gekeurd.

    • 2.2

      In elke mobiele bakkraam dient nabij de toegangsdeur een klein blusmiddel te zijn aangebracht met een vulling van tenminste 5kg of liter blusstof; De kleine blusmiddelen moeten te allen tijde bereikbaar, op het gebruik afgestemd, en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn. Dit blusapparaat moet jaarlijks zijn gekeurd en van een geldig keurmerk zijn voorzien (conform NEN 2559).

    • 2.3

      Binnen een afstand van 30 cm van de afvoerleiding voor de bak dampen en/of verbrandingsgassen mogen geen brandbare onderdelen van de mobiele bakkraam en geen brandbare goederen of stoffen aanwezig zijn, tenzij deze bekleed zijn met een onbrandbaar en slecht warmte geleidend materiaal.

    • 2.4

      De verbrandingsgassen van de bak- en braadtoestellen moeten door middel van afvoerleidingen van onbrandbaar en hittebestendig materiaal worden afgevoerd. De wand- of dak doorvoeringen moeten zijn uitgevoerd met een dubbelwandige nisbuis.

    • 2.5

      Een afvoer van bak- en/of braaddampen en verbrandingsgassen in één leiding is toegestaan mits de verbrandingsgassen gemeten op de plaats van samenkomst geen hogere temperatuur hebben dan 200 oC.

    • 2.6

      De bakdamp moet, zonder dat deze zich in de wagen kan verspreiden, worden opgevangen in en worden afgevoerd door een direct boven de bakpannen aangebrachte afzuiginrichting van onbrandbaar en tegen hitte bestand materiaal met een daarop aangesloten afvoerleiding, welke reikt tot boven het dak van de wagen. Elke afvoerleiding en elke afzuigkap of wasemkap moet zijn vervaardigd van onbrandbaar en tegen hitte bestand materiaal.

  • 3.0

    MOBIELE BAKKRAAM (LPG) INSTALLATIE

    • 3.1

      De (LPG) dampgasinstallatie voldoen aan de voorschriften van de Nederlandse praktijkrichtlijn NPR 2577.

    • 3.2

      De drukhouders zijn voorzien van een keurmerk van het stoomwezen, een p- keurmerk of een CE-keurmerk.

    • 3.3

      De drukhouders dienen, voor een correcte functie, volgens de aanwijzingen van de fabrikant te zijn gemonteerd. Het gebruik van drukhouders die voorheen zijn toegepast voor opslag van LPG voor tractiedoeleinden is niet toegestaan.

    • 3.4

      De drukhouders voor opslag van LPG moeten zijn geplaatst in een uitsluitend daarvoor ingerichte ruimte. Deze ruimte mag uitsluitend aan de buitenzijde van de bakkraam toegankelijk zijn en moet d.m.v. een deur of luik zijn afgesloten.

    • 3.5

      De in punt 3.4 bedoelde ruimte moet direct via de vloer of de buitenwand op de buitenlucht zijn geventileerd door middel van een opening met een netto vrije doorlaat van tenminste 1 dm2. Deze opening moet zo laag mogelijk zijn aangebracht. De ventilatieoppervlakte mag niet geheel of gedeeltelijk door een drukhouder of andere voorwerpen zijn afgesloten.

    • 3.6

      Toestellen, onderdelen, gebruiksvoorwerpen en aansluitingen die tijdens het rijden en bij het normaal gebruik de installatie kunnen beschadigen of ontsnappend gas kunnen ontsteken mogen niet in het drukhoudercompartiment worden geplaatst of geïnstalleerd. (bijvoorbeeld: accu’s of niet geïsoleerde elektrische aansluitingen, enz.).

  • 4.0

    VERBRUIKSTOESTELLEN/ INSTALLATIES

    • 4.1

      Gasgebruik t.b.v. kookdoeleinden in een tent is alleen toegestaan indien voor het publiek toegankelijke gedeelte aan 3 zijden is geopend.

    • 4.2

      De (LPG) dampgasinstallatie van de bakkraam moet voldoen aan de praktijkrichtlijn NPR2577.

    • 4.3

      De installatie dient van twee afsluiters te zijn voorzien, een afsluiter op het verbruikstoestel en een afsluiter op de drukhouder (gasfles).

    • 4.4

      Elk verbruikstoestel bestemd voor kookdoeleinden moet boven het toestel een vrije ruimte van tenminste 1,3 meter hebben.

    • 4.5

      Drukhouders (& tanks) welke niet direct in gebruik zijn moeten als volgt worden opgesteld;

      • ·

        deugdelijk;

      • ·

        buiten bereik van onbevoegden;

      • ·

        goed geventileerd;

      • ·

        beschermd tegen opwarming door zonnestraling;

      • ·

        op een afstand van tenminste 5 meter vanaf elke bebouwing, tenzij de gevel van de bebouwing geheel blind is uitgevoerd;

      • ·

        te worden voorzien van het opschrift “ROKEN EN OPENVUUR VERBODEN”

        4.6De drukhouders die niet direct in gebruik zijn (voorraad) dienen op een afstand van tenminste 5 meter van de inrichting te worden opgesteld. Elke drukhouder dient op deugdelijke wijze, buiten bereik van onbevoegden, te worden opgesteld.

  • 5.0

    GASLEIDINGEN EN APPENDAGES

    5.1Elke verbindingsslang tussen een drukhouder en een verbruikstoestel e.d. moet:

    • ·

      Voorzien zijn van een keurmerk;

    • ·

      Zijn bevestigd door middel van slangklemmen op slangpilaren;

    • ·

      Vrij en ongespannen zijn aangelegd;

    • ·

      Zodanig zijn aangebracht, dat blootstelling aan ontoelaatbare temperatuursinvloeden wordt voorkomen;

    • ·

      Zo kort mogelijk zijn (maximaal 1,5 meter);

    • ·

      Niet ouder zijn dan 5 jaar (printdatum niet meegerekend); Opmerking: op basis van nieuwe inzichten (BOVAG, ANWB) gaan de slangen die op basis van NEN-EN 1763 zijn gefabriceerd (klasse 1 t/m 4) gaan zeker 10 jaar mee. Fabrikanten van bijvoorbeeld fabrieksmatig gebouwde kampeerauto’s in Duitsland adviseren in hun gebruiksaanwijzingen om de 10 jaar de slang te vervangen, tenzij er eerder verschijnselen zichtbaar zijn die erop duiden dat de slang binnenkort gaat lekken. Slangen die op basis van EN 5684 of NEN 5654 zijn gefabriceerd, die overigens binnen niet al te lange tijd niet meer verkrijgbaar zijn, daarvan kan een termijn van twee jaar worden gesteld.

    • ·

      Deugdelijk zijn.

    • 5.2

      Reduceerventielen mogen niet ouder zijn dan (5) 10 jaar, conform het jaartal dat staat vermeld op het reduceerventiel of de aankoopbon. Het reduceerventiel mag geen roestvorming vertonen.

    • 5.3

      Tussen de gasfles(sen) en het verbruikstoestel moet gebruik worden gemaakt van vaste metalen leidingen, waarbij de laatste 1,5 meter uit goedgekeurd gas bestendige slang (volgens NEN-EN 1763) moet bestaan.

    • 5.4

      Elke leiding moet zodanig zijn vastgezet, dat doorbuigen niet mogelijk is en overigens dat de afstand tussen de bevestigingen maximaal 2 meter bedraagt; voorts moet op maximaal 0,3 meter afstand van elke zijde van een afsluiter, bocht of verbinding een bevestiging aanwezig zijn.

    • 5.5

      Slangen, leidingen, koppelingen, klemmen, drukhouders en toestellen moeten deugdelijk zijn aangebracht en te allen tijde in deugdelijke staat verkeren. Elke leiding moet zijn beschermd tegen beschadiging. (bijv. door een brugconstructie over een leiding)

  • 6.0

    VERWARMEN

    • 6.1

      Gelbranders of gelijkwaardig, zijn toegestaan voor het warm houden van etenswaar mits dit gebeurt onder permanent toezicht.

    • 6.2

      Bij het verwarmen van het bouwwerk, anders dan door installaties die vast in het bouwwerk aanwezig zijn, mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van verwarmingstoestellen met warmtewisselaar, die buiten het bouwwerk staan opgesteld.

    • 6.3

      Gas of vloeistof gestookte verbruikstoestellen t.b.v. verwarming in een tent zijn alleen toegestaan mits de tent aan 3 zijden is geopend.

    • 6.4

      Elk verbruikstoestel voor verwarming moet boven het toestel een vrije ruimte van tenminste 1,3 meter hebben.

    • 6.5

      Het gebruik van een elektrisch verwarmingstoestel is toegestaan mits deze voldoende is afgeschermd voor het publiek.

Bijlage 4 Rapport en procedure waarschuwing standplaats

Rapport waarschuwing standplaats

Stap 1:

Gegevens toezichthouder

Naam en voornamen

Toezichthouder of BOA

Badge/aktenummer

Stap 2:

Gegevens gecontroleerde

Naam en voornamen gecontroleerde

Functie

Geboortedatum

Locatie standplaats

Aard onderneming (branche)

Vergunning ja/nee

Vergunning verstrekt op naam en datum

KvK-nummer

Nummer registratiekaart Centraal Registratiekantoor Detailhandelambacht

Stap 3:

Overtreding

Geconstateerde overtreding:

Ontbreken standplaatsvergunning/Niet naleven voorschriften

Omschrijving overtreding

Opmerkingen, indien van toepassing.

Stap 4:

Kruis aan welke waarschuwing van toepassing is:

4a. Waarschuwing niet voldoen aan voorschriften

  • ·

    Wijs bovengenoemde persoon op de overtreding (zie vergunning voor vergunningvoorschriften).

  • ·

    Verzoek bovengenoemd persoon de overtreding onmiddellijk (indien niet mogelijk binnen een uur) ongedaan te maken.

  • ·

    Is na een uur de standplaats niet ontruimd, dan treedt het handhavingprotocol standplaatsen in werking. Neem hiertoe contact op met de marktmeester.

4b. Waarschuwing niet hebben vergunning en aanvraag ingediend

  • ·

    Wijs bovengenoemde persoon erop dat vóór de ingebruikname van een standplaats er een standplaatsvergunning verleend moet zijn. Anders wordt er in strijd met artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening gehandeld.

  • ·

    Verzoek bovengenoemd persoon de standplaats binnen een uur te ontruimen.

  • ·

    Is na een uur de standplaats niet ontruimd, dan treedt het handhavingprotocol standplaatsen in werking. Neem hiertoe contact op met de marktmeester.

4c. Waarschuwing niet hebben vergunning en aanvraag niet ingediend

  • ·

    Wijs bovengenoemde persoon erop dat voor de ingebruikname van een standplaats er een standplaatsvergunning aangevraagd en verleend moet zijn. Anders wordt er in strijd met artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening gehandeld.

  • ·

    Overhandig een vergunningsaanvraagformulier. Verzoek bovengenoemd persoon de standplaats binnen een uur te ontruimen.

  • ·

    Is na een uur de standplaats niet ontruimd, dan treedt het handhavingprotocol standplaatsen in werking. Neem hiertoe contact op met de marktmeester.

Stap 5:

  • Maakt foto’s van de situatie en overtreding.

  • Indien het een standplaats betreft zonder vergunning, noteer onderstaande gegevens.

Details situatie

Soort wagen

Ter hoogte waarvan

Chassisnummer

Kenteken

Stap 6:

• Vraag de gecontroleerde om zijn/haar zienswijze:

Zienswijze

Stap 7:

  • Parafeer iedere pagina en laat eveneens iedere pagina door de gecontroleerde paraferen.

  • Dit formulier ter plekke in tweevoud opmaken. Eén ten behoeve van het dossier. Het ander exemplaar wordt uitgereikt aan de standplaatshouder in de persoon van bovengenoemde. Desgewenst kan eveneens een kopie per post worden toegestuurd.

Op ambtseed/ (ambts) belofte opgemaakt,

Plaats

Datum

Handtekening

Handtekening gecontroleerde (vertegenwoordiger)

Bijlage 5 Protocol bestuurlijke handhaving standplaatsen

Protocol bestuurlijke handhaving standplaatsen

Bijlage 6 Evaluatie

Een jaar na inwerkingtreding van het standplaatsenbeleid zal het beleid worden geëvalueerd. De centrale vraag van deze evaluatie is:

Is het beleidskader dat geboden wordt in het standplaatsenbeleid 2010 toereikend voor het reguleren van standplaatsen? In dit niet het geval is, hoe kan het standplaatsenbeleid worden aangepast?

Hieruit volgen enkele deelvragen die beantwoordt dienen te worden in de evaluatie:

Algemeen

§Hoeveel eenmalige, tijdelijke en vaste standplaatsvergunningen zijn in 2010 verleend?

Juridisch

§Is het juridische kader geboden in artikel 5:17 t/m 5:20 toereikend als basis voor het standplaatsenbeleid?

Beleidsmatig

  • Welke knelpunten worden door de marktmeesters ervaren bij de procedure van vergunningverlening?

  • Welke knelpunten worden door de marktmeesters ervaren bij het toepassen van de weigeringgronden?

  • Welke knelpunten worden door de marktmeesters ervaren met betrekking tot de vergunningsvoorschriften?

  • Welke knelpunten worden ervaren bij het vorderen van leges, precario en huur?

  • Welke knelpunten worden ervaren bij het handhaven van het standplaatsenbeleid?

  • Zijn de aangewezen locaties toereikend?

Daarnaast kunnen nog aanvullende aandachtspunten van belang zijn die in de evaluatie meegenomen worden.


Noot
1

Onder commerciële doeleinden wordt verstaan het verkopen van goederen of verlenen van diensten met een direct of indirect winstoogmerk.

Noot
2

Onder ideële doeleinden wordt het niet hebben van een winstoogmerk verstaan, het belangeloos inzetten ter promotie van een bepaald idee of ideaal. Dit is van toepassing op verenigingen en non-profitorganisaties. Voor dit type vergunning worden geen leges of precario betaald.