Regeling vervallen per 01-04-2014

Verordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering Sluis 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-03-2014

Intitulé

Verordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering Sluis 2011

Verordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering Sluis 2011

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    het college: het college van de gemeente Sluis;

  • 2.

    de raad: de gemeenteraad van Sluis;

  • 3.

    duurzame particuliere woningverbetering: het treffen van energiebesparende maatregelen aan de woning als bedoeld in artikel 8;

  • 4.

    EPA-maatwerkadvies: een Energie Prestatie Advies dat voorafgaand aan het uitvoeren, plaatsen of aanbrengen van één of meer van de in artikel 8 derde lid genoemde maatregelen wordt opgesteld door een gecertificeerd bedrijf en dat voldoet aan BRL 9500-02 voor bestaande woningen, dan wel de meest recente opvolgende landelijk geldende eis op dit gebied;

  • 5.

    leningenplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor het verstrekken van leningen, zoals bedoeld in deze verordening;

  • 6.

    SVn: Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten;

  • 7.

    Stimuleringsfonds Duurzame Particuliere Woningverbetering: het fonds waaruit de gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst met de provincie Zeeland en SVn, een lening voor duurzame particuliere woningverbetering kan toekennen, en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort;

  • 8.

    Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering: een lening die ten doel heeft om eigenaars/bewoners te stimuleren om hun woning op te knappen door het treffen van energiebesparende maatregelen en die wordt verstrekt volgens de in deze verordening vastgestelde regels;

  • 9.

    aanvraag: een schriftelijk verzoek aan het college om voordracht bij de SVn voor een Stimuleringslening;

  • 10.

    aanvrager: een meerderjarig natuurlijk persoon, die eigenaar en bewoner is van een particuliere woning. Bij twee of meer eigenaren van één woning gelden zij gezamenlijk als aanvrager;

  • 11.

    eigenaar/bewoner: degene die volgens het kadaster de woning in eigendom heeft en die de woning op het moment van aanvraag feitelijk bewoont;

  • 12.

    Werkelijke kosten: de kosten van materialen en werkzaamheden voor zover noodzakelijk voor het treffen van energiebesparende maatregelen als bedoeld in artikel 8, vermeerderd met de kosten van een EPA-maatwerkadvies, legeskosten, bijkomende kosten voor het verkrijgen van de Stimuleringslening(en) en verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen in deze kosten.

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2

  • 1. De Provincie Zeeland heeft een Stimuleringsfonds Duurzame Particuliere Woningverbetering ingericht waaruit aan de in artikel 6 lid 2 bedoelde eigenaar/bewoners leningen kunnen worden toegekend voor het treffen van energiebesparende maatregelen aan hun woning op een zodanige wijze dat de instandhouding gedurende een langere periode is gewaarborgd.

  • 2. De leningen als bedoeld in lid 1 kunnen worden uitgekeerd tot en met 31 december 2013.

  • 3. Het Stimuleringsfonds Particuliere Woningverbetering is ondergebracht bij SVn en past binnen de deelnemingsovereenkomst tussen de Provincie Zeeland en SVn.

Artikel 3

Op de leningen voor duurzame particuliere woningverbetering zijn van toepassing de SVn-documenten ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’ en de ‘Productspecificaties van stimuleringsleningen’ zoals deze documenten aanwezig zijn in de SVn-informatiemap die deel uitmaakt van de deelnemingsovereenkomst tussen Provincie Zeeland en SVn.

Artikel 4

De raad kan de werkingssfeer van deze verordening of onderdelen daarvan naar tijd en plaats

beperken of verruimen.

Artikel 5

  • 1. Het college is bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering toe te kennen aan de in artikel 6, lid 2 bedoelde eigenaar/bewoners.

  • 2. Het college kan bij haar beslissing op grond van het eerste lid rekening houden met financiële steun die op grond van enige andere regeling is of kan worden toegekend.

  • 3. Het college kan aan de toekenning van een Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering nadere voorwaarden verbinden.

Hoofdstuk 3 Toepassingsbereik

Artikel 6

  • 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op woningen in de Gemeente Sluis, die geschikt en bestemd zijn voor permanente bewoning en een WOZ-waarde vertegenwoordigen van maximaal €170.000,- en voor zover gesitueerd binnen de grenzen van de bebouwde kom van de woonkernen van de gemeente Sluis, te weten: Aardenburg, Breskens, Cadzand-Dorp, Eede, Groede, Hoofdplaat, Nieuwvliet-dorp, Oostburg, Retranchement, Schoondijke, Sint Kruis, Sluis, Waterlandkerkje, IJzendijke en Zuidzande.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op leningaanvragen van in de Gemeente Sluis woonachtige verblijfsgerechtigde personen.

Hoofdstuk 4 Financiering

Artikel 7

  • 1. Het leningenplafond komt overeen met het resterende deel van het Stimuleringsfonds Duurzame Particuliere Woningverbetering voor alle gemeenten in Zeeland beschikbaar tot en met 31 december 2013.

  • 2. De hoofdsom van de door het college toegekende Stimuleringslening(en) is in beginsel gelijk aan het bedrag van de door het college aanvaarde werkelijke kosten.

  • 3. In afwijking van het tweede lid bedraagt de minimale hoogte van de lening € 5.000,-- en de maximale hoogte € 30.000,--.

  • 4. De stimuleringslening particuliere woningverbetering wordt vastgelegd in een notariële akte. Voor een stimuleringslening groter dan € 10.000,-- is hypothecaire zekerheid vereist. Voor stimuleringsleningen lager dan € 10.000,-- is geen hypothecaire zekerheid vereist, tenzij burgemeester en wethouders bepalen dat wel hypothecaire zekerheid is vereist.

  • 5. De lening heeft een looptijd van maximaal 20 jaren, ingaande op het moment dat de lening geacht moet worden definitief te zijn vastgesteld.

  • 6. De Stimuleringslening(en) wordt(en) terugbetaald als annuïtaire lening in overeenstemming met de SVn documenten in artikel 3.

  • 7. Het rentepercentage bedraagt 1% en geldt gedurende de gehele looptijd van de lening.

Artikel 8

  • 1. Aan een eigenaar/bewoner van een woning als bedoeld in artikel 6 lid 1 kan een lening worden toegekend voor duurzame particuliere woningverbetering.

  • 2. De kosten van aannemers, erkende installateurs en leveranciers betreffende de maatregelen in lid 3 komen in aanmerking voor financiering met een lening als bedoeld in deze verordening.

  • 3. Tot de energiebesparende maatregelen worden die maatregelen gerekend die genoemd staan in het EPA-maatwerkadvies. Tot deze maatregelen worden in ieder geval gerekend:

    • a.

      isolatie van de schil van de woning (daken, gevels, vloeren)

    • b.

      grijswatercircuit

    • c.

      cv-ketel

    • d.

      zonne-energie

    • e.

      warmtepomp

    • f.

      warmteterugwinning douchewater

    • g.

      warmtekrachtkoppeling

    • h.

      opmaak energielabel met maatwerkadvies.

  • 4. De maatregelen genoemd in lid 3 worden nader gespecificeerd in bijlage I.

  • 5. Bij de uitvoering van de genoemde werkzaamheden dient zoveel als mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzaam geproduceerde bouwmaterialen.

  • 6. Het college kan de hiervoor vermelde lijst genoemd onder lid 3 uitbreiden en/of inkorten.

Artikel 9

  • 1. De eigenaar/bewoner betaalt maandelijks rente en aflossing volgens de SVn-voorwaarden.

  • 2. Extra aflossing van de lening is altijd en zonder boete mogelijk.

  • 3. Bij verkoop van de woning wordt de restant schuld ineens en volledig afgelost.

Hoofdstuk 5 Aanvraag en toekenning

Artikel 10

Werkzaamheden kunnen omgevingsvergunningsplichtig zijn. Het in bezit zijn van een omgevingsvergunning dan wel zicht hebben op een omgevingsvergunning kan een voorwaarde zijn om in aanmerking te komen voor een lening.

Artikel 11

Een aanvraag wordt schriftelijk bij het college ingediend middels een daartoe beschikbaar gesteld formulier en gaat vergezeld van een opgave van:

  • a.

    een (bouw)plan, bestaande uit bestek en tekeningen of een opgave van de te treffen maatregelen;

  • b.

    een kopie van het EPA-maatwerkadvies;

  • c.

    de werkelijke kosten van de te treffen maatregelen evenals een financiële onderbouwing van deze opgave (op basis van offertes) en eventueel de werkelijke kosten van het EPA-maatwerkadvies;

  • d.

    een planning van de uitvoering van de werkzaamheden.

Artikel 12

  • 1. Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen twee weken.

  • 2. Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren.

  • 3. Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn gecompleteerd is, stelt het college de aanvraag buiten behandeling.

  • 4. Het college handelt de aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

  • 5. Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag compleet is ontvangen.

  • 6. Het college kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 7. Uit overschrijding van de in het vijfde lid bedoelde termijn kan de aanvrager niet

    afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd.

Artikel 13

Het college wijst de aanvraag af, indien:

  • a.

    het leningenplafond bereikt is of het resterende budget in de voorziening Stimuleringsfonds Particuliere Woningverbetering niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

  • b.

    de werkelijke kosten van verbetering naar zijn oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • c.

    de werkelijke kosten van verbetering lager zijn dan het minimumbedrag zoals genoemd in artikel 7 lid 2;

  • d.

    de aanvraag wordt ingediend na het treffen van de maatregelen;

  • e.

    naar zijn oordeel gegronde redenen bestaan aan te nemen dan wel vastgesteld wordt dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening wordt of zal worden voldaan.

Artikel 14

  • 1. Aanvrager wordt getoetst door SVn.

  • 2. SVn voert een kredietbeoordeling uit. De kosten hiervan komen voor rekening van de aanvrager.

  • 3. De toekenning van een Lening Duurzame Particuliere Woningverbetering is afhankelijk van de resultaten van de in lid 1 genoemde toets en de in lid 2 genoemde beoordeling.

  • 4. SVn beheert de toegekende lening voor duurzame particuliere woningverbetering.

  • 5. Verstrekte leningen worden geregistreerd door het Bureau Krediet Registratie.

Artikel 15

  • 1. Verstrekking van de Lening Duurzame Particuliere Woningverbetering vindt plaats via een bouwkrediet van SVn.

  • 2. Een bouwkrediet omvat alle geldbedragen die voor de financiering van de maatregelen nodig zijn, zoals de Lening Duurzame Particuliere Woningverbetering, eigen geld en/of subsidie(s).

  • 3. Uitbetaling vindt plaats naarmate het werk vordert en op basis van gespecificeerde facturen van door aannemers, erkende installateurs en leveranciers geleverde goederen en diensten. De facturen dienen ingediend te worden bij de gemeente. Na akkoord van de gemeente betaalt SVn de gemaakte kosten rechtstreeks aan de aannemers, installateurs en/of leveranciers uit.

  • 4. Het bouwkrediet stopt zodra de maatregelen zijn uitgevoerd. SVn verrekent daarna de eventuele tegoeden of tekorten.

Hoofdstuk 6 Hardheidsclausule, slot- en overgangsbepalingen

Artikel 16

Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel

tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 18

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering Sluis 2011’.

Bijlage I

Specificatie energiebesparende maatregelen

Isolatie

De isolatiewerkzaamheden die onder deze verordening vallen zijn:

  • -

    gevelisolatie

  • -

    dakisolatie

  • -

    vloer- en bodemisolatie

  • -

    HR-glas met een minimale warmtedoorgangscoëfficiënt van 2 W/m2K.

Grijswatercircuit

Het grijswatercircuit moet voor huishoudelijk gebruik worden aangebracht met minimaal aangesloten de toiletspoelingen en minimaal een voorraadvat van 2 m3.

CV-ketel

De cv-ketel moet het gaskeurHR keurmerk hebben en mag eventueel gecombineerd worden met een warmtepomp.

Zonne-energie

De PV-installatie moet een minimaal vermogen hebben van 0,5 kWp en zijn aangebracht conform de NEN 1010.

De zonneboiler moet een minimale jaaropbrengst hebben van 3,1 GJ.

Warmtepomp

De warmtepomp moet gebruikt worden voor de hoofdverwarming en minimaal een thermisch vermogen hebben van 3,2 kW of moet ondersteunend zijn voor de cv-ketel en opgenomen zijn in het verwarmingscircuit.

Warmteterugwinning douchewater

De warmteterugwinning uit douchewater (douche-WTW) moet minimaal aangesloten zijn op 1 douche.

Warmtekrachtkoppeling

De warmtekrachtkoppeling (wkk) moet minimaal een thermisch vermogen hebben van 3,2 kW en kan bestaan uit een HRe ketel of een vergelijkbaar toestel dat zowel warmte als elektriciteit opwekt.

Energielabel

Het energielabel moet voorzien zijn van een maatwerkadvies.