Functieboek gemeente Smallingerland

Geldend van 27-11-2015 t/m heden

Intitulé

Functieboek gemeente Smallingerland

Inleiding op het functieboek

De organisatie heeft gekozen voor het beschrijven van functies door middel van functiefamilie beschrijvingen. Elke functiefamilie bestaat uit een groepering van functies die een gemeenschappelijk grondpatroon hebben ofwel die qua aard van werkzaamheden een gelijksoortigheid vertonen. Bijvoorbeeld: binnen de functiefamilie ‘beleidsadviseur’ zijn alle functies ondergebracht waarbinnen beleidsontwikkelende en -adviserende werkzaamheden worden verricht en binnen de functiefamilie ‘leidinggevende’ alle functies met hiërarchische leidinggevende verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

De functiefamilie beschrijvingen zijn resultaatgericht van aard. De doelstellingen van de organisatie zijn leidend en opgenomen in de diverse afdelings-/teamplannen en deze worden doorvertaald naar de functies binnen de organisatie. De functiefamilie beschrijvingen geven op hoofdlijnen weer welke resultaten behaald moeten worden binnen een bepaalde familie en bandbreedteniveau binnen die functiefamilie. Door middel van het voeren van jaarplangesprekken wordt duidelijk wat de globale omschrijving van resultaten concreet betekent voor de inzet van elke individuele medewerker, zowel op het gebied van werkresultaten als ten aanzien van persoonlijke ontwikkeling.

Toelichting op de functiefamilies

Het functieboek van de gemeente Smallingerland bestaat uit een vijftal functiefamilie beschrijvingen, te weten:

  • -

    Leidinggevende;

  • -

    Beleidsadviseur;

  • -

    Specialistisch medewerker;

  • -

    Vaktechnisch medewerker;

  • -

    Uitvoerend medewerker.

Leidinggevende

In de functiefamilie ‘leidinggevende’ worden alle functies ingedeeld met hiërarchische leidinggevende verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Het leidinggeven kenmerkt zich door de aanwezigheid van een formele gezagssituatie. Dit zijn de leidinggevenden die beoordelingsgesprekken met medewerkers voeren en op basis daarvan afspraken mogen maken die rechtspositionele consequenties hebben.

Beleidsadviseur

In de functiefamilie ‘beleidsadviseur’ worden functies ondergebracht waarvan het merendeel van de werkzaamheden bestaat uit het verrichten van beleidsontwikkelende en -adviserende werkzaamheden. Deze werkzaamheden veronderstellen een zekere mate van visieontwikkeling binnen de daarvoor geldende kaders (d.w.z. reeds geformuleerde beleidslijnen). De aard van de werkzaamheden vereist een analytisch denkvermogen op minimaal HBO werk- en denkniveau. Naast een gedegen theoretische kennis van één of meerdere vakgebieden is het vermogen om de ontwikkelingen binnen andere beleidsterreinen en de consequenties daarvan voor het eigen beleidsterrein te kunnen overzien en daar op in te kunnen spelen noodzakelijk.

Specialistisch medewerker

Het merendeel van de werkzaamheden binnen de functies, die worden ingedeeld in de functiefamilie ‘specialistisch medewerker’, bestaat uit het verrichten van hooggekwalificeerde adviserende en uitvoerende werkzaamheden. Het betreft werkzaamheden waarvoor naast een diepgaande specialistische kennis van een specifiek vakgebied een analytisch denkvermogen benodigd is op minimaal HBO-niveau. De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen globaal geformuleerde beleidslijnen/richtlijnen. De werkzaamheden zijn ter ondersteuning van beleidsontwikkeling en -advisering of ter uitvoering daarvan. Vanuit inzichten in de relaties met andere vakdisciplines en de invloed ervan op de eigen discipline dient te worden gekomen tot de juiste uitvoering van dan wel advisering over complexe vraagstukken.

Vaktechnisch medewerker

In de functiefamilie ‘vaktechnisch medewerker’ worden functies ingedeeld waarvan het merendeel van de werkzaamheden bestaat uit het verrichten van werkzaamheden die als zijnde vaktechnisch worden beschouwd. Vaktechnisch wil zeggen; werkzaamheden waarvoor een vaktechnische kennis benodigd is van één of meerdere deelgebieden binnen een beleidsterrein, welke wordt verkregen door het volgen van middelbare vaktechnische scholing (MBO-niveau 4). Het betreft werkzaamheden waarvoor naast een gedegen vaktechnische kennis eveneens een praktische vaardigheid benodigd is. De werkzaamheden bevinden zich op een vrij nauw afgebakend werkterrein, waarbij enige inzicht in samenhang met andere werkterreinen nodig is.

Uitvoerend medewerker

De functies die worden ingedeeld in de functiefamilie ‘uitvoerend medewerker’ worden gekenmerkt door (ambachtelijke) vaardigheid en bekwaamheid. Deze zijn verkregen door middel van opgebouwde routine in het kunnen toepassen van werkwijzen en opgebouwde ervaring. Naast een afgeronde (vak)technische scholing op (V)MBO-niveau 2 of Basisonderwijs niveau is praktijkervaring benodigd om de werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten.

Schematisch is de indeling van de functiefamilies als volgt weer te geven:

Accent van de functie in percentages

Beleidsadviseur

Specialistisch

medewerker

Vaktechnisch

medewerker

Uitvoerend

Medewerker

Ca. 10%

Uitvoering

Uitvoering

Advisering

op uitvoerings-

niveau

Vakkennis

Ca. 30%

Specialistische kennis

Advisering

Vakkennis

Ambachtelijke vaardigheid

en bekwaamheid

Ca. 60%

Beleids-ontwikkeling/

-advisering

Specialistische kennis

Uitvoering

Uitvoering

Bandbreedte

Binnen elke functiefamilie worden een aantal bandbreedtes (d.w.z. niveauverdelingen) aangebracht, omdat niet alle functies binnen een bepaalde functiefamilie qua zwaarte (mate van complexiteit en diepgang) gelijk zijn. In elke bandbreedte binnen een functiefamilie zijn niveauonderscheidende elementen opgenomen. Deze niveauonderscheidende elementen geven per bandbreedte het verschil aan met de andere bandbreedtes.

In de functiefamilie beschrijvingen komt duidelijk naar voren dat de functies die bijvoorbeeld zijn ingedeeld in bandbreedte A op onderscheidende elementen als zwaarder te beschouwen zijn dan de functies die zijn ingedeeld in bandbreedte B.

De diverse functiefamilies kennen de volgende bandbreedtes:

  • -

    Leidinggevende: A, B, C, D, E, F en G;

  • -

    Beleidsadviseur: A, B, C, D en E;

  • -

    Specialistisch medewerker: A, B, C, D en E;

  • -

    Vaktechnisch medewerker: A, B en C;

  • -

    Uitvoerend medewerker: A, B, C, D en E;

Aan elke bandbreedte is tevens een functieniveau gekoppeld.

Het totaal aan functiefamilie beschrijvingen en bandbreedtes, leidt tot de volgende functiematrix:

Functiematrix

Leidinggevende

Beleidsadviseur

Specialistisch medewerker

Vaktechnisch

medewerker

Uitvoerend medewerker

16

15

14

13

X (A)

12

X (B)

11a

X (A)

X (A)

11

X (C)

X (B)

X (B)

10a

X (D)

X (C)

X (C)

10

X (E)

X (D)

X (D)

9

X (F)

X (E)

X (E)

8

X (G)

X (A)

7

X (B)

6

X (C)

5

X (A)

4

X (B)

3

X (C)

2

X (D)

1

X (E)

Indien er sprake is functioneel leidinggeven, dan wordt het separate profiel voor functioneel leidinggeven gevoegd bij een bandbreedteprofiel van één van de standaard functiefamilie beschrijvingen. Vervolgens wordt er 1 punt voor functioneel leidinggeven toegekend. Deze score wordt gevoegd bij de functiewaarderingsscore behorend bij het bandbreedteprofiel.

Opbouw van de functiefamiliebeschrijving

Plaats in de organisatie

Hier is vermeld onder wiens verantwoordelijkheid de werkzaamheden worden uitgevoerd.

Doel

Betreft een korte beschrijving van het doel van de functie binnen de organisatorische context.

Bandbreedte

In de bandbreedte omschrijving wordt de functie op hoofdlijnen weergegeven. De omschrijving geeft helder weer wat op hoofdlijnen van de functie wordt verwacht en wat de aard en zwaarte (niveau) van de werkzaamheden zijn. Vanuit de omschrijving wordt duidelijk wat het verschil is tussen de verschillende bandbreedteniveaus.

Resultaatgebieden

Onder het kopje resultaatgebieden worden de producten en diensten opgenomen die aan interne- of externe klanten moeten worden geleverd. Alleen de belangrijkste resultaatgebieden worden opgenomen. Dat hoeven niet altijd de resultaatgebieden te zijn, waaraan door de betrokken medewerker de meeste tijd wordt besteed.

Succesbepalende factoren

Factoren die bepalend zijn voor het behalen van de geformuleerde doelstellingen als afgeleide van de organisatiedoelstellingen.

Indicatie kennis en vaardigheden

De aangegeven opleidingsniveaus zijn bedoeld als een indicatie van het werk- en denkniveau. Het wil dus niet zeggen dat de medewerker per definitie in het bezit moet zijn van de betreffende diploma’s, het gaat om het theoretische vereiste werk- en denkniveau om de functie naar behoren te kunnen vervullen. Dit betekent dat een medewerker met bijvoorbeeld een MBO-diploma en een ruim aantal jaren werkervaring kan functioneren op een HBO werk- en denkniveau, zonder een daadwerkelijke HBO-opleiding te hebben gevolgd. Dit geldt ook andersom: het bezit van een diploma op een hoger niveau dan voor de functie benodigd is, leidt niet automatisch tot een hogere indeling in de functiefamilie beschrijvingen.

Bij indicatie kennis en vaardigheid wordt uitgegaan van een algemene vermelding, zoals BO/VMBO/MBO/HBO/WO werk- en denkniveau. Zie navolgend schema:

Indicatie werk- en denkniveau

BO

Basisonderwijs

VMBO

Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (voormalig VBO en MAVO) = MBO-niveau 2.

MBO

Middelbaar Beroeps Onderwijs

(dat wil zeggen de vierjarige dagopleiding) =

MBO-niveau 4.

HBO

Hoger Beroeps Onderwijs

WO

Wetenschappelijk onderwijs

Geen ‘+’

Met ‘+’

Met ‘++’

Wordt 1 of 1 à 2 jaar aanvullende kennisopbouw en ervaring bedoeld.

Wordt 1 à 2 of 2 à 4 jaar aanvullende kennisopbouw en ervaring bedoeld

Wordt 2 à 4 of 4 à 7 jaar aanvullende kennisopbouw en ervaring bedoeld.

Volledige functieboek