Verordening van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân houdende regels omtrent controle en inrichting van de financiën Controleverordening gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening “Fryslân” 2013

Geldend van 10-08-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân houdende regels omtrent controle en inrichting van de financiën Controleverordening gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening “Fryslân” 2013

Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening “Fryslân”,

gelet op:

  • -

    artikel 8.5 van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening “Fryslân”;

  • -

    artikel 213 Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening op de controle van het financieel beheer en van de inrichting van de financiële organisatie van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening “Fryslân”.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Accountant:

    Een door het algemeen bestuur benoemde:

    • registeraccountant, of

    • accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister; of

    • organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken,

  • belast met de controle van de in artikel 34 Wet Gemeenschappelijke Regelingen bedoelde jaarrekening.

  • b.

    Accountantscontrole:

    De controle van de in artikel 34 Wet Gemeenschappelijke Regelingen bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door het algemeen bestuur benoemde accountant van:

    • het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

    • het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;

    • het in overeenstemming zijn van de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet (het Besluit Begroting en Verantwoording);

    • de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

  • waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.

  • c.

    Rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole:

    Het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden.

  • d.

    Deelverantwoording:

    Een in opdracht van het algemeen bestuur ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de organisatie van de regeling, welke verantwoording onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.

  • e.

    De regeling:

    De gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening “Fryslân”.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1. De accountantscontrole wordt opgedragen aan de door het algemeen bestuur benoemde accountant.

  • 2. De benoeming van de accountant geschiedt voor een door het algemeen bestuur te bepalen periode.

  • 3. Het dagelijks bestuur bereidt de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

  • 4. Het programma van eisen voor de aanbesteding van de accountantscontrole wordt vastgesteld door het algemeen bestuur.

Artikel 3. Informatieverstrekking door dagelijks bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende externe wet- en regelgeving en interne besluiten en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, bestuursbesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3. Bij de jaarrekening bevestigt het dagelijks bestuur schriftelijk aan de accountant dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant, is verstrekt.

  • 4. Het dagelijks bestuur legt de gecontroleerde jaarrekening samen met de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen uiterlijk 30 juni ter vaststelling voor aan het algemeen bestuur.

  • 5. Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in het algemeen bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur en de accountant gemeld.

Artikel 4. Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3. Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en (een vertegenwoordiger uit) het algemeen bestuur en de ambtelijk secretaris van de gemeenschappelijke regeling of diens plaatsvervanger.

Artikel 5. Toegang tot informatie

  • 1. De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen en waardepapieren, het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, terreinen en informatiedragers van de regeling.

  • 3. De accountant is bevoegd om van alle werknemers mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de betreffende werknemers hieraan hun medewerking verlenen.

  • 4. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat alle organisatie-eenheden van het openbaar lichaam zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

Het dagelijks bestuur, dan wel de ambtelijk secretaris van de gemeenschappelijke regeling – mits daartoe gemandateerd – , kan de door het algemeen bestuur benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid, voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt.

Artikel 7. Rapportering

  • 1. Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan het algemeen bestuur en zendt een afschrift hiervan aan het dagelijks bestuur.

  • 2. De accountant brengt schriftelijk verslag uit van zijn bevindingen aan het algemeen bestuur. Dit verslag bevat in ieder geval bevindingen over:

    • a.

      de vraag of de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken en

    • b.

      onrechtmatigheden in de jaarrekening.

    Het algemeen bestuur kan nadere inrichtingseisen formuleren voor het verslag van bevindingen.

  • 3. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan het algemeen bestuur door de accountant aan het dagelijks bestuur voorgelegd met de mogelijkheid door het dagelijks bestuur om op deze stukken te reageren. Mits daartoe gemandateerd, kan de ambtelijk secretaris van de gemeenschappelijke regeling in de plaats treden van het dagelijks bestuur.

  • 4. In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen kan de accountant over de door hem uitgevoerde controles verslag uitbrengen over zijn bevindingen van niet bestuurlijk belang aan de ambtelijk secretaris van de gemeenschappelijke regeling.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2013, met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) van het verslagjaar 2013 en later. Met de inwerkingtreding vervalt de Controleverordening van 16 december 2004.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Controleverordening gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening “Fryslân” 2013”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur d.d. 15 februari 2013,

Voorzitter,

Z. Zweers

Secretaris,

Mr. M. Prins

Toelichting op Controleverordening Gemeenschappelijke Regeling

Sociale Werkvoorziening “Fryslân” 2013

Artikel 2.4

Er zijn door het algemeen bestuur geen goedkeurings- of rapporteringstoleranties vastgesteld die strenger zijn dan die genoemd in het Besluit Accountantscontrole decentrale overheden.