Regeling vervallen per 02-07-2019

Integriteitsnotitie politieke ambtsdragers gemeente Staphorst 2011

Geldend van 29-06-2011 t/m 01-07-2019

Intitulé

Integriteitsnotitie politieke ambtsdragers gemeente Staphorst 2011

De raad van de gemeente Staphorst

gelezen het voorstel van het presidium en de werkgroep Integriteit d.d. 20 april 2011;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende integriteitsnotitie politieke ambtsdragers gemeenteStaphorst 2011.

Afdeling 1 Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Leden van het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeente Staphorst stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de politieke functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collegaleden of aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie de politieke ambtsdragers hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst de integriteit van politieke ambtsdragers in een breder perspectief.

Onder politieke ambtsdragers wordt in de zin van deze notitie verstaan: burgemeester, wethouders en raadsleden.

1. Dienstbaarheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken. Politieke ambtsdragers dienen zich dienstbaar te maken aan de ontwikkeling van de plaatselijke samenleving.

2. Functionaliteit

Het handelen van een politieke ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij of zij vervult in het algemeen en dagelijks bestuur.

3. Onafhankelijkheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager wordt gekenmerkt door gedrag, waarbij geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en waarbij ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

4. Openheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht kunnen hebben in het handelen van de politieke ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

5. Betrouwbaarheid

Op een politieke ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij of zij uit hoofde van zijn of haar politieke functie beschikt, wendt hij of zij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

6. Zorgvuldigheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is zodanig dat alle burgers en ambtenaren op gelijkwaardige wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

7. Vertrouwelijkheid/geheimhouding

Kennis en informatie met een vertrouwelijk c.q. geheim karakter waarover politieke ambtsdragers beschikken, blijven vertrouwelijk. Burgers, ambtenaren, collegeleden en collega-raadsleden kunnen erop rekenen dat vertrouwelijke of geheime informatie alleen wordt aangewend waartoe deze dient.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Afdeling 2 Gedragsafspraken

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1 Deze integriteitsnotitie geldt voor de politieke ambtsdragers van de gemeente Staphorst. Daaronder worden begrepen: de leden van de raad, de burgemeester en wethouders.

  • 2 In gevallen waarin de integriteitsnotitie niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het presidium respectievelijk in het college van burgemeester en wethouders.

  • 3 De integriteitsnotitie is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 4 De leden van het college en de leden van de raad ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de integriteitsnotitie.

  • 5 De politieke ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze notitie.

Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 1 De politieke ambtsdrager doet opgave van zijn of haar financiële belangen in ondernemingen en organisaties.

  • 2 Bij privaatpublieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politieke ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3 Een politieke ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten en werken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de beraadslagingen en besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 4 Een politieke ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten of werken aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn of haar onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

Artikel 3 Nevenfuncties

  • 1 Een politieke ambtsdrager vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 2 Een politieke ambtsdrager maakt melding van al zijn of haar nevenfuncties en voor welke organisaties de functies worden verricht. Deze gegevens worden openbaar gemaakt door middel van het ter inzage leggen hiervan op het gemeentehuis.

  • 3 De kosten die een politieke ambtsdrager maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van functie (q.q.-nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

  • 4 Een politieke ambtsdrager die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het politieke ambt, meldt dit voornemen aan het desbetreffende bestuursorgaan.

Artikel 4 Informatie

  • 1 Een politieke ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij of zij uit hoofde van zijn functie beschikt. Hij of zij verstrekt geen vertrouwelijke of geheime informatie.

  • 2 Een politieke ambtsdrager houdt op verzoek geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. (zie de toelichting)

  • 3 Een politieke ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of van zijn of haar persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het mbt verkregen informatie.

Artikel 5 Aannemen van geschenken en uitnodigingen

  • 1 De politieke ambtsdrager neemt een alerte houding aan bij het accepteren van uitnodigingen voor het bijwonen van bijzondere bijeenkomsten w.o. diners, recepties e.d.. Dit mag niet worden geaccepteerd als de onafhankelijkheid in de besluitvorming op enigerlei wijze kan worden aangetast.

  • 2 Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn of haar functie ontvangt, worden gemeld aan het presidium (t.a.v. de raadsleden) en aan het college (t.a.v. burgemeester en wethouders) geregistreerd. Deze zijn in principe eigendom van de gemeente. De ontvangst wordt t.a.v. de raadsleden door de griffier periodiek gemeld aan het presidium. De ontvangsten van het college van burgemeester en wethouders worden geregistreerd in het geschenkenboek overeenkomstig de ambtelijke integriteitnota; “Eerlijk duurt het langst”.

  • 3 Indien een politieke ambtsdrager geschenken of giften ontvangt die een winkelwaarde van € 25 niet te boven gaan, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande, mits wel geregistreerd, worden behouden. Bedrijfsattenties in de vorm van hebbedingetjes hoeven niet gemeld te worden.

  • 4 Geschenken en giften mogen niet op het huisadres worden ontvangen. Het bepaalde onder 5.2 wordt echter overeenkomstig toegepast, tenzij dit op basis van het bepaalde onder 5.3 achterwege kan blijven, omdat de waarde van het geschenk of de gift minder dan € 25 bedraagt. De politieke ambtsdrager bespreekt in het bestuursorgaan waar hij of zij deel van uit maakt uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

Artikel 6 Uitgaven

  • 1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 2 Ter bepaling van de functionaliteit van de uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:- met de uitgave is het belang van de gemeente gediend en- de uitgave is noodzakelijk voor het uitoefenen van c.q. vloeit voort uit de functie.

Artikel 7 Declaraties

  • 1 De politieke ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 2 Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure en worden t.a.v. het college van burgemeester en wethouders altijd door een ander lid van het college ondertekend. Ten aanzien van de raad vindt dit plaats door de griffier als budgethouder.

  • 3 Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 4 Gemaakte kosten worden in beginsel binnen een maand gedeclareerd.

  • 5 De gemeentesecretaris respectievelijk de griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties.

  • 6 In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester/waarnemend voorzitter van de raad. Zo nodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het presidium/college van burgemeester en wethouders voorgelegd.

Artikel 8 Reizen buitenland

  • 1 Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, heeft toestemming nodig van het bestuursorgaan waartoe hij of zij behoort. Het presidium beslist hierover in opdracht van de gemeenteraad en de burgemeester treedt voor de college van burgemeester en wethouders als beslisorgaan op.

  • 2 Een politieke ambtsdrager dat het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 3 Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 4 Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming door de burgemeester (m.b.t. het college van burgemeester en wethouders) en door het presidium (t.a.v. de raadsleden) betrokken.

  • 5 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politieke ambtsdrager.

  • 6 De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele (noodzakelijke) uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen.

Artikel 9 Sanctionering

  • 1 De politieke ambtsdrager is zelf verantwoordelijk voor de keuzes die hij of zij in de functie maakt.

  • 2 Bij het niet naleven van de gedragsafspraken spreekt, ten aanzien van het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester c.q. de locoburgemeester, de politieke ambtsdrager hierop aan eventueel in het bijzijn van de loco-burgemeester/ 2e loco-burgemeester of de gemeentesecretaris. Indien nodig stelt de burgemeester c.q. de loco-burgemeester een onderzoek in en bespreekt dit met een ander lid van het college van burgemeester en wethouders. Ten aanzien van de gemeenteraad spreekt de burgemeester c.q. de waarnemend voorzitter, de politieke ambtsdrager op het niet-naleven van de gedragsafspraken aan eventueel in het bijzijn van de waarnemend voorzitter, de tweede waarnemend voorzitter of de griffier. De burgemeester c.q. de waarnemend voorzitter van de raad stelt indien nodig een onderzoek in en bespreekt dit met de waarnemend voorzitter of de tweede waarnemend voorzitter van de raad.

Artikel 10 Citeerartikel en inwerkingtreding

  • 1 Deze integriteitsnotitie kan worden aangehaald als “Integriteitsnotitie politieke ambtsdragers gemeente Staphorst 2011”

  • 2 Deze integriteitsnotitie treedt in werking op dag, volgende op die van haar vaststelling.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Staphorst van 28 juni 2011

, voorzitter
, griffier

Toelichting 1 artikel 4.2 (het niet verstrekken van informatie)

Wet openbaarheid van bestuur

Hoofdstuk V. Uitzonderingsgronden en beperkingen

Artikel 10

1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt.

2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties;b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1a, onder c en d, bedoelde bestuursorganen;c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie;g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.

3. Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking.

4. Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het zevende lid, aanhef en onder a, zijn niet van toepassing voorzover het milieuinformatie betreft die betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieuinformatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang.

5. Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter.

6. Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie.

7. Het verstrekken van milieu-informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voorzover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:a. de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;b. de beveiliging van bedrijven en het voorkomen van sabotage.

8. Voorzover het vierde lid, eerste volzin, niet van toepassing is, wordt bij het toepassen van het eerste, tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking genomen of deze informatie betrekking heeft op emissies in het milieu.