Regeling vervallen per 01-10-2010

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Geldend van 01-01-1998 t/m 30-09-2010

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

De raad der gemeente Stede Broec;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 1997;

gelet op artikel 1, tweede lid en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid en artikel 8.40 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat:

burgemeester en wethouders de zorg hebben voor:

  • a.

    het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

  • b.

    het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet tot de taak van de brandweer behoort;

    burgemeester en wethouders andere werkzaamheden, dan hierboven bedoeld, kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

    de brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

    de Bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer de brandveiligheid;

    de Wet milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen;

    het wenselijk is de voorzieningen voor de brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen;

    B E S L U I T :

    vast te stellen de : Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    repressieve taken:

    1e het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    2e het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren en ongevallen anders dan bij brand;

    3e de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en het bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

  • b.

    preventieve taken;

    1e het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    2e de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

    3e de uitvoering van voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en standplaatsen;

    4e de uitvoering van de brandbeveiligingsverordening.

Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3 Taken brandweer

De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:

  • 1.

    de feitelijke uitvoering van de preventieve en repressieve taken:

  • 2.

    andere dan de onder 1. genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten:

  • a.

    het beperken en bestrijden van milieu-incidenten;

  • b.

    het reinigen van wegen en terreinen bij ongevallen.

Artikel 4 Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening

Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per jaar een plan voor op welke wijze aan de inhoud van de in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven (beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening).

Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de preventieve en repressieve taken.

Artikel 5 Regionale taken

Naast de in artikel 3, tweede lid van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, zijn de volgende taken van de gemeentelijke brandweer aan de regionale brandweer opgedragen:

  • a.

    de alarmering van de gemeentelijke brandweer;

  • b.

    de opleidingen.

Artikel 6 Personeel

Het personeel van de gemeentelijke brandweer met preventieve en/of repressieve taken bestaat uit:

  • a.

    één commandant;

  • b.

    twee plaatsvervangende commandanten;

    en tenminste:

  • a.

    8 onderofficieren;

  • b.

    28 brandwachten.

Artikel 7 Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.

Artikel 8 Instructie commandant

De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructies.

Artikel 9 Materieel

  • 1.

    Het materieel van de gemeentelijke brandweer bestaat tenminste uit:

  • a.

    2 tankautospuiten (TAS);

  • b.

    1 hulpverleningsauto (HV);

  • c.

    1 waterongevallenauto (WOA).

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 10 Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 Citeertitel en in werking treden

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

  • 3.

    Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de “Organisatieverordening brandweer” , vastgesteld bij raadsbesluit van 6 december 1979 en zoals deze sedertdien is gewijzigd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Stede Broec, gehouden op 4 december 1997.
De secretaris, De voorzitter,