Marktverordening

Geldend van 24-02-2000 t/m heden

Intitulé

Marktverordening

De raad van de gemeente Stede Broec:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 januari 2000;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet:

b e s l u i t:

vast te stellen de navolgende MARKTVERORDENING

Algemene bepalingen

Begripsbepalingen.

Artikel 1.

1: In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Markt: de warenmarkt die krachten het besluit van de raad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden.

  • b.

    Marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, die bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen.

  • c.

    Standplaats: de door burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel voor de duur van de markt met een standaard maat, per kraam van 4 meter strekkende lengte, de breedte per standplaats nader vast te stellen al naar gelang de omstandigheden.

  • d.

    Vaste plaats: standplaats die tot wederopzegging ter beschikking staat aan de vergunninghouder.

  • e.

    Dagplaats: standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld.

  • f.

    Vergunninghouder: een ieder die van burgemeester en wethouders een vergunning heeft ontvangen om een standplaats in te nemen.

  • g.

    Marktmeester: de door burgemeester en wethouders daarvoor aangewezen ambtenaar.

    2: In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt; de vrouwelijke

    persoonsvorm wordt geacht er te zijn bij inbegrepen.

    Tijdelijk andere plaats of dag.

Artikel 2.

  • 1.

    Bij dringende redenen kunnen burgemeester en wethouders tijdelijk een andere

    plaats voor de markt aanwijzen. Als de marktdag samenvalt met een dag als bedoeld

    in artikel 2, eerste lid sub b van de

    Winkeltijdenwet, kunnen zij een andere dag aanwijzen waarop de markt gehouden

    kan worden of kunnen zij de markt laten vervallen.

  • 2.

    Bovenstaand besluit zal tijdig openbaar bekend worden gemaakt, conform de

    bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht.

    Marktinrichting.

Artikel 3.

1. Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markt:

  • a.

    De afmetingen van de dag-, en grondplaatsen.

  • b.

    De opstelling en indeling van de markt.

  • c.

    De plaats waar verkoopwagens kunnen worden geplaatst.

  • d.

    Het aantal standplaatsen, de soort van de op de markt toe te laten artikelengroepen en de aantallen standplaatsen per artikelengroep.

  • e.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de goederen, die naar hun oordeel voor marktverkoop ongeschikt zijn, niet tot de markt toe te laten of ze daarvan te doen verwijderen.

    Verbod tot ingebruikname marktterrein.

Artikel 4.

Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders ruimte in te nemen met goederen,

voertuigen of anderszins vanaf 5.00 uur tot 18.30 uur.

Plaatsen opstallen.

Artikel 5.

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning voertuigen, verkoopwagens, kramen, tafels etc. op het marktterrein te plaatsen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen voorwaarden verbinden aan deze vergunning.

    Gebruik Elektriciteit.

Artikel 6.

  • 1.

    Voor de verlichting van een standplaats moet men gebruik maken van spaarlampen.

  • 2.

    Verkoopwagens mogen uitsluitend de standaardverlichting gebruiken.

  • 3.

    Het is verboden om voor verwarming gebruik te maken van elektriciteit, gebruik van elektra voor koeling in de foodsector is toegestaan.

  • 4.

    Het is verboden elektrische energie te betrekken van een ander dan degene, die van gemeentewege voor het leveren van elektriciteit is aangewezen dan wel hierin zelf te voorzien.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen voor het gebruik van elektriciteit.

    Verbod goederen.

Artikel 7.

  • 1.

    Het is verboden artikelen, die krachtens een besluit van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, goederen waarvan de vergunning tot verhandeling aan een andere markthandelaar is afgegeven, of goederen die niet vallen onder de aan de handelaar afgegeven vergunning, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden, of te verkopen.

  • 2.

    Het is verboden artikelen ter verkoop aan te bieden of in voorraad te hebben die vallen onder de Wet op de geneesmiddelenvoorziening.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen, als dit het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn, of in het geheel verbieden.

    Toewijzing en bezetting van standplaatsen.

    Vaste plaatsen als regel.

Artikel 8.

  • 1.

    De standplaatsen op de markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 2.

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen, of zolang de vergunninghouder zijn plaats niet inneemt.

    Vergunning burgemeester en wethouders.

Artikel 9.

  • 1.

    De toewijzing van standplaatsen geschiedt door burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Het is verboden een andere of grotere standplaats in te nemen dan de aangewezen plaats.

    Legitimatie.

Artikel 10.

  • 1.

    Een ieder die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen moet zich, op eerste vordering, tegenover burgemeester en wethouders of de marktmeester kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven identiteitsbewijs voorzien van een goedgelijkende recente pasfoto.

  • 2.

    Als men geen geldig identiteitsbewijs kan tonen, wordt er geen standplaats toegewezen.

    Aanmeldingen voor een standplaats op de markt.

Artikel 11.

  • 1.

    Bij het vrijkomen van een standplaats op de weekmarkt kan degene die in aanmerking wil komen voor een standplaats zich aanmelden bij de marktmeester of diens plaatsvervanger. Met in achtneming van de branche-indeling wordt in overleg met de marktcommissie bepaald wie de standplaats mag innemen.

  • 2.

    Bij de aanvraag voor inschrijving moet men een recente kopie van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, een kopie van de aansprakelijkheidsverzekering die is afgesloten voor de markt, een aanmeldingskaart van het Centraal Registratie Kantoor Ambulante Handel en een kopie van een geldig identiteitsbewijs overleggen.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor een standplaats moet men een handelingsbekwaam natuurlijk persoon zijn en geheel voldoen aan de eisen zoals gesteld in artikel 12.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, kan één wettig kind of een bedrijfsleider van een vaste standplaatshouder, die tenminste twee jaar de standplaatshouder heeft bijgestaan op deze markt, de standplaats overnemen. Deze persoon moet persoonlijk voldoen aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel.

    Vereisten ingeschrevenen.

Artikel 12.

  • 1.

    Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont: a. dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechterlijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie; b. of dat hij tenminste twee jaar de vaste standplaatshouder heeft bijgestaan op deze markt en persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel; c. dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe men als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. Een kopie van deze verzekeringspapieren en een recente kopie van de inschrijving van de Kamer van Koophandel moeten jaarlijks in de maand januari aan burgemeester en wethouders worden overhandigd.

    Schriftelijke vergunning vaste plaats.

Artikel 13.

Bij toewijzing van een vaste standplaats wordt door burgemeester en wethouders een schriftelijke vergunning afgegeven, vermeldende:

  • 1.

    de naam en volledige voornamen, geboortedatum en geboorteplaats, alsmede adres, woonplaats en telefoonnummer van de standplaatshouder;

  • 2.

    de artikelengroep of deel van de artikelengroep waarvoor de vergunning is afgegeven;

  • 3.

    indien noodzakelijk worden de artikelen vermeld die van verkoop op deze markt uitdrukkelijk zijn uitgesloten;

  • 4.

    indien artikelen overlast kunnen veroorzaken, dan worden er zonodig nadere bepalingen opgelegd.

    Intrekking vergunning vaste plaats.

Artikel 14.

  • 1.

    De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken: a. op een, bij voorkeur schriftelijk, verzoek van de vergunninghouder; b. wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meerder eisen gesteld in artikel 12; c. bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 3 van dit artikel d. indien de vergunninghouder niet tenminste eens per twee weken en ten minste negen maal per kwartaal zijn plaats op de markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 20 en 21.

  • 2.

    De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken van diegene die persoonlijk gedurende drie achtereenvolgende maanden geen gebruik heeft gemaakt van het recht op het innemen van een vaste plaats.

  • 3.

    Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning voor de vaste standplaats, met inachtneming van het bepaalde in artikel 12, overgeschreven op de overblijvende echtgenoot of daarmee gelijkgestelde, indien daartoe een schriftelijk verzoek binnen één maand na het overlijden is ingediend.

  • 4.

    Wegens bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders, bij gemotiveerd besluit, afwijken van het in dit artikel bepaalde.

    Tijdstip bezetten van een standplaats.

Artikel 15.

  • 1.

    De vergunninghouder moet zijn standplaats om uiterlijk 8.30 hebben ingenomen, voor verkoopwagens is dit om 9.00 uur. Als men op dit tijdstip zijn plaats niet heeft ingenomen, dan kan deze plaats als dagplaats worden aangemerkt tenzij men voor dit tijdstip en met opgave van geldige redenen, die de vergunninghouder beletten tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de standplaats ter beschikking te houden.

  • 2.

    Om voor een dagplaats in aanmerking te komen moet de aanvrager voldoen aan het in artikel 12 sub a en c bepaalde.

  • 3.

    Een aanvraag voor een dagplaats kan worden ingediend tijdens het telefonisch spreekuur van de marktmeester of op de marktdag voor aanvang van de markt tot uiterlijk 8.30 uur. De dagplaats moet voor 9.00 uur zijn ingenomen.

  • 4.

    Bij toewijzing van een dagplaats wordt rekening gehouden met de artikelengroep zoals bepaald in artikel 3 sub d en e.

    Persoonlijk innemen van standplaats.

Artikel 16.

  • 1.

    Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen, hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats laten bijstaan.

    Regeling bij ziekten.

Artikel 17.

  • 1.

    Vergunninghouders van vaste standplaatsen die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats in te nemen, moeten de marktmeester tijdig voor de betreffende marktdag daarvan in kennis stellen.

  • 2.

    Bij langdurige afwezigheid van de vergunninghouder wegens ziekte moet hij als bewijs van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring overleggen.

  • 3.

    Indien de in sub 2 genoemde verklaring niet wordt overlegd of indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders behoefte bestaat aan nadere informatie, dan moet de vergunninghouder een keuring ondergaan bij een door burgemeester en wethouders aangewezen geneeskundige.

  • 4.

    In geval van ziekte kan de standplaatshouder zich, desgewenst na toestemming van burgemeester en wethouders, voor een termijn van ten hoogste 24 maanden doen vervangen door een vaste medewerker. De standplaatsouder blijft tijdens zijn afwezigheid in persoon verantwoordelijk voor uitvoering van de aan zijn vergunning verbonden voorwaarden.

    Regeling bij vakantie.

Artikel 18.

  • 1.

    Degenen die wegens vakantie hun standplaats niet kunnen innemen moeten daarvan tijdig met opgave van de duur van de vakantie mededeling doen aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De in artikel 14 lid 1 sub d genoemde regeling inzake de verplichting tot persoonlijke inname van de standplaats blijft per kalenderjaar voor ten hoogste 6 marktdagen buiten werking als de vergunninghouder tijdig zijn afwezigheid heeft gemeld aan burgemeester en wethouders.

    Vervanging vergunninghouder.

Artikel 19.

In bijzondere omstandigheden kan door burgemeester en wethouders aan een vergunninghouder tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun standplaats aanwezig te zijn. De vergunning- houder moet dit tijdig schriftelijk aanvragen met duidelijke opgave van redenen.

Overige maatregelen van orde

Tijdstip aan- en afvoer van goederen.

Artikel 20.

Het is verboden vroeger dan drie uur voor aanvang van de markt goederen of waren aan te voeren.

De aanvoer moet zijn beëindigd om 9.00 uur behoudens bijzondere omstandigheden. Dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten zijn verwijderd uiterlijk twee uur na sluitingstijd van de markt.

Innemen standplaats tot sluitingtijd van de markt.

Artikel 21.

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot sluitingstijd van de markt te blijven innemen.

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden, door het college als zodanig beoordeeld, van deze bepaling ontheffing verlenen.

Parkeren marktvoertuigen.

Artikel 22.

Het is verboden voertuigen waarmee goederen of waren worden of zijn aangevoerd op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die door burgemeester en wethouders is aangewezen.

Verboden.

Artikel 23.

Het is de standplaatshouder verboden:

  • a.

    langer dan 30 minuten van zijn uitstalling verwijderd te zijn behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders. Gedurende deze tijd mag hij zijn uitstalling niet onbeheerd achterlaten;

  • b.

    op het marktterrein of buiten de geldende markttijden goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

  • c.

    meer ruimte in te nemen dan is toegewezen;

  • d.

    de opstal van zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

  • e.

    de doorgang in de wandelpaden op en langs het marktterrein op enige wijze te hinderen of te belemmeren;

  • f.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan goederen waarvoor vergunning is afgegeven door burgemeester en wethouders;

  • g.

    op de markt afval aan te voeren of achter te laten. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen.

  • h.

    stormankers te slaan in de bestrating.

    Verzorging standplaats.

Artikel 24.

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht er voor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd uiterlijk biedt. Een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Hij moet zijn kraam aan de voorzijde tussen het verkoopblad en de grond afschermen.

  • 3.

    Tijdens de markt moet hij zijn afval zelf inzamelen.

  • 4.

    Alvorens hij het marktterrein verlaat moet hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon, geveegd en afvalvrij opleveren.

    Geluid.

Artikel 25.

  • 1.

    Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    De aanwezigheid van radio’s, grammofoons etc. op de standplaats, anders dan voor de verkoop, is evenmin toegestaan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden, onder door hen te stellen voorwaarden.

    Bereiden van voedsel.

Artikel 26.

  • 1.

    Vergunninghouders die op de standplaats tevens etenswaren verkopen die bedoeld zijn voor consumptie moeten aan de voorzijde van hun kraam/verkoopwagen twee afvalbakken van voldoende grootte plaatsen. Bij het gebruik van bak- of frituuroven worden de volgende eisen gesteld: * de gasinstallatie moet voldoen aan de norm NEN 2920-1997NL; * de gasslang moet elke twee jaar en het reduceerventiel elke vijf jaar worden vervangen; * bij de frituuroven moet een goed passende deksel aanwezig zijn om in geval van brand deze te kunnen sluiten; * nabij de ingang moet een draagbaar blustoestel aanwezig zijn met een inhoud van tenminste 6 kg bluspoeder of vergelijkbare bluskracht; Het draagbaar blustoestel moet: * elk jaar door een erkend bedrijf worden gecontroleerd; * duidelijk zichtbaar voor iedereen worden opgehangen.

    Prijsaanduidingen.

Artikel 27.

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen moeten de te verkoop aangeboden artikelen of waren geprijsd worden op zodanige wijze dat deze voor het publiek duidelijk leesbaar zijn en geen aanleiding geven tot misverstanden.

Hygiëne.

Artikel 28.

Onverminderd het bepaalde in de Warenwetgeving moet de vergunninghouder eet- en drinkwaren op zodanige wijze uitstallen dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Meet- en werktuigen.

Artikel 29.

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement moet de vergunninghouder die zijn goederen per maat of gewicht verkoopt ervoor zorgen dat de meet- en weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2.

    Het weegwerktuig moet zodanig worden geplaatst dat de weging voor het publiek goed afleesbaar is en geen aanleiding kan geven tot misverstanden.

    Voetgangersgebied.

Artikel 30.

Tijdens de duur van de markt is het verboden om voor verplaatsing op het marktterrein gebruik te maken van enig voertuig met uitzondering van invalidenwagens.

Venten op het marktterrein.

Artikel 31.

Het is verboden om op het marktterrein tijdens de duur van de markt, met goederen of waren ter verkoop rond te lopen of te rijden, dit met uitzondering van de vergunninghouder die alcoholvrije dranken en etenswaren verkoopt ten behoeve van de standplaatshouders.

Propaganda en gedrukte stukken.

Artikel 32.

  • 1.

    Voor het verspreiden van of venten met gedrukte of geschreven stukken, afbeeldingen, godsdienstige, politieke of andere propaganda moet aan de marktmeester of diens vervanger een dagplaats vergunning worden aangevraagd.

  • 2.

    De vergunninghouders van een vaste standplaats moeten geen hinder ondervinden van de in artikel 32, lid 1, genoemde activiteiten.

  • 3.

    Bij het verlaten van de markt moet de verspreider van het bedoelde in artikel 32, lid 1, zelf zorgdragen dat artikel 24 “verzorging standplaats” goed wordt uitgevoerd. Een en ander ter beoordeling van de marktmeester of diens vervanger. In geval van nalatigheid wordt artikel 37, lid 2, toegepast.

    Straf- en slotbepalingen

    Nadere regels.

Artikel 33.

  • 1.

    Het handhaven van de orde op de markt is behalve aan de politie in het bijzonder opgedragen aan de marktmeester of diens vervanger, die door burgemeester en wethouders is aangewezen.

  • 2.

    Een ieder is verplicht de bevelen gegeven door de politie of marktmeester onmiddellijk op te volgen. Dit in het belang van de handhaving van de orde op de markt.

Artikel 34.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen en ontheffingen te verlenen betreffende het in deze verordening bepaalde.

Artikel 35.

  • 1.

    Degene die in strijd handelt met hetgeen in deze verordening is bepaald of degene die zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, die de marktmeester in de uitoefening van zijn taak belemmert dan wel direct of indirect de orde op de markt in gevaar brengt, één en ander ter beoordeling van de marktmeester, kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 36 en 37 door burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren onmiddellijk van de markt te verwijderen. Aan dit bevel moet onmiddellijk gehoor worden gegeven.

  • 2.

    Als van deze bevoegdheid in mandaat gebruik wordt gemaakt, dan moet binnen 24 uur melding gedaan aan burgemeester en wethouders.

    Intrekken vergunningen en schorsing.

Artikel 36.

Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, in zijn geheel intrekken of de standplaatsvergunning telkens voor ten hoogste twee achtereen- volgende marktdagen intrekken als:

  • a.

    de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;

  • b.

    van de standplaats gebruik wordt gemaakt in strijd met het doel waarvoor zij is bestemd;

  • c.

    de vergunninghouder of zijn personeel zich schuldig maakt aan wangedrag;

  • d.

    de vergunninghouder, ondanks tweemaal te zijn gewaarschuwd, de markt verlaat voor sluitingstijd;

  • e.

    de vergunninghouder zijn voertuig parkeert anders dan op de door burgemeester en wethouders aangewezen plaats(en);

  • f.

    de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld heeft voldaan, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

    Vergoeding gemaakte kosten, waarschuwingen.

Artikel 37.

Overtredingen van het bepaalde in:

  • a.

    artikel 6 “gebruik elektriciteit”: tweemaal een waarschuwing gevolgd door een schorsing van ten hoogste twee marktdagen per overtreding;

  • b.

    artikel 24 “verzorging standplaats” sub 3 en 4: tweemaal een waarschuwing gevolgd door een schorsing van ten hoogste twee marktdagen en een vergoeding van € 30,00 per kraam voor de schoonmaakkosten of bij herhaling van de overtreding intrekken van de standplaatsvergunning.

  • c.

    Voor verankering van de kramen moet men gebruik maken van de in de bestrating aanwezig zijnde stormankers. Het gebruik van eigen materiaal is niet toegestaan. Overtreding wordt bestraft met een boete waarvan de hoogte gelijk is aan de reparatiekosten van de betrokken bestrating.

    Citeertitel

Artikel 38.

Deze verordening kan worden aangehaald als “Marktverordening”.

Artikel 39.

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking. Op dat moment vervalt de “Marktverordening” zoals vastgesteld in de vergadering van 5 februari 1998.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Stede Broec, gehouden op 3 februari 2000.

De secretaris, De voorzitter,