Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van markt- en staangeld 2018

Geldend van 09-12-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van markt- en staangeld 2018

Raadsbesluit

Steenwijk, 7 november 2017

Nummer: 2017-RAAD-00019

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2017,

nummer 2017-RAAD-00019;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van markt- en staangeld 2018.

(Verordening markt- en staangeld Steenwijkerland 2018).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    standplaats: de op en voor de duur van een markt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • b.

    marktdag: de dag waarop de markt gehouden wordt, waarbij de voor de markt bestemde dagen afzonderlijk beschouwd worden;

  • c.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als gehele dag geldt;

  • d.

    week: een kalenderweek;

  • e.

    kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • f.

    marktgeld: een heffing voor het innemen van een standplaats op het voor het houden van de wekelijkse warenmarkt bestemde terrein;

  • g.

    staangeld: een heffing voor het innemen van een standplaats op het daartoe aangewezen terrein anders dan de wekelijkse warenmarkt.

Artikel 2 Belastbare feiten

  • 1. Onder de naam “marktgeld” wordt een recht geheven voor het toewijzen van een standplaats en het hebben van een vaste standplaats op de algemene weekmarkt en voor het innemen van een standplaats op traditionele jaarmarkten.

  • 2. Onder de naam “staangeld” wordt een recht geheven voor het toewijzen van een standplaats en het hebben van een vaste standplaats op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, anders dan bedoeld in het eerste lid en met uitzondering van kermisinrichtingen geplaatst op het voor het houden van kermissen aangewezen gedeelte van het Gedempte Steenwijkerdiep.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene, die een standplaats is toegewezen of inneemt.

Artikel 4 Grondslag van heffing

De grondslag van de heffing is het aantal vierkante meters ingenomen standplaats.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De rechten als bedoeld in artikel 2 zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel een vrijstelling genoemd in artikel 7 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel een vrijstelling genoemd in artikel 7 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Vrijstellingen

Geen staangeld wordt geheven ter zake van:

  • a.

    het innemen van standplaatsen ten behoeve van een ideëel doel door instellingen of personen die beschikken over een vergunning van het college van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Steenwijkerland 2009;

  • b.

    het innemen van standplaatsen tijdens niet door of vanwege de gemeente Steenwijkerland georganiseerde evenementen, uitsluitend indien het betreft standplaatsen op die gemeentegronden waarop deze evenementen worden gehouden.

Artikel 8 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten het markt- en het staangeld worden betaald:

    • a.

      bij uitreiking van de in het eerste lid genoemde kennisgeving: op het moment van uitreiking van deze kennisgeving;

    • b.

      bij toezending van de in het eerste lid genoemde kennisgeving: binnen twee weken na de dagtekening van deze kennisgeving.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het markt- en het staangeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het markt- en het staangeld.

Artikel 11 Overgangsrecht

De “Verordening markt- en staangeld Steenwijkerland 2017”, vastgesteld bij raadsbesluit van

8 november 2016, nummer 2016/87, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening markt- en staangeld Steenwijkerland 2018”.

Ondertekening

De raad voornoemd,

de griffier,

A. ten Hoff

de voorzitter,

J.H. Bats

TARIEVENTABEL behorende bij de “Verordening markt- en staangeld Steenwijkerland 2018”.

HOOFDSTUK 1 MARKTGELD EN STAANGELD

1.1

Het marktgeld of staangeld bedraagt per vierkante meter per standplaats:

1.1.1

voor het toewijzen van een standplaats op de algemene weekmarkt op de daartoe aangewezen dag, dan wel op een daartoe aangewezen andere plaats dan de algemene weekmarkt, per dag

€ 0,29;

1.1.2

voor het hebben van een vaste standplaats op de algemene weekmarkt op de daartoe aangewezen dag:

1.1.2.1

per kalenderkwartaal

€ 2,65;

1.1.2.2

per kalenderjaar

€ 10,45;

1.1.3

voor het innemen van een standplaats op een traditionele jaarmarkt, per dag

€ 1,30,

met een minimum van

€ 7,90.

Behorende bij raadsbesluit van 7 november 2017.

De raad voornoemd,

de griffier,

A. ten Hoff

de voorzitter,

J.H. Bats