Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021

Geldend van 19-12-2020 t/m 20-07-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2020, nummer 2020_B&W_00473;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021

(Legesverordening Steenwijkerland 2021).

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het verstrekken aan publiciteitsmedia van door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen raadsstukken, tenminste omvattende raadsagenda’s, raadsvoorstellen, besluitenlijsten, de productbegrotingen en de sectorplannen;

  • b.

    stukken, waarvoor de verstrekking van belang is voor opinievorming met het oog op een goede democratische bestuursvoering;

  • c.

    collectevergunningen en vergunningen ingevolge artikel 3 van de Wet op de kansspelen aangevraagd en bestemd voor plaatselijke verenigingen, kerken en instituten met een charitatief karakter;

  • d.

    het eenmalig verstrekken van een paspoort aan een naturalisandus/optant vanaf de leeftijd van 18 jaar. Meegenaturaliseerde /geopteerde kinderen tot 18 jaar krijgen van de gemeente eenmalig gratis een Nederlandse identiteitskaart uitgereikt. Indien zij in plaats van een Nederlandse identiteitskaart een eigen paspoort willen, zijn ze het verschil in leges voor een paspoort en een Nederlandse identiteitskaart wel verschuldigd;

  • e.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • f.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • g.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning, voor zover het een woningaanpassing vallend onder de Wet maatschappelijke ondersteuning betreft en hiervoor een beschikking is afgegeven.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen twee weken na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      onderdeel 1.4.5 (schriftelijke verstrekkingen uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      onderdeel 1.7.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      hoofdstuk 10 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds rekening is gehouden bij het vaststellen of wijzigen van deze verordening bij raadsbesluit.

Artikel 11 Dienstverleningsovereenkomst

Als in een tussen het college van burgemeester en wethouders en provincie of rijksoverheid gesloten dienstverleningsovereenkomst een ander tarief voor een omschreven dienst is bepaald dan bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel, dan wordt dit tarief doorberekend in de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening Steenwijkerland 2020, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2019, nummer 2019-RAAD-00046, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Steenwijkerland 2021.

Ondertekening

Steenwijk, 15 december 2020

De raad voornoemd,

de griffier,

A. ten Hoff

de voorzitter,

J.H. Bats

TARIEVENTABEL behorende bij de Legesverordening Steenwijkerland 2021.

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Tarief

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

1.1.1.1

dinsdag om 8.15 uur en 8.45 uur in een spreekkamer van het gemeentehuis

kosteloos;

1.1.1.2

maandag tot en met donderdag tussen 9.00 en 16.00 uur, door middel van een verkorte ceremonie in de raadszaal

€ 180,00;

1.1.1.3

maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 18.00 uur, in de raadszaal, met uitzondering van hetgeen onder 1.1.1.1 en 1.1.1.2 genoemd

€ 400,00;

1.1.1.4

maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 18.00 uur, met uitzondering van hetgeen onder 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.3 genoemd

€ 500,00;

1.1.1.5

maandag tot en met vrijdag, tussen 0.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 24.00 uur

€ 638,80;

1.1.1.6

zaterdag, tussen 10.00 en 15.00 uur

€ 638,80;

1.1.1.7

zaterdag, tussen 0.00 en 10.00 uur en tussen 15.00 en 24.00 uur, en op zondag of gelijkgestelde dagen

€ 1.073,60.

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in de spreekkamer van het gemeentehuis, met uitzondering van het in 1.1.1.1 genoemde

€ 180,00.

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de spreekkamer van het gemeentehuis, met uitzondering van het in 1.1.1.1 genoemde

€ 68,05.

1.1.4

Voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen bij de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap, bedraagt het tarief per huwelijk of partnerschap, per getuige

€ 40,80.

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het op verzoek van de belanghebbenden wijzigen van de datum en/of het tijdstip van de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

€ 54,90.

1.1.6.1

Het tarief bedraagt voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

€ 196,75.

1.1.6.2

Het tarief bedraagt voor het benoemen van een nog te beëdigen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

€ 322,10.

1.1.7

Het tarief bedraagt:

1.1.7.1

voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 22,40;

1.1.7.2

voor het verstrekken van een duplicaat trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 46,55.

1.1.8

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Tarief

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 74,75;

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 56,55;

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 74,75;

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 56,55;

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 74,75;

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 56,55;

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 56,55;

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,00;

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 32,90;

1.2.6

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5.2 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

€ 50,90;

1.2.7

voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5.2 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde bedragen:

€ 16,05.

1.2.8

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een hoesje voor een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in onderdeel 1.2.5

€ 1,05.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Tarief

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 41,00.

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met

€ 34,10.

1.3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

€ 4,50.

1.3.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een hoesje voor een rijbewijs als bedoeld in onderdeel 1.3.1

€ 1,05.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Tarief

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van een uittreksel

€ 6,40;

1.4.2.2

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,50;

1.4.2.3

tot het verstrekken van gegevens betreffende de protocollering, per verstrekking

€ 23,00;

1.4.2.4

tot het verstrekken van gegevens, per persoonslijst

€ 15,30;

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,50.

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50.

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 12,50.

Hoofdstuk 5 Bestuursstukken

Tarief

1.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.5.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 135,70;

1.5.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 135,70.

1.5.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.5.2.1

een exemplaar van de Bouwverordening

€ 62,65;

1.5.2.2

een exemplaar van de toelichting op de Bouwverordening

€ 62,65;

1.5.2.3

een exemplaar van de Welstandsnota, integraal in zwart-wit uitvoering

€ 65,45;

1.5.2.4

een exemplaar van de Welstandsnota, integraal gekleurd

€ 301,15;

1.5.2.5

een exemplaar van de Brandbeveiligingsverordening

€ 36,20;

1.5.2.6

een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 70,90;

1.5.2.7

een exemplaar van een bestemmingsplan, bestaande uit toelichting, voorschriften en ongekleurde plankaart

€ 83,70.

Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie

Tarief

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.6.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, structuurplan of stadsvernieuwing:

1.6.1.1.2

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,60;

1.6.1.1.3

in formaat A3, per bladzijde

€ 1,15;

1.6.1.2

tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, structuurplan of stadsvernieuwing, per lichtdruk

€ 8,90.

1.6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale, dan wel de plaatselijke aanduiding, per inlichting

€ 7,75.

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het verlenen van inzage van de perceelskaarten, per perceelskaart

€ 7,75.

1.6.4

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in het gemeentelijke vastgoedinformatiesysteem voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 15,05.

1.6.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van een in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, per pagina

€ 6,75.

1.6.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, per pagina

€ 6,75.

1.6.5.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dat er blijkens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 15,05.

Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken

Tarief

1.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35;

1.7.2

tot het legaliseren van een handtekening

€ 8,90.

Hoofdstuk 8 Gemeentearchief

Tarief

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in en het verstrekken van inlichtingen uit de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 12,50.

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het op verzoek digitaliseren van in het gemeentearchief berustende stukken, formaat A3 of kleiner, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 12,50.

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.8.2.1

een papieren reproductie van een in het gemeentearchief berustend stuk, kleiner dan formaat A3, per pagina

€ 0,60;

1.8.2.2

een reproductie (fysiek of digitaal) van een in het gemeentearchief berustend stuk, formaat A3 of groter, per stuk

€ 8,60.

Hoofdstuk 9 Leegstandwet

Tarief

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder a, van de Leegstandwet

€ 244,00;

1.9.2

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder b, van de Leegstandwet

€ 162,60;

1.9.3

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder c en d, van de Leegstandwet

€ 84,85;

1.9.4

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, zesde lid, van de Leegstandwet

€ 45,20.

1.9.5

Indien aanvragen als bedoeld in de onderdelen 1.9.1 tot en met 1.9.4 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Hoofdstuk 10 Wet op de kansspelen

Tarief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.10.1.1

voor onbepaalde tijd, voor één kansspelautomaat

€ 226,50;

1.10.1.2

voor onbepaalde tijd, voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat € 226,50 en voor iedere volgende kansspelautomaat € 136,00.

Hoofdstuk 11 Ondergrondse leidingen

Tarief

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Steenwijkerland

€ 354,25.

1.11.2

Het in onderdeel 1.11.1 genoemde tarief wordt verhoogd met € 1,25 per strekkende meter sleuf waarop de aanvraag betrekking heeft, met een minimale verhoging van € 42,95.

1.11.3

De onderdelen 1.11.1 en 1.11.2 zijn niet van toepassing op aanvragen als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Steenwijkerland als er sprake is van een sleuflengte van 1.000 strekkende meter of meer. Voor het in behandeling nemen van een dergelijke aanvraag bedraagt het tarief:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de vorige volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.11.4

Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Steenwijkerland op grond van onvolledigheid/niet ontvankelijkheid niet (verder) in behandeling wordt genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van 75% van de voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges.

1.11.5

Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Steenwijkerland wordt ingetrokken terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf:

1.11.5.1

van 75% van de voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges, wanneer de aanvraag binnen twee weken na het in behandeling nemen ervan wordt ingetrokken;

1.11.5.2

van 60% van de voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges, in andere gevallen dan genoemd in onderdeel 1.11.5.1.

1.11.6

Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Steenwijkerland op advies van de gemeente wordt ingetrokken en binnen één maand wordt gevolgd door een nieuwe aanvraag, die voldoet aan het advies van de gemeente, worden de voor de ingetrokken aanvraag verschuldigde leges in mindering gebracht op de voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag verschuldigde leges.

Hoofdstuk 12 Verkeer en vervoer

Tarief

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, per in de ontheffing opgenomen kenteken

€ 42,95;

1.12.1.1.2

tot het verkrijgen van een voor een dag geldende ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, per in de ontheffing opgenomen kenteken

€ 4,30;

1.12.1.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 42,95;

1.12.1.3

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen: € 86,70 , vermeerderd met € 10,80 per in de ontheffing opgenomen adres;

1.12.1.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 16,20.

1.12.2

Het tarief bedraagt voor het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 122,00.

1.12.3

Het tarief bedraagt voor het wijzigen van een kenteken op een onderbord bij bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

€ 49,90.

1.12.4

Het tarief bedraagt voor het verplaatsen van een bij een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) geplaatst bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

€ 44,35.

Hoofdstuk 13 Diversen

Tarief

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.13.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,75;

1.13.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,60;

1.13.1.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.13.1.1 en 1.13.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 8,90;

1.13.1.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 7,75;

1.13.1.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 9,30.

1.13.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening:

1.13.2.1

voor het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen buiten de daarvoor bestemde kampeerterreinen, door groepen uitgaande van een vereniging of andere organisatie met een doelstelling van sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke aard (groepskamperen)

€ 65,75;

1.13.2.2

voor een standplaats of uitstalling op de weg, voor onbepaalde tijd

€ 275,00;

1.13.2.3

voor een standplaats of uitstalling op de weg, voor bepaalde tijd

€ 45,70.

1.13.3

De in de onderdelen 1.13.2.2 en 1.13.2.3 genoemde leges worden niet geheven ter zake van standplaatsen of uitstallingen ten behoeve van een ideëel doel.

1.13.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Marktverordening

€ 275,00.

1.13.5

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar op basis van de Regeling burgerluchthavens bedragen

€ 45,70.

1.13.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 6 van de Woonschepenverordening Steenwijkerland

€ 270,45.

1.13.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een ligplaatsenvergunning ingevolge artikel 9 van de Woonschepenverordening Steenwijkerland

€ 270,45.

1.13.8

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van degene op wiens naam de in de onderdelen 1.13.6 en 1.13.7 bedoelde vergunning is gesteld of op aanvraag van zijn rechtverkrijgende, om overschrijving op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld, voor zover er geen wijzigingen zijn opgetreden in het gebruik of de locatie, bedragen

€ 32,65.

1.13.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10, onderdeel 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 45,70.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voorvloeien uit de aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, exclusief omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden, wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief omzetbelasting;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief omzetbelasting;

2.1.1.3

sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de sloopkosten, exclusief omzetbelasting. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief omzetbelasting;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg en conceptaanvraag

Tarief

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

tot vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, voor zover de aanvraag betrekking heeft op de activiteit “bouwen” en “planologisch strijdig gebruik”

€ 433,70;

2.2.2

tot vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag, indien dit vooroverleg of deze beoordeling betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.3.5 van deze titel (monumenten)

€ 54,20.

2.2.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning in een periode van 6 maanden voor indiening van de aanvraag is voorafgegaan door vooroverleg of een beoordeling van een conceptaanvraag waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges voor 100% in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze titel en voor bestemmingsplanwijzigingen als bedoeld in hoofdstuk 8 van deze titel.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Tarief

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief 3% van de bouwkosten, met een minimumtarief van € 271,05;

2.3.1.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit “bouwen” en deze aanvraag vergezeld gaat van een bouwbesluittoets door een bedrijf waaraan een certificaat voor het toetsen van bouwplannen volgens BRL 5019 is uitgereikt, dan wordt op de op grond van paragraaf 2.3.1 geheven leges een korting verleend van 30%, met dien verstande dat de korting niet meer bedraagt dan € 10.000,00.

Extra welstandstoets

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is

€ 108,40.

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 5% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van € 135,50 en een maximum van € 2.710,80 , tenzij door de gemeente een legalisatieonderzoek is uitgevoerd, in dat geval bedraagt het tarief 20% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges, met een minimum van € 542,15 en een maximum van € 10.843,40.

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief 3% van de aanlegkosten, met een minimumtarief van € 271,05 en een maximumtarief van € 54.217,25.

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

€ 623,45;

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) in verband met het tijdelijk wonen in een recreatief nachtverblijf op grond van de Beleidsregel tijdelijke bewoning recreatieve nachtverblijven

€ 84,85;

2.3.3.2.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 2.3.3.2

€ 1.219,85;

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

€ 4.879,50;

2.3.3.4

indien artikel 2.23 van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 542,15;

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

€ 178,90;

2.3.3.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

€ 178,90;

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

2.3.3.7.1

indien sprake is van één ontheffing

€ 1.301,25;

2.3.3.7.2

indien sprake is van twee of meer ontheffingen

€ 2.168,70;

2.3.3.8

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

2.3.3.8.1

indien sprake is van één ontheffing

€ 1.301,25;

2.3.3.8.2

indien sprake is van twee of meer ontheffingen

€ 2.168,70.

2.3.4

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor:

2.3.4.1

gebouwen met een woonfunctie:

1. woningen niet zelfstandige en/of zelfredzame bewoners

€ 2.087,30;

2.3.4.2

gebouwen of inrichtingen met een logiesfunctie:

1. hotel:

1.1 met een oppervlakte van maximaal 500 m2

1.2 met een oppervlakte van meer dan 500 m2

2. pension/nachtverblijf:

2.1 met een oppervlakte van maximaal 500 m2

2.2 met een oppervlakte van meer dan 500 m2

3. dagverblijf:

3.1 met een oppervlakte van maximaal 500 m2

3.2 met een oppervlakte van meer dan 500 m2

€ 1.648,20;

€ 3.282,25;

€ 1.078,90;

€ 2.347,55;

€ 1.095,20;

€ 2.190,40;

2.3.4.3

gebouwen of inrichtingen met een onderwijsfunctie:

1. onderwijsinstellingen (leerlingen jonger dan 12 jaar)

2. kinderdagverblijf

3. peuterspeelzaal

€ 1.312,05;

€ 1.095,20;

€ 1.095,20;

2.3.4.4

gezondheidszorggebouwen:

1. gezondheidsdiensten

2. klinieken (poli-, psychiatrische)

3. ziekenhuizen

4. verpleegtehuizen

€ 1.181,90;

€ 2.347,55;

€ 7.812,70;

€ 8.116,30;

2.3.4.5

gebouwen en/of inrichtingen, voor zover niet genoemd in de onderdelen 2.3.4.1 tot en met 2.3.4.4:

1. met een oppervlakte van maximaal 1.000 m2

2. met een oppervlakte van meer dan 1.000 m2 en maximaal 2.000 m2

3. met een oppervlakte van meer dan 2.000 m2

€ 769,90;

€ 1.561,40;

€ 1.973,50;

2.3.4.6

tijdelijke inrichtingen ten behoeve van evenementen waarbij gelijktijdig aanwezig kunnen zijn:

• maximaal 500 personen

• meer dan 500 en maximaal 2.000 personen

• meer dan 2.000 personen

• voor specifieke bij name genoemde grote evenementen

€ 81,30;

€ 157,25;

€ 314,40;

€ 1.263,25.

2.3.5

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.5.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo (rijksmonument), bedraagt het tarief voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument en voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht

€ 189,70.

2.3.5.2

Indien een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een krachtens de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Steenwijkerland aangewezen monument, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid onder b van de Wabo, waarvoor op grond van artikel 10, tweede lid van die verordening een vergunning is vereist (gemeentelijk monument), bedraagt het tarief voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument en voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht

€ 189,70.

2.3.5.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Steenwijkerland aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist, wordt het tarief bepaald overeenkomstig onderdeel 2.3.6.

2.3.6

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief 3% van de sloopkosten, met een minimumtarief van € 271,05.

2.3.7

Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, indien de vergunning betrekking heeft op hakhout, houtwal of bomen

€ 135,50.

2.3.8

Natura 2000-activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.9

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.10

Andere activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.10.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 97,60.

2.3.10.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening, waterschapsverordening of door de nationale overheid aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.10.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief

€ 97,60.

2.3.10.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft, of een door de nationale overheid aangewezen categorie activiteiten: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.11

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.11.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.11.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.12

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.12.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 271,05;

2.3.12.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 271,05.

2.3.13

Advies

2.3.13.1

Indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo, zullen de kosten van dit advies aanvullend aan de in de tarieventabel vastgestelde leges in rekening worden gebracht bij de aanvrager.

2.3.13.2

Indien overige externe adviezen noodzakelijk zijn voor het toepassen van een procedure, zullen de kosten van dit advies aanvullend aan de in de tarieventabel vastgestelde leges in rekening worden gebracht bij de aanvrager. Het gaat hierbij onder meer om externe stedenbouwkundige, landschappelijke, ecologische, milieutechnische, archeologische en waterhuishoudkundige adviezen.

2.3.13.3

De in de onderdelen 2.3.13.1 en 2.3.13.2 bedoelde advieskosten worden voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeeld, middels een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.14

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.14.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.14.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

€ 487,90.

2.3.14.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Vermindering

N.V.T.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Tarief

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

2.5.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van 70% van de voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges. Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.1.2

Als een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op schriftelijk verzoek van de gemeente (college van burgemeester en wethouders/budgethouder) door de aanvrager wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van 100% van de voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 50% van de voor de ingetrokken omgevingsvergunning verschuldigde leges. Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges. Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven. Van de op grond van de onderdelen 2.3.3 tot en met 2.3.3.8.2 (planologisch strijdig gebruik) verschuldigde leges wordt, bij weigering van een omgevingsvergunning, geen teruggaaf verleend.

2.5.3.1.1

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een weigering na vernietiging bij rechterlijke uitspraak van de beschikking waarbij de vergunning is verleend.

2.5.3.2

Indien een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op basis van wettelijke onvolledigheid/niet ontvankelijkheid niet (verder) in behandeling wordt genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van 70% van de voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges. De na teruggaaf verschuldigde leges bedragen echter minimaal € 216,90.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.13 en 2.3.14 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Tarief

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is

€ 108,40.

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Tarief

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: de voor de oorspronkelijke bouwactiviteit geheven leges, verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in hoofdstuk 3 onder 2.3.1, met een minimumtarief van € 135,50.

2.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning

€ 81,30.

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen

Tarief

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

Hieronder wordt mede verstaan een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan of een beheersverordening door vaststelling van een nieuw bestemmingsplan, voor zover onderdeel 2.8.2 niet van toepassing is.

€ 7.319,35.

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 4.879,50.

Hoofdstuk 9 Huisnummering en perceelregistratie

Tarief

2.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het toekennen van een huisnummer en/of het vaststellen van een perceelregistratie als bedoeld in de Verordening straatnaamgeving en huisnummering

€ 76,90.

2.9.2

In afwijking van onderdeel 2.9.1 bedraagt het tarief voor het gelijktijdig toekennen van huisnummers en/of het vaststellen van perceelregistraties voor twee of meer woonruimten:

voor de eerste twee woonruimten

voor de derde en elke volgende woonruimte

met een maximum van

€ 76,90,

€ 36,40,

€ 308,30.

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Tarief

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking

€ 108,40.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

Tarief

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 366,70;

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet

€ 45,70;

3.1.3

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 170,05;

3.1.4

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

€ 45,70;

3.1.5

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 45,70;

3.1.6

een aanvraag tot het verlenen van een gedoogbeschikking voor het exploiteren van een coffeeshop voor een periode van vijf jaar

€ 343,15;

3.1.7

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning ingevolge de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een horecabedrijf

€ 57,35.

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen

Tarief

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor het organiseren van een evenement

€ 45,00.

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

Tarief

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor het exploiteren of wijzigen van een seksinrichting:

3.3.1.1

indien de vergunning voor een periode van een jaar of korter wordt verleend

€ 478,10;

3.3.1.2

indien de vergunning voor een periode langer dan een jaar tot maximaal drie jaar wordt verleend

€ 957,65.

3.3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor het exploiteren of wijzigen van een escortbedrijf:

3.3.2.1

indien de vergunning voor een periode van een jaar of korter wordt verleend

€ 121,90;

3.3.2.2

indien de vergunning voor een periode langer dan een jaar tot maximaal drie jaar wordt verleend

€ 246,45.

Hoofdstuk 4 Winkeltijdenwet

Tarief

3.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.4.1.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 45,70;

3.4.1.2

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 3.4.1.1 bedoelde ontheffing

€ 45,70.

Hoofdstuk 5 Diversen

Tarief

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van:

3.5.1

een vergunning voor de uitoefening van een rondvaartbedrijf: € 261,95

vermeerderd met € 65,45 per in de vergunning opgenomen rondvaartboot;

3.5.1.1

een door of namens de gemeente verstrekt kenteken voor een rondvaartboot, per set van twee kentekenplaten

€ 30,00;

3.5.2

een vergunning tot het uitoefenen van een botenverhuurbedrijf: € 261,95

vermeerderd met € 65,45 per in de vergunning opgenomen verhuurboot;

3.5.2.1

een door of namens de gemeente verstrekt kenteken voor een verhuurboot, per set van twee kentekenplaten

€ 30,00.

3.5.3

Het bepaalde in de onderdelen 3.5.1 en 3.5.2 is niet van toepassing op het enkel omzetten van een op basis van de Vaarverordening Steenwijkerland 2006 verleende vergunning in een vergunning op grond van de Vaarverordening Steenwijkerland 2021. Wanneer in de nieuwe vergunning een groter aantal boten opgenomen is, zijn voor de extra boten de in de onderdelen 3.5.1 en 3.5.2 genoemde bedragen per boot wel verschuldigd.

3.5.4

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van degene op wiens naam de in de onderdelen 3.5.1 en 3.5.2 bedoelde vergunning is gesteld, voor wijziging dan wel uitbreiding van de vergunning, bedragen: € 261,95

vermeerderd met € 65,45 per extra in de gewijzigde of uitgebreide vergunning opgenomen rondvaartboot of verhuurboot.

3.5.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Vaarverordening Steenwijkerland 2021

€ 42,95.

3.5.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in het “Verkeersbesluit tot instelling van een maximaal toelaatbare breedte van 1,80 meter voor alle schepen in de Dorpsgracht te Giethoorn, vanaf de Volkersvaart (paal 5) tot aan de Molenvaart (paal 1)”

€ 42,95.

3.5.7

Inwoners, zoals weergegeven op de bij het in onderdeel 3.5.6 genoemde verkeersbesluit behorende kaart, zijn vrijgesteld van het bepaalde in onderdeel 3.5.6.

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Tarief

3.6

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 45,70.

Behorende bij raadsbesluit van 15 december 2020.

De griffier van Steenwijkerland,

Bijlage 1 Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012)

De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Nr. 2011-2000541953

19 januari 2012, Stcrt. 2012, nr. 1567

§ 1 Aanduidingen, begripsbepalingen

  • 1.

    Verstaan wordt onder:

  • de aannemer: de natuurlijke of rechtspersoon, aan wie het werk is opgedragen;

  • de aannemingssom: het bedrag, waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

  • het bestek: de beschrijving van het werk, de daarbij behorende tekeningen, de voor het werk geldende voorwaarden, de nota van inlichtingen en het proces-verbaal van aanwijzing;

  • bouwstoffen: de in het werk te brengen materialen, voorwerpen, onderdelen, installaties of onderdelen daarvan, grond van allerlei soort en dergelijke;

  • dag: kalenderdag;

  • de opdrachtgever: de natuurlijke of rechtspersoon, die het werk opdraagt;

  • de overeenkomst: de tussen opdrachtgever en aannemer tot stand gekomen overeenkomst van aanneming van werk;

  • UAV: deze Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012;

  • het werk: het uit te voeren werk, technische installatiewerk of de te verrichten levering;

  • werkdag: een kalenderdag, tenzij deze valt op een algemeen of ter plaatse van het werk erkende, of door de overheid dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven rust- of feestdag, vakantiedag of andere niet individuele vrije dag.