Regeling vervallen per 11-03-2022

Verordening op de commissies gemeente Stichtse Vecht 2011

Geldend van 09-04-2019 t/m 09-03-2020

Intitulé

Verordening op de commissies gemeente Stichtse Vecht 2011

De raad van de gemeente Stichtse Vecht;

gelezen het voorstel van het presidium van 27 april 2011;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING OP DE COMMISSIES GEMEENTE STICHTSE VECHT 2011

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. voorzitter : voorzitter van een commissie van de raad;

b. lid : lid van de commissie;

c. raadsadviseur : griffier van de commissie of zijn vervanger;

d. griffier : griffier van de raad of zijn vervanger;

e. vergadering : vergadering van een commissie;

f. commissielid : leden van de commissie zoals bedoeld in artikel 4, lid 4;

g. commissie : commissie als bedoeld in hoofdstuk V, artikel 82 van de Gemeentewet;

h. informatieve commissie: bijeenkomst van de leden van de commissie met uitsluitend een informatief karakter;

i. werkconferentie: bijeenkomst met informatief karakter waarbij alle raads- en commissieleden welkom zijn en het woord kunnen voeren;

j. raadsconferentie: bijeenkomst met informatief karakter waarbij alle raads- en commissieleden welkom zijn en het woord kunnen voeren.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 commissies

1. Het presidium deelt de commissies zo veel mogelijk in op basis van de thema's:

a. Bestuur en Financien;

b. Fysiek domein;

c. Sociaal domein en Werk.

2. Daarnaast is er een uitloopcommissie voor:

a. agendapunten die wat betreft tijd niet in de themacommissie in te passen zijn;

b. agendapunten die in de themacommissie niet konden worden afgerond.

Artikel 3 Taken

Een commissie heeft de volgende taken:

  • 1.

    Het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in de commissies aan de orde komende onderwerpen.

  • 2.

    Het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging.

  • 3.

    Voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in de commissies aan de orde komende onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Aan een commissie als bedoeld in artikel 2 neemt één lid per fractie deel. De raads- en commissieleden kunnen naar eigen inzicht van de fracties worden ingezet als spreker per thema, echter wisselingen van sprekers binnen een thema zijn toegestaan.

  • 2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd en ontslagen.

  • 3. Leden van de commissies zijn in beginsel de leden van de raad.

  • 4. Leden van de commissies kunnen naast raadsleden ook zijn commissieleden, waarvan gebleken is dat zij voldoen aan de vereisten zoals genoemd in artikel 10, 11, 12 en 13 van de Gemeentewet, die bereid zijn de eed of belofte af te leggen ingevolge artikel 14 van de Gemeentewet en die de gedragscode onderschrijven.

  • 5. Per fractie kunnen maximaal drie commissieleden benoemd worden.

  • 6. Bij informatieve commissies mogen alle raads- en commissieleden vragen stellen en het woord voeren.

Artikel 5 Voorzitters

  • 1. De voorzitters en plaatsvervangend voorzitters van de commissies worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De leden van het presidium, die uit de raad benoemd zijn, zijn voorzitter van de commissies. De leden van het presidium kunnen de plaatsvervangend voorzitters vragen om de rol van commissievoorzitter te vervullen.

  • 3. De voorzitters en plaatsvervangend voorzitters zijn geen lid van de commissie.

  • 4. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid te zijn van een commissie indien hij niet meer voldoet aan de in artikel 4 gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en raadsadviseur

  • 1. Ter ondersteuning van iedere commissie fungeert een raadsadviseur als griffier van de commissie. De griffier beslist in overleg welke ambtenaar deze functie vervult.

  • 2. Een raadsadviseur is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn en kan op verzoek van de voorzitter deelnemen aan de beraadslagingen.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1. De betrokken portefeuillehouder(s) is (zijn) aanwezig bij de vergaderingen van de commissies, en nemen deel aan de beraadslagingen tenzij vooraf, behoudens het bepaalde in lid 4, nadrukkelijk door de betreffende voorzitter is aangegeven dat dit niet noodzakelijk is.

  • 2. Indien een andere dan de in het eerste lid genoemde portefeuillehouder(s) bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter. De voorzitter kan betrokkene(n) ook zelf uitnodigen.

  • 3. De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 4. De commissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat één of meer portefeuillehouders niet aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Artikel 9 Gemeentesecretaris

De commissie of de voorzitter kan het college verzoeken de secretaris aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1. De vergaderingen van de commissies vinden plaats volgens een door de raadsvoorzitter in overleg met het presidium voor één jaar vast te stellen vergaderschema, dat periodiek bijgesteld kan worden.

  • 2. De vergaderingen van de commissies vangen aan om 19.30 uur.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangstijdstip bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met een raadsadviseur.

  • 4. Het presidium heeft de bevoegdheid om, indien het aantal vergaderstukken daartoe aanleiding geeft, tegelijkertijd meerdere commissies te agenderen.

Artikel 11 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De agenda met de tijdsindeling en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1. Voordat de oproep wordt verzonden, stelt het presidium de concept-agenda van de vergadering vast met aanduiding van een indeling in verwachte vergadertijd van de onderwerpen.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproeptot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. Een lid van de commissie kan verzoeken een onderwerp aan de agenda toe te voegen. Dit verzoek dient schriftelijk met een toelichting bij het presidium te worden ingediend, voordat de agenda door het presidium wordt vastgesteld.

  • 4. Bij aanvang van de vergadering stelt de vergadering de agenda vast.

  • 5. Wanneer de vergadering een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 6. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden na publicatie van de agenda voor een ieder op de website van de gemeente Stichtse Vecht gepubliceerd.

  • 2. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving.

  • 3. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 4. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van een raadsadviseur en verleent hij een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt door aankondiging in de voorlichtingsrubriek, zoals die wordt opgenomen in een in de gemeente verschijnend weekblad, en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht, zoals bedoeld in artikel 16.

  • 3. Daarnaast worden de bij de agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de internetsite geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, dag en uur van de volgende vergadering. Hierbij wordt tenminste een tussentijd van 24 uur aangehouden.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De commissie kan echter over aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien het vereiste quorum aanwezig is.

(Raadsbesluit 2 april 2019: Dit artikel wordt tijdelijk voor de periode van april t/m juli 2019, vervangen door het artikel zoals hieronder weergegeven Artikel 16 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Bij het betreffende agendapunt kunnen aanwezige burgers het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    De spreektijd is maximaal drie minuten per inspreker. Na de eerste bespreking krijgt de inspreker opnieuw de gelegenheid te reageren op het besprokene. Zo hij daarvan gebruik maakt, stelt de voorzitter de spreektijd vast.

  • 3.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

  • a.

    een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

  • b.

    benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • c.

    een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 4.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk op de werkdag voorafgaande aan de vergadering om 12.00 uur bij de griffie.)

Artikel 16 Spreekrecht burgers (dit artikel geldt tijdelijk van april t/m juli 2019)

1. In de commissie kunnen aanwezige burgers het woord voeren over geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen.

2. De spreektijd is maximaal vijf minuten per inspreker. Na de eerste bespreking krijgt de inspreker over een geagendeerd onderwerp opnieuw de gelegenheid te reageren op het besprokene. Zo hij daarvan gebruik maakt, stelt de voorzitter de spreektijd vast. Ten aanzien van insprekers over niet-geagendeerde onderwerpen kan de voorzitter de maximale spreektijd van alle insprekers bepalen. Na de inspraak over niet-geagendeerde onderwerpen kan de inspreker reageren op vragen van de commissieleden.

3 Het woord kan niet gevoerd worden over:

a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

b benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

c. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

4. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk op de maandag voorafgaande aan de vergadering om 12.00 uur bij de griffie, onder vermelding van het onderwerp met toelichting.

Artikel 17 Besluitenlijst

  • 1.

    De ontwerpbesluitenlijst van de vergadering wordt binnen drie werkdagen na de commissie gepubliceerd. Het digitale geluidsverslag is leidend voor hetgeen in de vergadering gezegd is.

  • 2.

    De leden, de voorzitter, de wethouders en de raadsadviseur hebben het recht een voorstel tot verandering aan de griffie te doen indien de ontwerpbesluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot verandering dient binnen vijf dagen na publicatie van de ontwerpbesluitenlijst bij de griffie te worden ingediend.

  • 3.

    De besluitenlijst moet inhouden:

  • a.

    de namen van de aanwezigen;

  • b.

    een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

  • c.

    een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring;

  • d.

    bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 22 door de commissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 4.

    De besluitenlijst wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van de aanwezige raadsadviseur.

Artikel 18 Spreekregels

  • 1.

    Een lid, de burgemeester, de (commissie)griffier, een portefeuillehouder en de secretaris spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

3. Het presidium kan in de voorbereiding van de vergadering van de

commissie spreektijd per fractie vaststellen.

Artikel 19 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de vergadering terstond.

Artikel 20 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 2.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 3.

    De voorzitter kan een commissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 21 Beraadslaging

  • 1.

    De vergadering kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen om over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de vergadering beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 22 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De voorzitter kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 23 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging.

  • 2.

    Indien de vergadering besluit een advies aan de raad uit te brengen, beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies waarbij afwijkende standpunten in het advies worden opgenomen.

  • 3.

    Een lid van de vergadering neemt niet aan de beraadslaging deel indien een aangelegenheid hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 24 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 25 Verslag

Het ontwerp-verslag van een besloten vergadering wordt aan de leden toegezonden. Dit verslag wordt geacht te zijn vastgesteld na een termijn van veertien dagen na de toezending, tenzij een of meer leden verzoeken om vaststelling in een besloten vergadering van de commissie. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de aanwezige raadsadviseur ondertekend.

Artikel 26 Geheimhouding

Voor de afloop van een besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 27 Opheffing en geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de commissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 28 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 29 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan tijdige mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 30 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 31 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de voorzitter.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de commissies gemeente Stichtse Vecht 2011”.

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de vaststelling.

Ondertekening

Loenen aan de Vecht, 28 juni 2011.
Griffier, Voorzitter,

TOELICHTING

Verordening op de commissies gemeente Stichtse Vecht 2011

Algemeen

De in deze verordening opgenomen bepalingen zijn voor een groot gedeelte ordebepalingen, die grotendeels parallel lopen met de bepalingen bij het Reglement van Orde voor de Raad en spreken voor het overgrote deel voor zich zelf. Om die reden wordt volstaan met deze algemene toelichting.

De commissies vallen onder de invulling van artikel 82 van de gemeentewet: de vormgeving van de voorbereidende adviserende taak aan de raad. commissies bereiden de besluitvorming in de raad voor en voeren overleg met het college en de burgemeester. Vele gemeenten hebben toepassing gegeven aan de inrichting van het vergaderstelsel. Voor de gemeente Stichtse Vecht is dat geschied door de raad op 8 maart 2011. Dit besluit vormt de basis voor de inrichting van de commissies. Het presidium heeft daarbij door de raad de voorbereidende taak gekregen. Ook het ontwikkelen van het stelsel aan de hand van de behoefte in de praktijk ligt bij het presidium.

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-