Regeling vervallen per 01-04-2019

Beleidsregel standplaatsen APV Stichtse Vecht 2013

Geldend van 21-11-2013 t/m 31-03-2019

Intitulé

Beleidsregel standplaatsen APV Stichtse Vecht 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Stichtse Vecht 2011;

overwegende dat het noodzakelijk is in het belang van de openbare orde beleid vast te stellen ten aanzien van het verlenen van standplaatsvergunningen;

besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregel standplaatsen APV Stichtse Vecht 2013

1. Maximumstelsel

Voor het innemen van een standplaats is een vergunning van het college vereist op grond van artikel 5.18 van de APV. Het is in het belang van de openbare orde, dat geen onbeperkt aantal standplaatsvergunningen wordt afgegeven. Ter bescherming van de openbare orde kan het aantal vergunningen worden gelimiteerd (het zgn. maximumstelsel). Ter uitvoering van dit maximumstelsel is deze beleidsregel vastgesteld.

2. Aangewezen standplaatsen

Voor het innemen van een standplaats op of aan de openbare weg gelden de onderstaande locaties:

Kern

Plek

Aantal per dag

Opmerking

Breukelen

Karel Doormanweg

1

Markt en omgeving

2

Niet op vrijdag ivm markt. Maatwerk: niet iedere aanvraag is mogelijk. Op zaterdag geen parkeerplaats innemen.

Hazeslinger

1

Moet wellicht verdwijnen ivm centrumplan

Kockengen

Driestammenplein

1

Loenen aan de Vecht

Bij het Dorpshuis

6

De 6 standplaatsen op dinsdagochtend worden omgezet in een markt. Op dat moment vervallen deze plaatsen.

Rijksstraatweg bij C1000

1

Maarssen-dorp

Harmonieplein

2

Plesmanpromenade*

4

Particulier terrein ook eigenaar moet toestemming verlenen. Eigenaar voert terughoudend beleid.

Pieter de Hooghplein\straat

3

Niet op marktdagen (donderdag).

Maarssenbroek

Bisonspoor

3

Alleen marktplein, niet op zaterdag

Reigerskamp

1

Zwanenkamp bij winkelcentrum

2

Boomstede

1

Particulier terrein

Nigtevecht

Raadhuisstraat

1

Vreeland

Fetha

3

Alleen op donderdag

*) Voor het innemen van een standplaats op particulier terrein is tevens de privaatrechtelijketoestemming van de eigenaar van het terrein vereist.

NB.

Standplaatsen kunnen op meerdere dagen per week worden ingenomen.

3. Tijden

Op alle bovenstaande locaties kan met vergunning een standplaats worden ingenomen gedurende de volgende uren:

maandag t/m donderdag van 08.30 tot 18.30 uur

vrijdag van 08.30 tot 21.00 uur

zaterdag van 08.30 tot 18.00 uur

dagdeel ’s morgens van 08.30 tot 12.30 uur

dagdeel ’s middags van 12.30 tot 18.30 uur (zaterdag tot 18.00 uur)

Voor de verkoop van eet- en drinkwaren voor consumptie ter plekke gelden op basis van de Winkeltijdenwet ruimere tijden (artikel 12 Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet)

Het is niet toegestaan om meer dan een uur voor aanvang en meer dan een half uur na afloop van bovengenoemde tijden met een voertuig of goederen ruimte in te nemen op de standplaats.

4. Incidentele niet-commerciële standplaatsen

Voor het innemen van een standplaats voor ideële doeleinden gelden afwijkende locaties; deze standplaatsen worden op incidentele basis ingenomen.

5. Incidentele commerciële standplaatsen

Op andere dan de aangewezen standplaatsen kunnen ook vergunningen worden verstrekt voor incidentele commerciële standplaatsen. Bijvoorbeeld voor een oliebollenkraam rond oud en nieuw, koek en zopie bij ijspret, autoruitgraveren e.d. .

6. Procedure vergunningverlening

De standplaatsvergunningen worden voor drie jaar verleend. Bij nieuwe plekken kan de eerste vergunning voor een jaar worden verleend.

Bij gewijzigde omstandigheden of gewijzigde inzichten kunnen de vergunningen worden ingetrokken of gewijzigd. De vergunninghouder kan, zonder opzegtermijn, de vergunning opzeggen.

Indien er meerdere aanvragen zijn voor één standplaats heeft degene die reeds een standplaats binnen de gemeente inneemt voorrang (naar analogie van plaatsverbetering op warenmarkten).

De standplaatsvergunning is persoonsgebonden; de vergunninghouder moet de standplaats

persoonlijk innemen. Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Bij een aanvraag zal de aanvrager een bewijs van inschrijving bij het Centraal Registerkantoor en een bewijs van verzekering dienen te overleggen.

Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • a.

    de naam en voornamen, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats

  • c.

    de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de

standplaats mag gebruiken;

d.het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de

vergunninghouder behoort;

  • e.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend.

  • f.

    de voorwaarde, dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer

van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • g.

    de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

  • h.

    welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur is toegestaan;

  • i.

    de standplaats wordt aangewezen door de toezichthouder;

  • j.

    dat het mogelijk is dat vanwege reconstructie openbaar gebied, evenement of andere redenen een andere plaats aan de standhouder kan worden toegewezen, zonder dat hier enige compensatie tegenover staat;

  • k.

    de periode waarvoor de vergunning geldig is en wanneer uiterlijk verlenging aangevraagd moet worden.

7.Intrekking vaste standplaatsvergunning

Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in deze beleidsregel gestelde voorwaarden.

  • c.

    om een andere dringende reden, bijvoorbeeld herinrichting openbaar gebied, wangedrag e.d..

8. Toezichthouders.

Met het toezicht op de naleving van deze beleidsregel zijn belast: de marktmeester, de

toezichthouders openbare ruimte en de bij besluit van het college aangewezen personen.

9. Slotbepalingen

9.1. Intrekking vorig beleid

De eerder vastgestelde beleidsregels voor standplaatsen, te weten:

  • ·

    Nota standplaatsen d.d. 15 augustus 1995 (gemeente Breukelen)

  • ·

    Notitie standplaatsen d.d. 21 november 1994 (gemeente Maarssen)

  • ·

    Standplaatsenbeleid d.d. 2 december 2004 (gemeente Loenen)

worden hierbij ingetrokken.

9.2 Overgangsbepaling

Deze beleidsregel is niet van invloed op de rechtsgeldigheid van eerder verleende

standplaatsvergunningen.

9.3 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt op de dag na bekendmaking..

9.4 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel standplaatsen APV 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 12 februari 2013
Burgemeester en wethouders voornoemd,
gemeentesecretaris, burgemeester