Regeling vervallen per 01-01-2016

Gemeenschappelijke Regeling SVHW

Geldend van 01-11-2008 t/m 07-12-2014

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling SVHW

Het algemeen bestuur, alsmede het college van dijkgraaf en heemraden van de waterschap Hollandse Delta, en de raden, alsmede de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Barendrecht, Bergambacht, Bernisse, Binnenmaas, Boskoop, Brielle, Cromstrijen, Dirksland Goedereede, Korendijk, Nederlek, Nieuw-Lekkerland, Oud-Beijerland, Ouderkerk, Rozenburg, Schoonhoven, Strijen, Vlist en Zevenhuizen-Moerkapelle en het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard, ieder voor zoveel zijn bevoegdheden betreft;

Overwegende:

dat het gewenst is hun samenwerking bij het beheer en de uitvoering van vastgoedinformatie, heffing en invordering van waterschapsomslagen en gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet Waardering onroerende zaken, voort te zetten op basis van een gemeenschappelijke regeling;

gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;

Besluiten:

De volgende gemeenschappelijke regeling te treffen:

HOOFDSTUK l Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr);

  • b.

    Regeling: Gemeenschappelijke regeling samenwerking vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling (SVHW);

  • c.

    Dagelijks bestuur: dagelijks bestuur van het SVHW;

  • d.

    Algemeen bestuur: algemeen bestuur van het SVHW;

  • e.

    Deelnemers: de aan de Regeling deelnemende gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Barendrecht, Bergambacht, Bernisse, Binnenmaas, Boskoop, Brielle, Cromstrijen, Dirksland, Goedereede, Hardinxveld-Giessendam, Korendijk, Nederlek, Nieuw-Lekkerland, Oud-Beijerland, Ouderkerk, Rozenburg, Schoonhoven, Strijen, Vlist en Zevenhuizen-Moerkapelle, het waterschap Hollandse Delta en de gemeenschappelijke regeling Afvalstoffendienst Hoeksche Waard;

  • f.

    Vertegenwoordigende organen van de deelnemers: de raden van de gemeenten respectievelijk het algemeen bestuur van het waterschap en het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard;

HOOFDSTUK ll Het openbaar lichaam

Artikel 2 Het openbaar lichaam samenwerking vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling

  • 1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam genaamd “gemeenschappelijke regeling samenwerkingsverband vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling’, hierna te noemen “SVHW”.

  • 2. SVHW is gevestigd te Klaaswaal, gemeente Cromstrijen.

  • 3. Het gebied waarvoor deze regeling geldt omvat het grondgebied van de deelnemers.

HOOFDSTUK lll Belangen en bevoegdheden

Artikel 3 Te behartigen belangen

De regeling wordt getroffen in het belang van een zo doelmatig mogelijke uitvoering van werkzaamheden met betrekking tot:

  • a.

    de heffing en invordering van belastingen;

  • b.

    de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken;

  • c.

    de administratie van vastgoedgegevens;

  • d.

    het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden.

Artikel 4 Bevoegdheden

  • 1. Ter behartiging van de in artikel 3 genoemde belangen dragen de deelnemers aan het SVHW de bevoegdheden over, welke benodigd zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot de heffing en invordering van de waterschapsomslagen, gemeentelijke belastingen en de waardebepaling in het kader van de Wet waardebepaling onroerende zaken.

  • 2. Aan het SVHW worden geen verordenende bevoegdheden toegekend.

HOOFDSTUK lV Bestuursorganen

Artikel 5 Bestuursorganen

Het bestuur van het SVHW bestaat uit:

  • a.

    het algemeen bestuur, hierna te noemen “bestuur”;

  • b.

    het dagelijks bestuur;

  • c.

    de voorzitter.

HOOFDSTUK V Het bestuur

Artikel 6 Samenstelling

  • 1. Aan het hoofd van het SVHW staat het bestuur. Het bestuur bestaat uit 25 leden

  • 2. Het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Hollandse Delta wijst uit zijn midden twee leden aan, ieder met een meervoudig stemrecht van drie, die hem in het bestuur vertegenwoordigen, alsmede voor elk lid een plaatsvervangend lid, dat het lid bij verhindering vervangt.

  • 3. Elk van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten wijst uit zijn midden een lid aan dat hem in het bestuur vertegenwoordigt, alsmede een plaatsvervangend lid, dat het lid bij verhindering vervangt.

  • 4. Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Afvalstoffen Dienst Hoeksche Waard wijst uit zijn midden een lid aan dat hem in het bestuur vertegenwoordigt, alsmede een plaatsvervangend lid, dat het lid bij verhindering vervangt.

  • 5. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad, de verenigde vergadering of het algemeen bestuur van de Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard afloopt.

  • 6. Indien tussentijds een plaats van een lid van het bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst het college van dijkgraaf en heemraden, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van de deelnemer en het dagelijks bestuur van de Regionale Afvalstoffendienst, die het aangaat, in zijn eerstvolgende vergadering, of zo dit niet mogelijk is, ten spoedigste daarna een nieuw lid aan.

  • 7. Hij die ter vervulling van een tussentijdse vacature als lid van het bestuur wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

  • 8. Een lid van het bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij deelt zijn ontslag mede aan de deelnemer die het aangaat. De desbetreffende deelnemer doet mededeling van het ontslag aan het bestuur. Het lid houdt zitting in het bestuur totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1. Het bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en voorts zo vaak als de voorzitter of dagelijks bestuur dat nodig oordeelt of ten minste één vijfde van het aantal deelnemers daarom schriftelijk en met opgaaf van redenen verzoekt.

  • 2. De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar.

  • 3. De deuren worden gesloten wanneer tenminste één vijfde van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 4. Het bestuur besluit vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 5. Het bestuur besluit met meerderheid van stemmen.

  • 6. Bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter.

  • 7. Voor het inhoudelijk wijzigen van de doelstelling van de Regeling ingevolge artikel 3 en/of de uitgangspunten voor de kostentoerekening ingevolge artikel 18, lid 2, juncto artikel 20, is geen meerderheid van stemmen, maar unanimiteit vereist.

  • 8. Het bestuur stelt met inachtneming van de bepalingen van deze Regeling een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de deelnemers.

  • 9. De vergadering van het bestuur wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal leden van het bestuur aanwezig is.

  • 10. Indien ingevolge het negende lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 11. Op de vergadering, bedoeld in het tiende lid, is het negende lid niet van toepassing. Het bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het negende lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van de bestuursleden aanwezig is.

Artikel 8 Bevoegdheden

Tot de bevoegdheden van het bestuur behoren, onverminderd het bepaalde in artikel 66, lid 1 van de Wet, onder meer:

  • a.

    het vaststellen en wijzigen van de begroting;

  • b.

    het vaststellen van de rekening;

  • c.

    het vaststellen van de organisatiestructuur;

  • d.

    het aangaan van geldleningen en van rekening-courant overeenkomsten;

  • e.

    het uitlenen van gelden;

  • f.

    het vaststellen van de bijdragen van de deelnemers in het SVHW en de wijze van betaling daarvan.

Artikel 9 Informatie- en verantwoordingsplicht

  • 1. Een lid van het bestuur verstrekt de deelnemer die hem heeft aangewezen alle inlichtingen die door een of meer leden van die deelnemer worden gevraagd.

  • 2. Een lid van het bestuur kan door het college van dijkgraaf en heemraden respectievelijk het college van burgemeester en wethouders en het dagelijks bestuur van de Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard, dat hem heeft aangewezen te allen tijde ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in het bestuur gevoerde beleid.

  • 3. Een verzoek om inlichtingen te verschaffen en/of verantwoording af te leggen kan uitsluitend worden geweigerd indien dit in strijd zal zijn met de belangen, genoemd in artikel 4 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4. Een lid van het bestuur dat niet langer het vertrouwen geniet van het college van dijkgraaf en heemraden respectievelijk het college van burgemeester en wethouders en het dagelijks bestuur van de Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard, dat hem heeft aangewezen, kan door dat college/bestuur worden ontslagen. In dat geval draagt dat college/bestuur er zorg voor dat zo spoedig mogelijk een nieuw lid wordt aangewezen.

  • 5. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het algemeen bestuur van het waterschap Hollandse Delta, de raden van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur van de Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard.

  • 6. Het bepaalde in de voorgaande leden is op plaatsvervangende leden van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK Vl Het dagelijks bestuur

Artikel 10 Samenstelling

  • 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit:

    • a.

      de voorzitter;

    • b.

      twee leden door het bestuur uit de in artikel 6, bedoelde leden aan te wijzen.

  • 2. De leden van het dagelijks bestuur treden als lid af op de dag waarop de zittingsperiode van de leden van het bestuur afloopt.

  • 3. Degene die tussentijds ophoudt lid van het bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het dagelijks bestuur te zijn.

  • 4. Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst het bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan. Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het bestuur, dan wordt het aanwijzen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uitgesteld totdat de opengevallen plaats in het bestuur is bezet.

Artikel 11 Werkwijze

Het dagelijks bestuur vergadert zo vaak als de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur daarom verzoekt.

Artikel 12 Bevoegdheden

Tot de bevoegdheden van het dagelijks bestuur behoort, onverminderd het bepaalde in artikel 66, lid 1 van de Wet, onder meer het voorbereiden van besluiten van het bestuur, alsmede het uitoefenen van het dagelijks bestuur van het SVHW, voor zover niet bij of krachtens wettelijke bepaling de voorzitter hiermede is belast.

Artikel 13 Informatie- en verantwoordingsplicht

  • 1. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden verstrekken aan het bestuur de door een of meer leden van dit bestuur gevraagde inlichtingen.

  • 2. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden leggen op verzoek van het bestuur verantwoording af over het door het dagelijks bestuur of een der leden gevoerde bestuur.

  • 3. Het reglement van orde van het bestuur houdt bepalingen in omtrent de wijze waarop de leden van het dagelijks bestuur de hier bedoelde inlichtingen verstrekken en verantwoording afleggen.

  • 4. Het bestuur kan een lid van het dagelijks bestuur ontslaan als deze het vertrouwen van het bestuur niet meer bezit.

  • 5. Het dagelijks bestuur biedt het bestuur jaarlijks ter vaststelling een verslag aan over de werkzaamheden van het SVHW over het afgelopen jaar.

  • 6. Het dagelijks bestuur zendt het verslag na vaststelling door het bestuur toe aan de colleges van de deelnemers en aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.

HOOFDSTUK Vll De voorzitter

Artikel 14 Algemene bepalingen

  • 1. Het bestuur wijst uit één van de in artikel 6 genoemde leden als voorzitter aan.

  • 2. Het bestuur wijst één van de in artikel 10, lid 1, sub b, genoemde leden als plaatsvervangend-voorzitter aan, die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.

  • 3. De voorzitter vervult geen andere functies waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op de goede vervulling van zijn ambt of op handhaving van zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid, of van het vertrouwen daarin.

Artikel 15 Bevoegdheden

  • 1. De voorzitter is, onverminderd het bepaalde in artikel 66, lid 3, van de Wet onder meer belast met de leiding van de vergaderingen van het bestuur en het dagelijks bestuur.

  • 2. Hij tekent de stukken die van het bestuur en van het dagelijks bestuur uitgaan.

  • 3. De voorzitter vertegenwoordigt het SVHW in en buiten rechte. Indien het college waarvan de voorzitter deel uitmaakt, partij is in een geding waarbij het SVHW is betrokken, oefent de plaatsvervangend-voorzitter met betrekking tot dat geding deze bevoegdheid uit. Indien ook de deelnemer van welks bestuur de plaatsvervangend-voorzitter deel uitmaakt bij dat geding betrokken is, wordt een ander lid van het bestuur gemandateerd om het SVHW met betrekking tot dat geding te vertegenwoordigen.

HOOFDSTUK Vlll Commissie

Artikel 16 Ambtelijke commissie

  • 1. Er is een ambtelijke commissie, welke tot taak heeft het bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren omtrent alle aangelegenheden het SVHW betreffende.

  • 2. Deelnemers wijzen elk een lid aan, dat de betreffende deelnemer in de commissie vertegenwoordigt. De directeur van het SVHW is tevens lid van de ambtelijke commissie. Het lid kan zich bij vergaderingen laten vervangen door een plaatsvervanger.

  • 3. De leden wijzen uit hun midden een voorzitter aan. De voorzitter heeft stemrecht in de commissie.

  • 4. Behoudens aangelegenheden die naar het oordeel van de voorzitter van het dagelijks bestuur spoedeisend zijn, wordt al hetgeen in de vergaderingen van het bestuur wordt behandeld tevoren ter advisering aan de ambtelijke commissie voorgelegd.

HOOFDSTUK lX Ambtelijk apparaat

Artikel 17 Ambtelijk apparaat

  • 1. Het SVHW heeft een ambtelijk apparaat, met aan het hoofd een directeur.

  • 2. De rechtspositie van het personeel van het SVHW is gelijk aan die van het waterschap Hollandse Delta.

  • 3. Het bestuur beslist omtrent benoeming, schorsing en ontslag van de directeur. Voor elke benoeming doet het dagelijks bestuur een voordracht van, zo mogelijk, twee personen.

  • 4. Het bestuur regelt de bezoldiging van de directeur.

  • 5. Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de directeur.

  • 6. De overige ambtenaren, alsmede het personeel werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, worden benoemd door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur stelt de bezoldiging vast.

  • 7. De directeur staat de bestuursorganen en de ambtelijke commissie bij in de vervulling van hun taak.

  • 8. Alle uitgaande stukken van het bestuur en het dagelijks bestuur worden door de directeur mede ondertekend.

HOOFDSTUK X Begroting, rekening, bevoorschotting en kostentoerekening

Artikel 18 Begroting

  • 1. De begroting van het SVHW wordt vastgesteld uiterlijk 1 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt.

  • 2. Het bestuur stelt, als onderdeel van de begroting, jaarlijks de uitgangspunten voor de toerekening van de kosten aan de producten vast.

  • 3. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerp-begroting zes weken voordat zij aan het bestuur wordt aangeboden toe aan het algemeen bestuur van het waterschap Hollandse Delta, het algemeen bestuur van de Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard en de raden van de gemeentelijke deelnemers.

  • 4. De ontwerp-begroting wordt door de zorg van de deelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 190, tweede en derde lid, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Het algmeen bestuur van waterschap Hollandse Delta, het algemeen bestuur van de Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard en de raden van de gemeentelijke deelnemers kunnen omtrent de ontwerp-begroting het dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin dit gevoelen is vervat bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het bestuur wordt aangeboden.

  • 6. Nadat deze is vastgesteld, zendt het bestuur, zo nodig, de begroting aan het algemeen bestuur van het waterschap Hollandse Delta, het algemeen bestuur van de Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard en de raden van de deelnemende gemeenten, ter zake Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van hun gevoelen kunnen doen blijken.

  • 7. Het bepaalde in het tweede, vierde en vijfde lid, alsmede het bepaalde in artikel 192 Gemeentewet is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.

  • 8. In afwijking van het bepaalde in het zes lid, worden wijzigingen op de begroting tot 5% van de jaarlijkse totale exploitatiekosten niet voorgelegd aan de deelnemers; het bepaalde in artikel 192, eerste lid Gemeentewet blijft op dergelijke wijzigingen van toepassing.

Artikel 19 Rekening

De rekening van het SVHW wordt vastgesteld uiterlijk 1 mei volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

Artikel 20 Kostentoerekening

De kosten over het voorgaande kalenderjaar worden bij de deelnemers in rekening gebracht op basis van de door het bestuur voor het betreffende jaar, bij de begroting, vastgestelde uitgangspunten en producten.

Artikel 21 Bevoorschotting

Het dagelijks bestuur kan van de deelnemers, met toepassing van het bepaalde in artikel 20 en op basis van de goedgekeurde begroting, verlangen voorschotten te betalen.

HOOFDSTUK Xl Duur, wijziging, toetreding, uittreding en opheffing

Artikel 22 Duur van de regeling

De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 23 Wijziging

  • 1. Voor wijziging van de regeling is de instemming van tweederde van de deelnemers vereist.

  • 2. Zowel het bestuur, het dagelijks bestuur als elk der deelnemers is bevoegd tot het doen van voorstellen tot wijziging van de regeling.

Artikel 24 Toetreding

  • 1. Voor toetreding tot de regeling is de instemming van tweederde van de deelnemers vereist.

  • 2. Het bestuur kan aan de toetreding voorwaarden verbinden.

Artikel 25 Uittreding

  • 1. Voor uittreding uit de regeling wordt een opzegtermijn van ten minste één jaar in acht genomen. Gedurende drie jaren na de datum van toetreding tot de regeling is uittreding niet mogelijk.

  • 2. Het voornemen tot uittreding wordt bij aangetekende kennisgeving aan de voorzitter van het bestuur medegedeeld.

  • 3. Na ontvangst van de in het tweede lid vermelde kennisgeving wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een liquidatieplan op te stellen als ware tot opheffing van de regeling besloten. Het liquidatieplan wordt vastgesteld door het bestuur en de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen zijn bindend. Bij het vaststellen van het liquidatieplan wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met hetgeen is bepaald in artikel 20.

  • 4. Nadat het liquidatieplan is vastgesteld is de uittredende deelnemer gehouden om binnen zes maanden de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen aan het SVHW te voldoen.

  • 5. De kosten van het opstellen van het liquidatieplan komen voor rekening van de deelnemer, die het voornemen heeft om uit te treden.

Artikel 26 Opheffing

  • 1. Instemming van ten minste tweederde van het aantal deelnemers is vereist voor opheffing van de regeling.

  • 2. Bij opheffing van de regeling wordt een plan opgesteld als bedoeld in artikel 25, derde lid van deze regeling. Het bepaalde in het derde, vierde en vijfde lid van artikel 25 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Opheffing is niet mogelijk gedurende de eerste drie jaren na de datum van inwerkingtreding van de regeling.

Artikel 27 Archief

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van het SVHW overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften daaromtrent.

  • 2. De directeur is belast met de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden.

  • 3. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland oefenen het toezicht uit op de zorg voor de archiefbescheiden.

Artikel 28 Geschillen

Van een geschil als bedoeld in artikel 28, eerste lid van de Wet is sprake als ten minste één der deelnemers zodanige mening is toegedaan.

Artikel 28a Klachten

Verzoekschriften in de zin van artikel 9:18 van de Algemene wet bestuursrecht worden behandeld door de Ombudscommissie Hoeksche Waard.

Artikel 29 Goedkeuring

Het SVHW draagt zorg voor de toezending van deze regeling ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.

Artikel 30 Inwerkingtreding; citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de regeling is opgenomen in het register bedoeld in artikel 27, tweede lid van de Wet.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als: gemeenschappelijke regeling SVHW.

     

     

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Strijen

    van 30 september 2008

     

    De griffier,                                           De voorzitter,

     

     

     

     

    Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Strijen

    op 29 juli 2008

     

    De secretaris,                                      De voorzitter,