Regeling vervallen per 01-01-2020

Evenementenbeleid Terneuzen

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2019

Intitulé

Evenementenbeleid Terneuzen

Evenementenbeleid

Gemeente Terneuzen

Geldend met ingang van 1 januari 2012

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Doelstelling en wettelijk kader

§ 1.1 Doelstellingen

§ 1.2 Strekking

§ 1.3 Juridisch kader

§ 1.4 Rechtsbescherming derden-belanghebbenden

Hoofdstuk 2 Uitgangspunten

§ 2.1 Indeling in categorieën

§ 2.2 Vergunning of vergunningsvrij

Hoofdstuk 3 Regionale en lokale afstemming

§ 3.1 Openbare orde en veiligheid

§ 3.2 Regionaal Evenementen Overleg

§ 3.3 Gemeentelijke sturing

§ 3.4 Stroomschema

Hoofdstuk 4 Geluid

Hoofdstuk 5 Alcohol bij evenementen

§ 5.1 Alcohol bij tijdelijke locaties

§ 5.2 Tapinstallaties op terrassen

Hoofdstuk 6 Veiligheid en volksgezondheid

§ 6.1 Verkeersveiligheid

§ 6.2 Veiligheid in/op evenementenlocatie

§ 6.3 Volksgezondheid

Hoofdstuk 7 Toezicht en handhaving

Hoofdstuk 8 Facilitaire dienstverlening

Hoofdstuk 9 Evaluatie

BIJLAGE 1 Tarieven facilitaire ondersteuning gemeente

INLEIDING

In Zeeuws-Vlaanderen wordt jaarlijks een groot aantal evenementen en festiviteiten georganiseerd. Met name in de zomermaanden is de evenementenkalender in deze regio overvol. Vrijwel elke stad of dorp kent zijn jaarlijkse feest, terwijl er daarnaast nog talloze muzikale happenings, rommelmarkten, buurtfeesten, braderieën, sportevenementen, enz. worden georganiseerd. De meeste hiervan hebben een plaatselijk karakter, een aantal heeft echter een bovenlokale uitstraling. Het forse aantal activiteiten duidt er op dat deze evenementen belangrijk worden gevonden. Ze trekken bezoekers aan en hebben dus economische betekenis, ze bevorderen het imago van de kern of de vereniging en, niet in het minst, ze zorgen voor saamhorigheid en levendigheid in het desbetreffende gebied. Ze hebben tevens een maatschappelijk belang en daarom vaak ook een groot draagvlak. In het algemeen kan dan ook worden gesteld dat deze festiviteiten een toegevoegde waarde hebben vanuit cultureel, economisch en sociaal-maatschappelijk oogpunt. Evenementen zijn in de eerste plaats dan ook gewoon léuk!

Maar evenementen kunnen ook voor overlast zorgen. Irritatie bij buurtbewoners omdat straten worden afgezet en parkeerplaatsen tijdelijk zijn opgeheven, en overlast in de vorm van vervuiling, vernielingen en vooral ook lawaai. Aan de gemeente is dan de taak om de belangen van een evenement af te wegen tegen de belangen van het woongenot. Vanuit dat oogpunt is er reden om grenzen te stellen aan het aantal (overlast veroorzakende) evenementen.

De grote hoeveelheid evenementen in Zeeuws-Vlaanderen, zowel regionaal als per gemeente, vraagt waar mogelijk eveneens om ordening en afstemming. Met name als er in de regio enkele grotere publiekstrekkers in hetzelfde weekend plaatsvinden, wordt de politie voor problemen gesteld waar het de bedrijfsvoering betreft. Ook voor de organisaties zelf zou in een aantal gevallen een betere spreiding wenselijk zijn. Meerdere evenementen in hetzelfde weekend hebben namelijk veelal ook een negatieve invloed op het aantal bezoekers per festiviteit (concurrentie).

Hoe meer activiteiten, hoe meer administratieve beslommeringen. Met name bij de jaarlijks terugkerende, kleinere festiviteiten worden zowel aanvragers als de betrokken overheidsdiensten steeds weer geconfronteerd met een hoop papierwerk. De vraag werpt zich dan ook op of voor de kleinere standaardactiviteiten telkens weer een uitgebreide vergunningsprocedure moet worden gevolgd. Een verlichting van de administratieve lasten en waar mogelijk deregulering is vanuit efficiencyoogpunt en ‘klantgerichtheid’ in dit kader een uitdrukkelijk streven.

Naast een hoop papierwerk worden de meeste evenementen door de gemeente (logistiek) ondersteund. Zo voorziet de gemeente evenementen van dranghekken, vlaggenmasten, containers, podia, wegafzettingen, omleidingen en wordt na afloop van een evenement opgeruimd en schoongemaakt. Vanwege de bezuinigingstaakstelling bij de gemeente is besloten deze zogenaamde facilitaire dienstverlening anders te organiseren, waarbij zelfwerkzaamheid van organisatoren wordt gestimuleerd en beloond.

In het vervolg van deze notitie worden de begrippen evenement, festiviteiten en activiteiten willekeurig door elkaar gebruikt. Bedoeld is in alle gevallen echter ‘het geheel van activiteiten dat plaatsvindt bij een voor het publiek toegankelijke gebeurtenis zoals een feest, braderie of andere bijeenkomst tot ontspanning of vermaak, zoals een vertoning, voorstelling of herdenking.

Hoofdstuk 1 Doelstelling en Wettelijk kader

§ 1.1 Doelstellingen

Deze nota beoogt in te gaan op de bovengeschetste problemen die thans worden ervaren en een beleidskader te scheppen voor het weloverwogen beoordelen van evenementen.

In deze nota wordt een verduidelijking en verdieping weergegeven van de wijze waarop met festiviteiten, evenementen e.d. wordt omgegaan.

Het evenementenbeleid beoogt vooral samenhang en afstemming te bewerkstelligen in de integrale benadering van evenementen.

Integrale benadering betekent dat de gemeente maatregelen die zij neemt op elkaar afstemt en in hun onderlinge samenhang bekijkt. Het beleid moet belanghebbenden duidelijk maken wat ‘de spelregels’ zijn.

Hierbij worden de volgende doelstellingen nagestreefd:

  • a)

    positieve uitwerking op het imago van de gemeente;

  • b)

    het bevorderen van de kwaliteit van evenementen;

  • c)

    openbare orde en veiligheid: het beperken van de overlast en het bevorderen van de veiligheid van het evenement;

  • d)

    (de)reguleren van evenementen;

  • e)

    eenduidigheid bij de afhandeling van evenementaanvragen voor wat betreft de eigen gemeente maar ook op Zeeuws-Vlaams niveau;

  • f)

    klantgericht, klantvriendelijk en efficiënt aanvragen afhandelen;

  • g)

    afstemming en ordening op Zeeuws-Vlaamse schaal;

  • h)

    duidelijke spelregels voor ‘facilitaire dienstverlening’ door de gemeente.

§ 1.2 Strekking

Deze nota is van toepassing op evenementen en festiviteiten in de openlucht, inclusief tenten. Ook geldt dit beleid voor evenementen in gebouwen die normaliter niet voor dat doel bestemd zijn (landbouwschuren, bedrijfshallen e.d.). Hierbij dient te worden aangetekend dat het criterium steeds moet zijn dat het evenement ‘voor het publiek toegankelijk’ moet zijn. Dit kan in sommige gevallen discussie opleveren. Indien een zogenaamd ‘besloten feest’ wordt georganiseerd, waarbij voor de toegang of het deelnemen aan de bijeenkomst, dan wel voor het aldaar gebruiken van drink- en/of eetwaren moet worden betaald, raakt het de publieke toegankelijkheid. In dergelijke gevallen is er geen sprake meer van een besloten karakter en dient rekening te worden gehouden met het bepaalde in deze nota.

Mede gelet op de bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening is het bepaalde in deze nota uitdrukkelijk niet van toepassing op bioscoopvoorstellingen, warenmarkten, kansspelen en betogingen.

Evenmin richt deze nota zich op festiviteiten in (horeca-)inrichtingen/gebouwen. De regels die in dit verband overlast of hinder voorkomen zijn opgenomen in de Wet milieubeheer respectievelijk het ‘Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)’. Kermissen en circussen vallen eveneens buiten de strekking van deze nota.

§ 1.3 Juridisch kader

Voor het organiseren van een feest of evenement is in de eerste plaats een vergunning van de burgemeester vereist op grond van de APV. Daarnaast zijn er nog enkele wettelijke en beleidskaders waarmee rekening moet worden gehouden:

  • -

    De Drank- en Horecawet (ontheffing verstrekking alcoholische dranken );

  • -

    Zondagswet (bij activiteiten op zondag);

  • -

    Wegenverkeerswet (bij afsluiting wegen);

  • -

    Winkeltijdenverordening (winkelopenstelling buiten de reguliere tijden);

  • -

    Brandbeveiligingsverordening (bijv. bij festiviteiten in tenten).

Waar mogelijk zullen vergunningen of ontheffingen zoveel mogelijk worden geïntegreerd in de evenementenvergunning, zodat kan worden volstaan met één document.

De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) stelt regels omtrent evenementen en festiviteiten. Artikel 2:24 APV regelt feesten, wedstrijden en muziekuitvoeringen op of aan de weg. In artikel 2:24A APV zijn bepalingen opgenomen over evenementen. In de praktijk is overigens niet altijd even duidelijk welk artikel voor een bepaalde activiteit van toepassing is.

Tot de vaststelling van het huidige evenementenbeleid in 2006 was er voor elk evenement en voor elke festiviteit, ongeacht de omvang, nog een vergunning vereist. Zoals hiervoor echter is aangegeven, was één van de doelstellingen van het nieuwe beleid om de administratieve lasten voor zowel de organiserende initiatiefnemers als voor het ambtelijk apparaat te verlichten. Juist de kleinere, minder belastende activiteiten zouden in dit verband met een minder omslachtige procedure moeten kunnen worden afgedaan. Omdat deze categorie nauwelijks hinder of overlast oplevert, werd het niet nodig geacht om hieraan (in kwantitatieve zin) veel beperkingen te stellen. Een terughoudende positie van de gemeente vormt hierbij geen bezwaar.

Door de kleine evenementen in de gemeente vergunningsvrij te maken, konden de administratieve handelingen flink worden gereduceerd (deregulering). Indien blijkt dat men zich bij een dergelijk klein evenement misdraagt, zal voor een volgende editie ofwel het vergunningsvereiste van toepassing worden, ofwel geen toestemming meer worden verleend. Voor de middelgrote en grote evenementen blijft toezicht en maatwerk van de gemeente vereist. Hiervoor blijft dan ook een vergunning benodigd.

Deze administratieve scheiding (geen vergunning bij kleinere activiteiten, een vergunning voor grotere festiviteiten) heeft in 2006 geleid tot een aanpassing van de desbetreffende artikelen van de APV.

§ 1.4 Rechtsbescherming derden-belanghebbenden

Vergunningsvrije activiteiten

De voor de omgeving niet-belastende festiviteiten hoeven niet ter kennis gebracht te worden van het gemeentebestuur. Zij worden in de Algemene Plaatselijke Verordening uitgezonderd van de vergunningsplicht. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een besluit te worden bekend gemaakt voordat het in werking treedt. De kleine vergunningsvrije evenementen als hiervoor bedoeld vallen echter niet onder de categorie ‘besluiten’. Men mag ze immers vergunningsvrij organiseren. Er staat derhalve geen bezwaar- of beroepsmogelijkheid open.

Overigens wijst de praktijk uit dat de kleinere festiviteiten nauwelijks of geen aanleiding geven tot klachten. Als er toch gegronde klachten worden ingediend, kan dit leiden tot een vergunningsplicht bij een volgende editie (of een verbod tot het houden van de activiteit). Als er materialen gewenst worden voor de vergunningsvrije activiteit, is het noodzakelijk dat de organisator hiervoor wel een aanvraagformulier indient.

Vergunningsplichtige activiteiten

Deze activiteiten kunnen een belasting vormen voor de (woon-)omgeving en hiervoor is dan ook ruim vooraf inzicht nodig in plaats, tijd en programma. Zowel de gemeente, de politie, de brandweer als eventueel de GHOR (Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen) moeten voldoende gelegenheid hebben om invulling te geven aan hun vergunningverlenende of adviserende taak. Bij de operationele diensten zal bovendien ruim vooraf een planning moeten kunnen worden gemaakt indien er bij het evenement behoefte of reden is aan/voor personele inzet.

Daarnaast is het in het kader van de (regionale) afstemming en het opstellen van de Evenementenkalender eveneens noodzakelijk om tijdig te beschikken over de benodigde gegevens. Vóór 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin het bewuste evenement zal worden gehouden, dient in elk geval een kennisgeving te worden gedaan van de datum en het (globale) programma van het desbetreffende evenement. De feitelijke vergunningaanvraag dient ten minste twaalf weken tevoren te worden ingediend.

Zodra de Evenementenkalender is gepubliceerd kunnen belanghebbenden op de (vergunningsplichtige) activiteiten reageren. Hiermee wordt voldaan aan het Awb-vereiste om voor het afgeven van een beschikking alle relevante informatie te vergaren. Personen die van deze gelegenheid gebruik maken, zullen vervolgens bij de vergunningsprocedure worden betrokken.

Hoofdstuk 2 UITGANGSPUNTEN

Om de hiervoor geformuleerde doelstellingen te bereiken, dienen daarop toegesneden uitgangspunten te worden geformuleerd.

§ 2.1 Indeling in categorieën

Het ene evenement is het andere niet. Een rommelmarkt van de plaatselijke muziekvereniging heeft een andere impact dan een popfestival in een kern.

Evenementen verschillen ook naar de benodigde voorbereiding c.q. advisering bij gemeentelijke en operationele diensten. Uiteraard is er ook een onderscheid in overlasteffecten naar de omgeving.

Aan de vergunningverlening voor evenementen gaat in veel gevallen een uniforme voorbereidingsprocedure vooraf (advisering door diverse gemeentelijke afdelingen, politie, brandweer). Deze relatief uitgebreide, formele advisering stond niet altijd in verhouding tot de aard en de grootte van het evenement.

Daarom zijn sinds 2006 de evenementen onderverdeeld in categorieën. De uitstralingseffecten naar de omgeving zijn de basis voor de volgende indeling:

A. Klein evenement

  • 1.

    Duurt max één dag, en

  • 2.

    heeft geen versterkte muziek na 21.00 uur, en

  • 3.

    duurt tot uiterlijk 24.00 uur, en

  • 4.

    heeft lokale uitstraling (o.a. wijk/buurtfeest), en

  • 5.

    er worden geen openbare wegen afgesloten, en

  • 6.

    vormt uit milieu- of natuurbeschermingsoogpunt geen bezwaar, en

    zal (evt. op basis van ervaring) niet leiden tot klachten.

Hieronder kunnen vallen o.a. intocht Sinterklaas, buurtfeestjes etc.

B. Middelgroot evenement

  • 1.

    heeft bovenlokale uistraling, of

  • 2.

    versterkte muziek in avond- of nachtperiode, of

  • 3.

    vergt nadere verkeersmaatregelen, of

  • 4.

    enige hinder of overlast voor de omgeving, een en ander te beoordeling van de burgemeester, of

  • 5.

    vergt advies en eventuele inzet van politie of brandweer, en

  • 6.

    er kan doorgaans worden volstaan emt standaardvoorschriften.

Tot deze categorie worden onder meer gerekend dorpsfeesten, braderieën.

C. Groot evenement

  • 1.

    heeft (boven-) regionale uistraling

  • 2.

    zal naar verwachting extra hinder of overlast opleveren voor omgeving, een en ander ter beoordeling van de burgemeester, of

  • 3.

    er is een risico op aantasting openbare orde, evt. gelet op ervaringen uit het verleden, of

  • 4.

    inzet politie, brandweer of GHOR is noodzakelijk.

Voorbeelden in dit verband zijn bijvoorbeeld de Megaparty, Terneuzense Havendagen.

Indien een evenement wordt aangevraagd waarbij niet duidelijk is onder welk van bovengenoemde categorieën dit valt, is het oordeel van de burgemeester bepalend.

§ 2.2 Vergunning of vergunningsvrij

Met name waar het kleinere, regelmatig terugkerende, geen overlast veroorzakende activiteiten betreft en waarvoor standaardvoorschriften toereikend zijn, is een vergunningsprocedure een relatief zwaar middel. Deze kleine evenementen zijn dan ook sinds 1 januari 2006 vrijgesteld van de vergunningsplicht. Dit past prima in het streven naar deregulering. Indien materialen gewenst zijn, is het noodzakelijk dat wel een aanvraagformulier wordt ingevuld.

Voor de belastende evenementen is veelal gericht toezicht en een meer uitgebreide toetsing nodig. Er kunnen bij evenementen in deze categorie immers nadelige effecten optreden waarbij de overheid zich geen terughoudende positie kan veroorloven. Voor middelgrote en grote evenementen blijft het vergunningenstelsel daarom het meest geschikte instrument en is maatwerk mogelijk.

Hoofdstuk 3 REGIONALE EN LOKALE AFSTEMMING

Een tijdig overzicht van de op stapel staande festiviteiten en evenementen maakt het mogelijk inzicht te krijgen in de activiteiten voor een bepaalde periode. Deze vroegtijdige inventarisatie is om twee redenen belangrijk.

§ 3.1 Openbare orde en veiligheid

Allereerst kunnen grootschalige, bovenlokale evenementen die in Zeeuws-Vlaanderen op hetzelfde tijdstip plaatsvinden, problemen opleveren voor de inzet van de politie. Het gaat dan met name om evenementen waarbij de openbare orde en veiligheid in het gedrang kunnen komen. De meeste evenementen worden georganiseerd in de zomermaanden en juist in deze periode wordt dan een relatief groot beroep gedaan op politieambtenaren. Om die reden is het ten behoeve van de politiële bedrijfsvoering noodzakelijk dat men tijdig kennis kan nemen van het evenementenprogramma. Aanmelding vóór 1 november van evenementen in het daaropvolgende jaar is om deze reden dan ook wenselijk.

Het kan voorkomen dat er in een bepaald weekend meerdere evenementen zijn gepland waardoor een voldoende inzet van de politie onder druk komt te staan. Indien zich deze ongewenste samenloop voordoet kan door de vroegtijdige aanmelding tijdig op deze situatie worden geanticipeerd. Er zal in dergelijke gevallen contact worden gelegd met de desbetreffende organisaties om in onderling overleg een passende oplossing te zoeken.

Overigens vindt de inzet van politie bij evenementen niet automatisch en vanzelfsprekend plaats. Ook de organisatie heeft hierbij een inspanningsverplichting. De politie wordt bij evenementen alleen ingezet als de organisator van het evenement alle aspecten rond veiligheid goed heeft geregeld. De inzet van de politie moet in redelijke verhouding staan tot het evenement. In situaties waarin niet aan de veiligheidsvoorwaarden is voldaan dan wel de politie-inzet onevenredig hoog is, laat de burgemeester het evenement geen doorgang vinden.

Door gebruik te maken van particuliere beveiligers, verkeersregelaars etc. kan de organisator de inzet van politie mogelijk beperken.

§ 3.2 Regionaal Evenementen Overleg

Een andere reden om in een tijdig stadium inzicht te krijgen in de regionale festiviteitenkalender, is in het belang van de evenementen zelf. Het welslagen van een activiteit is namelijk gebaat met voldoende publieke belangstelling. Een aantal soortgelijke festiviteiten binnen dezelfde periode, in dezelfde regio, zal een negatieve invloed hebben op de bezoekersaantallen. ‘Vele varkens maken de spoeling dun’ is een gezegde dat hier van toepassing is. Ook vanuit dit oogpunt is dus enige spreiding wenselijk.

Het is daarom aan te bevelen om ook in dit kader vergunningsplichtige evenementen in enig jaar vóór 1 november van het daaraan voorafgaande jaar aan te laten melden.

Zodra de drie gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen de aanmeldingen hebben ontvangen, zullen de programma’s worden besproken in het Regionaal Evenementen Overleg (REO). Het REO zal bestaan uit vertegenwoordigers van gemeenten en politie en zal gewoonlijk eenmaal per jaar bijeenkomen. Daarbij zal het REO vervolgens vaststellen of zich ongewenste samenloop van evenementen voordoet. Indien dit het geval is, zal nader overleg volgen met de desbetreffende organisaties. Het REO kan in die zin zorgen voor afstemming en spreiding en vervolgens overgaan tot de samenstelling van een Regionale Evenementen Kalender.

§ 3.3 Gemeentelijke sturing

Ook op lokaal niveau kan het problematisch zijn indien meerdere festiviteiten in één weekend plaatsvinden. Dit kan moeilijkheden opleveren om verkeerstechnische, logistieke of andere redenen. Ook de organisaties zelf zijn er veelal mee gebaat indien er geen ‘concurrerende’ activiteiten plaatsvinden op hetzelfde tijdstip. Er zal geprobeerd worden om in voorkomende gevallen sturing aan te brengen. Uiteraard is het in dergelijke gevallen ook weer van belang dat er een tijdig inzicht in de planning mogelijk is. Voor alle duidelijkheid: het samenvallen van evenementen op zich is geen weigeringsgrond. Afwijzing van een aanvraag kan uitsluitend plaatsvinden op de in de APV genoemde gronden (openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en de bescherming van het milieu). Indien bij samenvallende evenementen één van deze criteria in het geding is, geldt het uitgangspunt dat een traditioneel evenement voor een nieuw evenement gaat. Indien problemen worden voorzien, zal contact gelegd worden met de desbetreffende organisaties.

§ 3.4 Stroomschema

Na ontvangst van een verzoek en beoordeling in regionaal of lokaal verband, zal openbaar kennis worden gegeven van de activiteit via de Evenementenkalender.

Bekendmaking van de (lokale) evenementen kalender door middel van plaatsing in huis-aan-huisbladen heeft behalve de publicitaire voordelen, ook invloed op de acceptatiegrens van overlast. Als omwonenden tijdig worden geïnformeerd en dus weten wat zij kunnen verwachten, ligt de tolerantiegrens nu eenmaal hoger dan wanneer men zich voor ‘verrassingen’ ziet geplaatst.

Schematisch ziet het tijdspad voor het melden/aanvragen van vergunningsplichtige evenementen en festiviteiten er als volgt uit:

afbeelding binnen de regeling

Hoofdstuk 4 GELUID

Geluidhinder is een veel voorkomend probleem bij het houden van evenementen en dit aspect levert dan ook doorgaans de meeste klachten op. Het gegeven dat dit onderdeel in grote mate bepalend is of er sprake is van een vergunningsplichtig evenement of niet, geeft al een indicatie van het belang van dit voor festiviteiten wezenlijke element. Enige overlast is inherent aan het houden van een evenement, hoewel er uiteraard grenzen zijn aan het acceptatievermogen van een omwonende. Aan de vergunningverlening zal een belangenafweging vooraf moeten gaan, waarbij in sommige gevallen omwonenden, gezien het maatschappelijk of cultureel belang van het evenement, de geluidhinder dienen te accepteren. De vraag is dan vervolgens hoeveel hinder in redelijkheid acceptabel is. Opgemerkt wordt overigens dat de hinderbeleving over het algemeen lager zal zijn, en de belastbaarheid hoger, indien omwonenden over een evenement tijdig en goed geïnformeerd zijn (en dus weten waar ze aan toe zijn).

Sommige gemeenten hanteren momenteel een norm van 75 dB(A). Deze norm van 75 dB(A) is gebaseerd op de ‘Nota evenementen met een luidruchtig karakter (uitgave Ministerie VROM, jan. 1996). De ervaringen tot nu toe leren dat deze norm niet voor elke gelegenheid toepasbaar c.q. reëel is. Geluidsnormen ondervangen immers niet alles. Ze houden geen rekening met het soort muziek (bijv. klassieke muziek of housemuziek). Lage tonen kunnen toch tot klachten leiden.

Daarnaast is het bij grootschalige evenementen onmogelijk om het maximale aantal dB(A)’s in de vergunning op te nemen. Het geluid komt vaak uit een tent. Daarnaast is het in de café’s extra luidruchtig en bij mooi weer zijn de terrassen bezet. Het is voor de gemeente onmogelijk om dan het geluidsniveau te bepalen. Bij dergelijke (middel)grote evenementen, bijv. de Terneuzense Havendagen, dient geaccepteerd te worden dat er geen geluidsvoorschriften worden opgenomen maar dat de eindtijd bepalend is voor het handhavingstraject.

Het bestuur van de gemeente Terneuzen is van mening dat men het belang van het evenement moet laten prevaleren. Dit betekent dat geen geluidsnormen worden opgenomen in de evenementenvergunningen. Er kan volstaan worden met een begin- en een eindtijd. Tussen deze begin- en eindtijd is voor wat geluid betreft heel veel mogelijk. Voor de handhaving houdt dit in, dat:

  • 1.

    er alleen wordt toegezien op de ‘sluiting’ van het evenement;

  • 2.

    er weliswaar klachten kunnen worden gemeld maar de afdeling Vergunningen en Handhaving zal hierop niet anticiperen aangezien er geen geluidsnormen in de vergunning zijn opgenomen;

  • 3.

    bestuurlijk wordt geaccepteerd dat bij klachten over geluidsoverlast hier niet

tijdens het evenement op wordt gereageerd.

 

De eindtijd van de jaarlijks terugkerende activiteiten is voor de horecagelegenheden geregeld in de aanwijzing van eindtijden van de collectieve festiviteiten. Strikt genomen gelden deze tijden uitsluitend voor inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer maar ze worden veelal gekoppeld en ook gehanteerd als eindtijd bij buitenactiviteiten in de evenementenvergunning.

Dit zal zo blijven. Voor de overige evenementen geldt dat op vrijdag, zaterdag en feestdagen een eindtijd wordt gehanteerd voor de muziek van 01.00 uur (eindtijd evenement 01.30 uur). Op overige dagen geldt een eindtijd van 24.00 uur voor de muziek (eindtijd evenement 00.30 uur).

Hoofdstuk 5 ALCOHOL BIJ EVENEMENTEN

Alcoholgebruik en festiviteiten gaan hand in hand. Indien alcoholverstrekking vanuit reguliere horeca-inrichtingen plaatsvindt, gelden er normaliter geen speciale regels. De horeca-exploitant zal dan namelijk in het bezit zijn van een Drank- en Horecavergunning en is op grond daarvan gerechtigd tot het verstrekken van alcoholische drank, met inachtneming van een aantal wettelijke voorwaarden.

Buiten een ‘vaste’ inrichting is alcoholverstrekking gewoonlijk niet toegestaan.

§ 5.1 Alcohol bij tijdelijke locaties

De praktijk is echter dat festiviteiten nogal eens worden gehouden in een tijdelijke locatie (tent), een bouwwerk (schuur, bedrijfshal e.d.) of in de openlucht. De Drank- en Horecawet heeft met het oog op dergelijke situaties een ontheffingsmogelijkheid in het leven geroepen.

Op grond van artikel 35 van deze wet kan de burgemeester voor bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard toestemming (ontheffing) verlenen voor het verstrekken van zwak-alcoholische drank, mits voldaan wordt aan de volgende wettelijke eisen:

  • 1.

    verstrekking van zwak-alcoholische drank mag uitsluitend plaatsvinden door een

persoon van 21 jaar of ouder;

  • 1.

    de aanvrager van de ontheffing moet in het bezit zijn van een diploma sociale hygiëne;

  • 2.

    de aanvrager van de ontheffing mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn.

 

Bij de afweging of de ontheffing kan worden verleend, zal de burgemeester de aard van de gelegenheid in ogenschouw nemen. Indien de plaats van verstrekking hoofdzakelijk zal worden bezocht door jeugdige personen (een schoolfeest bijvoorbeeld), kan dit bijvoorbeeld tot een negatieve beslissing leiden. De aspecten die hierbij een rol spelen zijn de openbare orde, de veiligheid en de zedelijkheid.

 

Indien de burgemeester tot de conclusie komt dat de ontheffing kan worden verleend, dan kunnen hieraan verder algemene en/of specifieke (op het evenement gerichte) voorschriften worden verbonden. Een algemeen voorschrift dat kan worden opgelegd, is dat alcoholverstrekking plaats mag vinden tot uiterlijk een kwartier vóór de eindtijd van het evenement. Op deze manier vindt een verdere ‘cooling-down’ plaats en wordt een geleidelijk vertrek van bezoekers bevorderd.

 

Als specifieke voorwaarde kan het gebruik van kunststof glazen worden opgenomen. Bij grootschalige evenementen of festiviteiten die ter beoordeling van de burgemeester naar hun aard gevoelig kunnen zijn voor verstoring van de openbare orde of de veiligheid, zal verstrekking in glaswerk of blik niet worden toegestaan. Glaswerk bemoeilijkt eveneens de inzet van (specifieke) politiediensten zoals paarden, honden, bikers.

§ 5.2 Tapinstallaties op terrassen

Het plaatsen van een tapinstallatie op terrassen bij horecabedrijven is toegestaan als dit terras op de Drank- en Horecavergunning als onderdeel van de inrichting is vermeld.

Voor overige, buiten de inrichting gelegen terrassen is een tapinstallatie niet doorlopend gewenst. Bij bepaalde evenementen worden regelmatig tijdelijke terrassen in gebruik genomen, die in sommige gevallen sfeerverhogend kunnen zijn.

Omdat er in dergelijke gevallen echter wordt getapt buiten een vergunde inrichting, is een ontheffing op basis van artikel 35 van de Drank- en Horecawet nodig.

Bij de afwegingen of een dergelijke ontheffing wordt verleend zal, naast de wettelijke eisen, rekening worden gehouden met de volgende aspecten:

  • 1.

    er moet sprake zijn van een evenement;

  • 2.

    de aard van het evenement moet zich niet verzetten tegen het verstrekken van alcohol;

  • 3.

    de (verkeers)veiligheid mag door het terras niet in gevaar komen;

 

Indien deze toets positief uitvalt, dan zullen aan de ontheffing nadere voorschriften worden verbonden ten aanzien van de plaatsing van de tapinstallatie (vrije doorgang in- en uitgangen en nooduitgangen), sluitingstijd van de tapinstallatie, gebruik van (kunststof) glazen e.d.

Hoofdstuk 6 VEILIGHEID EN VOLKSGEZONDHEID

Bij een evenement van enige omvang vergt de publieksveiligheid aandacht. De organisatie dient te beseffen dat de zorg voor het publiek integraal onderdeel is van zijn/haar verantwoordelijkheid en dat niet alleen de overheid met dit onderdeel bemoeienis heeft. Uiteraard is de omvang en de aard van het evenement bepalend voor het maatregelenpakket. De volgende onderdelen zijn van belang:

§ 6.1 Verkeersveiligheid

De organisator zal in zijn verzoek duidelijk moeten maken hoe men denkt om te gaan met de verkeersstroom waarbij een evenement van enige omvang te maken heeft. Indien van toepassing zal aandacht moeten worden besteed aan de routering, bewegwijzering, parkeergelegenheid en toegangsmogelijkheden voor diensten als politie, brandweer en ambulance. Voor de aan- en afvoerroute van deze categorie voertuigen moet in elk geval steeds een obstakelvrije route beschikbaar zijn van minimaal 4 meter breed en 4,5 meter hoog.

Afhankelijk van de omvang van het evenement kan worden voorgeschreven dat de organisator dient te zorgen voor medewerkers die het parkeren in goede banen leiden.

Indien wegafzettingen nodig zijn, worden deze verzorgd door de gemeente, die bekend is met de voorgeschreven materialen en plaatsingswijze. De organisator zal overigens bij de gewenste verkeersmaatregelen rekening moeten houden met de bovenomschreven toegangsmogelijkheden voor hulpdiensten. Het wordt tevens tot zijn taak gerekend om de omwonenden die met de wegafzettingen worden geconfronteerd tijdig hiervan op de hoogte te stellen.

Straatmeubilair e.d. wordt in beginsel niet verplaatst voor evenementen. Slechts in uitzonderingsgevallen kan het noodzakelijk zijn om straatmeubilair te verwijderen hetgeen dan door de gemeente zal gebeuren. De kosten hiervan komen echter voor rekening van de organisator.

Bij activiteiten op de openbare weg waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en de weggebruikers geregeld moet worden, zijn verkeersregelaars vereist. De organisatie dient zelf voor verkeersregelaars te zorgen, die vooraf behoren te zijn geïnstrueerd door de politie. Verkeersregelaars worden aangesteld door of namens de burgemeester en treden onder verantwoordelijkheid en onmiddellijke leiding van de politie op.

§ 6.2 Veiligheid in/op evenementenlocatie

Bij tentfeesten en festiviteiten die plaatsvinden in schuren, loodsen e.d. zal veel aandacht worden besteed aan de brandveiligheid. De brandweer zal, zonodig in overleg met de organisator, de maatregelen voorschrijven die aan een gebruikstoestemming zullen worden verbonden.

Blusapparatuur, noodverlichting en nooduitgangen zullen in elk geval hiervan onderdeel uitmaken, maar ook zullen eisen worden gesteld aan brand- en constructieve veiligheid van tijdelijke bouwwerken zoals bakkramen, barbecues, podia, en tribunes.

De organisator zal bij zijn verzoek aan moeten geven hoe hij met de mogelijke veiligheidsrisico’s omgaat en duidelijk moeten maken hoe bij calamiteiten zal worden gehandeld. Een ontruimings- of calamiteitenplan kan worden geëist door de gemeente.

Onderdelen van dit plan kunnen zijn ontruimingsacties, aanrijroute en doorgang op het evenemententerrein voor hulpdiensten, taakverdeling organisatie bij calamiteiten (verantwoordelijkheden / aansprakelijkheden), bezetting en locatie EHBO-post, etc.

Bij evenementen met een verhoogd risico op ongeregeldheden kan de voorwaarde worden gesteld dat er erkende beveiligingsfunctionarissen aanwezig dienen te zijn. Het bedrijf dat hiervoor zorg draagt zal moeten beschikken over een vergunning van de Minister van Justitie. De organisator zal aan moeten geven welk bedrijf en hoeveel beveiligers actief zullen zijn. Beveiligingsfunctionarissen zullen duidelijk als zodanig herkenbaar moeten zijn.

Een andere voorwaarde kan zijn dat uitsluitend gebruik mag worden gemaakt van kunststof glazen voor de drankverstrekking. Dit is met name afhankelijk van de aard van het evenement.

§ 6.3 Volksgezondheid

Sommige evenementen of daarbij uitgevoerde programmaonderdelen, kunnen bedreigingen inhouden voor de gezondheid van deelnemers of bezoekers. Ook de (algemene) hygiëne kan onder druk komen te staan.

Afhankelijk van het aantal personen dat bij het evenement betrokken is en van de aard van de festiviteit, zullen eisen worden gesteld aan de hoeveelheid EHBO-personeel.

Verdere medische en hulpverlenende diensten zullen enkel bij omvangrijke of zeer specifieke evenementen worden voorgeschreven.

Bij zeer grootschalige activiteiten kan inzet van GHOR (Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen) vereist zijn. In overleg met de GGD zal dan de benodigde medische inzet nader worden bepaald.

Een punt van aandacht kan eveneens zijn de kans op legionella-besmetting. Dit kan optreden bij een watertemperatuur tussen de 20 en 55 graden in combinatie met een verneveling van dit water (douches, fonteinen, bubbelbaden e.d.). De organisator zal aan moeten geven of een dergelijk risico bij het evenement aanwezig is.

Een ander mogelijke bedreiging voor de gezondheid bij het evenement is de verstrekking van eet- en drinkwaren. De bereiding en behandeling hiervan zal moeten voldoen aan hetgeen bij of krachtens de Warenwet is gesteld. De organisatie dient zich ervan te vergewissen dat indien derden voor de verstrekking van drank- en/of etenswaren verantwoordelijk zijn, conform de regels werken.

Het toezicht hierop vindt plaats door de Voedsel en waren Autoriteit.

De organisatie zal ook zorg moeten dragen voor voldoende toiletvoorzieningen met een gelegenheid voor het handenwassen.

Hoofdstuk 7 TOEZICHT EN HANDHAVING

Het sluitstuk van het evenementenbeleid is toezicht en handhaving. Om overlast tegen te gaan is vooral de handhaving van de eindtijden en openbare orde van belang. Het opstellen van de evenementenkalender en de in deze nota voorgestelde beleidsuitgangspunten bij de vergunningverlening zullen bijdragen aan een groter draagvlak voor het beleid en dus tot betere naleving en handhaafbaarheid van voorschriften. Daarnaast is de inzet van menskracht door politie en gemeente en andere instanties nodig voor handhaving. Wanneer geconstateerd wordt dat voorschriften van een vergunning worden overtreden kan daartegen op twee manieren worden opgetreden:

Bestuursrechtelijk

Bij (ernstige) overtreding van de voorschriften kan in principe bestuursdwang worden toegepast (op grond van artikel 125 Gemeentewet). Het bestuursorgaan kan dan een eind aan de overtreding maken. Omdat uitstel niet kan worden getolereerd, is een schriftelijke waarschuwing in dit geval niet nodig. Dergelijke evenementen zullen geëvalueerd worden.

Strafrechtelijk

Het overschrijden van een voorschrift van een vergunning op basis van de APV is ook strafbaar op basis van diezelfde APV. Wanneer de politie de indruk heeft dat door handhavend optreden de openbare orde in gevaar wordt gebracht (door bijvoorbeeld rellen), kan wel proces-verbaal worden opgemaakt maar afgezien worden van feitelijk handhaven van het overtreden voorschrift. Dit middel helpt dus niet om op dat moment de overtreding te beëindigen maar het werkt wel preventief voor de volgende keer. Het is dan wel noodzakelijk dat bij een dergelijk politieoptreden de politie of de handhavende instantie de gemeente schriftelijk informeert over zo een voorval. Afhankelijk van de overtreding en de hierdoor veroorzaakte inbreuk op de openbare orde zal door het bestuur worden beoordeeld of aan de organisatie in de toekomst opnieuw vergunning zal worden verleend.

Om een goede handhaving te kunnen realiseren is duidelijkheid vereist over de rolverdeling tussen de verschillende handhavende instanties. De volgende rolverdeling is van toepassing:

Politie: handhaving openbare orde, toezicht verkeersregelaars en beveiligingsorganisaties.

Afdeling Vergunningen en Handhaving: toezicht en handhaving van de geluidsnormen en eindtijden, de vergunningvoorschriften (zoals evenementenvergunning, gebruiksvergunning) en de voorschriften uit de APV.

Voedsel en waren autoriteit:toezicht en handhaving Drank- en Horecawet, controleren en bevorderen naleving voorschriften eet- en drinkwaren, handhaving Besluit Veiligheid attractie- en speeltoestellen.

Per evenement wordt beoordeeld of, en zo ja, wie ter plaatse de situatie gaat beoordelen. De politie verleent zonodig ondersteuning aan de handhavende instanties.

Goed zichtbare, actieve en consistente handhaving van de nieuwe regels heeft een belangrijke signaalfunctie voor organisaties. Het verdient aanbeveling om afspraken tussen gemeente, politie en Openbaar Ministerie wat rolverdeling en sancties bij overtredingen betreft, vast te leggen in een ‘handhavingsarrangement’.

Hoofdstuk 8 FACILITAIRE DIENSTVERLENING

De gemeente verleent bij evenementen ondersteunende diensten. Het gaat dan bijvoorbeeld om het beschikbaar stellen van dranghekken, verkeersborden, vlaggenmasten, vlaggen, afvalcontainers, podia of het schoonmaken en opruimen van het evenemententerrein.

Voor het beschikbaar stellen van materialen, mensen en machines ter ondersteuning bij evenementen brengt de gemeente vanaf een bepaalde omvang (hoeveelheid te gebruiken materialen) kosten in rekening. Dit voorkomt dat kleine evenementen, vaak uitgevoerd door vrijwilligersorganisaties, voor hoge kosten komen staan, maar werpt het wel een drempel op tegen het onbeperkt aanvragen van materialen, terwijl die niet altijd nodig zijn. Voor bijna alle facilitaire dienstverlening geldt dat zelfwerkzaamheid wordt beloond.

Zoals in paragraaf 6.1 reeds genoemd verzorgt de gemeente bij de grote en middelgrote evenementen, indien nodig, zelf wegafzettingen en verkeersomleidingen, omdat zij bekend is met de voorgeschreven materialen en plaatsingswijze. Zelfwerkzaamheid is daardoor op dit vlak niet mogelijk of wenselijk. Straatmeubilair wordt in principe niet verplaatst, maar slechts bij hoge uitzondering en tegen betaling van de werkelijk gemaakte kosten. Ook voor de inzet van straatvegers worden kosten in rekening gebracht. Als zelf wordt opgeruimd en/of geveegd is het niet nodig dat de gemeente wordt ingeschakeld.

Men kan gebruik maken van de elektriciteits- en wateraansluitingen van de gemeente. Voor het gebruik van elektriciteit en water worden kosten in rekening gebracht als deze boven een bepaald drempelbedrag uitkomen (zie tarieventabel). Voor elektriciteit zullen dezelfde tarieven worden gehanteerd als opgenomen in de ‘Verordening marktgelden’, waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar de volgende drie categorieën:

  • -

    energieverbruik voor verlichting;

  • -

    energieverbruik voor verlichting en koeling óf bakken;

  • -

    energieverbruik voor verlichting, koeling én bakken.

Als een evenement tijdig (en voorzien van alle noodzakelijke gegevens) bij de gemeente wordt aangevraagd zal de gemeente zorgen dat de aanvrager binnen twee weken een gespecificeerde offerte ontvangt voor de aangevraagde facilitaire diensten. Op basis daarvan kan de organisator besluiten wel of niet gebruik te maken van het aanbod. De teamleider Reiniging van de afdeling Realisatie en Beheer (of diens vervanger) beslist uiteindelijk over het wel of niet beschikbaar stellen van materialen en diensten, omdat hij zicht heeft op beschikbare hoeveelheden in relatie tot de aangevraagde evenementen en gemeentelijke taken (bijv. wegomleidingen, calamiteiteninzet, etc.).

De tarieven zijn opgenomen in een bijlage bij deze notitie Evenementenbeleid Terneuzen en kunnen door het college desgewenst jaarlijks worden aangepast.

Materialen kunnen worden opgehaald en teruggebracht bij het magazijn van de afdeling Realisatie en Beheer aan de Koegorsstraat 4 in Terneuzen (toegang leveranciers). Bij afhalen moet een geldig legitimatiebewijs worden overgelegd en dient een bruikleenovereenkomst te worden getekend. Bij niet of beschadigd terugbrengen van materialen zullen de vervangingskosten in rekening worden gebracht.

Hoofdstuk 9 EVALUATIE

Beleid maken en uitvoeren behoort een dynamisch proces te zijn.

De systematiek die sinds 2006 in deze nota ten aanzien van festiviteiten en evenementen wordt gehanteerd, heeft een ingrijpende wijziging tot gevolg gehad ten opzichte van het eerdere beleid.

De voordelen van het evenementenbeleid zijn inzichtelijkheid, herkenbaarheid en een duidelijk kader dat aangeeft binnen welke grenzen festiviteiten kunnen worden georganiseerd.

In 2006 heeft een eerste evaluatie plaatsgevonden. De eindtijden van evenementen zijn toen iets gewijzigd (eenduidigheid op Zeeuws-Vlaams niveau). Eind 2012 zal de wijziging met betrekking tot de facilitaire dienstverlening geëvalueerd worden.

BIJLAGE 1 Tarieven facilitaire ondersteuning bij evenementen door de gemeente 2012

soort materiaal/dienst

huurtarief zelf

bijkomende kosten

opmerkingen

halen/brengen

halen/brengen door gemeente

Dranghekken ≤ 50 stuks

gratis

€ 50,00 (max 50 stuks/transport)

max. 300 beschikbaar

Dranghekken > 50 stuks

€ 3,00/stuk

€ 50,00 (max 80 stuks/transport)

max. 300 beschikbaar

betalen alleen voor aantal boven 50 stuks

Verkeersborden ≤ 5 stuks

gratis

€ 50,00 / transport

Verkeersborden > 5 stuks

€ 5,00/stuk

€ 50,00 / transport

betalen alleen voor aantal boven 5 stuks 

Vlaggenmasten ≤ 5 stuks

gratis

€ 50,00 / transport

max. 20 beschikbaar

Vlaggenmasten > 5 stuks

€ 5,00/stuk

€ 50,00 (max 20 stuks/transport)

max. 20 beschikbaar

betalen alleen voor aantal boven 5 stuks

Vlaggen ≤ 5 stuks

gratis

€ 25,00 / transport

Vlaggen > 5 stuks

€ 5,00/stuk

€ 25,00 / transport

betalen alleen voor aantal boven 5 stuks

Afvalcontainer 240 liter incl. storten afval

€ 10,00/stuk

€ 50,00 (max 20 stuks/transport)

Afvalcontainer 800 of 1100 liter incl. storten afval

€ 35,00/stuk

€ 50,00 (max 10 stuks/transport)

Container 12-16 m3 incl. storten afval

n.v.t.

€ 300,00 / transport

Verkeersregelaarshesjes

gratis

€ 25,00 / transport

max. 50 beschikbaar

Grotere wegafzettingen/

verkeersomleidingen

n.v.t.

werkelijke kosten op offertebasis

zelfwerkzaamheid minder mogelijk

Groot mobiel podium (80 m2): zelf helpen met plaatsen (min 5 personen.)

n.v.t.

gratis 

gemeente levert ondersteuner(s)

Groot mobiel podium (80 m2): inclusief plaatsing door gemeente

n.v.t.

€ 1.000,00

gemeente verzorgt plaatsing

Klein mobiel podium * (<40 m2): zelf (helpen met)plaatsen (min. 5 personen)

n.v.t.

Gratis

gemeente levert ondersteuner(s)

Klein mobiel podium * (<40 m2): inclusief plaatsing door gemeente

n.v.t.

€ 500,00

gemeente verzorgt plaatsing

Inzet veegmachine (zelf helpen met handvegers – min. 2 personen)

n.v.t.

gratis

zelfwerkzaamheid met veegmachine niet mogelijk

Inzet handvegers/medewerkers

n.v.t.

€ 30,00/uur

gemeente verzorgt handvegen

Elektriciteit/gas/water

werkelijke kosten indien > € 20,00

basistarief min. € 20,00

afhankelijk van meters anders schatting

 * klein mobiel podium is pas vanaf najaar 2012 beschikbaar