Regeling vervallen per 08-10-2021

Havenverordening Oudeschild 2016

Geldend van 22-09-2017 t/m 07-10-2021

Intitulé

De raad van de gemeente Texel

Gelezen

de adviezen van burgemeester en wethouders van 16 december 2015 en 8 augustus 2017

Gelet op

Artikel 149 van de Gemeentewet;

Gehoord

de raadscommissie op 1 december 2016 en 5 september 2017

Overwegende

  • ·

    dat hij op 2 juni 2008 heeft besloten de haven van Oudeschild over te nemen van het Rijk

  • ·

    dat de werkingsduur van de huidige Havenverordening Oudeschild 2009 op 31 december 2015 eindigt

  • ·

    dat er een havenverordening noodzakelijk is die regels stelt ten aanzien van orde en veiligheid, het gebruik van de haven, de veiligheid in openbaar water, vergunningen en ontheffingen

Besluit

vast te stellen en per 1 januari 2016 van kracht te laten worden, onder gelijktijdige intrekking van de op 1 juli 2009 vastgestelde 'tijdelijke' Havenverordening Oudeschild, de 'definitieve'

Havenverordening Oudeschild 2016

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en procedurebepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

a.Haven

De haven van Oudeschild, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening

b.Openbaar water

Alle wateren binnen de haven die - al dan niet met enige beperking - voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn

c.College

Het college van burgemeester en wethouders van Texel

d.Havenmeester

De door het college aangewezen ambtenaar, belast met het toezicht op de haven

e.BPR

Het Binnenvaartpolitiereglement

f.Bevoegde autoriteit

Wat daaronder wordt verstaan op grond van het Binnenvaartpolitiereglement

g.Schipper

Wat daaronder wordt verstaan op grond van het BPR

h.Schip

Elk vaartuig, met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water

i.Plezierschip

Een klein schip, als bedoeld in het BPR, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor sport- of recreatiedoeleinden

j.Ligplaats

Plaats in het water, aangewezen voor het meren of ankeren van een schip

k.Loswal

De kade aan de oostzijde van de haven, nabij Haven 22, die in hoofdzaak is ingericht voor laad- en loswerkzaamheden

l.Vloeipaal

Stevige paal tegen en voor de kademuur die met de kop een eind boven de muur uitsteekt

m.Bunkeren

De overslag naar een schip van een olieproduct, zijnde een brandbare vloeistof bestemd voor de voortstuwing en het hulpbedrijf van dat schip dan wel een vloeistof bestemd voor de smering van scheepsmachines

n.Opleggen

Het voor onbepaalde tijd uit de vaart nemen van een schip, anders dan wanneer het schip een seizoensgebonden bedrijfsvoering heeft en in de winterperiode niet vaart

o.Handel te water

Het in de haven te koop aanbieden, verkopen of anderszins vervreemden van enig goed, met gebruikmaking van een daartoe bestemd en tijdens genoemde handelingen aanwezig vaartuig

p.Port Security Officer

De ambtenaar die als zodanig door de burgemeester is benoemd

q.Port Facility Security Officer

De ambtenaar die als zodanig door burgemeester en wethouders is benoemd en/of de functionaris die als zodanig door de gebruikers van de havenfaciliteit is aangesteld

r.Port Security Plan

PSP Oudeschild Haven, het op grond van de EU-richtlijn 2005/65/EG opgestelde havenbeveiligingsplan voor het hele havengebied

s.ISPS-plichtig schip

Elk schip van 500 BRT of meer en elk passagiersschip, in de zin van artikel 1 lid 1 onder d van de Schepenwet, dat internationale reizen maakt, niet zijnde een vissersschip

t. Rondvaartschip

Een schip dat hoofdzakelijk bestemd is of gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoeren van personen voor excursietochten op (de Wadden)zee.

u. Oude Havens

De Noorder- en Zuiderhaven zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening.

Artikel 2 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de haven.

Artikel 3 Vergunningen en ontheffingen

Artikel 3.1. Verboden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, eerste lid, is het verboden zonder vergunning van het college een ligplaats in te nemen met een rondvaartschip in de Oude Havens.

  • 2. Het is verboden zonder vergunning van het college een kiosk of een reclamebord te plaatsen op de kade.

Artikel 3.2. Criteria vergunningverlening

  • 1 Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, kan worden verleend als het rondvaartschip:

    • a.

      bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd vanuit de Oude Havens gedurende minimaal 4 dagen per week in de periode tussen Pasen en 1 november van elk jaar en hiervan reeds sprake was op 1 januari 2016;

    • b.

      een historisch schip is dat op 1 januari 2016 een ligplaats had en nog steeds heeft in de Oude Havens en met dit schip een aantoonbare bijdrage wordt geleverd aan de toeristische beleving van de haven en er voldoende activiteiten plaatsvinden om het schip zeevaardig te houden.

  • 2. Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, kan alleen worden verleend als de kiosk en/of het reclamebord een functionele relatie heeft met een rondvaartschip waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, is verleend.

  • 3. Een vergunning is persoons-, ligplaats- en vaartuiggebonden.

Artikel 3.3. Overige voorschriften

  • 1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen beperkingen en voorschriften worden verbonden. De beperkingen en voorschriften mogen slechts strekken tot bescherming van de belangen in verband waarmede de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Op de vergunning of ontheffing wordt de geldigheidsduur ervan vermeld.

  • 3. Indien een vergunning of ontheffing wordt verleend ter vervanging van een voorgaande vergunning of ontheffing, kunnen de beperkingen en voorschriften worden gewijzigd.

  • 4. De verlening van een vergunning of ontheffing geschiedt schriftelijk; de verlening van een ontheffing kan in spoedeisende gevallen voor een eenmalige gedraging of handeling van korte duur mondeling geschieden.

  • 5. Een vergunning of ontheffing kan worden geweigerd:

    • a.

      in het belang van de openbare orde

    • b.

      in het belang van het voorkomen of beperken van overlast

    • c.

      in het belang van de verkeersveiligheid of veiligheid in openbaar water

    • d.

      indien de belangen van derden hiermee onevenredig worden geschaad

    • e.

      indien een doelmatig gebruik van de haven zich daartegen verzet

    • f.

      in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving

    • g.

      indien van een eerdere vergunning of ontheffing gebleken is, dat hiervan door de houder geen gebruik is gemaakt

    • h.

      indien een eerdere vergunning of ontheffing is ingetrokken conform lid 6 van dit artikel

    • i.

      vanwege strijd met het bestemmingsplan.

  • 6. Het college kan een vergunning, een ontheffing of een verlenging van een geldigheidsduur intrekken indien:

    • a.

      een reden waarom zij werd verleend of verlengd is vervallen

    • b.

      een daaraan verbonden beperking of voorschrift niet wordt nageleefd

    • c.

      zich na de verlening of verlenging een zodanig feit of omstandigheid voordoet dat, indien het feit of de omstandigheid ten tijde van de verlening of verlenging bekend was geweest, de vergunning, de ontheffing of de verlenging van de geldigheidsduur niet of niet in die vorm zou zijn verleend.

  • 7. De geldigheidsduur van een vergunning of ontheffing wordt niet verlengd indien:

    • a.

      gebleken is dat gedurende het laatste tijdvak van geldigheid door de aanvrager geen gebruik is gemaakt van de eerder verleende vergunning of ontheffing

    • b.

      redenen van orde en veiligheid in de haven zich tegen een verlenging van de geldigheidsduur verzetten.

Hoofdstuk 2 Orde en veiligheid in de haven

Artikel 4 Maximale afmeting van schepen

  • 1. De maximale afmeting van schepen die gebruik maken van de haven, is 90 m x 12,5 m x 4,5 m.

  • 2. De bevoegde autoriteit kan hiervan afwijken.

Artikel 5 Ligplaats nemen

  • 1. De schipper van een schip neemt alleen ligplaats op die plaats, die hem door de havenmeester wordt toegewezen.

  • 2. Het is de schipper van een schip niet toegestaan in de haven zijn schip te verhalen zonder toestemming van de havenmeester.

  • 3. Ligplaatsen worden toegewezen door de havenmeester, rekening houdend met: het scheepstype, het doel en aard van de komst van het schip of de werkzaamheden van het schip.

  • 4. De schipper van een schip doet bij aankomst in en bij vertrek uit de haven hiervan direct via de marifoon op het geldende kanaal melding bij het kantoor van de havenmeester.

  • 5. Op verzoek van de havenmeester geeft de schipper zijn naam, de naam van het schip, het europanummer of teboekstellingnummer, de afmetingen van het schip, de naam en adres van de eigenaar, het voorgenomen tijdstip van vertrek en voor zover relevant de aard van de lading, evenals de herkomst en bestemming daarvan.

  • 6. Indien na de melding aan de havenmeester als bedoeld in het vierde lid, blijkt dat de havenmeester niet bereikbaar is, dan wel het havenkantoor niet bezet is, dient deze melding te worden gedaan op het eerstvolgende tijdstip dat het havenkantoor bezet is. Het is schippers van schepen in die tijd wel toegestaan om ligplaats te nemen op een veilige plaats in de haven, maar zij dienen wel na de in dit lid genoemde melding ligplaats te nemen op die plaats die hen alsdan door de havenmeester wordt toegewezen.

  • 7. De aanwijzing van een ligplaats ontheft de schipper niet van zijn verplichting zich er van te overtuigen dat de plaats voor zijn vaartuig veilig is.

  • 8. Plezierschepen worden door de havenmeester doorverwezen naar de passanten- en jachthaven.

  • 9. Zeeschepen die onder de ISPS-code vallen dienen zich te houden aan het gestelde in het Port Facility Security Plan Oudeschild Haven

  • 10. Indien er lading wordt overgeslagen dan dient dat te geschieden aan een beveiligde kade, zoals aangegeven in het aanwijzingsbesluit ingevolge artikel 18

  • 11. Personen vanaf een zeeschip dat onder de ISPS-code valt, kunnen via tenderboten afmeren in de haven, zoals aangegeven in het aanwijzingsbesluit.

  • 12. Met toestemming van de PSO kan, met inachtneming van het treffen van extra veiligheidsmaatregelen conform het Port Facility Security Plan aan een andere kade dan als bedoeld in lid 2 ladingoverslag of personenoverleg plaatsvinden

  • 13. Zonder toestemming van de PFSO mag niet met ladingoverslag of personenoverslag worden begonnen

  • 14. Ieder ander schip dat niet valt onder de ISPS-code, dat ligt afgemeerd aan een kade waar een ISPS-plichtig schip ligt afgemeerd, valt dan ook onder het regime van het Port Facility Security Plan.

Artikel 6 Vaarverboden

Het is de schipper verboden:

  • a.

    zonder toestemming van de havenmeester te varen met aan elkaar gekoppelde of vastgemaakte schepen;

  • b.

    de havens te bevaren anders dan met gestreken zeilen;

  • c.

    Het veroorzaken van hinderlijke waterbewegingen door de schroef in zijn werk te laten staan of door boeg- of hekgolven.

Artikel 7 Verbod de haven binnen te varen

  • 1. De havenmeester kan de schipper een verbod opleggen om met zijn schip de haven binnen te komen, indien het, gelet op de toestand van het schip, dan wel de opvarenden, hinder dan wel verstoring van het doelmatig dagelijks gebruik van de haven, dan wel orde of veiligheid met zich meebrengt of mee kan brengen.

  • 2. De schipper, aan wie een in het eerste lid bedoeld verbod is opgelegd, is verplicht daaraan gevolg te geven.

Artikel 8 Vaarverboden

  • 1. Het is verboden te zeilen in de haven.

  • 2. Het is verboden te surfen in de haven.

  • 3. Het college kan van het bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen.

Artikel 9 Bunkeren

  • 1. Het is verboden al varende te bunkeren in de haven.

  • 2. De schippers van bij bunkeren betrokken schepen en de chauffeurs van bij bunkeren betrokken voertuigen dragen er zorg voor dat slechts tot bunkeren wordt overgegaan nadat de bunkercontrolelijst door hen volledig en naar waarheid is ingevuld en ondertekend.

  • 3. Zij dragen er zorg voor dat de bunkercontrolelijst gedurende het bunkeren en gedurende 1 week na het beëindigen van het bunkeren aan boord van hun schip of in hun voertuig ter inzage aanwezig is.

  • 4. De schipper van het bunkerschip of de chauffeur van het tankvoertuig gaat niet tot bunkeren over alvorens hij zeker heeft gesteld dat:

    • a.

      het bunkerschip of tankvoertuig goed is afgemeerd of geparkeerd

    • b.

      de bunkerslangen, het bunkerpistool en de koppelingen in goede staat verkeren

    • c.

      de bunkerslangen goed zijn opgehangen en voldoende speling hebben

    • d.

      er voldoende geëigende middelen met voldoende capaciteit aanwezig zijn onder de aansluitingen van de bunkerleiding ter opvang van eventuele lekkage

    • e.

      maatregelen zijn genomen met betrekking tot een noodstop.

    • f.

      de communicatie met het te bunkeren schip gedurende het bunkeren voortdurend gewaarborgd is.

  • 5. De schipper van het te bunkeren schip gaat niet tot bunkeren over alvorens hij zeker heeft gesteld dat:

    • a.

      er een goed werkend overloopalarm (bunkeralarm) aanwezig is, of een wachtsman aan dek die voortdurend toezicht houdt op het bunkeren

    • b.

      de spuigaten voor zover mogelijk goed zijn afgesloten

    • c.

      niet in gebruik zijnde bunkerleidingen goed zijn afgeblind

    • d.

      de bunkerslangen goed zijn opgehangen en voldoende speling hebben

    • e.

      de bunkeraansluitingen in goede staat verkeren

    • f.

      er voldoende geëigende middelen met voldoende capaciteit aanwezig zijn onder de aansluitingen van de bunkerleiding, en onder de ontluchting ter opvang van eventuele lekkage

    • g.

      de maatregelen met betrekking tot een noodstop bekend zijn

    • h.

      de communicatie met het bunkerschip gedurende het bunkeren voortdurend gewaarborgd is.

  • 6. Het model van de bunkercontrolelijst wordt vastgesteld door het college.

  • 7. Indien het geven van gasolie aan schepen plaats vindt door gecertificeerd personeel is het niet noodzakelijk een zogenaamd bunkerformulier te overleggen aan de havendienst.

Artikel 10 Afmeren

  • 1. Het is verboden trossen vast te maken aan vloeipalen.

  • 2. Het is verboden trossen langs of om de vloeipalen te geleiden.

  • 3. Het is verboden een schip met sloten vast te leggen of vastgelegd te houden.

  • 4. Het is verboden vlotten, pontons en bijboten langszij of aan de kades af te meren, anders dan met toestemming van de havenmeester.

  • 5. Het is verboden af te meren aan de kade op het moment dat de waterstand hoger is dan de kade.

  • 6. Het is verboden zonder dat men daartoe gerechtigd is een schip te ontmeren of te verplaatsen.

Artikel 11 Bereikbaarheid schepen

  • 1. Het is de schipper verboden de toegang tot een schip te blokkeren.

  • 2. De schipper van een aangemeerd schip is verplicht er zorg voor te dragen dat het schip te allen tijde vlot en veilig kan worden betreden en verlaten en daartoe desnoods een voorziening te treffen.

Artikel 12 Het opleggen en slopen van schepen

  • 1. Het is verboden een schip op te leggen zonder vergunning van het college.

  • 2. Het is verboden een schip te slopen zonder vergunning van het college.

Artikel 13 Stoffen of voorwerpen op of aan kades of op of aan het openbaar water

  • 1. Degene die stoffen of voorwerpen op of aan kades of op of in het openbaar water terecht doet komen, waardoor gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan en degene die van een dergelijk voorval kennis draagt, is verplicht dit onmiddellijk te melden bij de havenmeester.

  • 2. Een melding als bedoeld in het eerste lid verschaft voor zover mogelijk ten minste duidelijkheid omtrent de plaats en aard van het voorval alsmede de hoeveelheden en aard van de stoffen die vrij kunnen of zijn gekomen.

  • 3. Degene die stoffen of voorwerpen op of aan de kades of op of in het openbaar water terecht doet komen, is gehouden voor het opruimen daarvan zorg te dragen en onmiddellijk (nood)maatregelen te treffen.

  • 4. Het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid is niet van toepassing als de Wet verontreiniging oppervlaktewateren of de Wet milieubeheer daarin voorziet.

Hoofdstuk 3 Gebruik van de haven

Artikel 14 Verboden gebruik van de haven

  • 1. Het is verboden de haven te gebruiken voor het deponeren, lozen, storten, opslaan, achterlaten of afmeren van aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen dan wel onderdelen daarvan, van schroot, puin, vuil, afbraak- of bouwmaterialen, grond- en bodemspecie en al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten, voor zover een en ander niet voortvloeit uit het onderhoud of het op de bestemming gerichte gebruik van gronden en bouwwerken.

  • 2. Het is verboden het terrein, het water, de gebouwen, de steigers en andere werken te verontreinigen met vuilnis, olie, chemicaliën, bilgewater, verf, of andere daarmee gelijk te stellen stoffen.

  • 3. Het is verboden na afloop van werkzaamheden restanten lading, emballage, gebruiksvoorwerpen, vuilnis of andere daarmee gelijk te stellen stoffen op de haven achter te laten.

  • 4. Het is verboden op het haventerrein in de steigers of palen te spijkeren, te boren en/of veranderingen aan te brengen.

  • 5. Het is verboden aan dek van vaartuigen en op de steigers open vuur aanwezig te hebben, daaronder open vuur voor koken, bakken of braden.

  • 6. Het is verboden rolsteigers en/of loopplanken die buiten gebruik zijn, anders dan evenwijdig aan de kade te laten staan.

  • 7. Het is verboden in de haven vuilwatertanks te ledigen.

  • 8. Het is verboden geluidsapparatuur of andere installaties te gebruiken in strijd met geluidsvoorschriften zoals genoemd in afdeling 2.8 van het Activiteitenbesluit.

Artikel 15 Afval

  • 1. Het is verboden scheepsafvalstoffen buiten de daarvoor bedoelde en aangegeven plaatsen in de haven te deponeren of op te slaan.

  • 2. Het is verboden vuilnis anders dan huisvuil afkomstig van scheepvaart te deponeren in de containers ten behoeve van “huisvuil scheepvaart”.

Artikel 16 Kadebelasting

Bij werkzaamheden met zwaar materieel wordt de kadebelasting zodanig verspreid dat deze niet hoger is dan 2 ton per m². Op de loswal is de maximale kadebelasting 4 ton per m².

Artikel 17 Aanwijzingen voor laden en lossen

  • 1. Het is de schipper verboden goederen zodanig te laden, te lossen of te verschepen dat daardoor schade aan kaden, vloeipalen en andere havenoutillage of eigendommen van derden kan worden veroorzaakt.

  • 2. Het is eenieder verboden goederen zodanig te laden, te lossen of te verschepen dat daardoor het doelmatig gebruik van de haven in het geding komt.

  • 3. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing als de Wet milieubeheer of de Wet verontreiniging oppervlaktewateren daarin voorziet.

Artikel 18 Gebruik schepen als opslag

Het is verboden een schip op een ligplaats te gebruiken als opslagplaats, magazijn, werkplaats, expositieruimte of voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf, tenzij het gebruik van een schip gebonden is aan de aard van het beroep of bedrijf of indien wordt gehandeld met vergunning van het college.

Artikel 19 Handel vanaf een vaartuig

Het is verboden handel vanaf een vaartuig te water te bedrijven.

Artikel 20 Overige gebruiksbepalingen

  • 1. Het is verboden in de haven balken, fuiken of andere soortgelijke voorwerpen te hebben liggen of te laten drijven.

  • 2. Het is verboden om tijdens het aanbrengen van vistuigen, kabels en dergelijke aan boord van vaartuigen gebruik te maken van op de wal staande bolders en lichtmasten en voor de kades geplaatste vloeipalen.

  • 3. Het is verboden om zonder toestemming van de havenmeester ijs te breken.

  • 4. Duikwerkzaamheden worden gemeld aan de havenmeester.

Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21 Strafbepaling

Overtreding van bij of krachtens deze verordening gestelde gebods- of verbodsbepaling wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 22 Toezichthouders

  • 1. Met het houden van toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening zijn belast:

  • a. de havenmeesters;

  • b. de medewerkers van het team Toezicht en de afdeling Gemeentewerken met de functie van toezichthouder.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 23 Intrekking oude en inwerkingtreding nieuwe verordening

Deze verordening treedt in werking op 22 september 2017.

Artikel 24 Overgangsbepaling

Besluiten, genomen krachtens de Havenverordening Oudeschild 2016, vastgesteld op 16 december 2015, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Havenverordening Oudeschild 2016.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2015, gewijzigd in de openbare raadsvergadering van 20 september 2017
De griffier, De voorzitter,

afbeelding binnen de regeling