Wegsleepverordening Texel 2018

Geldend van 22-02-2018 t/m heden

Intitulé

Wegsleepverordening Texel 2018

De raad van de gemeente Texel:

Gelezen het advies van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;

Gehoord de raadscommissie van 7 februari 2018;

Gelet op

-het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet,

-artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en

-het Besluit wegslepen van voertuigen;

Overwegende

Dat het gewenst is de uit 2004 daterende ‘Wegsleepverordening Gemeente Texel’ te actualiseren

Besluit

De Wegsleepverordening gemeente Texel 2018 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Wegsleepverordening die is vastgesteld op 28 juni 2004.

Inleiding

De huidige wegsleepregeling dateert van 2004 en is verouderd. Belangrijke veranderingen vanaf 2018 zijn onder meer: De prijsaanpassingen voor het wegslepen en in bewaring nemen van voertuigen. Verder is het wettelijk verplicht de bewaarplaats te vermelden en de opname van procedurele voorwaarden.

Leidend was en is de model-wegsleepverordening van de VNG.(Vereniging Nederlandse Gemeenten)

De verordening is noodzakelijk om de bevoegdheid te hebben voertuigen weg te slepen.

De noodzaak voor het wegslepen moet duidelijk zijn. Wegslepen vindt plaats als de veiligheid in het geding is, als de doorstroming van het verkeer wordt belemmerd en als dat nodig is om locaties vrij te houden waar parkeren niet toegestaan of gewenst is.

Enkele voorbeelden van toepassing: het vrijhouden van plekken waar warenmarkten worden gehouden, het vrijhouden van plaatsen waar evenementen worden gehouden (meer dan 200 per jaar op Texel) en van plaatsen waar bijzondere werkzaamheden en onverwachte gebeurtenissen plaatsvinden.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

RVV 1990

Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

Wet

De Wegenverkeerswet 1994

Besluit

Het Besluit wegslepen van voertuigen

Voertuig

Wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990

Motorrijtuig

wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet

Het college

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel

Artikel 2 Aanwijzingen van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de Wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het Besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1. Als plaatsen van bewaring van voertuigen worden aangewezen: Het terrein van Gemeentewerken, Reijer Keijserstraat 7 1791 AX Den Burg.

  • 2. De openingstijden van het terrein van Gemeentewerken worden door het college vastgesteld van maandag tot en met vrijdag tussen 07:00 en 12:30.

    Buiten kantooruren in spoedgevallen is Schoenmaker Autoschade telefonisch bereikbaar voor het maken van een afspraak om het in bewaring gestelde voertuig af te kunnen halen.

  • 3. De burgemeester kan een tijdelijke plaats van bewaring aanwijzen in het geval dat een specifieke situatie daartoe aanleiding geeft.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

  • 1. De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen:

    • .

      Voorrijkosten € 65,00

    • .

      Vervoerkosten € 62,50.

  • 2. De kosten van het bewaren van een voertuig bedragen € 15,00 per etmaal of een gedeelte daarvan, het nieuwe etmaal vangt aan na 12:00.

  • 3. De administratiekosten voor het vrijgeven bedragen € 62,50.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in specifieke gevallen

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid , en 174, eerste lid van de Wet, zijn de artikelen 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening Wegsleepverordening Texel 2018’ en treedt in werking 8 dagen na publicatie, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Wegsleepverordening gemeente Texel’ van 3 mei 2004.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening Texel 2018.

Algemene toelichting

In de artikelen 170-174 van de Wegenverkeerswet (Wvw) is een algemene regeling opgenomen voor het wegslepen van een op de weg staand voertuig, als met dat voertuig een voorschrift wordt overtreden.

Op grond van art.125 van de Gemeentewet zijn Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een last onder bestuursdwang op te leggen en een op de weg staand voertuig te verwijderen, indien met het voertuig een voorschrift wordt overtreden.

Wegslepen is mogelijk als dat noodzakelijk is in verband met (art. 173):

  • a.

    het belang van de veiligheid op de weg, of

  • b.

    het belang van de vrijheid van het verkeer, of

  • c.

    het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.

De voorwaarden voor de uitvoering daarvan zijn weergegeven in deze artikelen en zijn nader uitgewerkt in het landelijke ‘Besluit wegslepen van voertuigen’ (het Besluit). In het Besluit is nader aangegeven welke wegen en weggedeelten aangewezen kunnen worden.

Van het wegslepen moet bijvoorbeeld een proces-verbaal worden opgemaakt. Er moet een register worden bijgehouden van de gevallen waarin deze bevoegdheid wordt uitgeoefend. De kosten van overbrenging en van bewaring en een aantal bijkomende kosten (bekendmaking, verkoop, vernietiging) mogen in rekening worden gebracht.

In artikel 173 Wvw is bepaald dat bij gemeentelijke verordening nadere regels worden gesteld ter uitvoering van de artikelen 170 tot en met 172 en de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur. Die regels betreffen in elk geval

  • a.

    de aanwijzing van de plaats(en) waar verwijderde voertuigen in bewaring worden gesteld, en

  • b.

    de berekening van de kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang, en voorts

  • c.

    de aanwijzing van de weggedeelten en wegen, voor de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onderdeel c.

Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college eerst van deze bevoegdheid gebruik maken als de raad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid. Om die reden moet een gemeentelijke wegsleepverordening vastgesteld worden.

Bevoegdheid tot het wegslepen/verplaatsen van voertuigen

Het uitvoeren van de wegsleepregeling is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders.

Het wegslepen/verplaatsen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen het wegslepen/verplaatsen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

Het college heeft de toepassing van bestuursdwang gemandateerd aan buitengewoon opsporingsambtenaren, politie en toezichthouders.

Wegsleepwaardige overtredingen

Om houvast te bieden bij de toepassing van de wegsleepverordening is in de bijlage bij deze toelichting aangegeven in welke concrete gevallen er sprake kan zijn van een wegsleepwaardige overtreding van de wegenverkeerswetgeving.

Toepassing

Een voertuig kan niet zonder meer worden weggesleept wanneer aan een van de genoemde criteria wordt voldaan. Degene die met de uitvoering van de wegsleepregeling is belast, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is. Het wegslepen van een voertuig dat in de nacht in strijd met een van de genoemde criteria is geparkeerd, zal doorgaans als niet of minder urgent moeten worden beschouwd. In zo'n geval kan het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar doorgaans volstaan.

Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder) via het opmaken van een proces-verbaal. Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van burgemeester en wethouders. Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder, voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan, is niet vereist, maar kan wel samengaan. Opgemerkt wordt dat het wel noodzakelijk is om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar- en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen in een schriftelijk document en bij voorkeur vergezeld te laten gaan van een foto die de feitelijke situatie weergeeft. Een eventueel sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door justitie, respectievelijk de rechter naar aanleiding van een proces-verbaal is niet zonder meer een reden om ook de kosten van de bestuursdwang terug te betalen. Het college van burgemeester en wethouders maakt in een eventuele bezwaarprocedure een zelfstandige afweging.

Bijlage 2 - Artikelsbewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

Artikel I.Voertuig

Het begrip 'voertuig', zoals in artikel 1, onder al RW 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening.

Artikel II.Motorrijtuig

Het begrip 'motorrijtuig' is apart omschreven omdat artikel 5 van de wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten

De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen Texel gebruik worden gemaakt.

Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c Wvw 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen (het Besluit) is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke. Het is aan de gemeenteraad om in deze wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken. In deze wegsleepverordening is gekozen voor de ruimste variant: alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente zijn aangewezen.

Kortom, een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts worden

weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten en behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, en zijn aangewezen in deze verordening.

Voor de volledigheid wordt nog eens opgemerkt dat een parkeerovertreding, zoals in deze bepaling bedoeld, op zich niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal tevens moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Indien bijvoorbeeld een voertuig midden in de nacht op een laad- en loshaven wordt geparkeerd terwijl alle winkels en bedrijven dicht zijn, zal het normaal gesproken niet weggesleept mogen worden. Het voertuig zal doorgaans pas mogen worden weggesleept als de winkels en bedrijven weer opengaan of enige tijd daarvoor.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

Als plaats van bewaring is gekozen het terrein van Gemeentewerken, Reijer Keijserstraat 7 1791 AX

Den Burg. De inhoud van de bepaling spreekt verder voor zich.

Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moeten de plaatsen van bewaring door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.

De openingstijden kunnen wel nader door het college van burgemeester en wethouders worden

vastgesteld omdat deze niet expliciet genoemd zijn in artikel 173 WVW 1994.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

In artikel 12 tot en met 14 van het Besluit is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke. Dit worden allemaal directe kosten genoemd (artikel 12 van het Besluit). Ook kunnen indirecte kosten tot ten hoogste I5 % van de directe kosten in aanmerking worden genomen (artikel 13 van het Besluit).

In de wegsleepverordening hoeven deze kostencomponenten niet allemaal inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds. Uiteraard dienen de opgenomen kosten wel in overeenstemming te zijn met de genoemde kostencomponenten. De gemeente dient uiteraard wel voor zichzelf en eventueel derden inzicht te hebben in de wijze waarop de genoemde kosten zijn berekend. Deze berekening zal ook in eventuele bezwaar- en beroepsprocedures de gerechtelijke toets moeten kunnen doorstaan.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Naast de in artikel 170, eerste lid Wvw bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • ·

    het niet afgeven van het rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 Wvw);

  • ·

    de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het 'knoeien' met kentekens in geval van autodiefstal. Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt. Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X. Bestuursdwang van de Wvw (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 6 Inwerkingtreding

De inhoud van deze bepaling spreekt voor zich. De oude wegsleepverordening uit 2004 vervalt met ingang van de inwerkingtreding van deze nieuwe wegsleepverordening.

Artikel 7 Citeertitel

De inhoud van deze bepaling spreekt voor zich.

Voorbeelden wegsleepwaardige situaties

Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer noodzakelijk kunnen zijn, worden genoemd:

Plaats op de weg

  • 1.

    Een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft (zie artikel 10 en artikel 5 tot en met 7 RVV 1990).

Laten stilstaan

  • 2.

    Een voertuig is tot stilstand gebracht:

    • a.

      op een kruispunt, rotonde of een overweg;

    • b.

      op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

    • c.

      op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

    • d.

      in een tunnel;

    • e.

      bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering of indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk laten in - en uitstappen van passagiers;

    • f.

      op de rijbaan langs een busstrook;

    • g.

      op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

    • h.

      langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;

    • i.

      op de rijbaan, inclusief de invoeg - en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of - behoudens in noodgevallen - op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo'n weg (zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage I bij het RVV 1990).

Parkeren

3.Een voertuig is geparkeerd:

  • a.

    bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

  • b.

    voor een inrit of een uitrit;

  • c.

    buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

  • d.

    langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord El van bijlage I Rvv1990;

  • e.

    op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

  • f.

    binnen een erf, waarbij – voor zover het een motorvoertuig betreft - geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

  • g.

    op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;

  • h.

    zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld; (zie artikel 24,25,38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage I bij het RVV 1990.)

Bevel of aanwijzing

4.Een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzíng, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon (zie artikel 82 RVV 1990).

Gevaarlijk of hinderlijk gedrag

5.Een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd (zie artikel 5 WVW l994, het zogenaamde kapstokartikel).

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 21 februari 2018
De griffier, De voorzitter,