Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening voor het beheer en het gebruik van de uitbreidingen van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Tholen vanaf 1-1-2009

Geldend van 29-12-2011 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening voor het beheer en het gebruik van de uitbreidingen van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Tholen vanaf 1-1-2009

De raad van de gemeente Tholen;

Gelezen het voorstel van het college van 15 november 2011;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet; gelezen het advies van de commissie ruimte,

b e s l u i t

Vast te stellen de volgende verordening: 'Verordening voor het beheer en het gebruik van de uitbreidingen van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Tholen' vanaf 1-1-2009.

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de bij de gemeente Tholen in beheer en onderhoud zijnde uitbreidingen van begraafplaatsen gerealiseerd vanaf 1-1-2009;

  • b.

    eigen graf: een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • c.

    eigen kindergraf: een particulier graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen van 0 tot en met 6 jaar, alsmede kinderen van 7 tot en met 12 jaar;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met of zonder urn van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen van 0 tot en met 6 jaar, alsmede kinderen van 7 tot en met 12 jaar;

  • d.

    eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen (in urnenmuur);

  • e.

    eigen urnengraf: een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen.

  • f.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • g.

    asbus: een kunststof bus ter berging van de as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • i.

    asverstrooiing: verstrooiing van as alleen mogelijk binnen een strooiveld of strooiroute;

  • j.

    strooiveld: een permanent daartoe bestemde plaats op een gemeentelijke begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken/grafbeplanting op een graf;

  • l.

    gedenkteken: nagelvast verbonden voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • m.

    grafbeplanting: vaste- en winterharde beplanting welke door de rechthebbende, de gebruiker en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

  • n.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • o.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen, ieder voor zover bevoegd;

  • p.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een eigen graf of een eigen urnennis;

  • q.

    gebruiker: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • r.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college van de gemeente Tholen een grafrecht of het gebruik wordt verleend;

  • s.

    grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een eigen graf, eigen kindergraf of uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een eigen urnennis of urnengraf;

  • t.

    gebruik: het gebruik van een algemeen graf.

  • u.

    religieus of cultureel bepaald grafveld: een gedeelte van de begraafplaats speciaal ingericht/ter beschikking gesteld aan een bepaalde gemeenschap (een religieus of cultureel bepaalde gemeenschap) binnen de gemeente Tholen. Gebruik van het grafveld is vastgelegd in aparte overeenkomst tussen de bepaalde gemeenschap en de gemeente Tholen.

  • v.

    Particulier graf: zijnde een graf waarop een uitsluitend recht is gevestigd, waarbij de rechthebbende bepaalt wie daarin wordt begraven

Artikel 2 - Begrippen eigen graf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘eigen graf’ mede verstaan: eigen kindergraf, eigen urnengraf en eigen urnennis.

Hoofdstuk 2 - Beheer, bestemming en registratie

Artikel 3 - Beheer

  • 1. Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

    • a.

      de aanwezige administratie van de begraafplaatsen;

    • b.

      de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen;

    • c.

      het onderhoud van de begraafplaatsen;

    • d.

      het doen delven of openen en sluiten van graven.

  • 2. De begraafplaats dient te allen tijde verzorgd en opgeruimd uit te zien. Het beeld waar de begraafplaats aan dient te voldoen is gelijkwaardig met het beeld vastgelegd in het groenbeheerplan van de gemeente Tholen.

Artikel 4 - Bestemming

  • 1. De onder artikel 1, lid a, genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor:

    • -

      het begraven en begraven houden van lijken

    • -

      het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van asbussen

    • -

      het

    verstrooien van as van personen.

  • 2. Het college regelt de indeling van de gemeentelijke begraafplaatsen, overeenkomstig het “Besluit tot vaststelling van nadere voorschriften met betrekking tot indeling en onderscheid graven, t.b.v. uitbreidingen begraafplaatsen van de gemeente Tholen vanaf 1-1-2009".

Artikel 5 - Registeren plaatsregistratie

  • 1. De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 2. De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven.

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat er van elke begraafplaats een door het college gewaarmerkte plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

Hoofdstuk 3 - Openstelling van de begraafplaatsen

Artikel 6 - Openstelling

  • 1. De begraafplaatsen zijn dagelijks voor eenieder kosteloos toegankelijk tussen zonsopgang en zonsondergang. Het college maakt deze tijden openbaar bekend, met dien verstande dat de toegang tot en het verblijf op de begraafplaatsen verboden is voor kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar, zonder meerderjarig geleide.

  • 2. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek zijn geopend, zich daarop te bevinden, behoudens door het college te verlenen ontheffing.

  • 3. Het college kan de toegangen of delen van de begraafplaatsen tijdelijk sluiten.

Artikel 7 - Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as is op:

    • a.

      Maandag tot en met vrijdag van 08.00u tot 16.00u.

    • b.

      Zaterdag van 08.00u tot 16.00u.

      Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze tijden. Op de dagen beschreven in artikel 3 van de Algemene termijnenwet, die vallen op één van de dagen maandag tot en met vrijdag, is de openstelling als bepaald voor de zaterdag.

  • 2. Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

  • 3. Op hetzelfde tijdstip mag per begraafplaats niet meer dan één begrafenis plaatsvinden.

  • 4. Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in lid 3 van dit artikel afwijken.

Hoofstuk 4 - Ordemaatregelen

Artikel 8 - Verboden

  • 1. Het is verboden op de begraafplaatsen:

    • a.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • b.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • c.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • d.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • e.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • f.

      dieren mee te nemen, met uitzondering van een hond ter begeleiding van een minder validen;

    • g.

      te gaan zitten anders dan op de daartoe aangeboden zitplaatsen;

    • h.

      zich toegang tot de begraafplaatsen te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;

    • i.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

    • j.

      rij- of voertuigen, met uitzondering van invalidenwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaatsen te verrichten werkzaamheden.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, zoals genoemd in lid 1 onder punt j, van dit artikel.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op dit artikel.

Artikel 9 - Ordehandhaving

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 3. Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van de beheerder, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

  • 4. In verband met werkzaamheden op de begraafplaatsen kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd door de beheerder.

  • 5. Ter handhaving van de orde op de begraafplaatsen kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats worden ontzegd door de beheerder.

Artikel 10 - Plechtigheden

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2. Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Hoofdstuk 5 - Indeling begraafplaatsen en onderscheid graven

Artikel 11 - Uitgifte en indeling graven

  • 1. Graven worden in volgorde van ligging voor directe begraving uitgegeven en aansluitend op de reeds uitgegeven graven;

  • 2. Het college behoudt zich het recht voor een eigen graf toe te wijzen anders dan voor directe begraving en aansluitend op de reeds uitgegeven graven, indien dit gezien de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is;

  • 3. Het reserveren van graven, zover het geen betrekking heeft op een directe begraving is niet toegestaan;

  • 4. Het college heeft nadere regels voor de indeling en inrichting van de begraafplaatsen en de graven vastgesteld in het Besluit tot vaststelling van nadere voorschriften met betrekking tot indeling en onderscheid graven, t.b.v. uitbreidingen begraafplaatsen van de gemeente Tholen vanaf 1-1-2009".

  • 5. Het college behoudt zich het recht voor om de nader vastgestelde regels, de indeling van de begraafplaatsen, de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven te wijzigen.

Artikel 12 - Soorten graven, aantal overledenen en asbussen

In het besluit zoals bedoeld in artikel 11, lid 4 zijn de soorten graven, aantal overledenen per graf en asbussen per begraafplaats binnen de gemeente Tholen opgenomen.

Artikel 13 - Termijn eigen graven

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 30 jaar het uitsluitend recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde uitsluitend recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    • a.

      Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een periode van ten hoogste 10 jaar.

    • b.

      De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 20, bedoelde personen.

  • 4. Een uitsluitend recht op een eigen graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening.

  • 5. Een uitsluitend recht als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 20, lid 1.

  • 6. Het in lid 1 van dit artikel bedoelde uitsluitend recht wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaatakte verkrijgen.

Artikel 14 - Termijnen algemene graven

  • 1. Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 15 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en kosten van de gebruiker, in een nieuw eigen graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde gebruik wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Gebruikers kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaatakte verkrijgen.

Vereisten voor begraving of bijzetting

Artikel 15 - Kennisgeving begraven en asbezorging

  • 1. De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur schriftelijk of telefonische kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag;.

  • 2. Indien het college verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3. Bij de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving of de bezorging van as dan wel een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden overgelegd.

Artikel 16 - Openen en sluiten van het graf

  • 1. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 17 - Te overleggen documenten

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een bestaand eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

Artikel 18 - Begraving

  • 1. De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 door de beheerder.

  • 2. Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:

    • a.

      de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikelen 15, 16 en 17 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend;

    • b.

      alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaats de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene bevat.

  • 3. Bij het delven van een graf dient de vrijgekomen grond te worden afgevoerd naar een locatie buiten het zicht van de bezoekers van de begrafenis.

  • 4. De ontgraven grond als bedoeld bij het delven van een graf bij lid 3 dient bij het sluiten van het graf weer aangevoerd te worden. Overtollige grond dient te worden afgevoerd naar een locatie op aanwijzing van de beheerder van de begraafplaats.

Artikel 19 - Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1. Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechterlijke verordeningen, privaatrechterlijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de ‘witte lijst’ van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).

  • 2. Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3. Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en / of vervuilend zijn.

Hoofdstuk 6 - Grafrechten

Artikel 20 - Overdracht

  • 1. Een grafrecht van een eigen graf kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar, aan de beheerder, na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende (conform het eerste lid van dit artikel), tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5. Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

Artikel 21 - Afstand doen graf

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 22 - Vervallen van grafrechten

  • 1. De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het uitsluitend recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het uitsluitend recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de gebruiks- en onderhoudsrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een eigen graf is overleden en het uitsluitend recht niet binnen de in artikel 20, lid 2, gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

  • 4. Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en / of beplanting kan gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting zal na het vervallen van het grafrecht door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding. Op grond van een daartoe door de rechthebbende of gebruiker bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie de vergunning als bedoeld in artikel 23 was verleend. Deze aanvraag kan worden ingediend gedurende in artikel 27.1 genoemde termijn.

Hoofdstuk 7 - Gedenktekens en grafbeplantingen

Artikel 23 - Vereisten grafbedekking

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van het college grafbedekking (gedenkteken of grafbeplanting) of andere voorwerpen op graven of een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of te verwijderen.

  • 2. Voor de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van beplantingen heeft het college nadere regels vastgesteld in het “Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen van de uitbreidingen van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Tholen vanaf d.d. 1-1-2009".

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

  • 4. Het college kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5. Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of beplantingen op algemene graven en eigen graven geschiedt door of namens de rechthebbende of de gebruiker.

  • 6. Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 7. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op dit artikel.

Artikel 24 - Onderhoud

  • 1. Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaatsen. In het ‘uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen van de uitbreidingen van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Tholen vanaf d.d. 1-1-2009’ wordt in hoofdstuk 6 ingegaan op het onderhoud door gemeente en rechthebbende.

Artikel 25 - Aansprakelijkheid

  • 1. De in het ‘uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen van de uitbreidingen van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Tholen vanaf d.d. 1-1-2009’ bedoelde gedenktekens, beplantingen en losse voorwerpen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.

  • 2. Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 3. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de, door welke omstandigheden ook, daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 4. Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld.

  • 5. Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan het college direct maatregelen treffen.

Artikel 26 - Tijdelijke verwijdering

  • 1. Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een eigen graf of algemeen graf geschiedt namens de rechthebbende of gebruiker en is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 2. Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

Hoofdstuk 8 - Ruimen van graven

Artikel 27 - Ruiming graf (opnieuw in gebruik nemen graf)

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf zal worden geruimd schriftelijk aan de belanghebbende bekend gemaakt.

  • 2. De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken en/of asbussen, worden respectievelijk begraven en verstrooid op een door het college aangewezen gedeelte van de begraafplaats;.

  • 3. Bij ruiming van graven waarbij het uitsluitend recht op begraven, of het gebruik verlopen is, worden de aanwezige overblijfselen van lijken, zoals bedoeld bij lid 2, met behulp van knekeldoosjes herbegraven in een door het college aangewezen verzamelgraf. Ter plaatse van het verzamelgraf worden op een monument de namen van degenen die begraven liggen bijgehouden.

  • 4. De rechthebbende op een eigen graf of eigen kindergraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving elders.

  • 5. De rechthebbende op een eigen urnennis of eigen urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

  • 6. De gebruiker van een algemeen graf kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving elders.

  • 7. Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 4, 5 en 6 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 8. De kosten welke gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 4, 5 en 6 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende of gebruiker van het betreffende graf.

Artikel 28 - Losse voorwerpen

  • 1. De op de graven geplaatste losse voorwerpen blijven ter beschikking van de rechthebbende en gebruiker, gedurende een periode van 3 maanden na ruiming van het betreffende graf;

  • 2. Na afloop van de in het vorig lid genoemde periode vervalt het recht op deze voorwerpen aan het college zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 29 - Bevoegdheden

  • 1. Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats geschiedt uitsluitend door de daartoe door het college aangewezen personen.

  • 2. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

Hoofdstuk 9 - Historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 30 - Historische graven

  • 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het college of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

  • 4. Het college kan nadere regels stellen voor het plaatsen van de in het eerste lid genoemde grafbedekkingen.

Hoofdstuk 10 - Klachten

Artikel 31 - Klachten

  • 1. Ingezetenen en personen die in de gemeente een belang hebben kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats(en) bij het college een schriftelijke klacht indienen.

  • 2. Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van de klacht.

  • 3. Het college brengt deze beslissing omtrent de klacht terstond schriftelijk ter kennis van de klager.

Hoofdstuk 11 - Overige bepalingen

Artikel 32 - Rechten en plichten

Door vestiging van een grafrecht of gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld.

Artikel 33 - Strafbepalingen

Overtreding of niet nakoming van verbods- of gebodsbepalingen van deze verordening wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de eerste categorie, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 34 - Beslissingsbevoegdheid

In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

Artikel 35 - Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij is geplaatst.

  • 2. De "Beheersverordening begraafplaatsen Tholen 1998" van 7 september 1998 en de "Verordening voor het beheer en het gebruik van de uitbreidingen van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Tholen vanaf 1-1-2009" van 10 december 2009 worden ingetrokken.

Artikel 36 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening voor het beheer en het gebruik van de uitbreidingen van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Tholen vanaf 1-1-2009'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 15 december 2011.
, voorzitter.
, griffier.