Verordening van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen houdende regels omtrent subsidiëring Verordening subsidiëring gemeente Tholen 2018

Geldend van 21-02-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Verordening subsidiëring gemeente Tholen 2018

Burgemeester en wethouders van Tholen;

gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Tholen, vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen op 23 september 2010;

gelet op het voorstel hervormingen en bezuinigingen en de programmabegroting 2014, vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen op 7 november 2013 en;

gelet op het bepaalde in de kadernota 2018 omtrent het inflatiepercentage;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende 'Regeling inzake de tarieven voor het verlenen van geldelijke bijdragen uit de gemeentekas aan verenigingen en instellingen voor activiteiten waaraan de gemeente ideële en/of materiële waarde voor de Thoolse bevolking toekent'.

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Deze regeling bepaalt de nadere voorwaarden waaraan instellingen en verenigingen moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen en de wijze waarop de subsidiëring zal plaatsvinden.

Artikel 2

De in deze regeling genoemde subsidies worden uitsluitend betaalbaar gesteld indien en voor zover zulks in overeenstemming is met de Algemene subsidieverordening gemeente Tholen. De toegekende subsidie mag ongeacht het werkelijk exploitatietekort worden behouden.

Artikel 3

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Basisbedrag:

    een vast subsidiebedrag ten behoeve van verenigingen en instellingen in de kosten van activiteiten.

  • b.

    Jeugdlid:

    een lid van een vereniging of instelling, dan wel bezoeker/deelnemer aan een activiteit tot en met 18 jaar.

  • c.

    Jeugdsubsidie:

    een subsidie voor in de gemeente Tholen woonachtige jeugdleden.

  • d.

    Provinciale/landelijke wedstrijd of concours:

    een door een provinciale/landelijke overkoepelende organisatie georganiseerd treffen tussen verenigingen of onderdelen van verenigingen.

  • e.

    Competitieteam:

    een naar de soort van sportbeoefening qua omvang en samenstelling variërende eenheid binnen een vereniging die deelneemt aan een door de landelijke organisatie of provinciale afdeling daarvan georganiseerde competitie.

  • f.

    Renovatiekosten:

    de kosten van algehele of partiële aanpassing, technische en functieverbeterende aanpassingen en ingrijpend onderhoud van een kleedaccommodatie, de inrichting daarvan en voorzieningen daaraan.

  • g.

    Periodiek technisch onderhoud:

    dagelijks of klein onderhoud, partieel onderhoud, preventief onderhoud aan een kleed-accommodatie, een tennisaccommodatie en de voorzieningen daaraan.

  • h.

    Subsidieaanvraag:

    een bij het college van burgemeester en wethouders schriftelijk in te dienen verzoek welke aan de voorwaarden voldoet zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Tholen.

HOOFDSTUK 2 – JEUGDSUBSIDIE

Artikel 4

  • 1. De aan verenigingen en instellingen te verlenen subsidie per jeugdlid dient met name ten goede te komen aan de jeugdleden.

  • 2. Bepalend voor de berekening van de jeugdsubsidie is het aantal jeugdleden en competitieteams op 1 oktober voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt.

  • 3. De verlening van de jeugdsubsidie geschiedt overeenkomstig onderstaande categorieën:

    Aantal jeugdleden

    Categorie I

    Categorie II

    1 - 75

    € 20,30 per lid

    € 10,20 per lid

    76 - 150

    € 18,65 per lid

    €   8,50 per lid

    150 ->

    € 17,00 per lid

    € 6,80 per lid

Artikel 5

Indien een vereniging als bedoeld in dit hoofdstuk voor meer dan 80% uit jeugdleden bestaat, wordt geen basisbedrag uitgekeerd.

HOOFDSTUK 3 – SPORT

Artikel 6

Vervallen

Artikel 7

De subsidie voor de korfbalverenigingen bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid volgens categorie I;

  • b.

    basisbedrag van € 592,80 per wedstrijdveld;

  • c.

    bijdrage bij een eigen accommodatie in:

    • -

      de renovatiekosten van de kleedaccommodatie van € 169,40;

    • -

      het periodiek technisch onderhoud van € 84,65 van de materiaalberging met ontvangstruimte..

Artikel 8

De subsidie voor de tennisverenigingen bedraagt een:

  • I.
    • a.

      bedrag per jeugdlid volgens categorie I;

    • b.

      basisbedrag van € 423,40 per tennisbaan;

    • c.

      bijdrage in:

      • -

        de renovatiekosten van de kleed- en verblijfsaccommodatie van € 338,75 per jaar;

      • -

        het periodiek technisch onderhoud van € 169,40 van de kleed- en clubaccommodatie.

  • II.

    voor geprivatiseerde tennisverenigingen geldt verder een bijdrage in:

    • -

      de renovatie van de tennisbanen van € 273,30 per baan per jaar.

Artikel 9

De subsidie voor de judoverenigingen bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid volgens categorie II;

  • b.

    basisbedrag per vereniging:

    • -

      tot 100 leden van € 84,65;

    • -

      van 100 tot 200 leden van € 169,40.

Artikel 10

De subsidie voor de gymnastiekverenigingen bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid volgens categorie II;

  • b.

    basisbedrag per vereniging:

    • -

      tot 100 leden van € 84,65;

    • -

      van 100 tot 200 leden van € 169,40;

    • -

      van 200 leden of meer € 338,75;

  • c.

    bijdrage per vereniging die deelneemt aan minimaal twee provinciale wedstrijden per jaar:

    • -

      tot 3 teams € 84,65;

    • -

      van 3 tot 5 teams € 169,40;

    • -

      van 5 tot 7 teams € 254,05;

    • -

      van 7 tot 9 teams € 337,75;

    • -

      meer dan 9 teams € 508,15.

Artikel 11

De subsidie voor de volleybalverenigingen bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid volgens categorie II;

  • b.

    basisbedrag van € 84,65 per competitieteam.

Artikel 12

De subsidie voor de badmintonverenigingen bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid volgens categorie II;

  • b.

    basisbedrag van € 84,65 per competitieteam.

Artikel 13

De subsidie voor de dam- en schaakverenigingen bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid volgens categorie II;

  • b.

    basisbedrag van € 84,65 per competitieteam.

Artikel 14

De subsidie voor de tafeltennisverenigingen bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid volgens categorie II;

  • b.

    basisbedrag van € 84.65 per competitieteam.

Artikel 15

De subsidie voor de schietverenigingen bedraagt een bedrag per jeugdlid volgens categorie II.

Artikel 16

De subsidie voor de ruitersportverenigingen bedraagt een bedrag per jeugdlid volgens categorie I.

Artikel 17

De subsidie voor de hengelsportverenigingen bedraagt een bedrag per jeugdlid volgens categorie II.

Artikel 18

De subsidie voor de zwemverenigingen bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid volgens categorie II;

  • b.

    bedrag van € 84,65 per uit minimaal zes personen bestaande groep in verband met deelname aan de competitie.

Artikel 19

De subsidie voor de duiksport/reddingsbrigade bedraagt een bedrag per jeugdlid volgens categorie I.

HOOFDSTUK 4 - JEUGD- EN JONGERENWERK

Artikel 20

Dit hoofdstuk verstaat onder:

  • a.

    Jeugd- en jongerenwerk:

    Het geheel van voorzieningen en activiteiten, gericht op de educatieve, sociale en recreatieve ontplooiing en ontmoeting van jeugdigen en jongeren.

  • b.

    Vrijwilligersinitiatieven:

    Eenmalige of projectmatige activiteiten die zijn gericht op jeugdigen en jongeren ter bevordering van sociaal culturele en maatschappelijke participatie door jeugdigen en jongeren.

Artikel 21

Vormen waarin jeugd en jongerenwerk zich kan voordoen:

  • a.

    Peuterspeelzaalwerk:

    Een ruimtelijke voorziening, bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar, met als doelstelling de sociale, creatieve en educatieve ontplooiing en de motorische ontwikkeling van het jonge kind, onder meer door spel en omgang met leeftijdsgenootjes, een en ander in nauw overleg met ouders en opvoeders.

  • b.

    Jeugd- en jongerenwerk:

    Werk als bedoeld in artikel 20 met jeugdigen (6 tot en met 14 jaar) en jongeren (15 jaar en ouder), onder leiding van vrijwilligers en/of beroepskrachten.

Artikel 22

Vervallen

Artikel 23

Vervallen

Artikel 24

De subsidie voor het jeugd- en jongerenwerk bedraagt:

  • a.

    een bijdrage van € 580,75 bij minimaal tien deelnemers voor een wekelijkse activiteit per groep die gebruik maakt van een gemeentelijke accommodatie dan wel eigen jeugdwerkaccommodatie en € 290,35 bij minimaal tien deelnemers voor een wekelijkse activiteit per groep die gebruikmaken van een andere accommodatie. Indien er slechts gedurende een half jaar activiteiten zijn worden de in dit artikel benoemde bedragen gehalveerd;

  • b.

    aan scouting Heenetrecht een bijdrage in de renovatiekosten van een eigen accommodatie van € 483,90 per jaar;

  • c.

    aan scouting Heenetrecht een bijdrage in het periodiek technisch onderhoud van € 242 per jaar van de accommodatie;

  • d.

    aan scouting Heenetrecht een bijdrage in de kosten van liggeld van de boten tot maximaal € 967,90 per jaar.

Artikel 25

De subsidie voor projecten en activiteiten in het kader van de vrijwilligersinitiatieven wordt per project vastgesteld.

Artikel 26

De subsidie voor speeltuinverenigingen bedraagt een basisbedrag, afhankelijk van de grootte, van maximaal € 1.916,70.

HOOFDSTUK 5 - GEZONDHEIDS- EN OVERIGE ZORG

Paragraaf 1 - Gezondheidszorg

Artikel 27

De subsidie voor de EHBO-verenigingen bedraagt een basisbedrag van € 537,70 per jaar.

Paragraaf 2 - Gehandicaptenzorg

Artikel 28

De subsidie voor de ANIB-afdeling Tholen/Sint Philipsland bedraagt € 3,85 per jaar per lid afkomstig uit de gemeente Tholen.

Artikel 29

De subsidie ten behoeve van het gehandicaptenwerk bedraagt een:

  • a.

    bijdrage van € 696,85 bij minimaal tien deelnemers voor een wekelijkse activiteit per groep;

  • b.

    basisbedrag van € 193,60 per vereniging met een eigen accommodatie.

Artikel 30

De subsidie voor De Zonnebloem bedraagt € 382,35 per vereniging of afdeling.

Artikel 31

De subsidie voor overige zorgprojecten in het kader van vrijwilligersinitiatieven wordt per project vastgesteld.

Paragraaf 3 – Ouderenzorg

Artikel 32

De subsidie voor de ouderensociëteiten bedraagt een:

  • a.

    subsidie van 100% van de huur van een gemeentelijke accommodatie voor maximaal drie dagdelen per week;

  • b.

    basisbedrag van € 193,60 per jaar per soos.

Artikel 33

Vervallen.

Artikel 34

De subsidie voor de volksdansgroepen voor ouderen bedraagt een basisbedrag van € 387,15 per groep.

Artikel 35

Indien een vereniging als bedoeld in dit hoofdstuk voor meer dan 80% uit jeugdleden bestaat, wordt geen basisbedrag uitgekeerd.

HOOFDSTUK 6 - AMATEURISTISCHE KUNSTBEOEFENING

Artikel 36

Dit hoofdstuk verstaat onder amateuristische kunstbeoefening het geheel van voorzieningen en activiteiten gericht op de sociale, muzikale en literaire ontplooiing van de bevolking of groepen daaruit.

Artikel 37

Als nadere subsidievoorwaarden gelden dat de instelling:

  • a.

    niet, uitsluitend als kerkkoor fungeert;

  • b.

    niet, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, op enigerlei wijze verbonden is aan één of meer onderwijsinstellingen, bedrijven, anders gerichte organisaties, dan wel deel uitmaakt van en uitsluitend werkt voor een personeelsvereniging;

  • c.

    aangesloten is bij een landelijke op haar terrein functionerende organisatie en een plaatselijk overkoepelende organisatie of, zo deze niet bestaan, door burgemeester en wethouders zijn erkend;

  • d.

    naar het oordeel van burgemeester en wethouders een redelijke minimum contributie of bijdrage van de leden ontvangt;

  • e.

    een werkend bestand heeft van ten minste tien voor zangkoren, twintig voor muziekverenigingen, tien voor muziekgezelschappen, niet zijnde een fanfare, drumband of majorettepeloton en acht voor toneelverenigingen.

Artikel 38

De subsidie voor de zangverenigingen bedraagt:

  • a.

    bedrag per jeugdlid overeenkomstig categorie II;

  • b.

    een basisbedrag van € 169,40 per vereniging;

  • c.

    een basisbedrag van € 237,15 bij deelname aan één concours per jaar.

Artikel 39

De subsidie voor de muziekverenigingen bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid overeenkomstig categorie I;

  • b.

    basisbedrag van:

    € 1.693,80 voor fanfare of harmonie;

    € 677,50 voor drumband;

    € 338,75 voor majorettepeloton;

    € 237,15 bij deelname aan één concours per jaar;

  • c.

    basisbedrag van:

    • -

      € 338,75 per vereniging die zelf de energiekosten van de accommodatie moet betalen;

    • -

      een bijdrage in de renovatiekosten van een eigen accommodatie van € 338,75 per jaar.

Artikel 40

De subsidie voor andere muziekgezelschappen dan genoemd in artikel 39 bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid overeenkomstig categorie II;

  • b.

    basisbedrag van € 169,40 per vereniging.

Artikel 41

De subsidie voor de toneelverenigingen bedraagt een basisbedrag van maximaal € 169,40 bij minimaal 2 openbare uitvoeringen per jaar.

Artikel 42

De subsidie voor de volksdansverenigingen bedraagt een:

  • a.

    bedrag per jeugdlid volgens categorie II;

  • b.

    basisbedrag van € 169,40 per vereniging.

Artikel 43

Vervallen

HOOFDSTUK 7 - VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSWERK

Artikel 44

Vervallen.

Artikel 45

De subsidie voor projecten in het kader van emancipatiewerk wordt per project vastgesteld.

HOOFDSTUK 8 - OVERIGE WERKSOORTEN

Artikel 46

Ten aanzien van verenigingen en instellingen waarvoor in deze verordening geen nadere voorwaarden zijn opgenomen, wordt het verlenen van de subsidie beoordeeld aan de hand van de overgelegde subsidieverzoek met daarbij behorende stukken.

Voor zover de gemeenteraad bereid is ten behoeve van die activiteiten de benodigde gelden beschikbaar te stellen, wordt voor het berekenen van die subsidie zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de grondslagen voor subsidieverlening die vermeld zijn in de voorgaande artikelen en het gestelde in de Algemene Subsidieverordening Gemeente Tholen.

HOOFDSTUK 9 - OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 47

In bijzondere gevallen kan afgeweken worden van de bepalingen opgenomen in deze regeling.

Artikel 48

Bij het bepalen van de subsidie bestaat de mogelijkheid, dat afgeweken wordt van de in de exploitatiebegroting of -rekening opgevoerde bedragen.

Artikel 49

Verenigingen en instellingen die een gemeentelijke subsidie ontvangen, dienen, indien en voor zover zij daarvoor in aanmerking komen:

  • a.

    op verzoek van ons college deel te nemen aan activiteiten in het kader van nationale of plaatselijke feestdagen, herdenkingen en dergelijke;

  • b.

    zich regelmatig te presenteren voor de bevolking van de gemeente Tholen;

  • c.

    periodiek deel te nemen aan concoursen, competities en dergelijke.

Artikel 50

Deze regeling kan worden aangehaald onder de titel 'Verordening subsidiëring gemeente Tholen 2018'. Zij treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2018. Op 1 januari 2018 wordt de 'Tarievenregeling subsidiëring gemeente Tholen 2014', vastgesteld op 14 januari 2014 ingetrokken.

Ondertekening

Tholen, 30 januari 2018,
Burgemeester en wethouders van Tholen,
de secretaris
S. Nieuwkoop
de burgemeester
G. van de Velde - de Wilde